1888. N*. 28.
Zaterdag 3 Maart.
75sle jaargang.
Jhr mr. W. SIX,
Bij dit noiumer behoort een bijvoegsel.
Wien zult ge kiezen?
Jhr rnr. W. SIX,
JULES VOGELVANGER,
GOESOIE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en) Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 45 regels 50 cent, elke regel meer 10 eent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht*
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,- berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct»
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regeL
Nog slechts enkele dagen en het gewichtige
oogenblik is daar, waarop de kiezers van Neder
land, in veel grootereti getale dan ooit te voren,
zullen uitspraak doen over de wijze, waarop ons
land zal worden bestuurd. Inderdaad, die uitspraak
zal over veel beslissen, want van haar hangt het
af of de wetten en instellingen, die in een bijkans
veertigjarig tijdvak met zooveel zorg en moeite,
ten spijt van den meest halsstarrigen tegenstand
van het drievoudig verbond van conservatieven,
katholieken en antirevolutionairen, door de liberalen
zijn gemaakt en gesticht, zullen blijven gehand
haafd, verbeterd en in vooruitstrevende» zin zullen
worden voltooid, dan wel of zij door hen, die
haar steeds hebben belaagd, zullen worden ver
nietigd Met andere woorden: Op Dinsdag 6 Maart
1888 zal worden beslist of het tijdvak van 1848
tot 1888 uit onze parlementaire geschiedenis zal
worden weggevaagd, dan wel of het zal blijven
het fundament, waarop de schoonste instellingen
van den nieuweren tijd en die yan de toekomst
zullen blijven gegrondvest.
Wij behoeven thans niet meer terug te ko
men op hetgeen Nederland te danken heeft
aan de Grondwet van 1848 en de wetten, die
daarvan het uitvloeisel zijn geweest. Het is ge
noeg te weten, dat, hoe goed die Grondwet ook
was, zij geene eeuwige instelling is gebleken en
dus in den loop der tijden de noodzakelijkheid
van hare herziening steeds duidelijker aan den
dag is getreden.
Dit begreep ook onze Koning Willem III, die
als een der belangrijkste punten van zijn regeerings-
program, toen hij op 12 Mei 1849 als Koning
werd gehuldigd, beschouwde de uitvoering van de
toen pas vastgestelde Grondwet. Juist omdat onze
Koning doordrongen was van de waarheid, dat
andere tijden andere eischrn stellen, en dat dus
de Grondwet van 1848 in 1883 niet meer de
hoeksteen kon zijn van ons staatsgebouw, be
noemde hij den II den Mei van laatstgenoemd
jaar eetie staatscommissie, aan welke hij opdroeg
jte onderzoeken van welke bepalingen der Grond
wet herziening noodzakelijk en raadzaam was" en
met die benoeming was de eerste daad verricht
van den belangrijken arbeid der Grondwetsherzie
ning, die vier jaren later, in 1887, haar beslag
kreeg.
De geschiedenis der herziening is aan de oude
kiezers natuurlijk wel bekend. Voor de nieuwe
kiezers diene het volgende ter toelichting.
Toen in het voorjaar van 1886 de openbare
behandeling der herzieningsontwerpen in de 2e
Kamer een aanvang namen en zoowel de regeering
als de liberale partij dezen arbeid bij het begin
wilden beginnen, wisten de anti-revolutionaire en
katholieke kamerleden het door te drijven, dat
hoofdstuk X (onderwijs) het eerst zou worden be
handeld. Zonder eene wijziging van dat hoofdstuk
toch, eene wijziging natuurlijk in hun geest en
dus met opheffing van de openbare Staatsschool,
wilden hij tot geene Grondwetsherzie
ning medewerken en toen zij in dezen hun
zin niet konden doordrijven spraken zij hun //iion-
possuraus" (wij kunnen niet) uit.
Maar Koning Willem III wilde niet, dat de
herziening der Grondwet zou blijven rusten, tenzij
zijne onderdanen daartoe uitdrukkelijk den wensch
te kennen gaven Hij deed derhalve door ont
binding der Kamer een beroep op zijn volk en
schitterend werd zijne verwachting bewaarheid,
doordien toenmaals de liberale partij, die niet hare
medewerking aan den Koning had geweigerd, ver
sterkt uit de stembus te voorschijn kwam. Met
die nieuwe Kamer nam de regeering andermaal
den herzieningsarbeid ter hand en ditmaal met
gunstiger resultaat. De herziening kwam tot stand
en al heeft de liberale partij ter wille van het
gemeen overleg nog menige barer wenschen moeten
opgeven, het valt niet te ontkennen, dat de nieuwe
Grondwet hoofdzakelijk haar werk is, behoudens
natuurlijk de eer, die daarvan aan den Koning
en zijne regeering in de eerste plaats toekomt.
Een der voornaamste vruchten, die het Neder-
landsche volk van de nieuwe Grondwet al aan
stonds plukt, is de uitbreiding van het kiesrecht,
waardoor een zeer versterkt kiezerscorps nu a. s
Dinsdag naar de stembus zal optrekken. De vraag,
die thans ieder kiezer zich heeft te stellen, is deze:
Zal ik, nu ik geroepen ben, door het
kiezen van een vertegenwoordiger mij
dankbaar toonen voor de nieuw ver
kregen rechten en dus steunen de
partijdie mij naast den Koning die
rechten gafof zal ik medewerken om den
met zooveel moeite tot stand gebrachten arbeid
zoo spoedig mogelijk ongedaan te maken door aan
de anti-liberalen de meerderheid te helpen ver
schaften.
Want inderdaad dit is de vraag. De anti-revo
lutionaire en katholieke partijen, di» slechts ge
dwongen hunne goedkeuring aan de herziening
verleenden, kunnen aan de nieuwe Grondwet geene
uitvoering geven. Dit blijkt dan ook daaruit, dat
de antirevolutionairen reeds weder eene nieuwe
herziening in hun program voeren. Wel een bewijs
dat zij gevoelen, dat de uitvoering van
de nu gemaakte bepalingen hun taak
niet zijn kan
Wat zal er bovendien van eene nieuwe her
ziening komen, wanneer de rechterzijde de meer
derheid mocht verwerven Immers niets. De anti
revolutionairen, die zeggen haar te willen, zijn
daartoe te zwak Hunne bondgenooten, de Katho
lieken, willen haar niet, de liberalen natuurlijk
evenmin. Slechts op oen punt zou misschien de
Katholieke partij tot herziening willen medewer
ken, namelijk tot wijziging van het onderwijs
artikel en zoo blijkt derhalve, dat, wordt de
rechterzijde meerderheid, weder alles zal worden
opgeofferd aan dien onzaligen schoolstrijd
die nu in Nederland reeds zooveel jaren de ge
moederen heeft in beweging gebracht en die
iedere verbetering in onze wetgeving heeft tegen
gehouden den strijd, waarbij de vernietiging
van de openbare staatsschool het doel der ver
bonden anti-revolutionairen en Katholieken is en
waarbij deze van geen minnelijke schikking willen
weten; den strijd, waarvan dhr. Lobman zelf
in de Standaard van 21 April 1886 heeft ge
tuigd, dat zij (de anti-revolutionairen) 9,di*n
niet mogen opgeven, maar diezoo
God het niet verhoedtons land ten
verderve voert99
Alzoo strijd, eeuwige strijd, desnoods tot Ne
derland erin ten ondergaatziedaar de politiek
van jhr. Lobman. Strijd tegen de openbare school,
strijd ook tegen de Ned. Herv. Kerk Hij, die
zegt optekomen voor //de eere onzes Gods" ver-
langt den godsdienst tot een strijdleus op maat
schappelijk en kerkelijk gebied
Men heeft het weder gezien in de kerkelijke
qnaestie te Leiderdorp hoe ook daar, tegen de
meening van het O. M. in, de synodale partij
is in het gelijk gesteld. Wel een bewijs, dat
hel streven van jhr. Lohman en zijne doleerende
medestanders in strijd is met recht en billijk
heid En wat zal nu het gevolg zijn, wanneer
hij en zijne bondgenooten in de Kamer de meer
derheid hebben? Immers dit, dat zij met de
Katholieken, die zich in stilte verheugen over de
tweedracht in de Protestantsche kerk, den band,
die Kerk en Staat verbinden, losmaken en de
Ned. Herv. kerk ten prooi geven aan drijvers
die meer belust zijn op eigen heerschappij dan
op hel behoud onzer aloude Hervormde kerk.
Geen rechtgeaard protestantlidmaat van onze
Ned. Herv. kerk, mag en kan daarom aan Lohman
zijne stem geven. Wie zijne kerk liefheeft mag
de macht niet versterken van hen, die den grooten
broederband welke thans de Ned. Herv. kerk
saamhoudtwillen losmaken en daardoor de kerk
te gronde richten.
Dit heeft men in verschillende deelen van ons
land begrepen. Zal men het in ons district,
waar schier geen doleerenden zijn, over het hoofd
zien? Wij, kunnen het schier niet gelooven, maar
dan is men ook verplicht de candidatuur te
steunen van
den man, die op staatkundig gebied liberaal is
en op godsdienstig gebied een trouw aanhanger
zijner kerk, waarom hij thans van anti-rev. zijde
wordt geschimpt als te zijn een man „die te
veel pvaat met twee monden."
't Is inderdaad opmerkelijk, dat zij, die voort
durend ijveren voor scheiding van Kerk en Staat,
maar niet willen hooren van scheiding van gods
dienst en staatkunde. Maar zij weten wel, dat
met die scheiding al hunne theoriën in duigen
vallen.
Gelukkig begrijpt Jhr. Mr. W. SIX de zaak
beter. Hij, een zeer kerkelijk en zeer godsdien
stig man, hij gevoelt, dat zijne geloofsbeginselen
hem niet in den weg staan om de liberale poli
tiek aantehangende politiek van eerlijkheid en
billijkheid, ook daaruit blijkende, dat zij tracht
op verschillend gebied den vaak onevenredigen
druk op dc lagere klassen wegtenemen.
Wij behoeven na den brief, dien Jhr SIX aan
de kiesvereeniging //Goes" zond en waarin hij in
het algemeen zijne denkbeelden blootlegde, zoodat
ieder kan zien, wat men van hem te wachten
heeft, niet uitvoerig meer bij zijne beginselen
stil te staan
Het is genoeg te wijzen op het schoon en
werkzaam leven, dat Jhr. SIX achter zich heeft,
om een ieder te doen beseffen, dat hij een sieraad
onzer nieuwe volksvertegenwoordiging zal zijn.
Jhr mr W. SIX is een ernstig en zeer be
kwaam man. Als referendaris aan het ministerie
van Koloniën heeft hij steeds blijk gegeven van
groote scherpzinnigheid en bekwaamheid.
Op staatkundig en oeconomisch gebied liberaal
is hij tevens rechtzinnig protestantmaar geens
zins een drijverzooals hij o. a toonde door de
onpartijdige uitvoering van de schoolwet van 1878,
waarmede hij niet volkomen instemde, maar die
hij als minister, zooals zijn plicht wasgetrouw
uitvoerde Op dit gebied is hij een man als wijlen
zijn oom mr. V d. Bruggen, die, orthodox-gere
formeerd. in 1857 brak met Groen en de schoolwet
van dat jaar tot stand bracht.
Jhr. m. W. SIX doorliep de betrekkingen van
commies aan het ministerie van Binneulandsche
Zaken, referendaris aan dat van Koloniën, secretaris,
later wethouder van de gemeente 's-Gravenhage,
Commissaris des Konings in Zeeland en minister
van Biunenlandsche Zaken. Hij heeft derhalve een
loopbaan achter zich, die hem op verschillend
gebied gelegenheid heeft gegeven staatsmansbe
kwaamheid op te doen, terwijl hem als oud
commissaris in deze provincie de belangen van
ons gewest volkomen bekend zijn en de behar
tiging er van met vertrouwen in zijne handen
kan worden gesteld.
Wij kunnen het bij dit weinige ter aanbeveling
van Jhr. mr. W. SIX laten Ons dunkt, dat de
liberale partij in het hoofdkiesdistrict Goes eene
zeer gelukkige keuze heeft gedaan, Waar boven
dien die candidatuur met groote eenstemmigheid
is gesteld, koestereu wij hoop, dat de liberalen
het ditmaal bij de stembus zeer ver zullen brengen
Wij hopen daarbij echter op den steun van alle
goedgezinden. Een ieder doe thans zijn keuze
tusscheu Lohman, die den schoolstrijd wil voort
zetten en wil bezigen als middel van beroering,
en jhr. SIX. den man, die zelf getuigt een ge
schikt middel te willen aangrjpendat tot ver
zoening leidt. De keuze kan niet moeielijk zijn
De kiezers van het hoofdkiesdistrict <2 o e s.
die werkelijk oplossing van den schoolstrijd wen
schen en die met onzen candidaat van oordeel
zijn dat het mengen van den godsdienst in de
staatkunde is een misbruiken van hetgeen niet
is van deze aarde om aardsche doeleinden te
bereiken, zij stemmen op Dinsdag 6 Maart a s.
oud-secretaris en oud-wethouder der gemeente
's-Gravenhage, oud-referendaris aan het departement
van Koloniën, oud-Minister van Bin nenlandsclie
Zaken en oud-Commissaris des Konings in Zeeland.
Tot het hoofdkiesdistrict Goes behooren
thans de gemeentenGoes, Wemeldinge,
KattendijUe, Kloetinge, 's-Gravenpolder, 's-Heev Abts-
kerke, 's-IIeer Arendskerke, Rinkenszand, Wolferts-
dijk, Arnemuidon en voorts al de gemeenten van de
eilanden Noord-Bevebnd, To'en en St. Filipsland.
Wij behoeven hieraan maar weinig toetevoegen
ter aanbeveling van den heer JULES VOGEL
VANGER als candidaat voor afgevaardigde van
het hoofdkiesdistrict Klontvuisse
Wat men van de liberale partij te wachten
heeft weet men en daarmede is ook gezegd
wat dhr VOGELVANGER in de Kamer zal
doen Als grondbezitter en Voorzitter der afdee-
ling Hulst van de Zeeuwsche maatschappij tot
bevordering van landbouw en veeteelt mag van
hem met grond verwacht worden, dat de belangen
van den landbouw in hem een krachtigen steun
zullen verwerven.
'i Is waar, de kansen voor de liberalen zijn
in het district Hontenisse niet groot. Toch dient
alle kracht ingespannen te worden, opdat men
voor het vervolg wete over welk stemmental men
te beschikken heeft.
Wij wekken daarom alle kiezers, die tot het
district Hontenisse behooren en die bereid zijn zich
onder liberale vlag aaneentesluiten, ten zeerste
op om voor dat district op Dinsdag a. s.
hun stem uittebrengen op den heer
grondeigenaar en voorzitter van de afdeeling Hulst
van de Maatschappij tot bevordering van landbouw
en veeteelt in Zeeland.
Tot h^t hoofdkiesdistriet HONTENISSE
b-'hooren d* gemeenten Baarland, Ellewouds-
dijk, OuieDnde. 's Heerenhoek, Hoedekenskerke, Ove-
znnd, Nisse, Driewegen, Borsele, Kapella, Iarseke,
Krabbendijke, Kruiningen, Schore, Waarda, Rilland-
Bath, Hontenisse, Ossenisse, Graauw en Langendam,
Hengstdijk, Stoppeldijk, St. Janstejn, Klinge, Hulst,
Overslag, Zuiddorpe, Koewacht en Boscbkapelle.
GOES, 2 Maart 1888.
Dr. Hagen nit Leiden vervulde gisteravond
le laatste spreekbeurt in de Goesche afdeeling van
den Nederlandschen Protestantenbond. In eene keurige
mprovisatie ging hij het streven der profeten na uit
een bijbelsch en een historisch oogpunt, schetste hunne
verhouding tot hun volk en den goeden invloed, dien
zij op de beschaving en de ontwikkeling van het gods
dienstig leven hebben uitgeoefend Na bij verschillende
prof ten te hebben stilgestaan, kwam de spreker ein-
de'ijk tot Jezus, den grootsten profeet, wiens leven en
streven hij uitvoeug uiteenzette.
Daarna deed hij zijn hoorders opmerken het onder
scheid tusschen de profeten en de priesters en schrift
geleerden. Waar deze den godsdienst willen knellen
in een vorm van leerstellingen of hem willen binden
aan de geschreven letter, daar streeft de profeet naar
de vrije ontwikkeling van het godsdienstig leven. Hij
gevoelt zich geroepen tot de taak, die hij geheel vrij
willig op zich neemt, omdat hij begrijpt, dat aan
kweeking van godsdienstzin alleen kan leiden tot
veredeling en beschaving van den mensch.
In dien zin kan en moet ieder een profeet zijn
en de begaafde spreker eindigde dan ook met een
krachtig, opwekkend woord om ieder in eigen krirg
een prof-et te willen zijn tot opwekking van gods
dienstig leven, opdat de mensch steeds beter en edeler
worde, steeds meer nabij keme het groote voorbeeld
van waarh *id en liefde, dat ons allen is gegeven.
Middelburg. De maand Februari heeft 2ich dit jaar
door eene buitengewone sterft- in deze stad geken
merkt. Bedroeg het getal sterfgevallen in diezelfde
maanden van het jaar 4885 20 in 4 886 30. in 4887
32. dit jaar bereikte dit het hoog* cijfer van 55. t«rwijl
er a'hier volstrekt geen epidemische zi-kten heerschen.
Het zijn meest bejaarde personen, waarop de strenge
winter een grooten invloed uitoefent.
Middelburg. Vermits de heer A. baron Schim-
melpenninck Van der Oye van Nijenbeek
voor de hem door de R. C. kiesvereeniging alhier aan
geboden candidatuur heeft bedankt, is die vereeniging
tegen hedenavond tot het stellen van eene aoderen
candidaat bijeengeroepen.
Bij kon. besluit is benoemd in de prov. Zeeland
bij het 4e bat. tot maj.-comm. A. Lantsheer,
thans 2e luit.
Bij kon. besluit is, met ingang van 45 Maart,
benoemd tot directeur van het rijkitelegraafkantoor
te Middelburg R. L. Jansen, thans directeur van
een der rijkstelegraafkantoren.
Icrseke. Gisternamiddag trad alhier de heer J. J.
Pompe van Meerdervoort te Goes, daartoe
door den hoer Liban en andere kiezers uitgenoodigd,
voor een goid bezette zaal op, ora zijne gevoelens over