1888. N°. 71.
Zaterdag 16 Juni.
75sle jaargang.
Bij dil iiormiiei1 behoort een bijvoegsel.
-CiHasGiXJtCS»'
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen hij de heeren NIJGH VAN BITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
De prijs der gewone advertentiën is van 45 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht*
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
DE ALGEMEENE VERGADERING
DER
Maatsch. van landb. en veeteelt in Zeeland
EN DE
TENTOONSTELLING TE GOES.
Er wordt wel eens getwijfeld aan het nut, dat
tentoonstellingen in het algemeen en die op landbouw
gebied iu het bijzonder, vooral wanneer zij in meer
beperkten kring worden gehouden, afwerpen en er
moet erkend worden, dat periodieke tentoonstellingen,
zooals die der Maatschappij tot bevordering van land
bouw en veeteelt, wel iets vau hare belangrijkheid be
ginnen te verliezen. Op den duur toch is het niet
mogelijk da zoo hooggewenschte afwisseling bij jaar
lijks wederkeerende feesten te geven, en, wat de in
zendingen betreft, ook deze worden veelal bijeenge
bracht door dezelfde personen, waarbij echter de feest
vierende afdeeling dan het sterkst is vertegenwoordigd.
Er is intusschen toch ook menige goede zijde aan
deze landbouwtentoonstellingen en zeker niet de minste
daarvan is, dat de corypheën op dat gebied uit onze
provincie deze gelegenheid aangrijpen om elkander te
ontmoeten en samen te beraadslagen over alles wat
aan hunne gemeenschappelijke belangen bevorderlijk
kan zijn.
Eene algemeene vergadering van da leden der Maat
schappij is daarom onontbeerlijk bij de tentoonstelling
en met haar wordt dan ook gewoonlijk de rij der
werkzaamheden geopend.
Zoo ook kwamen gistermorgen tegen half tien do
leden der Maatschappij samen in het koffiehuis »het
Slot Ostende", nadat reeds den vorigen avond te 7
uren het hoofdbestuur zijne werkzaamheden had aan
gevangen in eene vergadering, gehouden in het koffie
huis »Dd Prins Van Oranje".
De algemeene voorzitter, mr. J. Moolenburgh, opende
de vergadering, in de net met groen en bloemen ver
sierde groote zaal in »het Slot Ostende", waarin op
een zilveren schild in roode letters boven de deur den
leden het Welkom" werd toegeroepen.
Met dit zelfde woord begroette de voorzitter de
leden der Maatschappij en wees hij op de deelneming in
de stad als bewijs, dat ook Goes hun het welkom
toeriep. 0)k wees hij op de belangstelling der auto
riteiten, blijkende uit de aanwezigheid van den Com
missaris des Konings, die op een zoo vroeg uur reeds
herwaarts was gekomen, alsmede uit de tegenwoord g-
heid van het lid van Ged. Staten, mr. J. C. R. Van der
Bilt, en van B. en W. van Goes. Hij hoopte, dat
allen daarin een spoorslag zouden vinden om de be
langen der Maatschappij zoo trouw mogelijk te be
handelen.
Veel nieaws had spr. niet medetedeelen, vooral ook
omdat de pars gelukkig dadelijk gereed is
alles wat bekend wordt onder de oogen van het pu
bliek te brengen.
Alleen éen punt, namelijk het besluit der vorige
vergadering om zich te wenden tot het Gedeputeerd
college der provincie om maatregelen te nemen tot
veredeling van het paardenras. Aan dit besluit is uit
voering gegeven en zonder natuurlijk in bijzonderhe
den te kunnen treden, kan hij toch mededeelan, dat
de zaak door Ged. St. is ter hand genomm en dat
zij zoorer is gevorderd, dat zij weldra bij de Prov.
St. aanhangig kan gesteld worden. Van dit bestuur,
dat steeds getoond heeft de belangen van landbouw
en veeteelt naar zijn beste krachten te behartigen,
mag verwacht worden, dat het in deze materie alles
zal doen, wat immer zijnerzijds mogelijk is.
Voor het overige hoopte hij, dat allen zullen deel
nemen aan den rijtoer en dat de natuur zich gunstig
zal toooen voor het feest. Heden zou hij de leden
en het publiek wachten op het tentoonstellingsterrein,
waarop hij hoopte, dat de schoonste exemplaren zou
den zijn ingezonden. »Geniet", aldus eindigde spr.,
»geniet met volle teugen, geniet zooals een Zeeuwsche
landbouwer gewoon is te genieten".
Daarop verzocht hij den algemeenen secretaris de
notulen der vorige vergadering te lezen, die daarna
werden goedgekeurd.
Vervolgens bracht de heer Z. D. Van der Bilt La
Motthe, uitgenoodigd met de heeren J. J. Ochtman
en G. H. Van der Meer Mohr om de rekening van
1887 te onderzoeken, verslag uit omtrent de bevin
ding dier commissie, waaruit blijkt, dat die rekening
bedraagt in ontvang ƒ4278.35, in uitgaaf ƒ3903.97
en dus sluit met een batig saldo van 374.38. De com
missie stelde voor den penningmeester dank te zeggen
voor zijn nauwkeurig beheer en de rekening goed te
keuren. Dit voorstel, door den voorzitter overgenomen,
werd door de vergadering onder applaus aangenomen.
Daarna werd mededeeling gedaan van de namen
der beoordeelaars, belast met de keuring van de ter
tentoonstelling aantebrengen voorwerpen. Hieitoe zijn
noemd voor paarden de heeren C. Maztire te Mid
delburg, N. De Bruijn te Noordwelle en P. De B ck
te Kolijnsplaatvoor rundvpp, varkens en schapen
de heeren H. J. Kegelaer te Ilontenisse, A De Wage-
maker te Tolen en A. Van Waarde te Nieuw- en
St. Jooslandvoor werktuigen en inzendingen buiten
't programma da heeren Job V. d. Have te Nieuwer-
kerk, P. Da Keijzer te Kortgene en J. Wagtho te
Tolen.
De volgende algemeene vu-gadering zal in 1889
worden gehouden in de afdeeling Oostburg en die af
deeling zal daaraan eene tentoonstelling van vee ver
binden.
De heer P. De Muijnck, landbouwer te St. Kruis,
behandelde daarop het le vraagpunt
Het wenschelijke om bij de hooge Regeering aan te
dringen tot het aanwenden van pogingen bij de Bel
gische, om vrijdom van inkomende rechten te ver
krijgen voor het vee,.wat uit Nederland naar België
wordt vervoerd.
Spr. wijst op den drukkenden toestand van den
landbouw en don veehandel. Deze druk wordt aan de
grens zeer verhoogd door de inkomende rechten, die in
België geheven worden. Hij zou wenschen dat men onze
regeering eens wees op het bezwarende daarvan en haar
trachtte overtehalen zich in betrekking te stellen met
de Belgische regeering om die rechten te willen op
heffen. Die rechten bedragen 35 frcs. per 100 K.
G. en leveren aan België p. m. 2000 000 frcs. op. Bij den
verkoop van vee wordt daarmede door de Belgische
koopers rekening gehoud-n en dus feitelijk brtalen de
Nederlandsche veehouders die belastiDg. M^n spreekt
veel van verbroedering tusschen België en Nederland,
welnu laat als een gevo'g van die verbroedering- van
weerskanten vrijhandel worden ingesteld. Want ook
wij maken het den Belgen te lastig. Spr. wijst op de
bepalingen ten opzichte van de veepest. Die bepalin
gen ziju reeds van 1860 en toch is er in België niet
altijd veepest. Vóór 2 jaar is er in België eene com
missie geweest om dergelijke klachten te onderzoeken,
maar dit heeft niet veel uitgewerkt. Maar de Neder-
landsche regeering maakt het ook den Nederlanders
moeielijk. Spr. wijst b. v. op het ieder jaar weder
keerend keurloon voor hen, die hun schapen over de
grenzen laten weiden. In deze moeielijke tijden zijn
dergelijke kosten zeer bezwarend en de landbouw en
veeteelt worden er totaal door vernietigd.
De heer G. J. Van den Bosch uit den Wilhelmina-
polder wijst er op, dat men in Balgië niet spoedig
van de gestelde bepalirgen zal afstappen. In Antwer
pen heeft men onlangs bij de verkiezingen nog het
voordeel besproken van algebeelen vrijhandel tusschen
Nederland en België, maar of dat veel zal uitwerken
kan spr. niet beslissen. IIij zou er da voorkeur aan
geven te trachten de belemmerende formaliteiten bij
den uitvoer van vee opgeheven te zien en doet een
voorstel in dien geest.
De heer De Muijnck repliceert, dat België verplicht
is den invoer van vee vrijtestellen. De Belgen komen
bij ons tal van producten koopen, waarvan geen in
voerrecht wordt geheven.
De heer Van den Bosch maent, dat onzerzijds de
bezwarende bepalingen voor invoer van vee uit België
niet kunnen worden opgeheven met het oog op de in
België heerschende longziekte, waarvan men in Ne
derland in de laatste jaren vrij is. Waar wij het
meerdere niet kunnen verkrijgen, moet men zich met
het mindere tevreden stellen.
De heer Da Muijnck kan de conclusie van den heer
V. d. Bosch niet dealen. Zooveel besmetting is er in
België niet. Wil men als die er is de grenzen tijde
lijk afsluiten, dat vindt spr. prijzenswaardig, maar
dit behoeft niet blijvend te zijn.
Jhr. mr. De Brauw, Commissaris des Konings in
Zeeland, vraagt eaniga inlichtingen omtrent de bepa
lingen betreffende de door spr. genoemde kmvloonen,
doch de heer De Muijnck heeft bezwaar daaromtrent
inlichtingen te geven.
De voorzitter constateert, dat er twee meeningen
zijn geopenbaard, die geen verband met elkander hou
den. Vertoogen, zooals de heer De Muijnck wil, zijn
op vriendschappelijke wijze tot de Belgische regeering
gericht, doch men kan een vreemde mogendheid niet
dwingen. Men heeft bij onze zuidelijke naburen nog
niet ingezien, dat het in België's eigen belang zoude
zijn de invoerrechten afteschaffid, maar daaromtrent
kan de meaning wel eens veranderen.
Represaille maatregelen zullen intusschen niet ba
ten. Het geldt hier een algemeen belang, want al
heeft de heer De Muijnck meer speciaal het oog op
de grensbewoners, ook Overijsel en Gelderland voeren
massa's vee naar België uit.
De belemmeringen, door den heer V. d. Bosch be
doeld, te helpen wegnemen, daartoe verklaart spr.
zich namens het hoofdbestuur dei Maatschappij gaarne
bereid. Intusschen kan ook dit slechts langs vriend-
schappelijken weg geschieden en bovendien is de af
stand tusschen het hoofdbestuur eener landbouwmaat-
schappij en eene vreem le regeering zeer groot. Daar
toe is tij! noodig en dus ook geduld.
De heer De Muijnck zegt, dat geduld eene scboone
zaak is, maar zij heeft haar grens. De landbouw is
zwaar belast op velerlei wijze en de nood is hoog
gestegen. Hij is tevreden met een eenvoudig stuk brood,
maar dat moet er zijn en de toestand is onhoudbaar, j
Men mag toch met een billijke vraag zich wel tot de
regeering wenden.
De voorzitter houdt zich aan zijne toezegging na
mens het hoofdbestuur, naar aanlr-idirg van het voor
stel van den heer V. d. B^sch, waarna de discussiën
over dit punt worden gesloten.
Het tweede punt wordt bij afwezigheid van den in
leider, den heer Van Bijlevelt, niet behandeld.
De heer V. d. Linde van Kortgene behandelde het
volgende vraagpunt
Welk krachtvoeder is voor het vee als het voordee-
ligste te beschouwen Zijn het de thans vrij goedkoope
granen en peulvruchten, dan wel sommige afval- of
bijproducten van fabrieken, die in den vorm van meel
of koeken in den handel gebracht worden?
Spr. stelde voorop, dat als algemeene regel mag
worden aangenomen, dat hij, die zijn vee krachtig
voedert, die zorg draagt, dat het jonge vee zoo spoe
dig mogelijk volwassen is, het melkvee zijne individu
aliteit, de hoogst mogelijke melkopbrengst geeft en
het mestvea binnen den kortst mogelijken tijd rijp is
voor de markt, in elk geval, hoe het ook met de al
of niet winstgevendheid gelegen zij. den voordeeligsten
weg bewandelt. Het gewone voedermiddel hooi
dikwijls bovendien niet van de beste qualiteit, is
daartoe niet geschikt. Daarom is toevoederen van
krachtvoer noodzakelijk en nu is dus de vraagMoet
men daartoe zijn eigen geteelde erwten en boonen be
zigen of is het beter na verkoop dier producten van
derzelver opbrengst koeken of meel uit den handel
te koopen
Dit laatste geschiedt zelden, misschien op Schou
wen, en daarom is het van belang de zaak in eene
vergadering als deze ter sprake te brengen, waarin
wellicht personen aanwezig zijn, die in dien geest
proeven hebben genomen of althans ondervinding heb
ben opgedaan, genoeg om anderen voor te lichten.
Spr. zelf heeft die ondervinding nog niet en hij zelf
treedt hier eenigermate als vrager op. Toch wil hij
zijn gevoelen mededeelen.
Hij heeft wel eens en met goed gevolg aard-
notenkoek gebez:gd, maar hij heeft nimmer nagegaan
of hij, voor die waarde aan erwten en boonen met
lijnzaad gemengd te geven, hetzelfde resultaat zou
hebben bekomen. Is evenwel het resultaat van aard-
notenkoeken zoo, als verwacht mag worden met het
oog op hunne bestanddeelen, dan acht spreker ze
voordeeliger krachtvoeder dan peulvruchten of graan,
omdat volledig voedsel bestaan moet uit eiwit, vet,
koolbyiraten en eenige zouten, welke laatste echter
hier buiten beschouwing kunnen blijven. Het komt
echter aan op de onderlinge verhouding dezer voedings
stoffen, opdat niet een deel der vetten en hydraten
onverteerd blijven. Men moet 6 doelen stikstofvrije
stof (vet en koolhydraat), minstens 1 deel eiwit geven.
Daarom acht spr. het beste voeder dat, hetwelk een
maximum eiwit bevat, met wat vet en niet veel hy
draten. Het gewone voeder bevat te veel vao deze
laatste, maar veel te weinig eiwit en ook te weinig vet.
Da samenstelling van aardnotenkoek is47 pet.
eiwit, 7 pot. vet en 28 pet. koolhydraatde peul
vrucht het rijkst aan eiwit de paardenboonen
tevens het doelmatigst eigan geteeld krachtvoer, bevat
hoogstens 25 pet. eiwit, 2 pet. vet en 5 pet. kool
hydraat. Tegenover 54 pet. vet en eiwit in het eene
geval, staat dus 27 pet. in het andere geval. Der
halve is de koek dubbel zoo doelmatig. Die doelmatig
heid wordt niet te duur betaald. Aardnotenkoek kost
9,50, boonen tot meel gemalen 7,40 per 100
kilo. Volgens berekening kost, de eenheid eiwit in de
koek 17% cent en in de boonen 21.7 cent. Het niet
geringe verschil is dus in het voordeel der koeken.
Daar echter bij vraagstukken van physiologischen aard
niet alleen de scheikundige mag beslissen komt spr.
tot de conclusie, onder de reserve dat hij niet uit
ondervinding spreekt, tot de conclusie, dat aardnoten-
ko!"ken voordeeliger krachtvo°der is dan granen en
peulvruchten, daar eerstgenoemle geschikter zijn voor
het beoogde doel en tevens goedkooper.
De heer Job V. d. Havo sluit zich bij het gespro
kene door den heer Van der Linde aan. Op Schouwen
worden met veel succes aardnoten- en k itoenpitten-
koeken gebruikt. Hij kan nu geene cijfers noemen,
maar ook hij acht dit voeder zeer voordeelig.
De heer G. J. V. d. Bosch heeft daarmede eveneens
proeven genomen en ook met koeken, die hijzelf heeft
gemaakt. Hoewel hij aan het door hem waargenomen
resultaat maar eene betrekkelijke waarde wil zien
toegekend, wil hij toch mededeelen, dat de eigenge
maakte koeken geldelijk het voordeeligst waren. Zj
bestaan uit graan, erwten- en boonenm iel en bevatten
63 K.G. peulvruchten, gemalen en gekookt en 13
K G. gekneusd lijnzaad. Met koeken van dezelfde soort
zijn ook in Friesland goedgeslaagde proeven genomen.
Men moet nemen 2e soort boonen en erwten, daardoor
worden de koeken gosdkooper, terwijl tevens het ter
markt gevoerde graan daardoor meer gezuiverd wordt
en dus hoogere waarde verkrijgt. Overigens acht spr.
ook aardnoten- en katoenpittenkoeken zeer aanbeve
lenswaardig.
Wil men intusschen een resultaat verkrijgen van
meer dan betrekkelijke waarde, dan moet men doen
zooals in Groningen, waar de maatschappij van nijver
heid eene commissie benoemde, die gesteund door
wetenschappelijke mannen, bij verschillende landbou
wers, die daartoe hun vee beschikbaar stellen, proeven
neemt met verschillende soorten van veevoeder en
daarvan het resultaat publiceert.
Dhr. Boogerd van 's-Heer Arendskerke merkt nog
op, dat men toch bij die wijze van voedering ia het
oog moet houden, dat door het koopen van koeken
buiten de provincie allicht de prijs der erwten en boo
nen belangrijk zal dalen en dat zoodoende voor hen,
die landbouw en veeteelt tegelijk drijven, het verlies
wel eens grooter kan worden dan de winst. Ook heeft
hij wel eens van slachters gehoord, dat het voederen
van het vee met het bovenbedoelde bijvoer niet te best
werkt op het vleesch.
De Voorzitter zegt in antwoord op den laatsten
spreker, dat de vriendschappelijke strijd tusschen de
belangen van den veehouder en die van den landbouwer
steeds heeft bestaan. Overigens herinnert hij aan wat
dhr. V. d. Bosch zeide omtrent het gebruik van de
2e soort graan. Hij betreurt het intusschen, dat geen
slachter aanwezig is, die nadere inlichtingen kan ver
strekken omtrent den invloed van het voeder op de
qualiteit van het slachtvee.
Hiermede zijn de discussiën over dit punt gesloten
en nadat de Voorzitter heeft gevraagd of nog iemand
iets voor de vergadering heeft, zegt de heer KorstaDje
uit Goes, dat hij het niet eens is met den heer De
Muijok, die straks zulk een treurig beeld heeft opge
hangen van den toestand van den landbouwer. Spr.
betaalt prompt al zijne lasten, maar hij blijft welge
moed. Maar den meesten landbouwers zit de hoogmoed
in den weg en waren zij wat minder hoogmoedig, zij
zouden wat meer moedig kunnen zijn.
De Voorzitter dankt den heer Korstaoje voor zijne
mededeelirg en hoopt, dat een volgend jaar alle land
bouwers zullen kunnen getuigen, dat zij de toekomst
moedig onder de oogen durven zien.
Met dien wensch sluit hij de algemeene vergadering.
Gedurende de vergadering had het weder eene wen
ding genomen, die voor den rijtoer het ergste deed
vreezen en omstreeks half éen ontlastten zich donkere
wolken boven onze stad. Maar na dien regen kwam een
milde zonneschijn, en toen te 2% uren de stoet van
42 rijtuigen gereed was om afterijden, was ieder dank
baar voor de regenbui, die het stof had vastgelegd.
De weg, dien de rijtuigen namen, leidde voor zoover
de stad betreft van het »slot Ostende" over de Groote
Markt door de Kerkstraat en over den Oostsingel naar
den weg naar den Wilheiminapolder en bij het tol
hek links af slaande vertoonde zich weldra de stoom
ploeg aan de blikken der ingezetenen". Ter bezichtiging
van deze machine werd uitgestegen en nadat de heer
G. J. Van den Bosch aan vele belangstellenden eene
korte verklaring er van had gegeven, werd zij in
werking gesteld. Wij achten het hier noch de tijd
noch de gelegenheid om de inrichting en de werking
dezer machine te beschrijven, waartoe wij bovendien
de hulp van een deskundige zouden behoeven, maar
ongetwijfeld mag geconstateerd worden, dat de heer
V. d. Bosch velen aan zich heeft verplicht door hun
deze machine in werking te laten zien.
Na dit oponthoud ging de tocht verder naar de
nieuwgebouwde schuur van de hofsteie bewoond door
C. Van Noort. Na den fatalen brand in 1887, die
onze lezers zich nog zullen herinneren, is op die hof
stede eene nieuwe schuur verrezen, waarover wij giste
ren van verschillende deskundigen met den meesten
lof hoorden gewagen, inzonderheid wat de inrichting
betreft, daar geen plekje in het kolossale gebouw
ongebruikt is gebleven en tevens alles even doelmatig
is aangebracht.
De dorstigen en daarvan waren er velen von
den in deze schuur niet alleen bevrediging voor het
oog maar ook voor de keel, daar de heer V. d. Bosch
do aanwezigen een oogenblik tot zijne gasten maakte
door hen op een verfrisschend glas bier te onthalen.
Iatusschen het onthaal, hoe gul ook aangeboden, mocht
niet te lang duren, want er was nog meer te genieten
op den rijtoer. Toen dan ook de voorzitter het sein tot
instijgen gaf volgde ieder dit voorbeeld en verder ging
het weder langs de vruchtbare akkers van den Wil
heiminapolder, met zijne wsidan, waarin het jonge vee
naar de wegzijde was gedreven om het door de lief
hebbers beter te kunnen laten bezichtigen en verder
door den Heerenpolder naar den Perponcherpolder,
waar mea wist dat een ander gastheer een gul ont
haal wilde bieden.