1888. N°. 63.
Dinsdag 29 Mei.
75sle jaargang.
SCHUTTERIJ,
DREGGEN,
EXTINCTEURS,
zwemmen of baden
DE PATE.NTEN
GOËSOIE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Trijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bareau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boek ver koopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a ƒ1,- berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Belanghebbenden worden herinnerd aan de inschrij
ving veor de
zullende de registers den Si Mei a s. gesloten worden.
Goes, den 26 Mei 1888.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G d. W. HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
tot redding van drenkelingen zijn bij de onderstaande
ingezetenen gedeponeerd en bij voorkomende onge
vallen verkrijgbaar, te weten bij;
P Schrijver, Ravelijn, wijk D no 222.
M llonhemius, aan de Johannes Antonidus Van der
Goeskade, wijk B no. 167.
M. D Ramondt, aan de Bierkade, wijk D no 2.
A. Brand, aan den Oliemolen, wijk I) no. 179
J De Rocbefort, aan den Singel, wijk E no. 130.
A. Heijnsdijk, aan den West Singel, wijk E no. 133.
Wed M. N- Arentz, in de Voorstad, wijk E no 119.
Wed. Tilroe, aan den Oost Singel, wijk no. 42.
J. Den Boer, aan den Oost Singel, Wijk E no. 36.
J. Cornelisaen, Westhavendijk, wijk E 162a.
Goes, den 26 Mei 1888.
Burgemeester en Wethouders van' Goes,
J. G. d. W. HAMER.
D« Secretaris,
HARTMAN.
In herinnering wordt gebracht, dat de plaatsen, waar
staan, die bij onverhoopte branden kunnen worden af
gehaald, door plaatjes aan of naast de deurposten zijn
aangeduid, en wel
in het Raadhuis;
in de Hoogere Burgerschool
in het lokaal van school E voor meisjes
bij den generalen brandmeester rar. J. L. H Liebeit,
Lom bardstraat
f M. Sterk, aan de Turfkade
C. Hoogerwerve,'s-Hesr Hendrikskinderenbarrière
g dr. A. Isebree Moens en W. A. De Laat de Kanter,
Wijngaardstraat;
de wed. T. Van Heel, Klokstraat;
r i. Bookelaar, Voorstad -,
t H. G. Hartman Jz., Lange Vorststraat.
Goes, den 26 Mei 1888-
De Burgemeester van Goes,
J. G. d. W. HAMER
In herinnering wordt gebracht dat, ter voldoening
aan art. 39 der verordening op de straten, stegen enz.
als plaats voor het
is aangewezen, behalve bet daartoe afgerasterde gedeelte
der Haven aan de Oostzijde tegenover de hoeve, be
woond door C. Van Noort alhier, het gedeelte Haven
tusschen den Noord dijk en het Oude Hoofd, zoodat het
verboden is dit op andere plaatsen te doen.
Goes, den 26 Mei 1888
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. d. W. HAMER.
De Secretins,
HARTMAN.
over het 4e kwartaal van het dienstjaar 1887/88 kunnen
ter Secretarie afgehaald worden, van den 29 Mei tot en
met 5 Juni op eiken werkdag van des voormiddags 9
tot des namiddags 2 uren.
Goes, den 28 Mei 1888
De Burgemeester van Goes,
J J RAMONDT, 1. b.
Beschermende rechten!
Men zal zich herinneren hoe vóór de jongste Kamer
verkiezing menige boer voor anti-liberale candidaten
werd gewonnen door het voorspiegelen van bescher
mende rechten op granen. Werden de liberalen ver
slagen, dan zou het den boeren wel beter gaanIn
het district Oostburg waren er zelfs, die hunne tarwe
aanhielden, omdat als Giinderman »er in" kwam, de
rechten »er op" kwamen.
Nu de vei kiezing achter den rug is en de liberalen
in de He Kamer in de minderheid zijn, zou men mo
gen verwachten, dat zoo spoedig mogelijk althans deze
zaak ter hand zou worden genomen, en als werkelijk
daardoor de toestand van de landbouwers werd ver
beterd, een voorstel tot invoering van een recht op
buitenlandsche granen, waartegen geene grondwettelijke
belemmeringen bestaan, zich niet zou laten wachten.
De landbouwers, die zich mat die hoop gevleid heb
ben en dientengevolge antirevol. candidaten stemden,
zullen, naar wij voor hen vreezen, blijken bedrogen
ti zijn.
Reeds bij de openingsrede toonde de antirevolutio
naire minister van financiën zekere terughoudendheid.
In de zinsnede, welke op zijn departement betrekking
heeft, werd alleen gezegd: «met ernst zal overwogen
worden in hoeverre van de invoerrechten als bron van
inkomst voor de schatkist meer partij kan getrokken
w rden".
Wij wezen er reeds vroeger op, dat het minstens
vreemd mag heeten, dat de regiering in eene zoo van
alle kanten bekeken quaestie, en die vóór de verkiezing
als lokaas voor de boeren werd gebezigd, na de ver
kiezing nog moet gaan overwegen en onderzoeken.
Maar nog opmerkelijker zeker is de conclusie, waartoe
dr. Kuyper in De Standaard komt. In hat no. van
Zaterdagavond toch zegt dr. Kuyper niets meer of
niets minder dan dat beschermende rechten in strijd
zijn met Gods voorzienig bestel en bestuur
Men leest daar onder het opschrift i>Protectionisme"
toch het volgende
«Terecht is opgemerkt, dat de Anti-revolutionaire
richting, krachtens haar beginsel, tegen protectio
nisme ennoor vrijheid van voortbrenging en verkeer is.
Een goed Anti-revolntionair toch gelooft en be
lijdt, dat de voortbrengende kracht van landen en
volken, even als het gebruik dat de natiën van het
voortgebrachte maken, onder Gods voorzienig bestel
en bestuur staan. Dat Hij, God Almachtig, de schat
ten der mijnen en den rijkdom der akkers en de
gelegenheid van het klimaat en de kunstvaardig
heid der volken en de gemeenschap der zeeën en
der stroomen zóo geschikt en geordend heeft, als
het meest tot Zijn eer en het geluk der volkeren
strekken kan.
De Anti-revolutionair ontkent, dat de Overheid
van het land in de plaats der Voorzienigheid treedt,
om orde in den chaos en regeling in den baiert te
scheppen, en komt er tegen op, als men het doet
voorkomen, als maakte de Overheid Gods voorzie
nig bestel en bestuur overtollig.
Neen, God de Heere blijft regeeren. Zijn wetten
in de natuurlijke en zedelijke wereldorde blijven
heerschen. En de Overheid heeft slechts een beperkte
heerscherstaak in en onder Zijn regiment te vervullen.
Onze partij als partij is krachtens haar beginsel
tegen alle kunstmatige trekkast teelt, waaraan de
Overheid zich eertijds ook op mercantiel en indu
strieel gebied zoo gaarne overgaf.
Voor de Vrije school en tegen vrijheid van handel
ijveren, is inconsequent en brengt u van de lijn der
beginselen af.
Onze partij heeft er daarom steeds voor gewaakt,
dat ze noch in de sociale noch in de industriëele
quaestie ooit het standpunt van dictatoriale Staats
regeling innam. Dit konden we niet, en deden we
niet. En wie het ons nagaf, sprak tegen de waarheid".
Ons dunkt deze voorstelling is duidelijk en geeft te
kennen, dat de me^sch geene belemmeringen mag op
werpen aan de «onder Gods voorzienig bestel en be
stuur staande voortbrengende kracht van landen en
volken, aan den rijkdom der akkers en aan de gelegen
heid van het klimaat"!
Maar om nu in eens weg de boeren zoo maar t6
doen zien, dat ze zich vóór de verkiezing hebben laten
bedotten, want dat er in verband met de ordinantiën
Gods eigenlijk van beschermende rechten op de pro
ducten van den akker niets komen kan, heeft dr. Kuyper,
zeker gedachtig aan het bekende gezegde: »il y a des
accomodements avec le ciel" (er zijn schikkingen ook
met den hemel te maken) er wat op gevonden om
een zachten overgang tot de ontnuchtering der boeren
te maken.
Hij zegt nl. verder in bedoeld artikel
»Uit onze principieel pleidooi tegen Staatsbe
moeiing, ook op het gebied van voortbrenging en
handel, volgt echter geenszins, dat deswege de Anti
revolutionaire partij onder geen beding en onder
geen omstandigheden tot Overheidsvoorziening zou
mogen raden.
Lieten alle andere landen deze productie en dit
vertier vrij gaan, dan zou het resultaat, waartoe
we kwamen, bepaald worden door de schikkingen,
die God de Heere in zijn voorzienig bestel voor de
onderscheidene natiën gemaakt heeft. De productie
van elk artikel zou dan het ruimst plaats grijpen,
waar God de Heere er de conditiën het gunstigst
voor schiep. En over heel de wereld zou allengs
hetzelfde gezien worden, wat ge thans op elk boeren
erf waarneemt, t. w. dat men op elk deel van den
akker dat product brengt, hetwelk het best juist
op dien akker kan worden geteeld.
Stond het zoo, dan zou uiteraard de Anti-revolu
tionaire partij ook ten onzent voor stille berusting
in deze schikking des Heeren pleiten en manen, dat
we ons te onderwerpen hebben aan wat God de
Heere over onzen bodem en ons volk gehengt.
Maar dit is niet het geval.
Integendeel, de van God gestelde regeling is over
het grootste deel der wereld verstoord en wordt
belemmerd in haar doorwerking.
Kunstmatig greep de Overheid in Amerika, in
Duitschland, in Oostenrijk, in Frankrijk, in Zweden,
in België en waar niet al, in dezen vrijen loop der
zaken en in deze natuurlijke werking van de door
God gemaakte schikkingen in.
Toch mocht dit geen reden zijn, om van Staats
wege in te grijpenwel prikkel om met te meerder
moed en veerkracht tegen den stroom op te roebn.
Maar die moed ontzinkt ons volk eu van die
veerkracht is geen sprake meer, als ge op alle gren
zen tollen ziet plaatsen, en ge onzen landbouwer
en onzen fabrikant ongewapend den strijd wilt doen
opnemen tegen duchtig gewapende concurrenten op
alle markten van Europa.
En hier,l waar de Staatsbemoeiing van Amerika,
Duitschland en andere landen deze regeling van
Gods voorzienig bestuur stoort in haar Werking,
wordt onzerzijds door het beginsel zelf geëischt,
dat men door een tegenwicht in de schaal te wer
pen, het kwaad effect van deze Staatsbemoeiing
breke."
Dat is nu de leer (D van een christelijk-historisch
man als dr. KuyperOmdat andere r ij ken
door beschermende rechten ingrijpen
in Gods voorzienig en wijs bestel en
bestuur, daarom moeten wij het ook doenals
tegenwicht
Met deze leer kan men ver gaan en het «het doel
heiligt de middelen" is er nog maar een kleinigheid bij.
Men vreeze echter niet, dat dr. Kuyper het met
deze gevaarlijke leer meent. De voorstelling is er
alleen op berekend om den terugtocht te dekken. Als
den geloovigen boeren goed de schrik om het hart is
geslagen voor beschermende rechten, dan zal het ge
makkelijker gaan om ook in dezen de niet-vervulling
eener belofte, vóór de verkiezing gedaan, na de ver
kiezing te vergoelijken. Want dr. Kuyper geeft nu
reeds zelf het middeltje aan, waarop men zich op het
punt van beschermende rechten gewonnen kan geven.
Hij wenscht nl. dat de overheid een «behoorlijk" on
derzoek in8telle en zegt dan verder
«Bevinden we na degelijk onderzoek, dat ze (de
Overheid) als Overheid tot hulpe onmachtig is, en
dat ze door tegenmaatregelen den toestand nog
slechts verergeren zou, dan natuurlijk leggen we
ons hierbij neer, en zullen den ondergaDg van onze
nationale welvaart gelaten hebben af te wachten."
Ons dunkt, er is alle reden voor de boeren in Oost"
burg om hunne tarwe maar te verkoopen
GOES, 28 Mei 1888.
In het bericht oratieit de vergadering vao den
polder 's-Heer Arendskerke, in ons vorig nommer,
kwamen een p*ar misstellingen voor. Tot dijkgraaf
werd herbenoemd de heer J. Vermet Sr. en het goed
slot der rekeniog bedroeg 172.46%.
Ovezand. Tot dijkgraaf van het waterschap
Ovezand is benoemd de heer P. Adriaanse Rijk,
gezworen, en in diens plaats tot gezworen de heer
Adriaan De Jonge P.Az.terwijl tot lid van
den dijkraad in het calamiteuse waterschap Ellewouds-
dijk en den calamiteusen polder Borsele is benoemd
de heer J. C. R o s 8 e e I.
Kats. Door de ingelanden van den Leendert Abra
hampolder is Vrijdag 11. als lid van den dijkraad ge
kozen de heer E. C. P r i e s t e rin plaats van wijlen
den heer J. Tazelaar.
Prov. bladno. 48, bevat eene circulaire van
Gedep. Staten van Zeeland aan de gemeentebesturen
in onze provincie, luidende
Naar ons gebleken is, bestaat nog in onderscheidene
gemeenten misverstand omtrent den omvang der ver
plichting, welke rust op hen, die als gebruikers van
den grond waarover een voetpad loopt, dat te onder
houden hebben.
Vooral ten opzichte van door weiden loopende voet
paden openbaarde zich dat misverstand.
Sommige gemeentebesturen bleken van oordeel te
zijn dat de onderhoudsplichtige gebruiker van den
grond gedwongen kon worden tot ophooging van het
voetpad, zóó dat het ten allen tijde bruikbaar en
zichtbaar bleef.
Bij die opvatting is echter uit 't oog verloren, dat
die onderhoudsplicht thans niet omvangrijker is dan
vóór de invoering van het reglement van 1881, en
dat het onderhoud ten laste van de gemeente is be
houdens beslaande wettige verplichtingen van anderen.
Waar derhalve vroeger op den gebruiker geen zwaar
dere verplichting rustte dan het zuiver houden, het
slechten van sporen en het aanvullen van gaten en
putten met bekwame aardsoorten of deugdelijke mate
rialen, of waar niet verder gegaan werd dan bezanding
naar behoefte, daar kan thans niet gevorderd worden
ophooging of verbreeding. De breedte (0.6 M.) en de
hoogte (0.3 M.) zijn in het reglement dan ook alleen
voor nieuw aan te leggen voetpaden voorgeschreven.
Ook het reglement van 1838 legde aan de onder
houdsplichtige gebruikers de verplichting niet op, om
bestaande voetpaden te verbreeden tot 0.6 M. en te
verhoogen tot 0.3 M.ook toen bestendigde men den
last, die reeds voor 1810 en voor het 4e en 5e
district \óor 1795 bestond, doch verzwaarde dien
niet. Speciaal voor Walcheren was de onderhoudsplicht
van gebruikers ten aanzien van voetpaden omschreven
en de stedelijke ordonnantiën van Middelburg, Veers
in Vlissingen, en die omschrijving bevatte niet meer
dan hierboven is aangeduid.
Wordt de bestaande toestand niet voldoende geacht
in dien zin dat de behoefte aan een verhoogd of ver
breed pad zich doet gevoelen, zoo zal zoodanige ver
betering slechts dan van den onderhoudsplichtige ge
vorderd kunnen worden, wanneer het bestaan van eene
wettige verplichting tegenover hem kan aangetoond
worden, terwijl in alle andere gevallen de gemeente,
welker bestuur de behoefte erkent, de kosten zal moe
ten dragen.
De verbetering, voor zoover daardoor grond inge
nomen of uit anderen hoofde den eigenaar schade
veroorzaakt wordt, zal bovendien niet zonder toe
stemming of medewerking van den rechthebbende op
den grond kunnen tot stand komen, tenzij bewezen
kan worden dat eene bijzondere verplichting om zoo
danige verbetering te gedoogen, op den grond rust.
Daar zich reeds moeilijkheden met een grondeigenaar
hebben voorgedaan, die zich verzette tegen eene hem
benadeelende verbreeding en verhooging van een pad
op kosten der gemeente, achten wij het niet ondienstig
u ook daarop te wijzen.
Benoemd tot voorz. van het waterschap Stop
peldijk c. a. C. Van E s b r o e c k tot gezworen
voor den polder Vierbannen van Duiveland B. G i 1 -
jam A z.tot lid van het dag. bestuur voor het
waterschap de Valkenissegeul P. Kakebeeke; tt
plaatsv. dijkgr. voor den Seydlitzpolder P. Wauters;
tot gezworen voor den polder Ooster- en St.-Jansland
C. S t r u y c k Dz.; tot gezworen voor den polder
Dreischor P. Goemans Jansz,
Practisch ervaren, physiek geschikte en bij voor
keur ongehuwde jongelieden, die: of het diploma heb
ben van civiel-ingenieur, bedoeld bij art. 61 der wet
van 2 Mei 1863; óf dat van architect of bouwkundig
ingenieur, bedoeld bij art. 62 der genoemde wet; óf
met goed gevolg hebben afgelegd het examen voor
opzichter bij den Rijkswaterstaat in Nederland, kunnen
ter beschikking worden gesteld van den Gouverneur-
Generaal van Ned. Indië om te worden benoemd tot
opzichter der 3e kl. bij den waterstaat en
de burgerlijke openbare werken daar te lande. Nadere
bijzonderheden bevat de St.-Ct. van Zaterdag.
De Zuiderzee-vereeniging hield Za
terdag te Amsterdam eon algemeene vergadering. De
heer C. Lely, ingenieur, chef van het technisch onder
zoek der vereeniging, hield daarbij eene uitvoerige
voordracht ter beantwoording der vragen lo. Waarom
is, voor de drooglegging der Zuiderzee, een nieuw
onderzoek noodig, en 2o. Wat is er te onderzoeken
Volgens het plan van den ingenieur zullen vermoe
delijk 4 indijkingen binnen de wellicht van Rijkswege
tot stand te brengen afsluiting worden uitgevoerd,
namelijk: lo. een indijking van het zuidwestelijk ge
deelte. 2o. een indijking van het zuidoostelijk gedeelte,
met behoud van een open stroombaan tusschen deze
en de vorige indijking, ter breedte van bijv. 1500
M. ten dienste der scheepvaart. 3o. een indijking van
het Wieringermeer. 4o. een indijking van den hoek
ten noordoosten van Urk, wanneer daar namelijk, zoo
als ondersteld wordt, vruchtbare gronden zijn.
De scheepvaart op de Zuiderzee is hoogst belang
rijk het is voornamelijk een binnonvaart tusschen
Amsterdam en de noordelijke en de oostelijke provin
ciën. Bij de Oranjesluizen is, wat het aantal schepen
betreft, het drukste verkeer van ons geheele land. In
1886 bedroeg het aantal in- en uitgevaren binnen
schepen aldaar ruim 85000. Voor elk ontwerp tot
droogmaking der Zuiderzee dient man daarom als
eisch te stellen, dat de scheepvaart onbelemmerd moet
blijven, zoowel gedurende als na de uitvoering. Spre
ker toonde aan, dat het door hem voorgestelde ont
werp daaraan voldoen zal. Van de Oranj kluizen is in
de richting Urk een open stroombaan gehouden, ter
breedte van 15 meter, die dus te bezeilen is. De be
langrijke vaart tusschen Amsterdam met den Ketel,
het Zwolsche Diep en den L?mmer, kan das geheel
onbelemmerd over bet binnenmeer, zoowel gedurende
als na de uitvoering, zonder sluizen plaatshebben. De
schepen, komende van Harhngen, zullen slechts een
schutsluis moeten passeeren om op het binnenmeer te
komen. De overige plaatsen zullen door ringvaartka
nalen of door dwarskanalen met het binnenmeer in
verband worden gebracht.
Na de rede van den heer Lely vroeg de heer De
Monchy of Zuiderzee-visschers niet groot nadeel van
de drooglegging zouden ondervinden en of droogma
king geen invloed zou hebben op den gezondheids
toestand.
De heer Lely antwoordde dat, ofschoon vele visschers
reeds thans de Noordzee bevisschen, deze quaestie nog
ernstig onderzocht wordt. Wat de hygièie betreft,
malaria kunnen tijdens de droogmaking en dan nog
slechts plaatselijk voorkomen^ zooals uit onderzoekingen