N°. 24.
Donderdag 23 Februari.
75sle jaargang.
I
LIBERAAL.
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75,
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen enf Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 c«nt, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechte
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 et.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Een inzender" verzocht ons in ons vorig nommer
in eene voor ieder duidelijke taal naar waarheid uiteen
te willen zetten, wat «liberaal" eigenlijk beteekenten
Wit de liberalen omtrent «godsdienst" zijn toegedaan.
Wij zullen trachten in het kort nan dit verzoek te
voldoen, al moeten wij beginnen met de verklaring,
dat de beantwoording der gestelde vragen juist niet
gemakkelijk is. Niet omdat ons niet duidelijk voor
den geest staat, wat men onder het woord «liberaal"
beeft te verstaan, maar wel omdat zich in den loop
der tijden langzamerhand schakeeringen in de liberale
partij hebben voorgedaan, die thans elkander den naam
van liberalen betwisten.
Het woord, dat in het Nederlandsch de beteekenis
van het woo> d liberaal het beste weergeeft of althans
als gelijkluidend daarmede beschouwd wordt, is het
woord vrijzinnig en diensvolgens zou men de liberalen
ook vrijzinnigen kunnen noemen. Wat wordt nu met
dat woord bedoeld Ter beantwoording van die vraag
is een terugblik nood g op den toestand der maat
schappij, zooals die veis eeuwen geleden was en op de
wijze hoe langzamerhand daaruit de tegenwoordige
toestanden zijn geboren.
Toen vele eeuwen geleden do menschen nog in het
geheel geen onderwijs genoten en zelfs vele vorsten en
koningen beter het zwaard dan de p*n wisten te han-
teeren, waren de geestelijken (allen roomsch-kathohek
natuurlijk) nagenoeg de eenigen, die meer wetenschap
pelijk waren ontwikkeld; en toen er eenmaal spiake
was van onderwijs te geven, lag het in den aard der
zaak dat de scholen bestuurd werden door geestelijken,
die daartoe veelal hunne opleiding in de kloosters ont
vingen. Een natuurlijk gevolg van de meerdere ont
wikkeling van de priesters en monniken was, dat deze
grooten invloed kregen en behielden op de regaerende
personen en daardoor op het staatsbestuur. Eerst nadat
het volk zelf langzamerhand meer ontwikkeld werd
en vooral na de kruistochten, toen andere landen
waren bezocht en handel en scheepvaart waren toe
genomen, werden de menschen wakker en begrepen
velen, dat men een zeer geloovig en goed Christen
zijn kon zonder zich in alles naar de raadgevingen
der geestelijkheid te schikken. Deze meenii g won te
meer veld, toen Luther en anderen het volk de oogen
openden voor de misbruiken, die in den loop der tijden
in de katholieke kerk waren ingeslopen. Onder hen,
die zich aan de leiding der geestelijkheid onttrokken,
behoorden ook verscheidene vorsten en zoo ontstond
de strijd, die sedert steeds, nu eens heftiger, dan
wat gematigder, heeft voortgeduurd de strijd om de
opperheerschappij in de maatschappij, de strijd tusschen
kerk en staat.
Men meene niet, dat met de uitbreiding van het
protestantisme en de vermindering van het katholicisme
deze strijd in hevigheid is afgenomen. Immers, de
calvinistische predikanten, die de katholieke priesters
vervingen als godsdienstleeraars, streefden met evenveel
kracht naar de heerschappij als ooit de katholieke
geestelijkheid heeft gedaan. Hun doel was evenzeer
om het staatsbestuur naar hunne hand te zetten en
om dat doel te bereiken en hun baan te doen koning
kraaien, ontzagen zij evenmin middelen ter hand te
nemen, die allerminst godsdienstleeraars passen, als
vóór hen de brandstapels werden gebezigd om anders
denkenden te straffen. Wie meenen mocht dat wij
overdrijven, kan zichzelf o vei tuigen b. v. door het
lezen van >Leicester in Nederland", een der boeiendste
verhalen van mevrouw Bosboom-Toussaint, die toch
zeker wel een godsdienstige vronw mag worden ge
noemd en die door nauwe vriendschapsbanden was
verbonden aan niemand minder dan aan Groen van
Prinsterer.
Naarmate de ontwikkeling des volks voortschreed
begon men te begrijpen, dat niet de kerk als zoodanig
noch hare leeraren de leidslieden konden zijn om het
merischdom op een hooger peil van beschaving en
kennis te brengen. Dit mocht het geval zijn geweest
ia vroeger tijden, toen de geestelijkheid bijna uitsluitend
de geletterden tot hare leden mocht tellen, thans, nu
uit alle rangen eu standen, uit alle klassen en kringen
der maatschappij kundige mannen opstonden, begon
men te beseffen, dat vrije ontwikkeling des geestes en
des verstands de ware manier was om den mensch,
die door de natuur met rede begaafd is, die rede te
doen gebruiken, ten einde de maatschappij te brengen
op een voortdurend hooger peil van bloei en ontwik
keling. Eerst wanneer de geest zich volkomen vrij
ontwikkeld heeft, is hij in staat tot zelfstandig onder
zoek en dat zelfstandig onderzoek is noodig, wil men
niet gelooven op gezag, gelooven alleen en uitsluitend
omdat anderen zeggen, dat de zaken zoo of zoo zijn.
Juist dat gelooven op gezag houdt de menschen
dom. Niets prikkelt ons dan tot eigen onderzoek, niets
doet ons opwaken om, op welk gebied ook, de waar
heid te zoeken, omdat wij meenen de waarheid te
weten, te kennen, te bezitten. Eerst bij vrije ontwik
keling des geestes ontstaan verschillende meeningen
en uit de daaruit voortvloeiende wrijving van gedachten
moet eenmaal de waarheid, vroeg of laat, ontstaan.
Die vrijheid van gedachte, die vrije ontwikkeling
van den geest op maatschappelijk gebied kan alleen
de vrije staat ons geven, de staat, die, boven de par
tijen zich op een onzijdig standpunt plaatsende, aan
alle burgers de gelegenheid geeft om die ontwikkeling
te verkrijgen. En ziedaar de noodzakelijkheid van het
bestaan der vrije staatsschool, die, zonder aan den
leiband te loopen vau eenig leerstellig begrip, allen
in staat stelt de ontwikkeling te verkrijgen, noodig,
niet alleen en niet in de eerste plaats om ons bestaan
te verzekeren, maar bovenal om de waarheid te zoeken
en te vinden. Daarnaast maar niet daarboven de keik,
of beter de godsdienst, in al zijne vormen «n schakee
ringen die ons leert te leven, te streven en te werken,
zooals de wetten van het zedelijk beginsel, dat den
mensch is aangeboren, het voorschrijven.
Ziedaar het werkelijk liberaal beginselziedaar tevens
de verhouding van dat beginsel tot den godsdienst.
Volgt daaruit, dat de liberale partij vijandig staat
tpgenover den godsdienst? Immers neen. Maar wel
volgt daaruit, dat zij aaD de kerk eene andere taak
toekent dan deze nu en eigenlijk altijd heeft willen
volbrengen m. a. w., dat zij aan de kerk uitsluitend
wil laten de zorg voor de godsdienstige ontwikkeling
van den mensch, maar dat zij aan de maatschappij,
aan den Staat, de taak oplegt van de verheffing van
des menschen verstand.
Wij zouden het bovenstaande niet hebben geschre
ven, wanoeer wij daartoe niet waren uitgenoodigd,
omdat eene dergelijke beschouwing minder eigenaardig
in een courant op hare plaats is. Toch kan het mis
schien zijn nut hebben, omdat helaas te dikwijls blijkt,
dat men de liberalen als godsdienstloozen afschildert.
Zijn er die dan niet? Ongetwijfeld en dit zijn wel in
de eerste plaats de radicalen, waarmede de anti-revo
lutionairen voor den aanstaanden verkiezingsstrijd een
of- en defensief verbond hebben ges'oten. Maar zij, de
radicalen, worden boe langer hoe meer de verklaarde
tegenstanders van het liberalisme, waarom zij dan ook
begeerlijke bondgenooten zijn voor onze tegenpartij.
Wij willen, nu wij toch eenmaal deze stof tot een
onderwerp van onze beschouwingen maakten, in een
volgend artikel nagaan, welke de noodwendige uit
vloeisels van het liberale beginsel moeten zijn. Daaruit
zal dan tevens van zelf blijken, wat in de toekomst
van de liberale partij is te verwacht n.
GOES, 22 Febrnari 1888.
Het is, inzonderheid voor de nieuwe kiezers, van
groot belang de beginselen der politieke partijen te
kennen en het is dan ook hoofdzakelijk tot hunne
voorlichting, dat de liberale kiesvereeniging x>Goes"
pogingen heeft in het werk gesteld om een begaafd
spreker alhier te doen optreden, die den juisten stand
van zaken aan de kiezers zal bekend maken. Zij is
daarin zeer gelukkig geslaagd nu niemand minder dan
mr. H. Goeman Borgesius zich bereid heeft
verklaard op morgen (Donderdag) des avonds te 7%
uren in het koffiehuis «de Prins van Oranje" eene voor
dracht te komen houden. Deze bijeenkomst is voor
alle meerderjarigen kosteloos toegankelijk. Het is te
verwachten, dat er een talrijk publiek zal opkomen
om den begaafden spreker te hooren.
In een der ons verstrekte opgaven van het aan
tal kiezers in het hoofdkiesdistrict Goes had men
abusievelijk ICO stuks te veel opgeteld. Dientengevolge
moeten de getallen in ons vorig no. vermeld beiden
nvt 100 verminderd worden en bedraagt alzoo het
aantal kiezers voor de lie Kamer 4075dat voor de
Piov. Staten 4648.
Tot nu toe hebben zich bereids 184 personen
als kunstlievende leden van het harmonie-
gezelschap »Euphonia" alhier opgegeven tegen
eene gezamenlijke jaarlijksche contributie van 360.
Vermoedelijk zal het aantal leden nog toenemen, daar
alle inschrijvingsbiljetten nog niet zijn opgehaald.
Gistermiddag te 1 ore had er in het koffiehuis
«De Prins van Oranje" alhier eene bijeenkomst plaats
van liberalen iu het hoofdkiesdistrict Hontenisse,
ter bespreking van de houding, die de liberalen bij de
aanstaande verkiezing van de 2e Kamer in dat district
zouden aannemen
De heer J H. O. Dominicus, secretaris der gemeente
Kruiningen, opende de vergadering namens hen, die
het plan voor deze bijeenkomst hadden beraamd. Hij
vroeg onder instemming der vergaderden den heer J.
Welleman, burgemeester van Hoedekenskerke, of deze
de samenkomst wilde leiden, doch nadat deze had
bedankt, voornamelijk op grond, dat hij was gekomen
om de plannen van anderen te vernemen en dat hij
dus volkomen onvoorbereid was, aam de heer Dominicus
op verzoek van den heer Welleman en onder luide
bijvalsbetuiging der aanwezigen zelf het praesidinm
op zich.
Deze zeide daarop, dat de opkomst, in verband met
de weinige publiciteit, die er aan de zaak had kunnen
gegeven worden met het oog op d^n weinig beschik
baren tijd, getuigde van belangstelling in de houding
dar liberale partij. Het was geenszins de bedoeling dar
oproepers geweest met een bepaald pl»'« in deze ver
gadering te komen, maar alleen d« belangstellenden
bijeen te roepen teneinde van gedachten te wisselen
over de houding, die men wenschte aantenemen bij
de verkiezing op 6 Maart a. s. Hij opende daarom
over dat punt de discussiën
Da heer J. Welleman had met belangstelling kennis
genomen van de oprichting eener liberale kiesver
eeniging te Ellewondsdijk. Hij meende, dat ar ook te
Kruiningen eene zoodanige kiesvereeniging bestond en
op andere plaatsen bestond nog bet voornemen er aena
optericht^n. Hij hoopte, dat die vereeaigingen zouden
samenwerken om eene centrale kiesvereeniging in het
district Hontenisse ta vormen. Iotusschen achtte hij
den tijd vóór de Kamerverkiezing van 6 Maart te kort
en te kostbaar en hij wilde daarom die zaak thans
niet tar hand nemen. Vóór alles dient beslist te worden,
wat de liberalen doen zullen: zich onthouden bij de
verkiezing of zelfstandig optreden. Besluit men tot het
laatste, dan moet beslist worden omtrent een candidaat.
Dr. Bogaert van Driewegen sluit zich bij het ge
sprokene door den heer Welleman aan. Een blik op
de kaart van het land doet hem niet veel hoop koes
teren voor de liberale partij en evenmin gelooft hij,
dat de liberalon in het hoofdkiesdistrict Hontenisse in
een gunstigen toestand verkeeren. Van de overzijde der
Schelde is voor hen niet veel steun te wachten, want
daar telt men 27000 Katholieken tegen 4000 Protes
tanten. Vroeger was de man, waarmede men daar
het meest kans van 6lagen had, mr. Walter, liberaal,
doch nu is hij tot het clerical# kamp overgeloopen,
misschien wel omdat hij daar meer kans van slagen
heeft. Maar dit alles neemt niet weg, dat, vooral waar
het een eerste proefneming geldt, iedere partij met een
candidaat in het strijdperk moet treden.
Nadat ook de heer Van der Bent, burgemeester van
Ellewoud8dijk, zich voor dat denkbeeld heeft verklaard,
wordt daartoe met algemeene stemmen besloten.
Alsnu komt aan de orde de vraag of men reeds
heden een candidaat zal proclameeren en nadat de
vraag van den heer J. Welleman, of in een der dorps-
vereenigingen wellicht reeds een candidaat is genoemd,
ontkennend is beantwoord, betoogt do heer C. Der
Weduwen, burgemeester van Kruiningen, de wensche-
lijkheid om met het stellen van een candidaat te
wachten tot een volgende bijeenkomst. Zijns inziens
moet er toch rekeniDg gehouden worden met de be
woners van gene zijde der Schelde en daartoe zou
men eene nadere simenkomst kunnen houden b. v.
te Hansweerd.
De heer J. Welleman achtte daartoe den tijd te kort.
Hij zou gaarne oene samenspreking met de overzijde
ivillen houden, maar dat moet eerst hunnen. Hij zou
daarom wel reeds nu candidaten willen stollen.
De heer Vis6er van Kruiningen ondersteunt dit denk
beeld, waartoe dan ook besloten wordt.
Achtereenvolgens worden nu genoemd de heeren
J. Vogelvanger te Hulst door den heer Van der Bent,
J. M. Kakebeeke te Goes door den heer B Den Exter
Van den Brink en jhr. mr. W. Six te 's-Gravenhage
door den heer Visser.
De eerste twee candidaten worden aanbevolen op
grond van hunne bekendheid in en met het district
en vooral als specialiteiten op het gebied van den land
bouw, terwijl ten gunste van jhr. Six wordt aange
voerd, dat hij als oud-Commissar is des Konings zeer
zeker ook de belangen van het district uitstekend kent
en bovendien een teer godvruchtig man is.
Over het algemeen bleek er veel instemming te be
staan voor de candidatuur-Vogelvanger, te meer omdat
het bekend was, dat de heer Vogelvanger bereid was
zich ter wille van de goede zaak voor eene candidatuur
te laten vinden, wat men van den heer Kakebeeke zeer
betwijfelde. Men meende voorts, dat de omstandig
heid, dat de heer Vogelvanger Katholiek was, weinig
afdeed, daar de liberalen niet vragen naar iemands
kerkelijke, maar uitsluitend naar zijne politieke be
ginselen.
Nadat tot stemmen was overgegaan bleek dat op
den heer Jules Vogelvanger waren uitgebracht 15
stemmen, op jhr. mr. W. Six 5 en op den heer J. M.
Kakebeeke 3 stemmen, zoodat de heer JULES VOGEL
VANGER in het hoofdkiesdistrict Hontenisse van libe
rale zijde candidaat is gesteld voor het lidmaatschap
der Tweede Kamer.
Dr. Bogaert stelt daarop voor deze candidatuur
met alle mogelijke eerlijke middelen bij de kiezers
aan te bevelen, waarna tot leiding der zaken een
comité wordt gevormd bestaande uit de heeren J. H.
O. Dominicus, J. Welleman, E. A. Van der Bent,
P. J. Visser en Joh. De Jonge (van Kapelle). Daarna
werd de vergadering onder dankzegging aan de aan
wezigen voor hunne opkomst gesloten.
Uit Baarland wordt aai de N. R. Ct. gemeld,
dat aldaar en te Oudelande evenals te Ierseke, Nisso
en andere gemeenten in deze streek, afdeelingen van
de Nationale Kiesvereeniging (van ds. Buytondijk) U
Utrecht, onder den naam Vreest God, eert den Koning",
opgericht iqa.
Door de besturen der afdeoliogen van de libe
rale kiesvereeniging «Algemeen Ba-
lang" voor Tolen en St. Filipsland is met algemeane
stemmen besloten j h r. m r. W. Six te 's-Graven
hage, oud-commissaii8 des Konings in Zealand, enz.
als candidaat voor de Tweede Kamer bij de afdeelingen
aan te bevelen.
Door de anti-revolutionaire kiesvereeniging
«Noordbeveland", te Wissekerke is tot candidaat ge
steld jhr. mr. A. F. De Savornin Lobman.
Als katholiek eandidaat te Bergen-op-Zoam is
gesteld de kapitein W i 1 k e n s to Delft.
In het kiesdistrict Oostburg is door het R. K.
comité de heer dr. Schaepman candidaat gesteld
voor de a. s. Tweede-Kamerverkiezing.
De heer J. J. Van K e r k w ij k is in bet kies
district Zieriksee met algemeene stemmen tot candidaat
voor de Tweede Kamer gesteld.
Op verzoek van den Minister van binnenlandsche
zaken wordt tlea gemeentebesturen aangeschreven, dat
het wenschelijk wordt geacht, dat de bezorging
van oproepingsbriefjes voor de ver
kiezingen evenals tot dusverre in den regel ge
schiede door gemeenteambtenaren, en slechts voor zoo
veel noodig door de post.
Wierd d« toezending over de post algemeen aange
nomen, ophooping van brieven en dientengevolge ver
traging in de bezorging ware te vreezen.
Uit Ierseke schrijft men aan de N. R, Ct. ovor
den oesterhandel:
Engeland begint wat meer te vragen, en trots al
d e meerdere vragen toch nog geen verbetering in de
prijzen. Buiten eenigen twijfel neemt de voorraad belang
rijk af, maar de onverstandige wijze van dringende
aanbiedingen nog niet; integendeel, men gaat voort
met eene concurrence a mert te maken. De overtui
ging wint meer en meer veld, dat er iets doortastends,
iets beslissends moet gedaan worden om den verderen
achteruitgang in de prijzen te stoppengaat men op
deze roekelooze wijze voort, dan zal eene onzer schoonste
industrieën spoedig in het geheel geen winsten meer
afwerpen. De prijzen van le soort oesters zijn thans
40 a 42, van mooie 2e soort 27 a 30, terwijl
kleinere soorten geen marktprijs meer hebben. Juist
het verkoopen van deze zeer kleine oesters doet zeer
veel kwaad aan den goeden naam van ons Zeeuwsch
product.
De C< Operatieve Oestervereeniging begint wat meer
zaken te doen; de praktijk leert echter dat de grond
slagen, waarop deze Vereeniging werkt, geheel en al
gewijzigd moeten worden, zal zij aan baar doel beant
woorden.
De vorst, in den aanvang van Februari, heeft, voor
zooverre men bespeuren kan, niet veel kwaad gedaan
wel hoort men eenige klachten van toegebrachte schade
op de bovenperceelen, maar deze klachten zijn voor
barig vóór de maanden April en Mei kan met zeker
heid niets hiervan gezegd worden.
Het examen voor de betrekking van commies
bij de belastingen zal, naar men verneemt, te
's-Hertogenbosch gehonden worden. Er kunnen 80 ge
plaatst worden.
De commissie, belast met bet afnemen van bet examen,
bestaat uit de heeren, J. B. Storij van Blokland, prov.
inspecteur der directe belastingen te Eindhoven. P. P,
E. Hoefnagels en Th. Top, controleurs der directe be
lastingen te Veghel en Weesp.
Tot toelichting van het reeds aangekondigde,
thans bij de Tweede Kamer ingediende ontwerp om
den vijfjarigen dienst van de ingelijfden
bij de militie te land der lichting van 1883 en den
vierjarigen dienst van de ingelijfden bij de zeemilitie
der lichting van 1884 met een jaar te verlengen, ten
ware de omstandigheden inmiddels raadzaam mochten
doen oordeelen hun het ontslag vroeger te verleenen,
wordt gezegd:
Bij den algemeenen politieken toestand in Europa
is het naar de meening der regeering noodig, dat de
lichting van 1883 der militie van de landmacht en
de lichting van 1884 der zeemilitie met 1 Mei niet
wordt ontslagen, maar voorloopig in dienst gehouden
wordt. Te minder bezwaar zal tegen dezen maatregel
rijzen, wanneer overwogen wordt, hoe weinig last van
den door de wet van 31 Mei 1887 (St.bl. 100) ge
troffen miatregel door de ingezetenen ondervonden is,
en hoe niterst gering in aantal de bezwaren zijn ge
weest, van welke aan de regeering en aan de Staten-
Generaal is gebleken.
Ook dit ontwerp bevat de bepaling, die beoogt de