1888. N°. 122.
75sle jaargang.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht»
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Bookverkoopers en Postdirecteuren.
De Staatsbegrooting.
Het ligt niet op onzen weg den geheelen bundel
stukken, die de Staatsbegrotingen uitmaken, uit te
pluizen, en 't zou onzen lezers weinig behagen, als wij
het deden. Wel echter hebben zij recht van ons te
vernemen, wat in het algemeen de indruk is, dien het
onderzoek dier stukken op ods heeft gemaakt.
Die indruk is, wij moeten het openhartig uitspreken,
niet gunstig, en wij moeten er bijvoegenvoor de
geestverwanten van dit ministerie moet hij nog on
gunstiger zijn dan voor ons.
Jaar en dag heeft men strijd gevoerd om de partij,
die het roer in handen had, ten onder te brengen;
men heeft dat doel eindelijk bereikt, en thans nu
de begrootingen, nu de plannen voor het volgende jaar
aan het oordeel der Volksvertegenwoordiging onder
worpen zullen worden, nu vraagt men met licht ver
klaarbare belangstelling: Wat hebt gij nu gevonden
dat af keuring verdient on verbetering noodig had Wat
zijt gij van plan te doen tot toepassing der beginseleD,
in wier naam gij aan het bewind zijt gebracht?
En als men met die vraag voor oogen de begroo-
tingsstukken raadpleegt, dan vindt men: niets.
O vei 't geheel zijn de begrootingen schraal toege
licht; alleen de ministers van oorlog en van marine
hebben zich beijverd met een flinke uiteenzetting hun
ner denkbeelden voor den dag te komen en
vragen dan ook meer geld.
Dit is wel een opmerkelijk verschijnsel. Niet dat
het ons verwonderto, neen, wij weten het welals
er wat gedaan zal worden is daarvoor geld noodig
maar het opmerkelijke is daarin gelegen dat de man
nen, die opgetreden zijn om aan de «ergerlijke geldver
spilling" van vroegere regeeringen een eind te maken,
juist voor de twee eenige hoofdstukken, waarvoor zij
werkelijk wat uitvoeren, meer geld verlangen
Zie, het is gemakkelijker minder geld te ramen, als
men, zooals bij Waterstaat, minder uitvoert, of, zooals
bij Binnenlandsche zaken, het bestaande afbreekt; maar
dat men bezuinigen kan, dat wil zeggen dat men in
de behoeften van den dienst en de belangen van het
land even goed voorzien kan, met minder geld dan
daarvoor tot dusver besteed werd, dat bewijst men op
die wijze niet.
Van Dieuwe denkbeelden, nieuwe gezichtspunten,
nieuwe beginselen is over het algemeen weinig sprake.
Wel worden er enkele nieuwe voorstellen gedaan,
maar, het is eene bijzonderheid, die al wederom zeer
de aandacht verdient, al die nieuwe maatregelen kon
het vorig ministerie even goed voorgesteld hebben als
dit en zou het ook op dezelfde wijze hebban kunnen
verdedigen als ditja, grootendeels zijn zij uitvloeisels
van wat reeds begonnen was onder de voorgangers
der nieuwe mannen. Men hoorede Minister van
buitenlandsche zaken wil te Calcutta een bezoldigd
consul en te Melbourne een bezoldigd consul-generaal
aanstellen en geeft daarmee een zeer bescheiden uit
voering aan een denkbeeld van de commissie voor de
consulaire examens, waarover de vorige minister van
buitenl zaken reeds de Kamers van koophandel hoorde;
de minister van justitie geeft enkel eenige administra
tieve maatregelen ten bestede min. van binnenl.
zaken wil iets doen voor laodbouw-onderwijs {op grond
van het verslag der landbouwcommissievoor zee
vaartkundig onderwijs en voor de industrieschool voor
meisjes te Rotterdamde minister van financiën wil
het kadaster verbeteren met gebruikmaking van de
uitkomsten der graadmeting voor Europa de minister
van waterstaat wil landbouw-proefstations instellen,
(en dat is w*t nieuws) de vaargeul bij SchelliDgwoude
verbeteren en een subsidie geven aan de vereeniging «het
Buitenland", die zich bevordering der uitzending van
jongelieden naar het buitenland ten doel stelt, maar
ziedaar ook, behalve zooals gezegd is voor oorlog en
marine, waarvoor werkelijk breede plannen bestaan,
de geheele oogst.
De eenige, die iets doat in de richting der rech
terzijde, is de Minister van Binnenl. Zaken, in zoover
bij met ruwe hand de uitgaven voor de opleiding
van onderwijzers vermindert.
Met ruwe hand.
Het woord is niet te sterk.
Wie eerlijk wil zijn, moet toegeven dat er wel te
besnoeien valt op dit onderdeel. Het is zoo, dat er
met de beurzen voor aanstaande onderwijzers wel wat
guller is omgesprongen dan dringend noodig was
dat er normaalscholen zijn opgericht op plaatsen, waar
xij gemist konden worden, 't zij omdat er reeds kweek
scholen bestonden, of later gevestigd zijn, 't zij ook
omdat men vragen moestwaar moeten de leerlingen
van daan komen, die deze scholen bez »eken moeten,
- waar vinden wij de mannen om aan die leerlingen,
als ze gevonden zijn, les te kunnen geven
Maar de Minister vervalt nu in een ander uiterste
door alle beurzen af te schaffen, zelfs van reeds tof-
gekende beurzen een deel, en wel van 1 Mei tot 1
Sept., af te houden
Na zullea dus do kweekscholen voortaan alleen
bezocht kannen worden door leerliDgen in de plaats
gevestigd, waar de kweekscholen zijn, en wier ouders
buiten inkomsten van hun kinderen kunnen, of door
leerlingen van elders, wier ouders de onderhouds
kosten hunner zonen elders kunnen bekostigen.
Men kau nagaan welken ongunstigen invloed dat
voor het onderwijs moet hebben, te meer omdat da
kweekschoolopleiding in elk opzicht de beste is; maar
wat men vooral niet uit het oog mag verliezen is dit
de geestverwanten van dit ministerie hebben altijd
de «nooden van 't volk" op de lippen, verwijten
ons, dat wij «de sociale quaestie" niet hebben opge
lost, en nu is een der eerste maatregelen, die zij
nemen juist daarop gericht, om degenen die wel geld
hebben, in zake de opleiding van het onderwijs te
bevoorrechten boven hen die het niet hebben.
En als men nu naast dat afbreken nog iets op
bouwdeAls men nu, het openbaar onderwijs afbreuk
doende, iets deed voor het bijzonder onderwijsAls
men zich vleien kon met de hoop, dat, zooal het
openbaar onderwijs minder goed behartigd werd, meer
zorg voor het bijzonder onderwijs daartegenover zou
staan, zoodat althans de opleiding der jeugd in 't
geheel niet veel schade zou lijden maar niets van
dat alles. De maatregelen tegen het openbaar onder
wijs worden niet eens verontschuldigd met redenen
in het belang van het bijzonder onderwijs, 't is
alleen 's lands geldelijk belang waarvan gesproken
wordt
Inderdaad, wij legden de stukken onbevredigd ter
zijde, maar hoe onvoldaan zij zijn moeten, al too-
nen zij het niet, die zich zooveel moeite gaven om
deze mannen aan 't bewind te brengen, diit is moeielijk
te zeggen.
GOES, 12 October 1888.
Bescheiming van de binnenlandsche industrie is
altijd een stokpaardje der rechterzijde speciaal van
de Katholieke geweest en menig liberaal minister
heeft er alles behalve aangename opmerkingen over
moeten hooren, wanneer eene levering ten behoeve vnn
het rijk aan eene buit<nlandsche firma werd gegund.
Thans leest men in verschillende bladen, dat de wijzi
ging der Beaumont-geweren aan eene Belgische firma
zal worden opgedragen. Wij achten deze inconsequen
tie zoo groot, dat het bericht voor ons nog nadere
bevestiging behoeft. Intusschen requestreert een groot
deel van Maastricht's bevolking ten gunste van de
fabriek van de heeren Beaumont aldaar.
Bij den gisteren gehouden huishoudelijken wed
strijd der «Goesche Schietvereniging" alhier werd de
le prijs met flaubert-geweer (karaf met glazen) be
haald door den heer S. D-kker; de 2e prijs (een
flaubert-geweer) door den heer A. S. Fransen Van
de Putte Jr. De le prijs met revolver (een sigaren-
stander) viel ten deel aan den heer H. J, Baning en
de 2e prijs (een flaubert-geweer) aan dhr. S. De
Meulemeester. Den rozenprijs (een thermometer) be
haalde dhr. J. Fransen Van de Putte.
Tot ontvanger-griflier van de polders Sluis
Oosterland, Westkerke en Westerland is gisteren door
ingelanden benoemd dhr. C. K o e r t te Wolfertsdijk
en tot ontvanger-griflier der polders Oud-Wolfertsdijk,
Heereü, Oost-Nieuwland en Nieuw-Sabbinge dhr. W.
F. K. Lenshoek te 's-Heer Arendskerke.
Door Burg. en Weth. van Amsterdam is tot
klinisch adsistent in het Binnen-gasthuis aldaar, in de
afdeeling vroeger onder beheer van den hoogleeraar
Wurfbain, benoemd de arts J. Hocke Hoogen-
boom, die dientengevolge bedankt heeft voor zijne
benoeming tot gemeente-geneesheer te Nieuwerkerk
a/d. IJsel.
Krabbendljke. Gedeputeerde Staten hebben hunne
goedkeuring verleend aan het besluit van den gemeente
raad om het huis, eertijds door de gemeente aan
gekocht ten einde in de behoefte aan eene vrije woning
voor den gemeente-geneesheer te voorzieD, aan dezen
te verkoopen voor de som van 3000. In plaats van
den gemeente-geneesheer voortaan vrije woning te ver
schaffen, zal zijne jaarwedde met 200 worden ver
hoogd en alzoo op 1150 worden gebracht.
De heer J. De Vlieger, commies dor 3«
klasse bij 's rijks belastingen, is als zoodanig ver
plaatst van St. Maartensdijk naar Middelburg.
Biervliet. De heer A. Maat, landbouwer, is
Woensdag jl. tot lid van den gemeenteraad gekozen.
Naar wij vernemeD, wordt met 1 Mei 1889
het voor ruim twee jaar geopende instituut voor
uitgebreid en middelbaar onderwijs van den heer J. H.
Van Linschoten te Middelburg wegens het toe
nemend aantal externen en internen uit de Lange
Noordstraat verplaatst naar het gebouw, waar heden
nog het Zeeuwsch Genootschap van Wetenschappen
gevestigd is. De ruime en luchtige lokalen en de groote
tuin, bij velen onzer lezers bekend, maken dit gebouw
voor bovengenoemde inrichting uitnemend geschikt.
Z. M. heeft den ln luit. C. H. Tielenius
Kruythoff, van het 3e reg. inf., op zijn verzoek,
een eervol ontslag verleend uit den militairen dienst.
Bij de jongste veranderingen in het personeel
der Rijks veld wacht is aangesteld met 1 Nov. a. s. tot
rijksveldwachter der 3e klasse D. S tig ter, rijks
veldwachter der 3e kl. (jachtopziener) te Aardenburg,
die tevens is ve- plaatst naar Gouda.
Z. M. heeft jhr. mr. A. F. De S a v o r n i n
L o h m a n lid van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal, benoemd tot lid der commissie belast met
het afnemen der diplomatieke examens.
Nu wij het eerste gedeelte van de correspondentie
tusschen de heeren De Wijs en Diepenheim en den
heer Iluber hebben medegedeeld, dienen wij onpartij-
digheidshalve ook de volgende brieven wel op te nemen,
hoewel wij nauwelijks kunnen gelooven, dat onze
lezers er veel belang in stellen.
De heer Huber wijst in zijn antwoord er o. a. op,
dat de wet van 30 April 1815 door die vaD 15 April
1886 iü zooverre gewijzigd is, dat het onteerende
vonnis, dat een ontriddering van een ridder der Mili
taire Willemsorde tengevolge kan hebben, plaats heeft
gemaakt voor «een onherroepelijke veroordeeling tot
gevangenisstraf van drie jaren of tot zwaardere straf."
Voornamelijk echter verdedigt de heer Huber zich tegen
de m^ening der heeren De Wijs en Diepenheim, dat
hij in zijn interpellatie de vergadering van ridders der
Militaire Willemsorde «irregulier" zou genoemd hebben,
omdat hij geloofde, dat zij geroepen was om den heer
De Rochemont te «ontridderen".
«Mijn bedoeling", zegt de heer Huber, «was even een
voudig als mijne woorden. De vergadering van eenige
ridders, in de aangelegenheid De Rochemont samen
geroepen, kon geen ander doel hebben dan om samen
te beraadslagen over de gemeenschappelijke belangen,
die der ord», of hare eer en hare waardigheid. Welnu,
een dergelijke vergadering kent het statuut der orde
niet. Zoo het noodig is kan de Koning daarvoor een
kapittel benoemen, doch het kapittel bestaat thans
niet. De Koning acht, en terecht, door de individueele
leden de eer en de waardigheid der orde genoegsaam
verzekerd.
Doch nu dit kapittel niet bestaat, mogen eenige
ridders maar niet samen komen om de belangen der
orde te behartigen Daarom noemde ik het eene irre
guliere vergadering. En ik sprak de woorden openlijk
uit, omdat ik meen, dat het ook de plicht van den
volksvertegenwoordiger is, de Regeering indachtig Jte
maken op irreguliere zaken, die in de samenleving
voorvallen. Wanneer toch dergelijke vergaderingen
meer geschieden en er alzoo behoefte bleek te bestaan
aan een kapittel, was het de taak van de Regeering
om voor de benoeming van een kapittel zorg te dragen.
Of dat nu aan de orde was bij deze interpellatie,
kunnen wij gerust aan den Voorzitter overlaten. Ik
verzeker u, in het handhaven der orde is mijn hoog
gewaardeerde vriend niet erg meegaand. De leiding
der vergadering is bij hem in uitstekende handen".
Hierop antwoorden de beide ridders o. a.
«Nu ons blijkt, dat volgens uwe meming «de ver
gadering geen ander doel kon (wij spatieeren) hebben
dan om samen te beraadslagen over de gemeenschappe
lijke belangen, die der orde of hare eer en waardig
heid", en dat gij eene met dat doel bijeengeroepen
vergadering tot de irreguliere zaken rekent, waarop
gij het uw plicht als volksvertegenwoordiger acht, der
regeering indachtig te maken, zij het ons veroorloofd
u de stellige verzekering te geven, dat de vergadering,
waartoe volstrekt niet uitsluitend ridders der M. W.
O. waren uitgenoodigd, een geheel ander doel had.
Wij zijn volkomen bereid, zoodra gij ons daartoe
de gelegenheid geeft, u mondeling het doel der bijeen
roeping toe te lichten op dezelfde wijze waarop wij
dit in de vergadering van 17 September deden, doch
verwachten dan ook van uwe bekende loyauteit, dat,
wanneer gij van de volkomen onjuistheid uwer pre
missen overtuigd wordt, gij ook de conclusie (irregu-
lariteit) openlijk zult intrekken."
Dr. Van Hamel Roos komt in bet October-
nummer van zijn Maandblad terug op de c o n t r I e
der levensmiddelen door particulier initiatief.
Wegens gebrek aan de noodige middelen behoeft
dit zijns inziens niet achterwege te blijven.
Het is de bedoeling, dat de verbruiker kosteloos
in de gelegenheid worde gesteld om een degelijk onder
zoek te verkrijgen van de waren die hij koopt, en dit
kan hij steeds, indien hij zich slechts de moeite ge
troost om bij den aankoop gecontroleerde levensmid
delen te vragen.
De winkeliers zullen dan vanzelf zorgen dat hun
waren onderzocht zijn.
Op grond eener veeljarige ondervinding meent de
schrijver, dat niet alleen het publiek hierdoor gebaat
zal worden, maar ook dat de eerlijke producent, die
geen onderzoek blijkt te vreezen, door een verm er-
derd debiet ruimschoots schadeloos zal worden ge
steld voor de te maken onkosten. Schier in iedere
gemeente is de voor de uitvoering der onderzoekingen
geschikte persoon als aangewezenhet is de apotheker.
Onlangs is door de «Maatschappij tot Nut van 't
Algemeen" een som toegestaan voor het oprichten van
chemische onderzoekingsbureau's. Dr. Van Hamel Roos
geeft in overweging, deze som zoo mogelijk ver
sterkt door bijdragen van zusterverenigingen niet
aan te wenden voor de kostbare oprichting van der
gelijke bureau's, maar als tegemoetkoming aan apothe
kers voor het onderzoeken van levensmiddelen. Dan
zouden noch de kooper, noch de verkooper, de onkosten
hebben te dragen, hetgeen voor de kleinere plaatsen
billijk zou zijn door het geringere debiet aldaar.
Wat de uitvoering der contröle betreft, brengt de
schrijver het volgende in het midden, berustende op
de uitkomsten van zijn eigen ervaring:
1. De verkooper verplicht zich bij overeenkomst,
tegenover den scheikundige met de contrOle belast,
steeds bij alle inkoopen, hetzij hem een monster tot
onderzoek te zenden, hetzij hem een analyse der par
tijen van een bevoegd deskundige te vertoonen.
2. De scheikundige heeft het recht, wanneer en zoo
dikwijls hij dit wenschelijk acht, een monster tot
onderzoek te nemen en den uitslag er van met den
naam van den verkooper ter kennis van het publiek
te brengen.
3. Ieder afnemer heeft het recht bij inkoop een
monster tot kosteloos-onderzoek aan den scheikundige
te zenden.
4. De verkooper (winkelier) verplicht zich de con
tröle, benevens het recht der kostelooze onderzoekingen
op een voor ieder zichtbare wijze in zijn wiükel bekend
te maken.
Ten slotte wijst de schrijver er op, dat de contröle,
aldus ingericht, wel niet volmaakt zal zijn en dat ont
duiking zeker mogelijk is, maar hij verwacht tcch,
dat zij een heilzamen invloed zal oefenen op de ver-
valschers van beroep en op het heirleger der »sleur"-
menschen.
In verband met het voornemen der regeering
om de nog overgebleven meervoudige kiesdistricten in
enkelvoudige te splitsen, worden reeds gegevens ver
zameld en adviezen bij de betrokken besturen inge
wonnen.
De opbrengst van 's R ij ks middelen
over September 1888 bedroeg 10,500,031,51 tegen
11,133,085,43% in dezelfde maand van 1887.
Over de eerste negen maanden van 1888 was de
opbrengst 80,840,999,02, tegen 79,458,409,31
gedurende dezelfde maanden des vorigen jaars.
Naar aanleiding van dr. M e z g e r s klachten
over de mindere bevolking van Amsterdam en de daarop
gevolgde berichten in buitenl. bladen, heeft de redactie
van De Amsterdammer zich tot den hertog van
Saksen-Meiningen gewend mat het verzoek
zijne meening over het gedrag der bevolking te Am
sterdam kenbaar te willen maken. De hertog schreef
in antwoord het volgende
«Ik grijp met genoegen de gelegenheid aan, om u
te verzekeren, dat ik tijdens mijn langdurig verblijf in
Amsterdam in de lente van 1887, het gedrag der be
woners van die stad zeer prijzenswaardig vond, zelfs
in vrij moeielijk© omstandigheden. Bij gelegenheid van
de voorbereiding voor de inkomst van Z. M. den Koning
en tijdens Zijn verblijf aldaar, heb ik meermalen, ver
gezeld van een dame, de wijken der werklieden bezocht,
waar de straten stampvol waren. Overal hebben wj
niet anders dan beleefdheid ontmoet.
«Oprechtelijk betreur ik de verspreiding van geruch
ten, die mij voorkomen volstrekt eiken grond te missen".
Het gemeentebestuur van Utrecht noodigt alla
Nederlandsche of sedert 1 Januari 1888 in Nederland
wonende tuin-architecten tot deelneming aan
de beantwoording van de prijsvraag:
«Het maken van een ontwerp enz. voor den aanleg
van een openbaar park op de terreinen van de Nieuwe
Baan, het buitengoed «Het Hoogeland" en het daarbij
gelegen Oudwijkerveld."
Prijs 700, premie 300.
Uit de nadere omschrijving van de prijsvraag blijkt
onder anderen, dat er een magnetisch observatorium
moet verrijzen in het nieuwe park.
Alle stukken moeten reeds 15 November a. s. in
gezonden zijn.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
De lieer L. F. A. Westarbeek van Eerten, pred.
te Meerkerk, heeft het beroep naar Serooskerke aan
genomen.
Bedankt voor het beroep naar Ilontonisse door
ds. P. K. Domis«e te Lage-Zwaluwenaar de
doleerende kerk te Vlissingon door ds. C W. J. Van
Lummel to Waarder c. a.