1888. N°. 121, Donderdag 11 October. 75ste jaargang.
UIT DE OUDE DOOS.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
D6 prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht»
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOES, 10 October 1888.
Gisteren hield de afdeeling Heinkenszand van de
Maatschappij tot bevordering van landbouw
en veeteelt in Zeeland, onder praesidium van den
heer E. Van den Bosch, eene vergadering in bet koffie
huis «De Prins van Oranje" alhier, waarin, na voor
lezing en goedkeuring der notulen van de vorige bijeen
komst, aan de orde was een bespreking naar aan
leiding van een rapport, betivff nde de vraag naar een
algemeen Ned'riandsch «Landbou w-weekblad."
De voorzitter dee'de mede, dat het Ned. Landbouw-
comité éen centraal oigaan vaa den Nederlandschen
landbouw wenschte opterichten en daarbij is het aller
eerst de vraag, of de verschillende landbouwbladen
geneigd zullen zijn zich in een eventueel nieuw blad
op te lossen. In zulk een blad zouden ook verslagen
der verschillende maatschappijen en de voornaamste
afdeelingen moeten worden opgenomen en daarvan
zouien dan de leden een exemplaar ontvangen. Aan
gezien daarvoor echter 50 ets. per lid zou moeten
worden betaald, zouden de kosten daarvan voor de
afdeelingen en ook voor het hoofdbestuur te bezwarend
worden. Da abonnementsprijs van het nieuwe blad zou
zijn 4 per jaar, zoodat ook deze niet lager zal zijn
dan van de meeste andere bladen. Het blijft dus de
vraag, of een nieuw centraal blad reden van bestaan
zal hebben.
De heer J. Welleman zou wel steun willen verlee-
nen in de meening, dat er in onze omgeving ni*t veel
landbouwlectuur onder de oogen der landbouwers komt.
Enkele aanwezigen geven echter te kennen, dat zij land
bouwbladen lezen maar niettemin zou dhr. Welleman
de oprichting van een centraal blad willen steunen,
omdat hier geen gewestelijk blad op landbouwgebied
verschijnt.
Da voorzitter merkt op, dat de bestaande bladen
niet juist gewestelijke bladen zijn.
De beer Wellemai betoogt nader, dat naast de
kleinere landbouwbladen een groot vakblad zeer op
zijne plaats zou zijn.
De beer J. J. Van Weel zegt, dat de afdeeling geen
50 ets. per lid kan betalen voor een courant. De con
tributie bedraagt 2, waarvan de helft aan het hoofd
bestuur wordt afgedragen. Van den resteerenden gulden
weder de helft aftestaan voor een courant, zou de in
komsten der afdeelingskas tot een minimam doen dalen
Er wordt na eenige discussie besloten aan het hoofd
bestuur te adviseeren, dat het aan het landbou w-
comité voorstelle dat aan ieder lid, die dit wensch?,
een abonnement a 0.50 's jaars zal worden ver
strekt, welk bedrag door het lid zelf zal worden be
taald.
Vei volgens wordt overgegaan tot het opmaken van
een voordracht van drie deskundigen als veeartsen,
landbouwers of erkende paardenkenners, om deel uit
te maken van eene permanente commissie van vijf
leden, te benoemen door de vergadering van het hoofd
bestuur. Het afdelingsbestuur heeft kortheidshalve
eene aanbeveling opgemaakt, bestaande uit de heeren
C. J. Labrijn, M. Harinck eo J. Okker, welke gekozen
worden respectievelijk met 14, 16 en 12 van de 17
uitgebrachte stemmen, terwijl voorts de heerm Van
Mervennéa 2, Van Iwaarden 1, De Bokx 1, J. J. Van
Weel 1 en C. Mazure 2 stemmen bekwamen.
Tot bestuursleden werden herkozen de heeren E.
Van den Bosch, voorz. met 14. I. G. J. Kakobeeke,
secr. metl5, J De Dreu met 9 en M. De Jager met
15 stemmen, terwijl op verschillende andere personen
enkele stemmen waren uitgebracht.
Daarna doet de Voorzitter mededeeliDg van een brief
van den vice-voorzitter der afdeeling, den heer J. Ver
met Sr., dat hij als zoodanig zijn ontslag neemt we
gens ziekte. Na circa 40 jaren lid van het bestuur
te zijn geweest, meent hij met recht eenige rust te
mogen genieten.
De Voorzitter zegt dit besluit zeer to betreuren,
maar het te moeten eerbiedigen en herdenkt onder
instemming der vergadering de vele diensten, door den
heer Vermet aan de afdeeliDg bewezen.
Nog stelt de Voorzitter voor, zooals gebruikelijk is,
hem en den secretaris zonder stemming te benoemen
tot afgevaardigden naar de vergadering van het hoofd
bestuur.
De heer J. J. Van Weel zegt, dat hij tegen de
keuze in het minst geen bezwaar heeft, maar wel
tegen deze wijze van benoeming, die langzamerhand
gebruikelijk is geworden, maar die in strijd is met
de statuten. Hij stelt daarom voor de benoeming van
afgevaardigden te doen plaats hebben met gesloten
briefjes, welk voorstel wordt aangenomen.
Na tot fct'mmirg te zijn overgegaan blijken gekozen
te zijn de heeren J. J. Van Weel en I. G. J. Kake-
beeke, ieder met 10 stemmen. Op don heer E. Van
den Bosch waren 8, op den heer Labrijn 2 stemmen
en op den beer Minnaard 1 stern uitgebracht. De hear
Van Weel zegt, zijne benoeming niet aan te nomen, f
daar het den schijn zou hebben alsof hij den voor
zitter heeft willen vervangen.
Na eene tweede stemming wordt daarna de heer
Van den Bosch gekozen met 7 stemmen, terwijl de
heer Van Weel er G bekwam en drie briefjes van
onwaarde waren. De heer Van den Bosch vei klaart
zich bareid die benoeming aan te nemen.
Daarna wordt de vergadering gesloten.
't Was een aangenaam gezicht gisteravond al de
rijen zitplaatsen in de comediezaal der sociëteit V. O. V.
te zi- n innemen, zoodat een goed gevulde zaal den
»millioenen-oom" zat te verbeiden, die door het gezel
schap van de heeren Alex. Faassen en Co. van Rotter
dam zou worden opgevoerd.
Maar zagen wij hier in langen tijd niet een zoo
talrijk publiek, wij zagen evenmin in lang niet zulk
een aardig stuk als »de millioenen-oom", een blijspel
uit het Italiaansch vertaald door den heer Wansiok.
Da opvoering liet dan ook inderdaad niets te wenschen
over, daar alle actrices en acteurs hunne rollen uit
stekend kenden, zoodat men van den soufil -ur niets
bemerkte.
Eene diepe gedachte ligt er natuurlijk niet aan het
stuk ten grondslag, maar dit mag men van een blij
spel van den nieuweren tijd ook niet verwachten. Het
spel van alle medewerkenden was echter zoo in alle
opzichten goed, dat men van het begin tot het einde
de opvoering met de meeste belaogstelling volgde.
Van de acteurs waren het vooral de heeren Alex.
Faassen en Wagemans, die hunne rollen uitstekend
vertolkten. Zelden zagen wij den heer Faassen zoo
rolvast en zoo los in zijn spel, terwijl bovendien door
de wijze, waarop hij zich had gegrimeerd, de anders
vaak ontevreden trek van zijn gelaat geheel was ver
borgen.
Da heer Wagemans had als «mijnheer Grinta" weder
een rol in den trant van «Lehman" te vervullen en
het moet gezegd worden, dat hij zich in die soort
tehuis gevoalt en behoorlijk de lachspieren van het
publiek weot io beweging te brengen.
Minder gelukkig scheen ons het spel der heeren
Van Nieuwland en Smith. De eerste is ongetwijfeld
een bekwaam acteur, die in blijspelen wel een der
hoofdrollen verdient. Maar wanneer men het geluk
heeft den heer Van Nieuwland wat dikwijls te zien
optreden, dan treft het, dat hij blijkbaar slechts éen
middel heeft om zijn comisch talent te doen uitkomen
en dat is door de eigenaardige hijgende, wij zouden
bijna zeggenhappende, wijze, waarop hij zijne rollen
uitschreeuwten- wanneer men zoo herhaalde malen
een acteur zich op dezelfde wijze hoort uiten, dan
begint dit te vervelen.
De rol van den heer Mandelli, die de heer Smith
te vervullen had, was zeker niet van de aangenaamste,
maar hetzij door zich wat meer verliefd te toonen,
hetzij door wat meer prat te zijn op zijn rijkdom, had
hij toch meer van zijn rol kunnen maken dan hij
gisteren deed. De heer Smith bedenke, dat hij, sinds
bij verleden jaar hier eenige monologeH voordroeg, te
Goes een goeden naam heeft optehouden.
De eenige belangrijke damesrol, die in het stuk voor
komt, die van Giuseppina, gezegd Josephine, was bij
mevr. Van Kor laar in goede handm, hoewri ook bij
haar een weinig meer gevori in haar spel op sommige
oogenbiikken niet zou geschaad hebben. M juffr. He ij-
blom was het nijdigste katje, dat men zich denken
kan en gaf zoo doende de rol van Lena op onverbeter
lijke wijze. De overige damesrollen waren van te weinig
belang om afzonderlijk te worden vermeld. Z j werden
naar behooren vervuld.
Wij gelooven, dat over deze eerste «abonnements-
voorstell-ng" èn de spelers èn het publiek tevreden
kunnen zijn. Dit belooft voor beidra veel goeds voor
de beide volgende voorstellingen op 18 D'cember tn
19 Februari.
Door de bemoeiingen van den burgemeester dezer
gemeente, mr. J. G. De Witt IIam*r, heeft zich
op verzoek van de commissie voor de Zeeuwsche
tentoonstelling van n ij verheid en kunst
toegepast op n ij verheid, het volgend j ïar te
Middelburg te houden, alhier eene sub-commis
sie gevoimd, bestaande uit de heeren J. J. Ochtman,
voorz., J. J. Ramondt, Z. D. Van der Bilt La Motthe,
C. E. Mas8ee en I. G. J. Kakebeeke, secretaris.
Ierseke. In de maand Sept werden aan het tele
graafkantoor alhier behandeld 509 telegrammen,
waarvan 155 ontv. en 354 verzonden.
In de rijkspostspaarbank worden gedaan
34 inlagen tot een bedrag van 693,65 en 10 terug
betalingen bedragende 450,75. Er werden 5 boekjes
uitgegeven.
Hot theoretisch geneeskundig examen is gisteren
te Amsterdam met goed gevolg afgelegd door den heer
C. J. Warnsinck.
De officier van gezondheid 2e klasse H, A.
Janssen is aangewezen om tot 1 Januari a s. den
geneeskundigen dienst bij het remonte-depo' te Miliigen
waar te nemen.
Ds. T. K i e 1 s t r a te Middelburg is benoemd
tot buitengewoon lid van het Friesch genootschap van
geschiel-, oudheid- en taalkunde.
P. Adriaanse Jr., agent van politie met den
personeelen titel van hoofdagent te Middelburg, is be
noemd tot bode ter provinciale griffie van Zeeland, in
plaats van W. Bevelander.
Tot agent van politie 2a kl. is benoemd W. J o b s e
van Meliskerke, gepensioneerd marechauséi te paard.
(Af. Ct)
Op verzoek van de Indische regeering wordt de
uitzending voorbereid van dr. C. Snouck Hur-
gronje, ten einde op Java de instellingen van den
Islam te bestudeeren.
Naar men verneemt, is de heer A. G. C. Van
D u y 1op uitnooding van het bestuur der Vereeniging
tot bevordering van emigratie naar Zuid-Afrika, naar
Transvaal vertrokken, ten einde met de regeering aldaar
overeenkomsten te treffen in het belang van de Neder
landers, die zich daar te lande wenschen te vestigen.
De gedenksteen welke de gemeente Tilburg liet
vervaardigen voor dm voorgevel van het huis, waarin
prof. Donders werd geboern, is thans gereed en
zal eerstdaags geplaatst worden. Het gedenkteeken is
uit één stuk, aan de zijden gefrijnd en in bet midden
zwart geslepen, waarin met vergulde letters is gebeiteld
Op den 27 van Bloeimaand des jaars O. H. MDCCCXVIII
werd Franciscus Cornelis Donders in deze woning
geboren.
Uit Maastricht wordt aan de N. R. Ct. ge
schreven Zooals bekend is, behoort de Limburgsche
bevolking tot de eersten, die op bescherming
van den landbouw aandringen. Diezelfde bevol
king heeft thans gelegenheid om het verkeerde van
haren eisch in te zien. Wat toch is het geval? De
aardappeloogst is hier bijna g9heel mislukt en niet
half voldoende om in de behoefte te voorzien. Er
worden nu groote hoeveelheden aardappelen uit Duitsch-
land ingevoerd, zonder welke niet alleen gebrek aan
dit product zoude zijn, maar ook de prijzen daarvan
buitengewoon zouden stijgen. Waren thans de aard
appelen met een inkomend recht belast, dan zouden
enkele landbouwers wel hunne waar tegen hooge prij
zen kunnen verkoopen, maar dan zou die verhooging
in de eerste plaats den werkman drukken, voor wien de
aardappel het voedsel bij uitnemendheid is. En wat van
de aardappel gezegd wordt, geldt ook voor de granen,
die hier ook weinig beschot hebben opgeleverd.
Naar men verneemt is tot redacteur van de
Bazuin beDoemd de heer d s. W. H. Gispen van
Amsterdam.
Door de heeren L G. Diepenheim en G. De Wijs,
riiders der «Militaire Willemsorde", die de bekende
ridderbijeenkomst hebben uitgelokt, is aan verschillende
bladen een stuk gezonden, waarin zij herinneren aan
de door den heer Hubm in de kamerzitting van 3 Oct.
gesproken woorden«Wanneer ik het oog vestig op
die irreguliere vergadering van ridders der «Militaire
Willemsorde", bijeengeroepen om te doen wat de taak
van bet kapittel der orde is, zoo het bestond, dan is
het, geloof ik, beter hieromtrent hier het stilzwijgen
te bewaren
Naar aanleiding hiervan doen zij dat kamerlid de
volgende vragen:
«Waart gij wel gerechtigd om, terwijl de Kamer u
alleen verlof had gegeven tot het richten van eene
interpellatie aan den minister van koloniën betreffende
de oneenigheden ontstaan in de staats-commissie om
trent de beri-beriook te spreken over eene irregu
liere vergaderingblijkens uwe woorden »mef een
zeer laakbaar doel bijeengeroepenwaar u alle ge
gevens betreffrade die bijeenkomst ontbraken, en die
vergadering met de oneenighrid in die staatscommissie
niets te maken had
De beide heeren onderschrijven gaarne de door den
heer Huber gesproken, in de Kamer toegejuichte, woor
den «En ik ontken ten sterkste, dat in Nederland
eenige stand, eenig beroep of eenige kaste zou bestaan,
die zich boven de wet mag stellen", doch doen de
vraag: «G-ddt voor u, als volksvertegenwoordiger, niet
de onbeschreven wet, die voorschrijf?, dat men geen
beschuldigiog, geen beleediging, geen ongunstig oordeel
over een persoon of zaak raag uitspreken, tenzij men
overtuigd is van de juistheid van de gesproken woor
den?" De beantwoording dier vragen laten zij aan
den heer Huber en aan het publiek over.
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER,
In de zitting van gisteren werd mededeeling gedaan
van een bericht van den heer A. Schimmelpenninck
Van der Oye van Nijenbeek, dat hij opgehouden heeft
lid der Kamer te zijn.
Ingekomen zijn verschillende reeds gedrukte ont
werpen, zoomede de Indische begrooting, die verzonden
werden naar de afdeelingen.
Tot rapporteurs over hoofdstuk Marine zijn benoemd
de heeren Van Wassenaer, Land, J Schimmelpenninck
Van der Oye, Seret en Hintzen.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
B-roepen te Arnemuiden de heer H. Bruijel,
pred. te St. Jansga (Friesland); dit is het44e beroep
in deze vacature.
Beroepen bij de Herv. gem. te Zieriksee ds. L.
Van Stein Callenfels, pred. te Heerde.
Beroepen bij de Chr. Ger. kerk te Meliskerke
C. Wijdoogen, te Oud Vosmeer.
Bedankt voor het beroep bij de Ned. Hei v. kerk
te Tolen door J. G. Klomp, te 's-Graveland.
Men meldt uit Tolen aan de St. dat de kerke-
raad der Ned. Herv. kerk aldaar niet alleen den be
roepsbrief weigert te teekenen, maar ook de moderne
lidmaten, die in April 1886 te Bergen-op-Zoom zijn
aangenomen, niet in het lidmatenboek wil inschrijven.
Men schrijft ons uit ltilland-Bath
In geen jaren zijn er in de school te Rilland zooveel
absenten geweest als dit jaar. Was het aantal leerlingen
in Augustus, zooals gewoonlijk zeer weinig, in Septem
ber kwamen er niet bij. Vooral de middel- en hoogste
klassen waren slecht bezet. In eerstgenoemde, die in den
winter ruim 70 leerlingen telt, waren nu slechts een 15tal
aanwezig. Zelfs zijn er dagen gekomen, dat in de mid
delklasse, terwijl de meisjes handwerkonderwijs ont
vingen, drie jongens en in de hoogste één jongen bleef
zitten.
October heeft zijn contigent geleverd. Maar het is
klein. Nog zijn de klassen niet half bezet. Alleen de
laagste klas begint zoetjesaan vol te raken.
Tot November duurt dat lieve leventje voort. Dan
komen van wijd en zijd de wintervogels aangevlogen
om in twee, hoogstens drie maanden nog een schijntje
kennis op te doen, dat weer even spoedig vervlogen is.
Wij, Zeeuwen, in wat uithoek we ook wonen, kun
nen ons, voorwaar, niet beklagen, dat we niet ruim
schoots ons deel hebben gehad in de gebeurtenissen
der wereldgeschieden'-s. Ik ga thans gewagen van een
volk, even beroemd en berucht als de meergemelde Ra-
meinenik bedoel de Franken en wel die afdeeling
van dit volk, welke zich Saliërs noemde. D) nood had
hen uit Duitschland, toen Germanië geheeteo, west
waarts gedreven roovende en plunderend*, voorzoover
er i ts meetenemen viel, waren ze ons lani doorgetrok
ken, tot ze in Zeeland a inkwamen en zich daor door
de Noordzee zagen gestuit. Onze eilanden genoten dus
de twijfelachtige eer, dat de «heeren" er bleven uit
blazen van hun overgroote vermoeienissen. Doch ook
nadat de kracht in hun spieren en pezen, benevens in
hun zenuwe^, was teruggekeerd, schenen ze nog niet
naar \e huizen te verlangen. Ze wisten het al, dat dit
beds'roo kost, al zal het bij hen nog wel niet veel
meer z jn geweesten tegelijk waren zij van meening,
dat hun vaderland da&r was, waar ze het goed hadden.
Wat nu de verdere levensloop van deze Iuidj»s was,
behoort hier niet vermeld te wordenze hebben later
elders hun geluk gezocht en gevonden. Wel echter
wensch ik te wijzen op eenige hunner wetten en voor
schriften, die ze voor een groot gedeelte in Zieland
uitbroedden en in practijk brachten. Hun voornaamste
wet, die zooveel bloed en tranen heeft gekost als mis
schien geen andere, en die luidde, dat geen vrouw ooit
tot de regeering van den staat mocht worden geroepen,
he ft hier nooit behoeven te werken, omdat er geen
poging in dien geest is gedaan. Ik heb daarover dus
niet uitte weiden.
Wanneer een kind geboren was, dat zich niet of
niet lang in het schijnsel van Gods lieve zon had
mogen verheugen, was men verplicht te bewijzen, dat
het schaap bij zijn geboorte al of niet geleefd had
juist dus zooals thans. Maar de Salische wetten drukten
dit heel eigenaardig uit, door te zeggen, dat aange
toond moest worden, dat het kind de vier wanden
en het dak al of niet had kunnen zien. Een bewijs,
dat een Salisch huis uit ééu ver rek bestond en geen
zolder bezat. Later varviel het zien van het dak, om
dat toen de zolders in gebruik waren gekomen. Een
andere bepaling stelde straf op het stelen van dak-
plankjes. De gevlochten wanden van het huis droegen
een dak van stroo of riet, waarover kleine, dunne
plankjes werden gelegd, die aan elkaar gespijkerd waren,
Het dak sprong vooruit en rustte op palen, terwijl
een groote paal in het midden der sala steun aan
het geheel gaf. Behalve deze sala waren aan de be
zitting van een gewonen vrije verbonden: het spijker,
d. i. de plaats, waar het koren bewaard werd vaikens-
en schapenhokken, paarden- en koestallen, korenmijten,
I hooischelven, bak- en badhuizen. Dit blijkt alles uit