1888. N°. 96. Dinsdag 14 Augustus. 75st0 jaargang. het PATENTRECHT FEUILLETON. Edelweiss. GOES» De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,— bereke nd. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Het primitief kohier no. 3 van voor deze gemeente, voor het dienstjaar 18881889, is op heden ter invordering gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen, en zal dus ieder verplicht zijn zijnen aanslag ten gestelden tijde te voldoen. Goes, den 13 Augustus 1888. De Burgemeester van Goes, J. J. RAMONDT, 1. b. GOES, 13 Augustus 1888. Men verzoekt ons de ingezetenen onzer stad uit te noodigen a. s. Woensdag door het uitsteken der vlaggen hunne ingenomenheid te betoonen met het turnfeest, dat door de vereeniging voor Volks vermaken is georganiseerd. Men is elders, vooral ook in België, zoo gewoon om bij feestelijke gelegenheden de vlag te doen wapperen, dat het inderdaad op de turners uit don vreemde een zonderlingen indruk zou maken, indien het Goesche publiek niet op dergelijke wijze van zijne belangstelling kennis gaf. Omtrent den optocht bij gelegenheid van het turn feest vernemen wij, dat deze onderstaande route zal volgen «Slot Oostende", Korte Kerkstraat, Westzijde Markt, om de muziektent naar de Lange Kerkstraat, Klok- straat, Lange Vorststraat, Oude Vischmarkt, Lombard straat, Noordzijde Markt, Opril, Magdalenastraat, Kei zerstraat, Turfkade, Kleinekade, Grootekade, 's-IIeer Hendrikskinderenstraat, Nieuwstraat, Beestenmarkt, Wijngaardstraat, Zusterstraat, terug naar het «Slot Oostende". Mocht bij de aankomst aan de Zusterstraat blijken, dat er nog tijd beschikbaar is dan zal de stoet wellicht langs de L. P. v. d. Spiegelstraat trekken. lerseke. Het aantal sollicitanten voor de betrekking van gemeente-vroedvrouw alhier bedraagt 10. Donderdag zal waarschijnlijk de benoeming plaats hebben. Bij kon. besl. is pensioen verleend aan C. J. De Raad, deurwaarder der dir. belast., ad 160, wegens lichaamsgebreken. De opbrengst van 's Rijks middelen was over de maand Juli jl. 8,615,634,22%, tegen 8,383,378,43% over dezelfde maand van 1887. Gedurende de eerste zeven maanden dezes jaars ont vangen 60,723,884,85%, tegen ƒ58,926,844,25 in dezelfde maanden van 1887. Novelle van Natalie Von Eschstrutii. 2) Vervolg. Hij wierp zijn jas en zijn ransel naast zich neder ging op het zachte gras liggen en rekte zich eens flink uit. Eerst keek hij in de ijle ruimte boven zich, toen naar de Alpen en eindelijk wierp hij een blik naast zich op den grond en daar zag hij naar zijne meening het belangrijkste, dat hij op die plek had aanschouwd. Tusschen het groen lag eene nette dames handschoen, licht grijs vac kleur en nog weinig ge dragen, die ongetwijfeld het meest volmaakte en tevens het kleinste dameshandje moest omspannen hebben, een handje met slanke, dunne vingers en ronde sier lijk gebogen nagels, want de toppen der vingers van de handschoen waren bovenop gekarteld en een weiDig afgesleten. Aan het tweede knoopje hing een laüg haar, als zijde zoo zacht, dat in de zon glinsterde als fijn gesponnen gouddraad, maar dat op de hand gelegd een heerlijk bruine kleur had. Ongetwijfeld had de onbe kende eigenares der handschoen ongeduldig met de vingers door het haar gewoeld en daardoor werd er nog een enkel haartje als gevangen gehouden door die knoop. Slaap en moeheid waren vergeten. Keizer Karei was een vurig vereerder van de vrouwen en uit den trotschen blik, waarmede hij de handschoen bekeek en waarin de zekerheid van een naderende overwinning lag, bleek, dat hij ook een heldenkeizer was, die ge woon was de zegepraal weg te dragen. Hij sprong op, bekeek zich met een onderzoekenden blik van het hoofd tot de voeten en schudde strijdlustig zijn goudblonde haren. Hij wist, dat hij groot en slank en welgevormd was, geestig en gevat, en in het bezit van twee glinsterende oogen, die reerls in menig vrouwenhart bres hadden geschoten. Wat benijdden hem zijne clubgenooten dikwijls, omdat hij bij de dames zoo in de gunst stond Hij was verwend, ijdel en eerzuchtighij had de hadschoen opgenomenhet kwam er nu op aan de hand te vinden, die haar bad nedergeworpen De jonge man keek onderzoekend om zich heen Aan de Landbouwers! Met den dag vermeerderen de klachten der land bouwers, zegt een inzender in de Prov. Noord-Bra- bantsche en 's-Hertogenbossche Ct. Hebben reeds vele jaren zich gekenmerkt door betrekkelijk hooge pacht prijzen, terwijl daarentegen de opbrengsten middelmatig of beneden het middelmatige warenzagen de land bouwers elk jaar reikhalzend uit naar de vette jaren, die toch geregeld, 't zij vroeg of laat, de magere moeten vervangen, dit jaar schijnt het eldorado van den bouw nog maar niet bereikbaar. Het is een jaar, dat hun, helaas, waarschijnlijk laDg heugen zal. Bedorven hooi, slecht graan, weinig stroo, mager vee, geen melk enz. 6Dz. zijn zoo vele spookgestalten, die hem aangrijnzen en hem de toekomst zoo donker mogelijk maken. Wat nu te doen? De handen slap laten hangen en moedeloos in den hoek van den haard zitten klagen en steunen Neen, duizendmaal neen In bange, in gevaarvolle tijden leert men den krach- tigen, moedigen, energieken man kennen. Da hand aan den ploeg geslagen Onze voorouders hebben ook slechte jaren doorwor steld, en met moed, met opgeheven hoofde zijn zij als overwinnaars uit het strijdperk getreden. Moed gehouden Op regen volgt zonneschijn. Dubbele vlijt, krachtige inspanning, zuinig en ver standig beheer, dat zijn de remedies, die de boer moet aanwenden en die hem, 't lijdt geen twijfel, kracht en gezondheid zullen weergeven. Alle risico's of speculatiëu moeten tot betere tijden worden uitgesteld. De teelt van gewassen, die groot gevaar van mis lukking te duchten hebben, moet niet ondernomen worden. Voorbehoedmiddelen om gezond vee te behou den mogen niet verwaarloosd worden, 't Is in deze dagen geen kleinigheid als den boer een stuk vee ontvalt, en 'tis met het oog daarop, dat de inzender den landbouwers aanraadt kennis te maken met een boekje van den heer Janssen, veearts te Vechel. De voorbehoedmiddelen tegen de kalfziekte, alsmede die tegen de vlekkentyphus der varkens hebben sedert jaren diensten bewezen, zoodanig dat de naam van den heer Janssen populair is geworden. In dat boekje wordt de gebruiksaanwijzing dier middelen aangegeven en honderden naamteekeningen van landbouwers bevestigen dat meergenoemde voorbehoedmiddelen altijd doel troffen. er was geen mpnschelijk wezeD in zijne nabijheid, geen geluid, geen klank verbrak de diepe stilte. Zou de handschoen misschien al lang hier liggen Neen Er viel des Dachts veel dauw en op de handschoen had nog geen vocht gelegen. Hadaar zag hij een pad, dat naar boven voerde en waarvan blijkbaar de grashalmen en de bloempjes geknakt waren door de lange sleep van een damesjapon. Mooi zoo, hier lag nog een takje van een wilde roos. Keizer Karei stak het op zijn hoed en volgde m<-t snellen tred het spoor, dat recht over de rotsen heenliep. Iq het zand bemerkte hij den afdruk van een klei nen voet die schijnbaar aan een kind moest toebe- hooren, maar daarvoor toch te goed gevormd was. Onmiddellijk daarnaast ontdekte hij het spoor van een groote, leelijke schoen met dikke zolen en met flinke spijkers beslagen, die toch ook aan een vrouw moest toebehooren. 't Was een vreemd geval. Onze vroolijke student stormde voorwaarts. De vrouwen konden onmogelijk ver vooruit zijn. Nadat hij tien miDUten geloopen had hoorde hij praten, daarna een helderen lach, luid spreken, een lichte kreet en ein delijk een gerommel alsof er steenen of een lawine naar beneden stortten. Nu hoorde hij eene stem roepen, luid en angstig, dan was alles weder stil. De student stond stil en luisterde. «Help!" hoorde hij weder roepen en die kreet werd weder gevolgd door een vroolijken lach en een angstig gekerm. Als geëlectriseerd sprong Keizer Karei naar boven. «Hier", riep hij met een stentorstem, «hier Eindelijk had hij de hoogte bereikt. Voor hem steeg een steile kale rotswand loodrecht omhoog, hier en daar met een vooruitstekende punt, en daarboven, op ongeveer drie manshoogten boven den afgrond, zag hij eene witte vrouwengestalte tegen de rots geleund. Het stof en de steentjes, die zij met de voeten had losgemaakt dansten en sprongen rog van het eene uitsteeksel op het andere naar beneden tot zij eindelijk in de diepte nederstortten. De dame in het wit stond op een rotssteen, beval lig met den arm tegen de steenmassa geleund, terwijl zij de kleine voetjes spottend liet rusten op het be wegelijke stuk rots. Zij lachte luid en overmoedig als een kind, dat geen gevaar kent en hare witte klee deren fladderden om haar heen. Beneden op het pad stond eene oude vrouw handen wringend, die te vergeefs trachtte bij het lachende meisje te komen. Nauwelijks ontdekte zij den jongen tourist tus- De «Amsterdam", de leden van «The Holland Society", die ons land komen bezoeken, aan boord hebbende, kwam Donderdagmiddag, met de Ameri- kaanscke en Ned. vlaggen versierd, de hoofden van d*n Nieuwen Rotterdamschen Waterweg binnen. Te vijf uur kwam het stoomschip te Rotterdam aan. Twaalf open rijtuigen brachten de reizigers naar het Rijnspoorstation, vanwaar een extra-trein met salon wagens hen naar Amsterdam bracht, waar zij te half acht aankwamen. Zij werden in open rijtuigen naar de Doelestraat gereden, waar zij in Bracks Doelen" en in het Rondeel" afstapten. Bij de aankomst te Am sterdam waren eenige leden der Ned. Amerikaansche Stoomv.-maatschappij en leden van de Amst. commissie van ontvangst tegenwoordig. Aangaande de ontvangst te Amsterdam wordt o. a. gemeld De aangekondigde receptie van het Amerikaansch gezelschap door het comité van ontvaDgst in het «Am- stel Hótel" duurde kort, aangezien er slechts door drie heeren het woord werd gevoerd, maar was niettemin luisterrijk. De ruime eetzaal, die op den Amstel uit zicht geeft, was kwistig met dundoek behangen, waar van de Amerikaansche en Nederlandsche vlaggen den hoofdtoon vormden, terwijl groen en bloemen overal wat en aangebracht. De secretaris der commissie, de heer Cazaud Van Staphorst, heette de aanwezigen uit naam der com missie welkom. De heer Geo. W. Van Siclen dankte uit naam van de club het comité voor de gastvrijheid hun geschon ken. Wel was de Hollandsche gastvrijheid algemeen bekend, doch eene ontvangst als die der club bereid was, daarop had men niet gerekend. Hij verzekerde dat alle Amerikanen, hier aanwezig, waren gekomen uit piëteit voor het land waaruit zij afstammen. Wel kwamen zij uit een land van goud eu zilver, van olie, enz., doch niet om handelsrelatiën van welken aard ook, zeide hij, komen wij over; het zijn de beginselen van vrijheid die daartoe aanleiding geven en aantrekke lijkheden aanbieden. Vrije godsdienst en vrijheid van onderwijs, dat dankte Amerika aan Nederland. Neder land is voor ons heilige grond, hier is ons huis, hier woonden onze voorvaderen, en, met het oog op beider vlaggen, die zooveel overeenstemming hebben, eindigde hij met den wensch dat die eenheid van kleur het symbool mocht zijn en blijven van de eendracht en liefde die er bestaat tusschen Ned rland en de afstam melingen aan de overzijde van den Oceaan niet alleen, schen de struiken, of zij liep met een kreet van vreugde op hem toe. «O, help haar, help haar, Signorriep zij en liet nog een vlocd van onverstaanbare woorden volgen. Keizer Karei stond stil en wischte zijne vochtige haren uit zijn gezicht. «Nu heb ik ze!" was zijne eerste gedachte. Hij trad vlug naderbij en overzag den toe stand, waarin de onbekende zich bevond, die daar boven nog altijd even kalm stond als ging haar de geheele zaak niets aan. De student kwam met éan sprong op een volgende vooruitstekende rotspunt en klauterde verder hier en daar een rustpunt zoekend naar boven tot hij einde lijk het meisje tot op een armslengte genaderd was. Deze had het hoofd trotsch naar achter geworpen. Hare kleine gestalte scheen voor den gespierden arm van den student een zeer lichten list en deze riep haar toe nog éen stap dichter bij hem te komen, dan zou hij haar over de kloof heentillen. «Reik mij uwe hand maar!" zeide zij kalm, »ik kan wel springen Voor de eerste maal keerde zij haar gezicht naar hem toehet was een bleek gelaat. «Neen, zij is niet mooi!" sprak Keizer Karei met een zucht tot zich zelf. Een groote ronde stroohoed wierp een diepe schaduw over haar oigen en haar voorhoofd. De ver wende student was opeens ontgoocheld en hij reikte haar zonder een woord te spreken de hand. Eene kleine blanke hand werd er op gelegd en met een vluggen sprong stond ze naast hem, maar tegelijkertijd begon het rotsblok, waarop ze even te voren stond, te rollen en stortte met donderend geweld in den afgrond. De jonge dame uitte een kreet van schrik en klemde zich aan den student vast. Door dezen sprong was haar hoed van haar hoofd gegleden, waardoor een heerlijke rijk dom van bruine lokken plotseling een kindergelaat met een onmisbaren trek van eigenzinnigheid omlijstte. Daarop nam Keizer Karei de kleine gestalte eens klaps op z:jne armenzij sloeg de hare om zijn hals en hij droeg haar weg. Daarbij sloeg zij voor het eerst hare donkere wimpers op en een blik uit twee vurige oogen troffen den jongen man. «Zij is de schoonste vrouw ler wereld", juichte Keizer Karei in zijn binnenste eu hij sprong met een haast, die gevaarlijk scheen, over de rotsen terug, ter wijl hij deze prachtige Alpenroos aan zijn borst drukte. »Dat was een gevaarlijke tocht om Edelweiss te plukkenriep hij met een gloeiend gelaat en hij liet j— maar ook van beide staten onderling. Professor Asser dankte daarop den heer Van Siclen v«6r zijne goede woorden. Het gezelschap zal achtereenvolgens epnige Holl. steden en Utrecht bezoeken. Zaterdag 48 Augs. neemt een deeL an het schap de terugreis naar Amerika aaci De overigen blijven echter nog eenigen tijd in ons! land om nog enkele andere plaatsen, o. a. ook Mid/ tburg, een be zoek te brengen. Uit Heerenveen wordt aan het geseind, dat de toestand van de lid der Tweede Kamer, zorgelijk isi op herstel bestaat. I Dagblad heer B o s g r a f en er weinig hoop Door de Regeering is bijs de Tweede Kamer een wetsontwerp ingezonden tot bekrachtiging der op 5,11 Juni 1888 tusschen Min. van Wa terstaat en de Stoomvaartmaatsch. ^Zeeland" gesloten overeenkomst tot het onderhouden van een postvaart- dienst tusschen Vlissingen en Queenboroyglj, tweemaal daags. Daarbij is o. a. bepaald dat nieuw bouwen schepen in Nederland moeten worden gebouwd. Voor de Nederl. brievenmalen wordt aan de «Zveland" ƒ40,000 vergoed, voor de buitenlandsche 260,000 gewaarborgd en voor den pakketdienst 5 en 1,6 ets. per pakket, respect, van hoogstens 3.178 en <5 kilo gram. De contracten van 1878, die 15 Mei 1838 eindigen, zijn tot 1 Oct. 1888 verlengd. D) nieuwe overeenkomst wordt voor 10 jaren aangegaan. H. M. de Koningin heeft, ter gelegenheid van IID. verjaring, weder de jaarlijksche giften, aan het Weeshuis te Apeldoorn ad 100 en aan de Ver eeniging ter verzorging van ouderlooze knapen bedaar ad 25, geschonken. Tot leden van het hoofdbestuur der broeder schap vau notarissen in Ned«rland zijn ge kozen de heeren W. J. N. Lanlré te Vlijmen en mr. M. Donker te Zaandijk. Dd broederschap telt thans 562 leden. Naar men verneemt is van eenige ondernemende personen het plan uitgegaan tot oprichting eener «Nederlandsch Zuid-Afrikaansche Emi gratie- en Landbouw Maatschapp ij", te vestigen te Amsterdam, met bijkantoor te Pretoria. Een circulaire, waarin het plan der ondernemers waaronder mannen met klinkende namen voorkomen nader uiteengezet wordt, is dezer dagen verzonden. de witte vrouwengestalte uit zijne armen op den grond glijden. Het heldere zonlicht straalde uit den hemel en teekende een rozig waas op haar gelaat. Zij glim lachte en zag hem aan vreemd als een lichtstraal, die door de wolken breekt. Daarop reikte ze hem de hand en dankte haren redder uit den nood met eenige schertsende woorden. Haar stem klonk diep en vol en haar taal kenmerkte zich door ean vreemden zinsbouw. »Gij zijt ter wille van het Edelweiss zoover gegaan", zeide zij, «ik deed het om deze prachtige Alpenroos" en met een triumfee- renden blik hief zij een prachtigen ruiker van deze bloemen in de hoogte. Keizer Karei wierp een nieuws gierigen blik op hare handen en zocht te vergeefs naar een grijzen handschoen aan haar linkerhand. »Een Edelweiss is wel een Alpenroos waard", zeide hij, »ik heb mijne bloem moeten loslaten en het zou eigenlijk niet meer dan billijk zijn, dat mij daarvoor vergoeding werd geschonken." «Gij hebt gelijk, ridder zonder vrees of blaam, gij hebt mij van de rots afgeholpen en nog niet eens eene belooning gehadvraag wat gij wilt. Een menschen- leven is een kostbaar ding en al ziet men dit soms zelf niet in en al wil men het soms met genoegen prijsgaven, het is voor den redder hetzelfde, welk leven hij beschermt en of hij iemand daarmede genoegen doet of niet. Spreek dus, wat eischt gij voor het behoud van mijn leven Da jooge man keek haar verward aan. «Een Alpen roos" stotterde hij. Weder lachte zij luid. Mijn leven is dus eene Alpenroos waardO, wereld vol verblinding, waarom kunt gij dit niet hooreo Hier, neem dit vorstelijk geschenk, ik deel mijn buit gaarne met U," en snel maakte zij dan ruiker los en bood hem de schoonste roos aan. «Gij zijt de eerste bescheiden man, dien ik ontmoet" ging zij spottend voort. Zij drukte den breedgeranden hoed weder vast op het hoofd en nam haar japon een weinig op. Zoo liep zij voor h*m uit over het gras. «Nu is zij weder leelijkdacht Karei en hij zag hare kinderlijke gestalte voor zich uit zweven, licht en zwijgend als een wit wolkje. Zij geleek inderdaad op het Edelweiss, zoo frisch en stralend als de ster der Alpen bewoog zij zich op het pad. «Wie zou ze wel zijn?" vroeg hij zichzelf. {Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1888 | | pagina 1