GOËSGHË
COIRWT.
1888. N°. 103.
Donderdag 30 Augustus.
75sle jaargang.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Adverientiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAK te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
GOBS, 29 Augustus 1888.
Iemand, die langen tijd in de binnenlanden van
Java doorgebracht heeft, schrijft ons
»De Haagsche briefschrijver der Zaanlandsche Ct.
schrijft; »het is bekend, dat de heer Keuchenius aan
den Javaan een goed hart toedraagt en bereid is tot
zeer vrijzinnige hervormingen: maar op éen punt is
hij een gevaarlijk manhij zou gaarne den Islam uit
Indië verbannen en heel 't bruine ras tot de Christe
lijke kerk brengen. In al te gr ooien ijver op dit ge
bied schuilt mijns inziens het ernstige gevaar van
het koloniaal bestuur des heeren Keuchenius
Ik kan niet nalaten met deze meening volle in
stemming te betuigen. Te groote ijver op dit gebied
kan de vonk in het kruit zijn en de jongste gebeurte
nissen in Indië in verband met de bekende zendings
missive van den minister Keuchenius van 8 Mei jl.
geven reeds te denken.
Vermoedelijk kan de heer Keuchenius zelf niet be
vroeden welk gevaar uit verkeerden ijver in dezen ont
staan kan. Als advocaat, als redacteur van een dagblad,
als lid van den Raad van Ned Indië heeft hij slechts
den Javaan in de hoofdplaatsen, het slechtste gedeelte,
leeren kennen, maar niet het familieleven, de zeden
en gewoonten van de millioenen in de binnenlanden,
met huDne gehechtheid aan hunne aloude instellingen,
met hunnen oubegrensden eerbied voor de hadjis, de
Mekkagangers, de bezoekers van het graf des profeets.
Hadde de heer Keuchenius in de dessa geleefd en
verkeerd, hij zou begrijpen dat voorzichtigheid in dezen
hoogst noodzakelijk is.
Wij, Westerscbe volken, mogen nog zoo overtuigd
zijn van de voortreffelijkheid van het Christendom en
van de wenschelijkheid dit allen volken te brengen,
het is en blijft eene hoogst onvoorzichtige daad, wan
neer een minister van Nederland op verdrijving van
den godsdienstvorm van een door Nederland over-
heerscht volk gaat aandringen.
Men zie niet voorbij, dat de Mohamedaan even zoo
en wellicht nog sterker doordrongen is van de voor
treffelijkheid van zijnen godsdienst als wij van den onzen.
Die godsdienst is bovendien bij den Javaan zóo
nauw vereenigd met zijne gewoonten en gebruiken
(hadat) ja, zoo in zijn maatschappelijken toestand als
't ware ingeweven, dat verandering van godsdienst
voor hem gelijk staat met verandering niet alleen van
zijn ziels- en gemoedstoestand, maar tevens met ver
andering van zijn gehed maatschappelijk zijn.
Men keere de zaak eens om en ondevstell* eens,
dat wij onder de overheersching waren van een M >ha-
medaansch volk en dat de regeering van dat volk in
een in haar oog heiligen| ijver ons, Christenen, tot
Mohamedanen wilde maken! Zou die heilige ijver bij
ons niet eene heilige verontwaardiging in het leven
roepen en ons tot het uiterste verzet voeren Zouden
wij niet trachten die Mohamedanen uit onze landpalen
te weren
Daarom het is goed, het is prijzers waardig, dat
wij, Christenen, onze bruine broeders" tot het Chris
tendom trachten te brengen. Maar het geschiede op
de tot dusver gevolgde wijze langs den zachten weg
van onderwijs, overreding en voorbeeld. Er zijn zende
lingen, die door hunne scholen, door hun onderwijs
veel nut stichten; er zijn er, die op deze wijze ver
scheidene Javaantjes tot eene ontwikkeling brengen,
waardoor de overgang tot het Christendom, zeker het
aannemen van Christelijke beginselen, zeer bevorderd
wordt.
Welnu, men blijve op dien weg; hij moge wat lang
zijD, hij zal zekerder tot het doel leiden. Men late de
zaak over aan de genootschappen, welke zich daartoe
geroepen gevoelen.
Da zendelingen behooren, evenals ieder Europeaan,
voldoende bescherming te genieten. Maar verder ga
de Regeering niet. Zij onthoude zich van elke officiëele
inmenging in da bestrijding van den Islam, of de nood
lottige gevolgen zullen niet uitblijven!"
De jongste berichten van Het Loo omtrent
'sKonings gezondheidstoestand luiden,
dat de beterschap blijft toenemen.
Kapelle. Door het vertrek van dhr. J. De Jager,
te Eversdijk, is alhier een vacature ontstaan als lid
van het Burgerlijk Armbestuur.
's-Gravenpolder. Tot lid van den gemeenteraad alhier
is bij herstemmming gekozen dhr. Willem Geel
hoed.
Duor den inspecteur der directe belastingen is
benoemd tot geagreëerd klerk ten kantore van den
ontvanger te Heinkenszand dhr. J. P 1 e y t egepen
sioneerd rijksambtenaar.
Bij kon. besluit is benoemd: tot ontv. der dir.
bel. en acc. te Wamel c. a. C. J. R. Bent fort,
thans te Domburg c. a.
Bij koninklijk besluit is M. Kramer eervol
ontslagen als sluismeester bij het kanaal door VTalc he
ren, te Veere, behoudens aanspraak; op pensioen, en is
M. D. B r a s p o tthans sluismeester te Nieuwediep,
benoemd tot sluismeester bij het kanaal door Walcheren
te Veere.
De heer J. A. Dorrenboom, directeur van
het post- en telegraafkantoor te Sluis, heeft onder vele
bewijzen van belangstelling den dag herdacht, waarop
hij 25 jaren bij de telegrafie werkzaam was.
Ged. Staten van Noord-Brabant hebben aan den
Minister van Binnenlandsche Zaken verzocht, dat bij
mogelijke opheffing van een der drie in Nederland
(Amsterdam, Utrecht en Rozendaal) bestaande stations
voor veeopzichters, als ontsmetters van veewagens, het
tation Rozendaal als standplaats voor
een veeopzichter behouden blijve.
De gronden, waarop het verzoek van genoemd college
steunt, zijn, dat de longziekte onder het rundvee in
België nog niet geheel geweken schijnt en het vervoer
van veewagens uit dat Rijk langs h^t station Rozendaal
z-w aanzienlijk mag beeten, vermits aan dat station
maandelijks van 400 tot 900 veewagens ontsmet worden.
De achtste jaarvergadering van het Nederl. Werk-
liedHnverbond «Patrimonia m" werd gisteren te
Amsterdam gehouden onder leiding van den Voorzitter
des bestuurs, den heer K. Kater.
De heer B. Poesiat, verbonds-secretaris, bracht ver
slag uit over den toestand van het verbond, waarin
nog eens kort de geschiedenis van de oprichting mede
gedeeld en de negen oprichters werden herdacht Er
bleek voorts uit dat het getal afdeelingen van 57 tot
62 met 424 leden was gestegen, doch dat daarentegen
446 uit den Bond waven getreden, zoodat het leden
tal met 22 was verminderd.
Omtrent het Pensioen-OoderstandsverboDd van Pa
trimonium werd betreurd, dat de deelneming niet
grooter was geweest in het afgeloopen jaar en de
wenscb geuit dat alle afd< eüngen er toch ernst mede
maakten.
Een warm woord van hulde werd in het verslag
gebracht aan de nagedachtenis van wijlen prof. A.
Brummelkamp, eerelid van Patrimonium. Op een daar
toe gedaao verzoek werd steun verleend aan leden van
Patrimonium, die moesten deelen in de werkstaking te
Almelo. Die hulp was zoo overvloedig geweest, dat,
toen de werkstaking geëindigd was, en ieder zijn schade
vergoed had gekregen, er nog een montant overbleef
voor de diaconie der ilerv. en Chr. Ger. gemeente aldaar.
Uit het verslag van den penningmeester bleek, dat
het batig saldo ƒ420 bedraagt.
Na betaling der loopende rekeningen zal een klein
deficit bestaan.
In de vacaturen van het bestuur door aftreden der
heeren K. Kater te Amsterdam en P. Van Vhet te
Leeuwarden ontstaan, werd voorzien door de herbe
noeming van beide heeren.
Na de afdoeiing dezer huishoudelijke aangelegen
heden werden allereerst besproken eenige voorstellen
van h"t bestuur, betreffende de uitgave van het orgaan,
en daarna tal van voorstellen van 26 afdeelingen.
(R-
Vervolg van het Verslag der Visscherljen in 1887.
De zoogenaamde intensieve cultuur van oesters, dat
is eene cultuur, waarbij men veel meer oesters op de
perceelen uitzaaide dan voorheen, kan vrijwel als mis
lukt beschouwd worden. Tengevolge van de zeer hooge
pachtprijzen der zaaigroDden wilde men beproeven door
die intensieve cultuur de productie van oesters in het
algemeen te vermeerderenmen hoopte daardoor de
zeer vermeerderde kosten der kweekerij het hoofd te
kunnen bieden. Dit nu is niet gelukt; in de laatste
jaren groeiden de oesters veel minder goed en het nu
afgeloopen jaar zelfs zeer slecht, zoodat het product,
vooral in den aanvang der campagne, allerellendigst
was. Men heeft getracht en tracht nog voortdurend
de oorzaken van den minderen groei te leeren kennen
met bepaalde zekerheid zijn die niet aantegeven, maar
toch ia het niet gewaagd onder de oorzaken welke tot
dien slechten groei sterk medewerkten te rekenen het
gebrek aan regens gedurende den afgeloopen zomer,
waardoor het zoutgehalte van het water hooger wordt.
Voegt hierbij dat de perceelen veel voller bezaaid wor
den en dat het gebruik van verzaaien van twijfelaars
in het voorjaar veel meer in practijk gebracht wordt,
dan zullen al deze factoren, te zamen werkend, even
zoovele nadeelige momenten zijn voor den oestergroei
en de vischontwikkeling. Ook is het bezaaien van vele
perceelen met groote hoeveelheden schelpen nadeelig
▼oor den groei, daardoor toch komen de uitgezaaide
oesters niet meer op den natuurlijken bodem maar op
e«n schelplaag te liggen. Misschien is ook het sterker
melken in de laatste jaren niet vreemd aan het mager
blijven der oesters.
Dat de prijzen der oesters als het ware gelijken
tred hielden met de minder goede qualiteit, spreekt
van zelf, dit was althans een der oorzaken van de steeds
dalende markt. De Fransche oesters, althans enkele
soorten, heeft men door zorgvuldige cultuur in de
laatste jaren veel verbeterd. Al naarmate deze ver
beterden verloren de Zeeuwsche in qualiteit en werden
daardoor minder sterk gezocht en moesten dus tegen
lagere prijzen worden afgegeven.
Een ander groot nadeel voor den goeden naam der
Zeeuwsche oesters op de buitenlandsche markten waren
de steeds toenemende verzendingen van 2e en 3e sooit
oesters. Voor ettelijke jaren was het eene zeldzaam
heid dat men deze onvolwassene soorten in den handel
bracht; sedert 1882 is dit echter elk jaar toenemende
en in het nu afgeloopen seizoen beieikte het cijfer
der in consumptie gebrachte 2e en 3e soort oesters
vele millioenen deze inferieure qualiteiten worden ook
als Zeeuwsche oesters verkocht en wat voor visch
hebben deze Bijna geen visch, de schelpen zijn ge
vuld met velletjes in stede van visch. Toch schijnen
vele oestei kweekers uit geldbehoefte gedwongen te
zijn deze kleinere scorten te verkoopen en ze worden
vei kocht tegen spotprijzen. Dit jaar werden zoodanige
oesters afgtleverd voor ƒ18 per 1000 en wellicht nog
voor mindere prijzen. Dit werkt ook hoogst nadeelig
op de prijzen der grootere oesters, want er bestaat
eene zekere verhouding in de markt tusschen le, 2e
en 3e soortenwerpt men nu de laatsten tot zeer
geringe prijzen weg, dan lijden daaronder zeer sterk
de prijzen der beste of le soort oesters.
Het is zeer te betreuren, dat over het algemeen het
nadeelige van deze handelingen niet beter door de
oesterkweekers wordt begrepen. En voor het bedrijf
zelve is deze handelwijze bijna doodend, als men toch
in de maanden Maart en April twijfelaars verkoopt
voor 18 en 20, welke 6 maanden later volwassen
zouden zijn en meer dan het dubbele in prijs zouden
behalen, dan maakt men geld tegen 150 pet. 'sjaars
en hooger; welke industrie ter wereld nu kan zulke
lasten dragen Immers g-^en enkele. Het was eene
groote fout, dat sedert 1882 vele oesterondernemingen
zijn opgericht met geheel onvoldoende kapitalen en
thans moet op zulke hoogst nadeelige wijze in de geld
behoefte worden voorzienhet behoeft nauwelijks te
wot den gezegd, dat zulke zaken op den duur geen
levensvatbaarheid hebben vele kleine maatschappijen
zijn dan ook reeds in liquidatie en het is te voorzien
dat nog andere moeten volgen.
Oesterkweekerijen vorderen vrij groote kapitalen en
dit te meer nu de laatste jaren, wat den handel be
treft, niet gunstig warenbovendien vorderen levens
vatbare en winstgevende ondernemingen voldoende
oppervlakte aan kweek- en zaaigronden, benevens eene
flinke exploitatie en dit alles vordert veel kapitaal.
Wij gelooven nu wel, dat de slechtste jaren wellicht
achter den rug zijnvele verschijnselen toch wijzen
op eene betere toekomst en om deze te verhaasten is
het te wenschen dat de oesterkweekers hunnerzijds
lo. zich vooral toeleggen op het kweeken van een
beter product, ten einde den goeden naam der Zeeuw
sche oesters te herwinnendit is doenbaar door de
oesters vooral vollen wasdom te laten verkrijgen.
2o. Zoo spoedig mogelijk te breken met hot stelsel
van verkoopen van 2e en 3e soorten van oestersdit
laatste moet ten slotte ruïneus wordeu.
3o. Wat meer onderlinge samenwerking der oester
kweekers op het gebied van de verkoopen zoude bo
vendien veel kwaad kunnen voorkomen en dit kan zeer
goed nu er eigenlijk, wat de goede eerste soorten
oesters betreft, van te groote of overproductie nog
geen sprake is.
Bovendien kan men bij het uitzaaien van jonge
oesters niet omzichtig genoeg zijn wat de reinheid en
zindelijkheid des bodems betreft; het is toch bekend
d*t dikwerf jeugdige oesters uitgezaaid worden op
gronden waar z ch nog aanmerkelijke hoeveelheden los
zand en slijk op bevindendeze nalatigheid wordt
gestraft door onvermijdelijke groote sterfte.
Wat nu de prijzen der oesters betreft, zoo opende
de markt in September met prijzen van 54, welke
echter zeer spoedig duor al te dringende aanbiedingen
daalden tot 45 om aan het einde van het seizoen
niet hooger te zvjn dan 38 a 40.
Wat de kleinere soorten betreft, zoo werd aanvan
kelijk voor 2e soort oesters 32 a ƒ34, ja soms nog
iets hooger besteedspoedig vielen ook deze prijzen
tot op 22 en 24. De nog kleinere 3e soorten
hebben als het ware geen marktprijs gehad, zij werden
tot eiken prijs afgezet, ja zelfs tot 18 en lager. Al
deze genoemde prijzen gerekend per duizend stuks.
Moge het gezond verstand en wat meer kalm over
leg spoedig onder de oesterkweekers weder de overhand
krijgen, opdat men voorkome dat nog grootere verliezen
en achteruitgang het deel worde van eene industrie,
welke op goede grouden waarlijk nog eene zeer goede
toekomst kan hebben.
Het vetmesten van Fransche oesters op de Zuid-
Hollandsche banken en op die van Bruinisse schijnt
in het afgeloopen jaar ook niet die ruime winsten te
hebben afgeworpen welke men zich daarvan had voor
gesteld het is niet gemakkelijk om betreffende dezen
tak der oesterindustrie juiste opgaven te verkrijgen,
men is daarmede ze6r geheimzinnig en daar slechts
enkele personen zich hiermede bezig houden, zoo is
het ook beter mogelijk de resultaten van dit bedrijf
aan de openbaarheid te onttrekken.
Zeker is het echter, dat in het voorjaar van 1888
veel minder Fransche oesters tot dit doel zijn aan
gevoerd dan de beide vorige jaren en geleden verliezen
in het laatst afgeloopen seizoen schijnen hieraan niet
vreemd.
Portugeesche oesters komen nu en dan nog wel
eens voor, maar men kan dit meer als sporadisch
beschouwen.
De boorspons is dit jaar bij de Zeeuwsche oesters
nog al veel waargenomen, doch ook dit kwaad is af
nemende.
Aan het eind van het verslag volgen een aantal
statistische tabellen, voornamelijk vermeldende het ver
voer van oesters aan verschillende stations. Te Bergen-
op-Zoom werden in 1887 vervoerd: naar België 234,120
K.G.. naar Duitschland 225.840 K.G., naar Engeland
via Vlissingen 355 580 K.G., naar Nederland en Enge
land via Rotterdam 84.070 K.G. Te Krabbendijke
naar België 15.896 K.G., naar Duitschland 9.772 K.G.,
naar Engeland via Vlissingen 44 536 K.G., naar Neder
land en Engeland via Rotterdam 18.693 K.G. Te
Kruiningen naar België 364.857 K G., naar Duitsch
land 282.366 K.G., naar Engeland via Vlissingen
514.835 K.G., naar Nederland en Engeland via Rot
terdam 106.340 K.G. Te Vlake: naar België 36.227
K.G., naar Duitschland 97.962 K.G., naar Engeland
via Vlissingen 59.743 K.G., naar Nederland en Enge
land via Ritterdam 36.402 K.G., totale uitvoerv aan
de verschillende stations te zamen 2.504.295 K.G. of
440.917 K.G. meer dan in 1886.
Iagevoerd werden te Vlissingen 276.739 K.G., te
Rotterdam 119.105, te Terneuzen 8.930, te llans-
weerd 60 K.G., totaal 404.834 K.G. Te Vlake werd
in verkeer met Nederland ingevoerd 308 K.G. oesters.
B jvandien bevat het verslag een opgaaf van het ge
wicht der oesters verzonden door de stations Bargen-
op-Zoom, Kruiningen, Vlake en Moerdijk in ieder cul
tuur jaar gedurende de laatste 9 jaren:
1878/79. Bergen-op-Zoom totaal 224,529 KG.
Kruiningen 500,260
totaal 724,789
1879/80. Bergen-op-Zoom totaal 279,979
Kruiningen 638,300
totaal 918,279
1880/81. Bergen-op-Zoom totaal 726,437
Kruiningen 995,799
totaal 1722,236
1881 82. Bergen-op-Zoom totaal 220,670
Kruiningen 498,408
totaal 719,073
1882*83. Bergen-op-Zoom totaal 366,787
Kruiningen 1199,201
totaal 1565,988
1883 84. Bergen-op-Zoom totaal 616181
Krabbendijke 35,143
Kruiningen 1103,313
Vlake 187,227'
totaal 1941,864s
1884/85. Bergen-op-Zoom totaal 819,240
Krabbendijke d 62,952s
Kruiningen 1363,198
Vlake 226,903
Moerdijk 108
totaal 2472,401'
1885/86. Bergen-op-Zoom totaal 804,455
Krabbendijke 64,968
Kruiningen 1159,513
Vlake 197,049
totaal 2225,985
1886/87. Bergen-op-Zoom totaal 944,179
Krabbendijke t> 86,603
Kruiningen 1077,648
Vlake 236,018
Moerdijk 109,790
totaal 2454,238
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Door het kiescollege der Ned. Herv. gemeente
alhier is gisteravond het volgende drietal van predi
kanten opgemaakt, alphabstisch gesteld: ds. S. L. Van
Stein Callenfels, pred. te Heerde, ds. E. Jansen, pred.
te Heemse en ds. P. N. Pikaar, pred. te Rhenen,
Badankt voor Zaamslag door dr. W. Van der
Beke Callenfels, te Biezelinge.
Da naar Biervliet beroepen predikant de heer
J. J. Van Walsem te Noordwijk a/j., classis Leiden,
heeft bedankt. (M. Cf.)