1888. N°. 101. Zaterdag 25 Augustus. 75stc jaargang. PATENTRECHT Wanneer moet ik mijn kind van de school doen GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. C01JRAN De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Aan den Ontvanger der directe belastingen is op heden uitgereikt het kohier no. 2 van de Personeele belasting; «ver I888/S9, soodat ieder aangeslagene, na bekomen kennisgeving verplicht is zijn verschuldigde biunen den bepaalden tijd te voldoen Qoee, den 24 Augustus 1888. De Burgemeester van Goes, J. G. d. W. HAMER. Aan den Ontvanger der directe belastingen is op heden uitgereikt het eerste kwartaals-kohier van het dezer gemeente, voor het dienstjaar 1888/1889, zoodat ieder aangeslagene, na bekomen kennisgeving, verplicht is, zijn verschuldigde binnen den bepaalden tijd te voldoen. Goes, den 24 Augustus 1888. De Burgemeester van Goes, J. G. d. W. HAMER. (Ingezonden.) Zeker «ene nuchtere vraag, waarop een doodeenvoudig antwoord zou kunnen volgen. Immers op de lageie scholen in Goes is de leerstof verdeeld over zes jaren, of liever over vijf, want het zesde jaar dient hoofd zakelijk tot herhaling en uitbreiding van het geleerde. Daaruit volgt dan, dat bet zesde of laatste jaar niet het minst belangrijke is. Niet alles toch wat in de vijf voorafgaande jaren is geleerd, is het eigendom der leerlingen geblevenveel wat in de eerste schooljaren slechts kon worden aangestipt, komt in het laatste leerjaar meer tot zijn recht. In 't kort, het is volstrekt noodzakelijk, dat de leerlingen het gansche zesde leer jaar trouw ter school gaan, willen zij voor hun volgend leven van het onderwijs de meest gewenschte vruchten plukken. Dit zesde leerjaar is traditioneel bekend onder den naam van «de hoogste klasse." Die hoogste klasse te bereiken (let wel: niet ten einde toe te volgen) is voor de meesten synoniem met wat men vroeger noemde volleerd" zijn. Zoover is men gelukkig toch gekomen, dat van volleerd" zijn geen sprake meer is. Zelfs de minder ontwikkelde begrijpt, dat er voor zijn kind nog altijd wat te leeren is. Het is duidelijk, dat het onderwijs op iedere school een afgerond geheel vormt, waaruit dan weder volgt, dat ieder kind, dat slechts een gede» he van den cur sus bijwoont, (al is het ook tot en met het 5e leer jaar) gebrekkig ondei wijs heeft genoten, waarover hij zich in zijn volgend leven zal beklagen. Laat ik nu met cijfers aantoonen hoe weinigen van school B den geheelen zesjarigen cursus volgen. September 1887 bij het bpgin van den Dieuwen cursus telde mijn »hoogste klasse" (zesde leeijaar) 52 leerlingen, en bij het einde van den cursus (20 Augs. 1888) had ik daarvan nog slechts 17 leerlingen over. Vijf en dertig kinderen verlieten ontijdig de school terwijl slechts 17 of ruim 30 pet. den geheelen cur sus volgden. Enkelen dezer leerlingen hebben slechts éene maand, anderen ettelijke maanden het onderwijs in dat laatste leerjaar bijgewoond. Zij zaten immers in de hoogste klasse en dusIs het niet be droevend, dat zooveel ouders zoo slecht het welzijn hunner kin leren behartigen, en mo»t men zich nog verwonderen, dat zoovelen op hun 20e jaar bijna alles van het onderwijs vergeten zijn? Van die 35 kinderen waren acht jonger dan 12, éen zelfs jonger dan 11 jaar. Bij het begin van het 5e leerjaar telde het 5e leerjaar 54 leerlingen, waarvan riet minder dan acht ontijdig de school verlieten Een dezer kinderen, een meisje, was al tien jaar oud, toen ze mij kwam be danken Toen ik den vader van dat kind vroeg, waarom hij zijn dochtertje van de school nam, kreeg ik ten antwoord, dat hij (de vader) er zelf veel spijt van had, maar zijne vrouw «zat altijd in de kleine kinders, zij mocht er toch ook wel eens uit, en daarom moest Johantje van schoolJa, die kleine broertjes en zusjes hebben wat op hunne rekening. Natuurlijk moeder moet »er ook wel eens uit" en tienjarige kin deren worden voor hun leven bedorven. Zouden die moeders, die er zoo graag eens «uit" gaan, daaraan wel denken? Ik heb reden om dit in twijfel te trekken. Zelfs zijn er kinderen, die het vierde leerjaar niet ten einde brengen. Io den loop van dit jaar verlieten vier kinderen uit deze klasse voor goed de school, een dier kinderen is bij zijn vader op het ambacht, en de drie andeien zijn straatslijpers. De ouders zijn te onverschillig om zich met hunne kinderen te bemoeien. Hoe het in dat opzicht op de scholen C en D ge steld is, weet ik natuurlijk niet, maar ik vrees, dat daar ook wel leerlingen zullen zijn, die ontijdig de school verlaten. De aandachtige lezer heeft waarschijnlijk al begre- peD, dat ik heb trachten aan te tooren, wanneer de leerlingen de school niet moeten verlaten, en dat was juist mijn doel. Alle kinderen moeten den geheelen zesjarigen cursus van het onderwijs volgen. Mogelijk moeten sommige ouders zich daarvoor wat moeilijk behelpen, dat wil ik gaarne geloovenmaar toch, is hun het belang hunner kinderen dit offer niet waard? Ik hoop: ja. Hunne kinderen zullen er hun later dankbaar voor zijn. DEN GEHEELEN ZESJARIGEN CURSUS, on dit te meer omdat er ia de vijf jaren, die vooraf gaan, nog al eens verzuimd wordt. Of er dan in Goes schoolverzuim is? Daarover een volgende maal. Goes, 23 Augustus. A. VAN SCHELVEN, hoofd van school B. Zou de Radactie van het Volksblad niet zoo beleefd willen zijn dit artikel over te nemen? A. v. S. GOES, 24 Augustus 1888. In de gisteravond gehouden vergadering van de coöperatieve voorschotvereeniging en spaarbank alhier is ter voorziening in de vacature in de commissie van toezicht, tengevolge van het genomen ontslag door dhr. E Besuijen, benoemd dhr. Ph. M. V. d. Mandere. Blijkens nadere berichten, is de toestand van Z. M. den Koning aanmerkelijk beter en behandelde Z. M. gisteren weder regeeringszaken. 's Konings lijfarts, dr. Vinkhuijzen, Woensdag op het Loo gekomen, is gisteren weder van daar vertrokken. Van antirevol. zijde is voor het lidmaatschap van de Prov. Staten in het hoofdkiesdistrict Middelburg candidaat gesteld dhr. L Bosselaar, burgemeester te Grijpskerke. Ierseke. De a. s. verjaardag onzer Prinses zal hier op de volgende wijze feestelijk gevierd worden De schoolkinderen krijgen vanwege het gemeente bestuur een herinnering aan dezen feestdag en doen een optocht door het dorp, begeleid door het fanfaren- gezelschap «Eendracht maakt Macht" van Kruiningen (directeur de heer Baarens). Dit gezelschap geeft 's namiddags van 25 uren een matinée in vereeniging met de hier bestaande zang verenigingen «Oefening en Uitspanning" (directeur de heer I. Van Dijke) en «Excelsior" (directeur de heer J. A. C. Nonhebei) Vooral ten genoege der jeugd komt er een carrousel en des avonds zal er gelegenheid zijn tot dansen. De toegangsprijs tot het feestterrein, alwaar gele genheid zal bestaan tot het gebruik van ververschingen, is gesteld op 25 cent. Wanneer het weer meewerkt, kan de dag recht ge- noegelijk worden. Naar de ld. Ct. verneemt zou de heer M. C. Koning, gepensioneerd luitenant-kolonel der mari niers te Amsterdam, zeer in aanmerking komen voor de betrekking van burgemeester van Vlissingen. Naar de N. R. Ct. verneemt, zal de tweede lijn Kruiningen Middelburg op 18 S*pt. a. g. in exploitatie worden genomen. Dus is de aan nemer, ondanks het slechte weder, ruimschoots in staat vóór zijn tijd klaar te zijn. De geheele lijn kan nu ook in eens in exploitatie worden genomen, omdat de aannemer de werken aan het station Vlake met alle kracht heeft voortgezet. De uitslag der verkiezing van een lid van den gemeenteraad te Zieriksee is, dat gekozen is de heer M. C. Mulock Houwer met 146 van de 285 geldige stemmen. In het geheel hadden van de 551 kiezers 291 hun briefje ingeleverd. Tot lid van de Provinciale Staten van Noord- Brabant in het kiesdistrict Bergen-op-Zoom, is ge kozen de heer C. P. Rogier met 984 stemmen. Uitgebracht werden 1122 stemmen, waarvan 36 blanco en 4 biljetten van onwaarde. Naar wij vernemen, zal de heer J. T. C r e m e r, lid der Tweede Kamer, spoedig hier te lande terug- keeren. Op de «Fulda", van de Norddeutsche Lloyd, zal hij zich den 25sten dezer te New-York inschepen, en hoopt dan den lsten of 2den September Southampton te bereiken. (Hbl.) Het Vaderland schrijft Ia een der bladen vonden wij gisteren een verras send bericht: «Volgens een officieel bulletin was de gezondheid des Konings iets gunstiger." Aan blijdschap over den inhoud van dit bericht, paarde zich bij ons ingenomenheid over het feit, dat de re- I geering dus scheen te begrijpen, dat het volk recht I heeft officiéél op de hoogte gehouden te worden van dm gezondheidstoestand des Konings. Doch spoedig bleek, dat de Staats-Courant van zoodanig officieel bericht geen spoor bevatte, en dat dus evanals vroeger, als Z. M. ongesteld is, officieel dairomtreht volslagen stilzwijgen wordt in acht ge nomen. Wij achten dit zeer verkeerd Dergelijke geheim zinnigheid brengt geen enkel voordeel mede, daaren tegen wel tastbare nadeelen, daar het openbaar ge rucht licht met alarmeerende tijdingen gereed is, ook als daarvoor geen enkele grond bestaat. En wanneer er waarlijk reden is tot gerustheid, moet dan Diet bij den band, die tusschen Vorst en volk behoort te bestaan, de natie tijd g en onomwonden daarvan in kennis worden gesteld Wij zouden meen. n, dat, waar een minister het wel de moeite waard acht een algemeen bekend fe.t in de Staats-Courant mele te deelen, met een aan sporing aan de geloovigen om dit in den gebede te herdenkeD, er zeker meer reden voor is ter algemeene kennisse te brengen een ongesteldheid des Konings, waarvan het publiek onvoldoende op de hoogte is, al was het maar om de geloovigen in de gelegenheid te stellen, nevens de plichtmatige smeekingen voor don Koning en Zijn huis, bijzondere gebeden voor IID. her stel omhoog te zenden. Gisteren werd te Amsterdam de algemeene ver gadering gehouden van de «Vereeniging tegen de kwakzalverij." Hooflzakelijk was de verga dering bijeengeroepen tot bespreking van een voorstel van Int bestuur tot opheffing der vereeniging met het einde van het loopende vereenigingsjaar. De voorzitter zette breedvoerig het noodzakelijke van de ontbinding uiteen. Ongunstig toch was voor de vereeniging het verloop der procedure voor de rechtbank te Leeuwarden. Zij heeft een voor de vereeniging bedenkelijk precedent. De heer mr. Meijer, het rechtsgeleerd lid van het bestuur, verklaarde tot het voorstel om de vereeniging op te hefföD, te hebben geadviseerd, «omdat de reeks van processen, waarin zij zou kunnen vervallen, niet te overzien is, zoolang de rechters niet willen inzien wat de vereeniging beoogt. Immers in het Maandblad alleen de middelen aan te vallen en dd personen onbe sproken te laten, gaat uit een gezond redactioneel en uit een practisch oogpunt niet op." De heer Van Balen Blanken was tegen ontbinding. Veeleer raadt hij een groote adresbeweging aan, om van de Tweede Kamer opheffing te vorkrijgen van de wetsbepalingen, die het streven dar Vereeniging tot heil der menschheid in den weg staan. Na nog lange breedvoorigo discussies verwierp de vergadering hij acclamatie het voorstel van het bestuur, zoodat de Vereeniging blijft voortbestaan. Het bestuur werd aldus saamgesteldde heeren J. Guldensteerien Egeling te Zeist en G. B. Schmidt te Amsterdam, als scheikundigendr. D. J. Coster, te Amsterdam en dr. G. P. Kortenhorst als genees kundigen, en mr. L. Zagers Veeckens, te Amsterdam, als rechtsgeleerde. Naar aanleiding der verontrustende berichten over den staat van zaken in K e d i r i verspreid, heeft eene der groote handelsinrichtingen te Amsterdam haren correspondent om inlichtingen gevraagd. Het antwoord per telegraaf onmiddellijk teruggezonden, luidde«Toestand Kediri normaal." (Hbl.) Het N. v. N., dat deze week met eenige andere bladen te zamen de verontrustende telegrammen uit Indië ontving, beweert dat de Minister K°uchenius zijn ambtgenoot van Waterstaat, Handel en N j verheid verzocht heeft, aan de directie der Rijkstelegraaf last te geven, hem van de telegrammen uit Bata via, waaraan die particuliere mededeelingen te danken zijn, onmiddellijk afschrift te zenden. Met diep leedwezen zal men algemeen in het land de tijding vernemen, dat de heer mr. S. Vis sering op zijn buiten te Ellekom is overleden. Simon Vissering, geboren te Amsterdam op 23 Juni 1818, bejifon zijne loopbaan als advocaat en lid d-r Redactie 'van het Algemeen Handelsblad. In 1847 werd hij hoofdredacteur van de Amsterdamsche Cou rant, destijds een gemeentelijk blad. Zijne geschriftea deden hem al spoedig kennen als een degelijk beoefenaar der staathuishoudkundige weten schap, en het was een bij uitnemendheid gelukkige greep van Thorbecke, aan Vissering eeneo leerstoel aan te bieden aan de Universiteit te Leiden. Tot dat ge wichtige ambt werd hij geroepen in 1850, en 29 jaren lang heeft hij het tot roem des lands onafgebroken bekleed. Toen in Augustus 1879 de heer Van L'jnden van Sandenburg belast werd met de vorming van een ministerie, werd aan Vissering de portefeuille van financiën aangeboden. Op 13 Juni 1881 trad hij als minister af, en sedert leefde hij als ambteloos burger, zich echter nog voortduren! met lust en onverzwakte werkkracht wijdende aan de studie. Nog slechts een paar dagen geled n werd de heer Visseiing benoemd in de commissie, belast met liet afnemen der diplomatieke examens. Voorts was hij commissaris der Ned. Bank. Vissering was ridder in de orde van den Nederland- schen Leeuw, Grootkruis van de Leopoldsorde, Kom- mandeur der Danebrogsorde, grootofficier van de Eiken kroon en ridder 2e kl. met de Ster van St. Stanislaus. In hem daalt een voortreffelijk man ten grave, aan wien onze wetenschap en onze litteratuur groote ver plichtingen hebben, en wiens publicistische arbeid op de vrijzinnige ontwikkeling van ons staatsleven van grooten invloed is geweest. Van bevoegde zijde wordt uit Parijs aan de N. R. Ct. geschreven: «Met de Hollandsche afdeeling der wereldtentoonstelling te Parijs in 1889 wil het maar niet vlotten. De commissie in Nederland heeft alhier een comité gevormd, en hiervan tot president be noemd geen Hollander, maar een Duitscher, die tot Franschman is genaturaliseerd, den heer Bischofs- heim. Dit is geschied in de hoop, dat deze een groot bedrag in geld zou geven ten behoeve der afdeeling. Maar ziet, de heer Bischofsheim heeft niet meer ge geven dan 2000 francs. Er zal dus vermoedelijk van de geheele zaak niet veel terechtkomen. Daarbij kpint dat de Fransche Regeering zeer ontstemd is tegen ons, omdat Nederland niet alleen niet officieel mededoet, maar zelfs aan de particuliere commissie geerie Staats hulp heeft verleend, wat in de meeste andere landen wel het geval is. Er bestaat dus geenerlei uitzicht, dat wij eene behoorlijke plaats krijgen op het Champ de Mars. Ik meld u dit, omdat het niet kwaad is, dat de de Nederlandsche industriëelen dit weten, al vorens zij zich blootstellen aan het armzalige figuur, dat onze afdeeling maken zil. Beter in het geheel geen inzending, dan een «halfbakken winkel". Op voorstel van de directie der Nederl. Rhijn- spoorweg-maatschappij is door den Minister van W. H. en N. de volgende aanvulling in het dienstregle ment dier xMaatschapp.j goedgekeurd «Locomotief-personeel gedurende de uitoefening van «zijnen dienst zich, zij het ook in den lichtsten graad, «in beschonken toestand bevindende, wordt onvoor- «waardelijk met ontslag uit den dienst der maat schappij gestraft. «Evenzeer wordt met ontslag bedreigd het locomo- «tief-personeel, bij wie gedurende de uitoefening van «zijnen dienst sterkedrank wordt gevonden of van wie «kan worden aangetoond, dat zulks door zijn toedoen «en met zijn modeweten op de locomotieven of in de «locomotief-loodsen aanwezig is." In de N. Rott. Ct. komt het volgen l bericht voor omtrent de onlusten in Bantam en de landrente. Zooals men uit de mail-bericht >n heeft gezien, is van verschillende zijden beweerd, dat de onlusten in Bantam het gevolg waren van opdrijving der land rente. Wat te dier zake in de Koloniale Verslagen der laatste jaren voorkomt, schijnt aan die bewering weinig steun te geven en veeleer onzen Bataviaschen correspondent, die haar ongegrond noemde, in het gelijk te stellen. Toen na 1883 geleidelijk eene herziening van de aanslagen in alle residenties plaats had, met behulp van de door jaren lang onderzoek verkregen gegevens omtrent de uitgestrektheid en de productie der bouw gronden, is de landrente van de residentie Bantam aanzienlijk verlaagd. Het sprak van zelf, dat de pen werd gehaald door de bedraden, te betalen veor de gronden, vernield bij de uitbarsting van Krakatau in 1883, en voor die welke niet meer bebouwd werden tengevolge van het otia- komen der bezitters (resp. 39,568 en U480) maar bovendien werd de aanslag van andere gronden, omdat hij te hoog werd geoordeeld, verminderd met ongeveer 82.000. Bovendien werd jaarlijks het bedrag van dan aan slag nog verminderd mat aanzienlijke sommen wegens het mislukken van den oogst van sommjge velden en het onbeplant blijven van andere, voornamelijk ten ge volge van de vermindering van weikkrachten door de ziekten, die Bantam teisterden. In 1884 bedroeg de vermindering ruim 28 percent, in 1888 ruim 22 percent. En dat de verlaging niet zoo als beweeid is slechts schijnbaar was, kan blijken uit oene vergelij king van hetgeen moestjworden opgebi acht in 1882 met hatgeen daarna moest worden betaald. Voor de bouwvelden, waarvan de oogst was geslaagd, voor de nipabosschen, boomgaarden en erven is betaald in 1882 per bouw gemiddeld 6.52 en in 18841886 5.35 a 5 45. Ia het vorige jaar gaf de regeering het voornemen te kenneo, de aanslagen op, geheel Java nogmaals te doen herzien in verband met de lage prijzen dor pro ducten. Volgens de Javasche Courant werd dienteuge- O j ar 1883 kan niot tot vergelijking dienen, tengevolge van de ramp van Krakatau.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1888 | | pagina 1