1888. N°. 60. Zaterdag 19 75sle jaargang. Bij dit nommer behoort een bijvoegsel. Een belangrijke redeneering. GOESCIIE Da uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. courant. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,- berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. Uithoofde van het PINKSTERFEEST zal a. s. Maandagavond geen nummer van dit blad verschijnen. (Slot.) Toetsen wij thans de denkbeelden omtrent eene betere regeling van het onderwijs door dr. Schaepman aangegeven aan de bekende zinsnede uit de openings rede, waarbij de regeering verklaart, dat zij het on derwijs als een voorwerp barer aanhoudende zorg be schouwt. Dr. S. wil «Ondersteuning van normaallessen, waardoor de opperheerschappij der kweekscholen wordt gefnuikt". Thans telt het land verschillende rijkskweekscholen en rijksnormaallessen. Inkrimping der eerste, teneinde tot eene uitbreiding der laatste te kunnen overgaan, zou wellicht niet slecht zijn, vooral omdat daarmede de jongelieden te plattenlande, die zich voor het on derwijs willen bekwamen en niet tot de kweekscholen worden toegelaten, zeer worden gebaat. Maar dit is natuurlijk niet de bedoeling van dr. S. Hij spreekt niet van ri//csnormaallessen, maar eenvoudig van nor maallessen, dus van particuliere inrichtingenm. a. w. hij wil de openbare inrichtingen tot opleiding van onderwijzers trachten te ontvolken ten bate van par ticuliere en daartoe de laatste subsidie geven. Ge tuigt dit soms vau aanhoudende zorg voor het openbaar onderwijs Esn einde maken aan de weelde van het onder wijzend personeel, niet ineens, voorgoed, maar ten minste vo«r een begin". Wat dr. S. hiermede bedoelt is niet recht duidelijk. In de eorste plaats klinkt het al zonderling, dat men «voor een begin" voorstelt ergens «een eind" aan te maken, maar bovendien welke weelde bedoelt da rede naar? Wil hij, de katholieke democraat, die als zoo danig de leer moet zijn toegedaan, dat de arbeider zijn looa waard is, dezen regel niet toepassen op de openbare onderwijzers Wil hij, door verlaging der tractementen, de onderwijzers verhinderen een fat soenlijken stand te voeren en hen terugbrengen tot vroeger tijden, toen het de meesten hunner zelfs aaa geld ontbrak om door aanschaffing van boeken hun kennis tt verrijken, waardoor langzamerhand de verworven kennis voor een goed deel teloorging en dus hun onderwijs in gelijke mate aan degelijkheid te wenschen overliet Of wel wil dr. S. het aantal onderwijzers verminderen? Maar dit denkbeeld is vrijwel in strijd met de ondersteuning van normaallessen, waardoor er meerdere van die inrichtingen zouden ontstaan en dus meerdere onderwijzers zouden worden gevormd. Hoe het zij, noch het een noch het ander getuigt voorzeker van aanhoudende zorg voor het openbaar onderwijs. c. Schoolgeldheffing tot eene wettelijke verplichting gemaakt en als voorwaarde gesteld voor het genot van het evenredig aandeel in de kosten van het open baar onderwijs uit 's Rijks kas". Daar dit ziet op de scholen voor kinderen van meer- gegoeden, kan daartegen geen ernstig bezwaar rijzen, tenzij het schoolgeld zoo hoog werd gesteld, dat de burgerman" zijno kinderen niet van die school zon kunnen laten profiteeren. Dan toch zouden diens kin deren moeten verhuizen naar de school voor min vermogenden, waar zij feitelijk niet tehuis behooren of er zou een nieuwe klasse van scholen moeten wor den geschapen, wat zeker niet tot bezuiniging zou leiden. Trouwens er zijn in ons lani niet veel scholen voor meergegoeden, waar kosteloos onderwijs wordt gegeven d. «Ondersteuning van het bijzonder onderwijs door subsidiën of rastitutiën, en meer bepaaldelijk bekosti ging van de bijzondere armenscholen uit openbare kassen." In dit artikel wordt zoo duidelijk de strijd aange bonden tegen het openbaar onderwijs, dat het wel overbodig mag heeten er nader op te wijzen, dat daar uit alles blijkt, behalve «aanhoudende zorg voor het openbaar onderwijs." Bovendien zou uit de toepassing van dit beginsel een zoodanige verhooging van uit gaven volgen, dat nimmer zou kunnen worden voldaan aan die andere belofte uit de openingsrede«vermeer dering van uitgaven tegen te gaan en streven naar bezuiniging." Wanneer dit denkbeeld van dr. S. werd verwezenlijkt zou bij de ontvangst van het belasting biljet «de levendige begeerte, dat bij de regeling van h6t volksonderwijs rekening worde gehouden met het Christelijk bewustzijn" wel eens een spoedige» dood kunnen sterven, nog verhaast door de onder a ge noemde ondersteuning aan normaallessen, die ook de noodige uitgaven met zich zou brengen. e. «Regeling der examens, waardoor tevens een eind wordt gemaakt aan de bureaucratie." Bij dit punt hangt alles af van de te maken rege ling en hierover valt dus zonder nadere omschrijving weinig te zeggen. En eindelijk f. «Onderscheid maken bij het examen tusschen de onderwijzers voor het platteland en voor de groote steden." Dit is wel het meest verderfelijke denkbeeld, dat ooit van anti-liberale zijde tegen de volksontwikkeling is geopperd. Waarom zou men op het platteland minder bekwame onderwijzers want dit is natuurlijk de bedoeling van het artikel behoeven dan in de stedtn? Hebben de boeren niet evengoed recht erop tot dege lijke, ontwikkelde menschen gevormd te worden als de stedelingen Moet niet ieder Nederlander evenzeer in de gelegenheid zijn om zich eene gelijke mate van elementaire kennis te verschalen Wat anders kan achter dit denkbeeld verscholen liggen dan de platte landsbewoners in ontwikkeling te doen stilstaan en daardoor eene meerderheid te behouden, die door domheid een willig werktuig vormt in de handen van de geestelijke leiders Zijn de antirevolutio nairen en katholieken zoozeer overtuigd, dat slechts de mindere ontwikkeling van het meerendeel der kie zers hun de zege heeft doen behalen bij de stembus, dat zij daarom het platteland op het punt van onder wijs nog stiefmoederlijker willen bedoelen dan thans Doch welke geheime bedoeling ook achter dit be ginsel moge zijn verscholen, in verband met de belofte in de openingsrede afgelegd, vragen wij alweder: Kan ooit het stellen van mindere eischen aan het onder wijzend personeel samengaan met den plicht om «het openbaar onderwijs te beschouwen als een voorwerp van aanhoudende zorg Wat is nu waar Is de rede van dr. S., ook ten opzichte van het onderwijs eene toelichting op de openingsrede? Ja of neen? Is zij het wel, dan heeft de regeering in hare openingsrede van i Mei jl. een ander beginsel verkondigd, dan zij voornemens is in toepassing te breDgen en heeft zij als het ware met een lengen op de lippen hot bewind aanvaard. Maar esn zoodanige gedachte koesteren wij niet van dhr. Mackay, niettegenstaande zijn amendement van 1886. Wij zien in zijne verklaring omtrent het open baar onderwijs iets anders, iets meer dan eene over tollige herinnering aan den plicht, die hem door de Grondwet is opgelegd. Wij verwachten van hem een veel bezadigder optreden dan dr. S. ons doet vermoeden; wij verwachten, dat hij met bedaardheid er naar zal streven om de onderwijsquaestie tot aller bevrediging optelossen, eene taak waarbij ongetwijfeld de liberale partij hem haren steun niet zal onthouden. Wij worden in die goeie verwachting versterkt door hetgeen Woensdag de Standaard schreef over de ver houding der gauche tot het nieuwe Kabinet. Dr. Kuy- per tracht daarin op alle manieren zijn spijt erover te verbloemen, dat de gauche in het ministerie zoo schaarsch is vertegenwoordigd. En hoewel hij het wil doen voorkomen alsof de onderlinge verhouding der verschillende deelen der rechterzijde niets te wenschen overlaat, eindigt hij toch zijne beschouwing mot deze merkwaardige woorden «Ze", de gauche, «heeft met sympathie te steunen, maar ook onverbiddelijk den toets der beginselen aan te leggen". «Ze zal in haar critiek van de regeerings-voorstellen en regeerings-maatregelen zoo zacht, meêgaande en toe geeflijk zijn, als die beginselen slechts even gedoogen maar geen oogenblik mag ze uit het oog verliezen, dat als dit Kabinet tot het verleden zal behooren, de Antirevolutionaire partij blijft en haar taak heeft voort te spinnen". «Ze komt er voor uit en ze verheelt het niet, dat dit Kabinet der Rechterzijde nog iets anders is, dan wat we van een Antirevolutionair Kabinet hopen zouden. Maar juist daarom baart het haar geen moeilijkheid en kost het haar geen verkropte teleurstelling, om tegelijkertijd èn voor dit Kabinet der Rechterzijde in de bres te springen, èn meteen indachtig te blijven aan haar roeping als Antirevolutionaire partij Hieruit mag worden afgeleid, dat het program van actie, dat vóór de verkiezingen werd vastgesteld en dat meer bevrediging van de wenschen der gauche dan van die der droite behelsde, voorloopig wel zal blijven rusten. Een Kabinet-Mackay, dat volgens de eigen verklaring van dr. Kuyper niet eens een antirevolutionair Kabinet is, komt ons niet zoo gevaarlijk voor. Welke eischen dr. K. aan een Kabinet stelt om werkelijk antirevo lutionair te mogen heeteD, blijkt niet, maar, in verband met wat hij vroeger over razende Rolands schreef, is de veronderstelling gewettigd, dat er daartoe te weinig van die soort van menschen in het ministerie zitting hebben. Wij wenschen intusschen den premier geluk, dat hij daartoe niet behoort, al moet hij daar door den hem lief geworden titel van «antirevolutio nair" prijsgeven en zich tevreden stellen met tot de rechterzijde gerekend te worden. Indien hij zich maar, ondanks den hier en daar doorstralenden drang van dr. Kuyper en dr. Schaepman, verre houdt van de razende Rolands, dan zal het hem aan steun van gematigd liberale zijde niet ontbreken en wellicht vindt hij aan dien bant nog eenmaal een handiger en meer waren pleitbe zorger voor zijne beginselen, dan dr. S. was bij het houden van zijne «belangrijke redeneering". Want dan zal het ministerie-Mackay slechts eene taak ver vullen, die ieder ander Nederlandsch ministerie, van welke kleur ook, op dit oogenblik in 's lands belang zou moeten ter hand nemen, en die door de liberalen reeds gedeeltelijk zou vervuld zijn indien men hun het regeeren niet onmogelijk had gemaakt. En hoe wel de vraag dan zou kunnen rijzenwaartoe zulk eene ontzettende beweging vooral van antirev. zijde vóór de verkiezing de liberalen zullen ongetwijfeld doen blijken, dat het hun, afgescheiden van politieke berekening, niet om de personen der Ministers, maar alleen om het belang des lands in verband met da eischen des tijds te doen is. In het tegenovergestelde geval zullen de liberalen ongetwijfeld evenzeer op hun post zijn. GOES, 18 Mei 1888. Bij het vertrek van H.H. M.M. den Koning en de Koningin met Prinses Wilhelmina naar het Loo was de belangstelling onder de ingezetenen gisteren buitengewoon groot, om vooral onzen Koning, die zich sedert zijn terugkeer in de residentie en de jongste ongesteldheid niet in het openbaar vertoond had, te zien. Óp iedereen maakte het uiterlijk van Z. M. den indruk, dat de Koning zich wel bevindt. Met bedaarden, niettemin vasten tred, schreed Z. M., met zijn dochtertje aan de hand en gevolgd door de Koningin, naar den koninklijken salonwagen, welke precies ten 9 u. 40 min. afreed. Teneinde het rijtuig, waarmede Z. M. zich naar het station begaf, voor stooten te vrijwaren, waren de straatweg en trambaan grootendeels met zand bestrooid. De Koninklijke familie is te 11 u. 40 m. op het Loo aangekomen. Men schrijft uit Middelburg aan de N. R. Ct.: «Het officiëele programma van het op Maandag en Dinsdag a. s. alhier te houden festival is als volgt samengesteld Maandag 21 Mei. Ontvangst der deelnemende ge zelschappen aan het station, d« stoombarge en de los- kaa:, door het bestuur van «Excelsior", des morgens ongeveer half tien Het muziekkorps der dd. schutterij zal bij deze ontvangst de honneurs waarnemen en de aankomende gezelschappen met muziek begroeten. Te elf uur verzameling der deolnemende gezelschappen nabij het »C\fé Royal" en opstelling van den stoet. Te half twaalf muzikale promenade door de stad. Op de Markt zal de stoet worden ontbonden, en zullen de ver schillende gezelschappen, begeleid door hh. commissa rissen, zich naar de hun respectievelijk aangewezen café's begeven. Te een uur aanbieding van den eere wijn aan heeren directeuren en beschermheeren in de kegelbaan welke geheel belangloos is afgestaan en kosteloos versierd wordt op de Markt. Te half twee uur, uitvoering van den feestmarsch «Souvenir de Middelbourg" en défilé door al de deelnemende ge zelschappen, op de Markt, onder hoofd-directie van den heer Scholtens, kapelmeester der dd. schutterij alhier. Deze marsch (pas redoublé) is expresselijk voor dit feest gecomponeerd door den heer M. J. II. Kessels, directeur en uitgever van La Harpe te Tilburg. Hierna herhaling der muzikale promenade. Op het Molenwater aangekomen, zal de stoet zich splitsen, en de eene helft doorgaan naar den Buitentuin, terwijl da andere helft voor den schouwburg zich zal ontbinden, om in de muziektent op het Molenwater de beurten te ver vullen. Te half drie uur aanvang der muziekuitvoering in de respectievelijke muziektenten in den Buitentuin en op het Molenwater. 2. Hierna: Bekrooning met den eere-prijs voor de schoonste banier in den Buitentuin. (Al de aanwezige banieren zullen eenigen tijd te voren aldaar worden tentoongesteld en het oordeel hieromtrent aan eene daarvoor aangezochte bekwame jury worden overge laten), en toekenning van de eere-medaille voor het gezelschap met het grootst aantal werkende leden. Daarna vereeniging dar verschillende gezelschappen op de Merkt, waar in de kegelbaan de verloting der pre- miën en uitreiking der medailles zal plaats hebben. Na afloop hiervan uitgeleide der vertrekkende korpsen door heeren commissarissen. Te 8 uurGroot concert in het Schuttershof, te geven door de gunstig bekende Harmonie Orpheus" van Tilburg, directeur da heer J. L. Kroes. (Dit gezelschap werd verleden jaar op het concours te Nijmegen bekroond in de hoogste afdeeling). Dinsdag 22 Mei vereeniging met d 3 handboogsohut- terij «ie Eensgezindheid", groot concours met dan handboog naar de Doelen, te houden in da sociëteit «Pax Intrantibus", op het Zand (nabij Middelburg). Des morgens half tien uren ontvangst door de besturen van «Excelsior" en «de Eensgezindheid", der mede dingende handboogschutterijen aan het station en de stoombarge. In optocht zullen deze schutterijen, voor zien van hunne banieren en voorafgegaan door een muziekkorps, zich begeven naar genoemde sociëteit. Te half twaalf uren aanvang van het concours, 's Na middags te twee ureu muziekuitvoering in den tuin van «Pax Intrantibus". Tot sluiting der feesten Dins dag (3en Pinksterdag) des avonds te half acht uren, in den fraai verlichten tuin van het Schuttershof, groot volksconcert, waarna een schitterend vuurweik zal worden afgestoken, vervaardigd door den kunstvuur- werkmaker, den heer P. J. L. Hendrickx, te Antwerpen." Van de werf der firma P. Boele Pz. te Slikker veer, werd Woensdag met goed gevolg te water ge laten de voor rekening der heeren C. Noels en Co. te Hansweerd gebouwde ijzeren schroefsleepstoomboot «Hansweert", waarvoor machine en ketel zijn vervaar digd aan da fabriek van den heer II. J. Koopman te Dordrecht. In de Woensdagavond te Middelburg gehouden vergadering der liberale kiesvereeniging «Eendracht maakt macht" is ter vervanging van den voorzitter mr. E. Fokker, die aan de beurt van aftreding en niet herkiesbaar was, benoemd de heer mr. W. A. Van Hoek. Allen die het diploma van landbouw kundige wenschen te verkrijgen ea zich daartoe willen onderwerpen aan het a. s. eindexamen der rijks landbouwschool, worden uitgenoodigd zich uiterlijk vóór 15 Juni e. k., onder overlegging hunner geboorte akte en met nauwkeurige opgave van hun adres, aan te melden bij den voorzitter der commissie, dr. W. B. J. Van Eyk, inspecteur van het middelbaar onder wijs te 's-Gravenhage. Staats-Ct De inspecteurs van het geneeskun dig staatstoezicht zijn tegen het einde dezer maand aan het departement van binnenlandsche zaken opgeroepen tot eene algemeene vergadering. Tal van belangrijke punten en rapporten zijn aan de orde ge steld, zooals het onderzoek betreffende het drinkwater in Nederland, de voortzetting van de enquête naar den toestand van fabrieken en werkplaatsen, verkoop van vergiften, hulp bij spoorwegongelukken, maatregelen tegen gesalicyleerd bier, botervervalsching, kindersterfte en sterftestatistiek in het algemeen, hypnotisme, enz. Het voorstel van de heeren De Savornin Loh- man en Schaepman tot wijziging van het Reglement van' Orde der Kamer is in de af- deelingen onderzocht. Naar men verneemt, is het door verreweg de meerderheid der leden zeer ongunstig ontvangen. Scherp bezien, blijken de veranderingen, die de heeren voorstellen, geenszins verbeteringen te zijn. Zij, die den gang der zaken van ouds en van nabij kennen, voorzien, dat men met die veranderingen van kwaad tot erger zou komen, en dat de weg ge baand zou worden tot een schromelijk obstructionisme. Benoeming eener^.commissie tot het voorbereiden der herziening schijnt wenschelijk, tenzij da rapporteurs over dit voorstel hunnerzijds met een plan mochten voor den dag komen, dat aannemelijker ware, Da afgevaardigde van Schoterland heeft in de Tweede Kamer verklaard, dat zijn interpellatie gelukt was. Hij had eene noodwet gevraagd: de Regeering had geantwoord dat die niet zoo spoedig komen zou. «Hij weet dus welke zijne houding in deze moet wezen." Da interpellatie moest alzoo strekken om aan den heer Domala Nieuwenhuis zijn gedragslijn voor te schrijven; nu hij die kent, acht hij ze gelukt. Het was dus daarvoor alleen, dat hij den toestand in de venen ter sprake bracht. Die onbestemde bedreiging: «dan weet ik wel wat ik doen zal" moge bij ruzie een bekende manier zijn om den aftocht te dekken, in de staatkundige wereld passen die zinledige woorden niet. En als dit voor den heer Domela Nieuwenhuis het eenige resultaat der interpellatie is, dan achten wij ze voor hem totaal mislukt, want het bewijs werd er door geleverd, dat hij niet berekend was voor hetgeen hij ondernam, daargelaten nog dat hij vau verschillende zijden op zijne plaats werd gezet. (Arnh. Ct.) Naar Int Dagblad van vertrouwbare zijde ver neemt, is het bericht, volgens hetwelk de zending der heeren Tak Van Poortvliet en Hofstede te Berlijn zou zijn geslaagd, geheel ongigroni. Heien rectificeert het blad deze raededeeling echter in zooverre, dat de Duitsche regeering wat Berlijn be treft heeft to3gegeven, doch de tiestand, wat Bremen en Hamburg aangaat, wordt gehandhaafd. Ook het Vaderland deelt mede, dat voor de voor- loopig reads vastgestelde zomerdienstregeling niet af-

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1888 | | pagina 1