1888. N°. 113, Zaterdag 22 September. 75s" jaargang. FEUILLETON. De Handelsreiziger. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Yr Ij dagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. D6 prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht» tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,- berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. GOES, 21 September 1888. De Standaard is blijkbaar maar matig inge nomen met de openingsrede. Alleen de zinsneden over de wijziging der onderwijswet en over de meervou dige kiesdistricten viudt het blad belangrijk. Het be gint zelfs zijne beschouwing met duidelijk te zeggen, dat de rest van de openingsrede wel kon worden gemist, omdat het of reeds bekend was, of omdat het in veel te algemeene termen is vervat. «Als er namens den Koning door de Regeering ge sproken wordt" zegt het blad, «luisteren we niet om repetitie te houden over wat we reeds wistenmaar om ingelicht te worden over hetgeen ons wacht". Juist dus zooals wij er over denken. De twee bovengenoemde punten begroet dè Standaard natuurlijk met vreugde, al valt het niet te ontkennen, dat de oogst op dat gebied schraal genoeg is. Het blad troost zich zelf en allermeest zijne partij- genooten met de overweging, dat wanneer er ieder jaar twee zaken Hink worden ter band genomen, er in iedere zittingsperiode van vier jaar acht zaken tot stand zijn te brengen. Wij merken hierbij intusschen op, dat er van de thans loopende periode reeds éen zittingjaar voorbij is, al was dat dan ook maar een klein jaar en dat in dit jaar, behalve de voogdijwet, waaromtrent alle partijen het eens waren, niets anders werd tot stand gebracht dan de bankwet, ontworpen door het vorige ministerie en aangenomen tegen den zin van de Standaard. Men zal zich dus aan het eind van de tegenwoor dige vierjarige periode moeten tevreden stellen met hoogstens zes zaken, die den kiezers beloofd zijn. Of daaronder de graanrechten behoorenwaarmede men den landbouwenden stand tijdens de verkiezingen heeft gepaaidblijkt niet. Standaard en ministerie laten wijselijk de zaak onaangeroerd. Nu, er zullen nog wel meer teleurstellingen komen. Het Vaderland zegt zaer juist aan het slot van zijne beschouwing over de openingsrede: «Ons laatste woord over het eerste woord der rede, dat te denken geeft. Niet wordt daar eenvoudig ge zegd, dat de Koning aan de Ministers heeft opgedra gen de Kamers te openen, maar dat Hij 't heeft gedaan, omdat Hij verhinderd is in 't midden der vertegen woordigers te verschijnen. Waar uitdrukkelijk van 's Kouiogs verhindering wordt gewaagdzal men moeten aannemen, dat 's Konings gezondheidstoestand de oorzaak is van zijn afwezigheid, daar natuurlijk geen hoogere plichten den Koning kunnen beletten de aangename taak te vervullen de Vergadering van de vertegenwoordigers des volks te openen. Maar is dit 20), waarom dan met geen enkel woord van 's Konings toestand gewaagd, waarom de natie voortdurend in 't onzekere gelaten, waarom haar niet gezegd, of er eenige grond is voor onrustbarende geruchten, die telkens weder ingang vinden 't Is alsof de Regeering zich van den band, die Koning en natie behoort te verbinden, niet is bewust, alsof zij Koning en natie onverschillig tegenover elkander wil stellen. »De Ko ning is verhinderd to komen:" daarmee vangt de rede Uit het Duitsch. Boven de winkeldeur stond in vergulde letters op een blauw geschilderd uithangbord«Ferdinanda Obarth. Handel in tapisseriewerk". Maar behalve tapisserie- benoodigdheden waren er nog tal van andere zaken in den winkel te koop. Voor de ramen waren in schil derachtige verwarring tentoon gesteld kopjes metver gulde randen, porseleinen vaasjes, portemonnaies en parfumerieën, voorwerpen van terra-cotta en snuiste rijen, poppen, die konden praten en hansworsten, elas- tieke ballen en groote glazen bekers met balletjes van allerlei kleur. Vóór den winkel stond dan ook altijd eene talrijke schaar kleine bewonderaars met den vinger in den mond en menig neusje werd tegen de glasruiten plat gedrukt. De winkel zelf was uiterst netjes en zindelijk en er lagen groote massa's wol in opgehoopt. Uit den winkel kwam men door eene deur in het heiligdom van juf frouw Obarth, namelijk de huiskamer. Datwas een vriendelijk vertrek met een rood tapijt en met rood rips overtrokken stoelen. Voor het raam stonden bloemen in met wit papier overdekte potten en op de schrijftafel, de console onder den spiegel en de «coins" waren allerlei kleine voorwerpen opgeschikt. Aan den zolder hing een gaskroon, met rood gaas overdekt en op de piano stond eene Hebe, eveneens met rood gaas omhangeD, want de vliegen waren juffrouw Obarth's grootste kruis. Boven de deur in den winkel bevond aan, en verder is 't alsof er geen Koning bestaat, wiens toestand de natie bezorgdheid inboezemt en wiens afwezigheid aan 't hoofd harer vertegenwoor diging op dezen dag zij ernstig betreurt." Van de partij, die de leuze «voor Nederland en OraDje" tot de hare heeft gemaakt, had men inderdaad wel mogen verwachten, dat zij de opening der Ka mers zou aangrijpen om de natie intelichten omtrent den gezondheidstoestand van het hoofd van den Staat. Woensdag hield de Dijkraad voor de waterkee- ring van het calamiteuse waterschap Elle- w o u d s d ij k - B o r s e 1 e zijne vierde vergadering in dit dienstjaar 1888;89. Aan de orde werd gesteld de behandeling der rekening van de ontvangsten en uitga ven over 1887/88, sluitende in ontvang met 66848,22, in uitgaaf met 60129,15% eu derhalve met een goedslot van 6719,06%. De vergadering besloot de rekening goed te keuren zooals zij was voorgedragen. Daarna werd machtiging verleend om uit de loopende begrooting te voldoen het bedrag van onafgehaalde renteD, verschenen vóór 1 Mei II., wanneer daarop de vereiscbte goedkeuring zal zijn verkregen. Wolfertsdijk. Zaterdag jl. was bij de besturen van zes verschillende polders en van het waterschap te Wolfertsdijk een schrijven ingekomen van den heer mr. E. P. Lenshoek, ontvanger-griffier van al die polders, om eervol ontslag uit die betrekking tegeD 15 Oct. a. s. wegens drukke werkzaamheden als advocaat en procureur aan de arrondissements rechtbank te Middelburg. In verband hiermede werd gistervoormiddag door al die besturen vergadering belegd. In een schrijven, dat Woensdag bij al die besturen was ingekomen, gaf mr. Lenshoek te kennen, dat hij die betrekking niet meer kon waarnemen en ook deze vergadering niet meer kon bijwonen, wijl hij wegens aanstaand vertrek voor langen tijd naar het buitenland Woensdagavond reeds tot het regelen zijner zaken op reis ging, en hij verzocht tevens, dat volgens art. 86 van het polderreglement zijn broeder dhr. W. F. K. Lenshoek tijdelijk als ontv.-grifller zou worden benoemd. Dit verzoek vond echter bij de besturen geen in stemming en met nagenoeg algemeene stemmpn be noemden de polderbesturen, behalve dat van Nieuw- Sabbinge, dhr. C. Koert alhier tot waarnemend ontvanger-griffier. De sergeant, tijdelijk schrijver aan het Departe ment van Oorlog, Christiaan, is, met ingang van 1 October a. s., benoem 1 tot ln klerk bij genoemd Departement. Voor de behandeling van brieven met aangegeven waarde boven 600 zijn o. a. aangewezen de hulp kantoren te 's-Gravenpolder en te 's-Heer Arendskerke. Tot wethouder der gemeente Zierikzee is in de plaats van wijlen den heer H. G. Mulock Houwer, de heer jhr. Tb. Six gekozen. Op de kunstnijverheidstentoonstelling te 's-Gra- venhage is o. a. met een bronzen medaille bekroond de heer Corn. Gilde te Middelburg. zich een schelletje, dat belde als er klanten kwamen en bijna tegelijkertijd kwam juffrouw Obarth dan uit haar kamer altijd lachende en in het beste humeur. Zij had voor iedereen een vriendelijk woord. Het kleine meisje, dat balletjes kwam koopen van een cent het stuk, kreeg de groeten mede voor mama; de jinge dames, die stramien of haakgaren kwamen uitzoeken, ontvin gen allerlei stadsnieuwtjes op den koop toe en met de boerinnen, die in de stad kwameD, sprak ze over den oogst en de prijzen der boter. Op zekeren warmen zomerdag was bet op straat bijzonder stil en de winkelschel had zich in geen half uur doen hooren, zoodat de stilte alleen verbroken werd door het gonzen van een groote vlieg en het schreeuwen van een kind in de buurt. Fernanda zat alleen in haar kamer. Zij was diep in de dertig, maar ze zag er nog zeer goed uit en ze was gewoon zich overeenkomstig haar leeftijd te kleeden en niet te ver vallen in het gebrek van oude jonge meisjes om zich te toiletteeren alsof ze de nichtjes zijn in plaats van de tantes. Zij had een rijzige figuur met aanleg om gezet te wordenhet haar, dat een verstandig, vrien delijk gelaat omlijstte, was hier en daar reeds met een grijzen draad doorregen. Fernanda was aan een tapisseriewerk bezig, dat een miniatuur-landschap moest voorstellen: een wit hutje met een dak van gouden kraaltjes, boo men van groene chenille en een meer van blauwe zijde maar hare gedachten verwijlden niet in het hutje. Hare oogen dwaalden ver weg over het chenille-woud en het zijden meer naar een pak brieven, dat op de tafel lag. Deze waren alle bedrukt met den naam van den afzender: Hendrik Freydorn, en zij waren aan haar geadresseerd. Zij had dus eerstdaags een bezoek van hem te wachten. Zij zou hem weldra wederzien, den parel van Door den heer J. L. De R o c h e m o n t is bij den officier van justitie te 's-Gravenhage een klacht ingediend tegen den heer J. J. W. E. Verstege, wegens hoon en laster, en wegens pogingen om hem over te leveren aan de verachting van zijne mede-leden der beri-beri-commissie, van den minister van koloniën, van alle ridders der «Militaire Willemsorde", van alle officieren van het leger, van al zijne medeburgers. De heer De Rochemont deed dit in een schrijven, waarin hij herinnert dat de heer Verstege zijn brochure heimelijk buiten den heer De Rochemont om, heeft doen uitdeelen aan de leden der beri-beri-cummissie en aan den minister van koloniënen dat eerst op uit- noodiging van den president dier commissie de heer Verstege den heer De Rochemont een exemplaar van zijn brochure, in losse vellen, zonder titelblad, zonder naam van schrijver of uitgever, heeft gezondeD. De heer De Rochemont herinnert, dat hij den heer Verstege in zijn leven hoogstens twee- of driemalen gesproken heeft, en dan nog maar m weinige oogen- blikken. Naar vernomen wordt is er sprake om, naar aanleiding der bepalingen op het tweegevecht, voor komende in het nieuwe wetboek van strafrecht, rechts vervolging in te stellen tegen verschillende personen, betrokken in de bekende zaak van de heeren Ver stege en De Rochemont. Behalve andere fei ten, die volgens genoemd wetboek strafbaar zijn, stelt art. 153 straffen vast tegen dengene, die iemand in het openbaar of in tegenwoordigheid van derden ver- wijtingen doet of hem aan bespotting prijs geeft, omdat hij niet tot tweegevecht heeft uitgedaagd, of omdat hij eene uitdaging heeft afgewezen. De katholieke leden der Tweede Kamer, die zich reeds vóór het jongste reces tot zelfstandige fractie geconstitueerd hadden, hielden Dinsdag hunne eerste vergadering in het nieuwe zittingjaar. Op deze bijeen komst werd o. a., overeenkomstig het dien dag defi nitief vastgestelde reglement, een commissie benoemd, welke zich, zoo dikwijls dit gedurende den loop van het zittingjaar wenschelijk zal blijken, in betrekking zal stellen met de club der antirevolutionaire Kamer leden en met de katholieke leden der Eerste Kamer en, namens de vergadering, met dezen alle onderhan delingen zal voeren. Tot leden dier commissie werden benoemd de heeren Reuther, Schaepman en Van der Schrieck; tot plaatsvervangers de heeren Van Baar, Brouwers en Vos de Wael. (De lijd.) De Haagsche correspondent der Zutpli. Ct. meldt onder voorbehoud, dat de Koning voor de vier voogden door Hem te benoemen, het oog zou hebben laten vallen op mr. J. Heemskerk, oud-minister, graaf R. J. Schimmelpenninck, grootmeester van het Huis des Konings, baron Mollerus van Westkeike en jhr. Bosch van Drakesteiö, resp. 's Konings commissarissen in Gelderland en Noord-Brabant. -HH. MM. de Koning en de Koningin hebben een gratificatie doen toekomen aan den in behoeftige om standigheden verkeerenden Jacob Pronk, rustend zee man in de Boegstraat te Scheveningen, den zoon van Pronk, die Koning Willem I in 1813, toen deze Vorst te Scheveningen landde, aan wal heeft gedragen. haar hjrt, den koning van alle reizig>rs in dames- handwerken Want hij was reiziger in dameshandwerken Zij herinnerde het zich nog zoo goed, dat ze hem voor de eerste maal ontmoette. Het was op een warmen zomerdag, juist als van daag en de vliegen hadden het haar ook zoo lastig gemaakt ook juist als van daag en zij had zoo lang alleen gezeten, iets wat zeer vervelend is voor een jong meisje van eea eind in de dertig. Daar kloDk de winkelschel. Het scheen Ferdinanda al dadelijk toe of de schel dien dag een heel andaren klank had dan gewoonlijk en ze liep vlug naar den winkel. Daar stond bij voor haar. Hij was maar klein, maar verrukkelijk, werkelijk verrukkelijk! Zijn blond haar was netjes in bet midden gescheiden en de kleine kokette knevel was met eene welriekende pommade opgekruld. Hij droeg een licht grijs zomerpak eo licht grijze handschoenen aan de nuffig kleine handjes en daarbij had hij een paar lichtgrijze oogen met een eigen aardige melancolieke uitdrukking. Hij verzocht haar met hem naar het tegenoverliggende hótel te gaan het hbfcel van mevrouw Christiansen en zijne hand werkjes eens te bekijken en Ferdinanda zeide ja. Zij had eigenlijk in het geheel geen handwerkjes noodig, maar het was haar onmogelijk 2ijn verzoek aftewijzen. Al had hij haar gevraagd mede naar Siberië te gaan om pelswaren te koopen of naar Egypte om eenige mummiën vast te krijgen, dan zou zij even goed ja gezegd hebben. Zij verzocht hem even binnen te komen en een ogen blik in den leuningstoel plaats te nemen. Zij schoof het voetbankje, dat er voor stond, weg, liep toen vlug naar den overkant om de dochter van de logement- I houdster te roepen, om op den winkel te passen, ter- Naar men ons van een vertrouwbare zijde mede deelt, is de benoeming van A. baron Schimmel penninck Van der Oye van Nijenbeek, lid der Tweede Kamer van de Staten-Ceneraal en ad ministrateur van het Kroondomein, tot Commis saris des Konings in Drente zeer waar schijnlijk geworden. (D.) Over het algemeen heeft het verhoogd ta rief geen inkrimping der telegrammen ten ge volge gehad. De opbrengst van het binnenlandsch verkeer was in 4885 580.240.07%; in 1886 619.G86.36%; in 1887 636.469.79. In 1887 bedroeg het aantal binnenlandsche tele^ grammen 1.996.628, buitenlandsche 1.706.396, totaal 3.703.024 met een totale opbrengst van 1.176.146.32 en een totale uitgaaf van 4.547.667.47, waaronder 293.192.61% als aandeel der telegrafie in de kosten van den vercenigden post- en telegraafdienst. Op last van de Duitsche Regeering is aan den heer Schulz, geheim opperregeeringsraad van het bouw departement bij het Ministerie van Openbare Werken te Berlijn, eu den heer Tolle, adviseerend bouwraad, opgedragen, de verschillende belangrijke waterstaats werken hier te lande te bestudeeren. Den adspirant- ingenieur van den waterstaat den heer A. B. AJarinkelle is opgedragen, hen tot geleide te strekken. NB. Ct.) De heer Zandstra te Heerenveen heeft een nieuw toestel uitgevonden om een in volle vaart zijnden trein voor gevaar op den weg te waarschuwen en tevens spoedig tüt staan te brengen. Het is thans in onderzoek bij den Raad van toezicht op de spoorwegen, en er zijn reeds verscheidene proeven mede gedaan, naar men zegt met gunstigen uitslag. Staten-Generaal. TWEEDE KAMER. Z. M. de Koning heeft voor dit zittingsjaar jhr. mr. Beelaerts Van Blokland benoemd tot voorzitter der 2e Kamer. Na eene korte toespraak van den waarnemenden voorzitter, dhr. V. d. Schrieck, aanvaardde dhr. Bee laerts het voorzitterschap met eene rede, waarin hij er o. a. op wees, dat het dezer dagen juist 200 jaar geleden was, dat prins Willem III voor het eerst aan de Staten der geuniëerde provinciën het denkbeeld ken baar maakte om eene vloot naar Eageland uitterusteo, eene zaak, die door krachtige samenwerking weldra tot stand kwam en die veel tot heil van ons vader land heeft gewerkt. Tot zulk eene krachtige samen werking wekte hij ook zijne medeleden op. Heden zal de Staatsbsgvooting worden aangeboden en Dinsdag komt het voorstel Lohman-Schaepman tot herziening van het reglement van orde in behandeling. De Minister van Fioanciën heeft hedm de Staatsbegrooting voor 1889 aangeboden. De uitgaven bedragen ruim 133% mill., de middelen ƒ120,600000, het tekort 12,954000. Lettende op de voort durende stijging der belastingen en de besparingen op de uitgaven en overwegeode dat 5 millioen voor zilverontmunting onnoodig zal zijn, schat de Mi- wijl zij uit was. Daarna zette zij haar nieuw Parijsch hoedje op waarom, zou za zelf niet hebben kunnen zeggen en deed haar nieuwen mantel met echte kant aan. Zoo gingen ze samen naar het hotel, waar ze handwerkjes kocht, veel handwerkjes en vervolgens gingen ze onder de veranda zitten en dronken daar een glaasje portwijn bij mevrouw Christiansen en hare drie lieve dochters. Maar hij keek niet naar de lieve dochters van me vrouw Christiansen. Zijn lichtgrijze oogen rustten voort durend met een droomerige uitdrukkiug op Ferdinanda, zoodat deze in hare verlegenheid portwijn op haar mantel morste. Later geleide hij haar terug naar hare woning en zat nog geruimen tijd in den winkel met haar te praten. Toen hij weg was zette zij zich in den leuningstoel van rood rips, sloot de oogen en beproefde van hem te droomen. Zoo gelukkig als thans was zij nog nooit geweest. Zij herinnerde zich nu nog goed alles, wat er ge beurd was iu die drie dagen, dat Frey lom er geweest was, wat hij gezegd had en hoe hij gekleed was ge weest, want hij had iederen dag een ander pak aan gehad, maar dat lichtgrijze stond hem toch het best. Het stond haar alles nog zoo helder voor den geest alsof het eerst gisteren was gebeurd en toch was er al een jaar over heengegaan. Ferdinande zuchtte diep en werkte voort aan haar miniatuur-landschap met de kralen hut, de chenille-boomen en het zijden meer. Af en toe schudde zij eens met het hoofd en verjoeg zij de vliegen m3t hare hand. Die beestjes waren van daag dan ook erg lastig. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1888 | | pagina 1