BIJVOEGSEL
GOESCHE COURANT.
ZATERDAG
29 OCTOBER 1887.
No. 128.
OPENBARE VERGADERING
VAN DEN
a a. «1 dor g m ©ent© O s,
op DONDERDAG den 27 OCTOBER 1887,
des middags te 1 uur.
"Voorzitter, de heer mr. J. G. De Witt Hamer, Bur
gemeester.
Tegenwoordig eerst 11, daarna 12 leden en de Secre
taris.
Afwezig dhr. Quist met kennisgeving.
I. De Notulen der vergadering van den 29 Sep
tember jl. worden gelezen en goedgekeurd.
II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen,
die aller, zooveel noodig met goedkeuring voor notifi
catie worden aangenomen
o. dat op 29 Sept. jl. de kas en boekan van den
gemeente-ontvanger zijn opgenomen en dat toen aan
geld en geldswaarde in kas was zooals ook behoorde
503b3,35
b. dat den 8 October is aanbesteed het riool van
uit de Korte Nienwstraat, en dit is aangenomen door
P. Dronkers te Kapalle voor 1230;
c. dat de benoemde Ieeraar W. Stortenbeker bericht
heeft dan 1 November in functie te au 11 an treden:
d. dat de waarneming der gemeente-apotheek door
J. Adam aan dezen weder voor een jaar vergund is;
e. dat het kistje met middelen tot redding van
drenkelingen door den gemeente-apotheker is onder
zocht en aangevuld
f. dat is verkocht voor 0,71 aan oud lood.
III. A's ingekomen stukken worden ter tafel ge
bracht drie missives van G.-d. Staten, tot bericht
hunner goedkeuring van de rekening over 1886 en
de begrooting voor 1888 van de kosten der dd. schut
terij, en van het Raadsbesluit tot wijziging der begroo
ting, alsmede tot kennisgeving dat geene bedenkingen
zijn tegen het reglement van orde voor de vergaderin
gen van den Raad.
Alles voor notificatie aangenomen.
Nog is ingekomen een adres van J. Remijn, om
vermindering van den cijns, drukkende op dm molen
ïde Vijf Gebroeders", welk adres wordt gerenvoïeerd
aan B, en VV. tot voorbereiding ter behandeling.
IV. Aan de orde is de benoeming van een Voor
zitter van het Burgerlijk Armbestuur, ter vervuiling
der vacature, die met 31 October ontstaan zal, door
het aan den heer J. A. A. Fransen Van de Putte
verleend eervol ontslag. Door Burg. en Wetb. zij a
daarvoor aanbevolen de heeren J. M. Kakebeeke en
J. J. Ramondt.
De Voorzitter noodigt de heeren Flugi Van Asper-
mont en Hildernisse uit als stemopnemers te fungeeren.
Bij de opening der briefjes blijkt, dat zijn uitge
bracht op den heer J. M. Kakebeeke alle stemman,
zoodat deze is benoemd.
V. Wordt gelezen eene aanvrage van N. A. M.
Van den Thoorn om ontslag als lid d r plaatselijke
commissie van toezicht op het lager onderwijs, wegens
verplaatsing naar Leeuwarden.
Het ontslag wordt op de meest eervolle wijze verleend.
VI. Komt in behandeling eene missive van Ged.
Staten waarbij zij berichten het besluit tot verpachting
van grond aan D Boel niet te kunnen goedkeuren,
omdat geen termijn daarin genoemd is.
Overeenkomstig een voorstel van Burg. en Weth.,
wordt die termijn bepaald op zeven jaren, ingegaan
den 1 September jl.
VII. Wordt gelezen een adres van P. Buitendijk,
houdende verzoek om hem in eigendom aftestaan eene
oppervlakte van bijna 1 centiare publiekrechtelijken
gemeentegrond, gelegen aan der, Oistsingel, benoodigd
voor den bouw van vier arbeiderswoningen.
Burg. en Weth. rapporteeren, dat dit verzoek ter
openbare kennis is gebracht, en dat teg.in den afstand
geene bezwaren zijn ingediend, waarom zij voorstellen
den grond te verklaren als niet meer bestemd ter
openbaren dienst en dien aftestaan voor tien gulden,
met welk voorstel de financieële commissie zich ver-
eenigt.
Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming aangenomen.
VIII. De Voorzitter herinnert nu, dat daar straks
In de besloten zitting, op de ingediende reclames tegen
■den aanslag in den hoofdelijken omslag is goedgevon
den: den aanslag van P. W. Dhont, W. Brouwer, A. J.
Luijks, M. H. Doorenbos, M. Van Lier, A. Geeusen en
J. Van der Does te rooieeren van het kohier, I. J.
Werri over te brengen van de 8e naar de 5e klasse,
en den aanslag van Joh. Remija in de 4e, van C. De
Fouw en J. Dirkse in d-: le klasse te handhaven.
IX. In behandeling komt de rekening van ontvang
sten en uitgaven van het Gasthuis over 1886
Hieromtrent zijn de volgende stukken gewisseld:
A. Rapport der financiêele commissie, dd. 33
Augustus 1887,
De financiêele commissie adviseert tot goedkeuring
der rekening van de administratie over het Gasthuis
alhier, dienst 1886.
De commissie meent echter te moeten opmerken,
dat hare aandacht getrokken heeft het feit, dat onder
de mandaten tot betaling niet minder dan 29 met een
totaal bedrag van ruim ƒ1500 betrekking hebben op
als t verschot" door den directeur gedane uitgaven.
De mandaten nos. 4, 46, 97,132,98,5, 108 en 10
hebben betrekking op belooning, huurpenning on fooien
dienstpersoneel, waarvan die voor bclooning en huur
penning althans door de gegadigden zeiven konden
worden geteekend.
De mandaten no. 203 enz. (21 in getal) hebben alle
betrekking op uitgaven bij verschot gedaan, waarvan
4 uitsluitend voor leverantie van boter, grpot 803,48.
De commissie ziet zeer goed in, dat bij eene admi
nistratie als het Gasthuis meprdere kleine uitgaven bij
«verschot" moeten betaald worden, doch is zeer beslist
van meening, dat dergelijke betalingen, evenals bij de
gem. en te lij Ife administratie zelve, tot een minimum
moeten beperkt worden. Slechts bij uitzondering, in
dien geene andere wijze van betaling mogelijk is, be
lmoren de uitgaven te worden gedaan door andere dan
den financieel verantwoordelijken ambtenaar.
De commissie vertrouwt, d»t de raadsleden evenals
de leden der administratie van het Gasthuis djze op
vatting zullen deelen en dat voor het vervolg aan dit
vormelijk bezwaar zal worden, tegemoet gekomen.
B. Missive van het bestuur van liet Gasthuisdd.
30 September co, '180.
»IIet is ons aangenaam to constat.leren, dat wij het
gevoelen der financiêele commissie in beginsel volko
men deelen bij de recapitulatie der aangehaalde ordon
nantiën is ons echter gebleken, dat tegen de uitvoe
ring daarvan, in dezen gpgronde bezwaren bestaan, die
wij gaarne aan da -Commissie en aaa uwe vergadering
mededeelen.
A. De mandaten 4 enz. bevatten de jaarwedden
of beter gezegd de huren i n huurpenningen der ge
wone meiden en dienstboden, die in den regel niet
kunnen schrijven of naamleekenenterwijl het ons
bovendien werkelijk voldoende gepresiceerd schijnt, dat
de specificatie var, de huren der werkmeid keukenmeid,
darde meid en ziekenmeid aan de omm zijde der ordon
nantie vermeld wordt.
B. Aan de mandaten 203 (onderhoud gebouwen),
204 (onderhoud huisraad). 207 (uaai- en waschloon).
208 (ziekenbehoeflen)210 (geneesmiddelen), 206
(versche visch en eieren), 205 (brandstof en licht)
bevinden zich 4 gespecificeerde nota's der uitgaven in
de verschillende kwartalen op die artikelen gedaan.
Op de declaratiën, elk kwartaal opgemaakt voor be
grafeniskosten, wordt de naam der overledenen opge
geven, terwijl met een letter daarbij is aangeteekend,
of de gealimeiiteerde voor rekening van B. A. (Bur
gerlijk Armbestuur), D (Diaconie), R. K. P. A. (Roomsch
Kath. Par. Armb.), Christelijk Evangelisch of Christe
lijk Gereformeerde gemeente verpleegd geweest en
begraven is.
C. De mandaten 211 (wafels), 212 (schoonmaak-
tractatie), 139 en 105 (aardappelen) komen slechts één
maal in het jaar voor en zijn bezwaarlijk meer te om
schrijven, terwijl denos. 203 (diversen) en 209 (groente)
verschillende zeer kleine uitgaven bevatten. Da boter-
d'clavatiën toonen de summierlijke uitgaaf en de ge
kochte kilo's aan, volgens spscifiake staten, in ons
archief berustende.
Wij stellen er prijs op, in bovenstaande gegevens
de verschillende mandaten allen te noemen, om u de
overtuiging te geven, dat wij dezelve alle afzonderlijk
hebben gerecapituleerd
0 <er de sub A opgenomene gaven wij de reden op,
waarom de daar genoemde wel niet anders kunnen
behandeld worden.
Wat die sub. B betreft, zoo zijn daaraan de kwar
taalstaatjes gevoegd, die me eren dee Is kléine uitgaven,
dagelijks voorkomende, aanwijzen, aan verschillende
personen gedaan, op welke het mandateeren dier vele
kleine postjes werkelijk ondoenbaar is Hoe toch ordon-
bantietjes op te maken voor zand- en schuursteen, poets-
poeder, naailoon aaa de oude geahmenteerden betaald,
versnapering voor de zieken, uitwendige geneesmiddelen,
eieren, vleesch, visch en lucifers?
De sub. C gerecapituleerde ordonnantiën vallen in
dezelfde categorie, terwijl da boter mandaten gezamen
lijk ruim 800 bedragen aan leveranciers, die voor
elke leverantie kwitantie verleenen op daarvoor aan
gelegde staten, waarvan dan éen verzamelstaat aan liet
mandaat gehecht wordt.
Voornamelijk wenschen wij echter onder uwe aan
dacht te brengen, dat wij geenszins aan het einde van
elk kwartaal iloor de verschillende nota's voor een fait
accompli geplaatst worden, maar dat integendeel al'e
uitgavee, tot de kleinste toe, in de verschillende daar
voor aangewezen boekjes, direct door dan directeur
ingeschreven worden en op onze vergaderingen aan
wezig zijn, zoodat elka uitgaaf ons dadelijk bekend is
en door ons kan beoordeeld worden, waardoor de huis
houdelijke administratie, geheel zooals in andere ge
stichten getioudeu, aan duidelijkheid en nauwkeurig
heid o. i. niets te wenschen overlaat.
Ten einde uwe vergadering of da financiêele com
missie over die huishoudelijke boekhouding een meer
duidelijk begrip te verschaffen, hebben wij de eer hierbij
te voegen
1 o. de boterstaten
2o. de boekjes der verschillende verschotartikelen
ons met de hoop vleiende, dat uwe commissie, in wier
opmerkingen wij meer eene vraag, dan wel eene aan
merking zien, na inzage der bijgaande bescheiden tot
dezelfde conclusie zal komen als wij, t. w.dat eene
meerdere splitsing der bedoelde ordonnantiën admini
stratief wel niet uitvoerbaar is".
C. Advies der financiêele commissie, dd. 20 Oc
tober 1887.
De uitvoerige memorie der commissie van admini
stratie doet de financiêele commissie niet terugkomen
van hare msening, dat het wenschelijk en doenlijk is
het beperken der betalingen bij voorschot door den
directeur van liet gesticht.
Kleine posten daarlatende, kunnen toch de tractc-
menlen en de grooto leverantiën van boter en aard
appelen betaald worden door den fiaanciëel verant
woord,-lijken secretaris-penningmeester op mandaten
door de belanghebbenden geteekend.
De financiêele commissie adviseert den Raad daar
omtrent den wensch uit te drukken en kenbaar te ma
ken aan de administratie van het Gasthuis.
D. Voorstel van Burg. en Weth., dd. 22 October
1887.
Het nader rapport der financiêele Commissie omtrent
de rekening van het Gasthuis, uitgebracht tengevolge
der nota van het bestuur der instelling, geeft ons aan
leiding, om zonder bepaald te vei klaren, dat wij ge
heel instemmen met de zienswijze der commissie, de
conclusie overtenemenen indien uwe vergadering
zich daarin.de vereenigt, het Gasthuisbestuur uit te
n< odi«ren, om, waar de eischen van den dienst dit
mochten toelaten, alleen betalingen te doen op mandaten,
afgegeven teu laste van den financieel verantwoordelijken
Secretai'is-Penöingmeester.
Ditiisschen stellen wij u voor de rekening goed te
keuren
In ontvai g op13359,85
in uitgaat op12144,68%
en dos m -t een saldo van 1215,16%
De lieer Lambrechlsen geeft te kennen, dat de fioan-
cic-le commissie met genoegen gezien heeft, dat hare
bezwaren dooi' Burg. en Weth. worden gedeeld. Zij
hoopt dat de wenk, door haar aangegeven, wanneer
die var. den raad uitgaat, meer invloed zal hebben dan
wanneer du financiêele commissie dien-alleen uitdrukt
Het bezwaar der fin. eomin gold niet de kleine posten
(waarover het Gasthuisbestuur in het breede uitweidt)
maar groota bedragen, zooals da jaarwedden en de
betalingen voor boter en aardappelen. Het behoeft
weinig betoog, dat die betalingen meer geschikt door
den seraet.-penningmeester aan belanghebbenden kun
nen geschieden, dan door den directeur van het ge
sticht. Dit acht de commissie van groot belang.
Da heer Ramondt acht zich verplicht optemerken,
dat de botarrekaniog van het Gasthuis destijds is
ingericht naar een verzoek van de toenmalige financ.
commissie, bestaande uit het tegenwoordig lid Den
Boer, mr. De Jonge van Ellemeet en spreker. De le
vering van boter geschiedt wekelijks naar de usance
der markt, die wekelijks ook betaling medebrengt.
Vroeger waren er geen quitanciên. Op voorstel van de
toenmalige commissie zijn de tegenwoordige lijsten
ingevoerd, waarop iedere week door de leveranciers
voor voldaan geteekend wordt. Daarmede heeft dus
het Gasthuisbestuur aan den wensch van deu Raad
voldaan
Ds heer Lambrechtsen herneemt, dat die wensch
der fio. commissie van vroeger hem onbekend was,
maar dit belet niet, dat men eens in de maand of
eens in de drie maanden een mandaat kan afgeven
tot betaling der boier, weike slechts door drie of
vier personen geleveid wordt. Een bedrag van 800
en meer bij wijze van verschot door den directeur
te doen verantwoorden, acht de commissie veel te hoog.
De hoer De Jonge voert aan, dat de betaling der
boter op de door den heer Lambrechtsen aangegeven
wijze niet zoo gemakkelijk kan gaan. Er wordt iedere
week bij de levering betaald en dat geschiedt op
lijsten. Om de leveranciers drie maanden op betaling
te laten wachten gaat niet aan.
De Voorzitter is van oordeel, dat de Raad zich niet
te veel moet mengen in het huishoudelijk beheer van
de inrichting, ongeacht de bevoegdheid van den Raad,
om wenken te gaven. Van daar dat B. en W. den
vorm gekozen hebben, dien zij nu kenbaar maken,
om namelijk het Gasthuisbestuur den wensch van de
commissie medetedeelen, echter met de bijvoeging:
«overal waar de dienst dit toelaat" en overigens de
zaak aan de prudentie van tiet bestuur overtelaten.
De heer Den Boer wijst op de 170 Heet. aard
appelen, welke toch op mandaat konden betaald worden.
Het voorstel van B. en W. wordt in rondvraag
gebracht en aangenomen met algemeene stemmen.
X. Thans is aan de oida de begrooting van ont
vangsten en uitgaven van hot Gasthu s voor 1888.
Omtrent deze begrooting zijn verschillende stukken
gewisseld, die in extenso hier volgen
A. Rapport der fiaanciëela commissie dl. 30 Au
gustus 1887.
«Bij het bestudeeren der begrooting voor het Gast
huis, dienst 1888, gevoelde de financiêele commissie
zich zeer teleurgesteld te bespeuren, dat ajs subsidie
uit de g-ffipentekas voor dat jaar niet minder dan
1255.54, tegen een bedrag groot 379 91 voor
het loopende jaar, was uitgetrokken. Voor 1886 be
droeg het subsidie 356.63.
Deze yerhooging stelde te meer teleur, nu de finan
ciêele commissie met genoegen opmerkte, dat bij het
ramen der eenheidsprijzen voor meerdere voedingsmid
delen. was voldaan aan de ten vorigen jare gemaakte
opmerkingen. Blijkens de besrootingscijfers worden de
gewone inkomsten het batig saldo 1886 daarbuiten
latende met inbegrip van het subsidie van het Bur
gerlijk Armbestuur geraamd op 9770 in ronde
cijfers de uitgaven met verplichte aflossing en rente
op 12240 in ronde cijfers; alzoo te kort 2470.
De aanwezigheid van een batig saldo, groot 1215.16
laat toe, dat men met 1255 54 subsidie uit de ge
meentekas kan volstaan.
Getukt het d r Oommissie van administratie niet,
over 1888 do uitgaven aanzienlijk beneden de raming
te beperken, zoo zal het batige saldo der vroegere
diensten weldra verdwenen zijn en belangrijke her
nieuwde verhooging van het subsidie noodzakelijk zijn.
Neemt men aan, hetgeen zekerlijk niet ongunstig
gesteld is, dat over 1888 voor 40 geahmenteerden do
uitgaven gelijk zullen zijn aan die, volgens de reke
ning over 1886 noodig gebleken voor 39 gea'imen-
teerden, dan mng voor 1888 op geen minder bedrag
aan kosten worden gerekend dan 11700.
Tegenover een inkomen groot 9770 geeft zulks
een tekort van bijna 2000. Dit tekort, voor
1255.54 bestreden door het gemeentelijk subsidie,
zal voor het andere deel het batig saldo tot goed
400 doen dalen.
Blijven de uitgaven in 1888, als in 1886 werd ge
vorderd, dan zal in 1890 het subsidie tot 2000 zijn
geklommen, aannemende, dat ook voor dat jiar de
begrooting een verschil van ongeveer ƒ240.") tusschen
werkelijke ontvangsten en uitgaven vamen moet.
De financiêele commissie heeft gemeend eenigszins
uitvoerig dezen stand van zaken t-3 moeten uiteen
zetten, daar zij, zo idei' in iets te kort te doen in waar
deering van do goede zorgen van de commissie tot ad
ministratie, zich verplicht acht er op te wijzen, dat
zonder bezuiniging op de uitgaven, het Gasthuis een
zware lastpost dr. igt te worden voor de gemeentekas.
De financiêele commissie deelt dan ook in geenen-
deele de meening der commissie van administratie,
als of het tekort van 2470.70%, begrooting 1888,
een gewoon of beter normaal verschijnsel is. Wel wordt
terecht beweerd, dan in 1885 volgens de begrooting
het tekort bedroeg 2590.53% subsidie
ingaand goed slot); voor 1886 f1241.44%; voor
1887 ƒ2431.86, maar blijkens de rekening gaf 1885
een uitgaand goed slot van 2051.95% en 1886 nog
1215.16%, terwijl de uitkomsten van den dienst
1887 nog niet bekend kunnen zijn. Neemt men deze
uitgaande saldo's in aanmerking, dan bedroeg het fei
telijke tekort over 1885 slechts in ronde cijfers 540,
in 1886 slechts 1030.
Hie.rvóot' is aangetoond hoe echter in 1888 het fei
telijk tekort der rekening reeds ƒ2000 zal bedragen,
indien de uitgaven een gelijk bedrag zullen vorderen,
als in 1886, blijvende nog altijd ruim 500 onder
de raming der ingediende begrooting.
Deze stijging der tekorten heeft plaats zonder be
langrijke vermindering der inkomsten (het mindere
bedrag ad. ƒ350 voor ontvangen kostgeld der beste
delingen is onvoldoends ter verklaring van de vermeer
dering van het tekort), zonder een abnormaal aantal
geahmenteerden en bij lage prijzen der voedingsmid
delen.
De commissie acht het niet hare taak aan te wijzen,
waar bezuinigd kan worden, doch haren plicht aan
te toonen, dat bezuiniging moet plaatshebben.
In de begrooting is geraamd voor voeding, vuur,
licht voor 40 bestedelingen 5863.28%, waartoe in
1886 m»t 39 bestedelingen ƒ4883 74 gevorderd werd.
In de gegeven omstandigheden komt deze raming, 20
pet. boven de werkelijke kosten 1886, niet wenschelijk
voor, al zij ook het cijfer van 5863,28 slechts eene
raming en gelijk of beneden voorgaande ramingen.
Al wordt door de financieels commissie niet betwij
feld, dat de administratie van het Gasthuis zal stre
ven naar het beperken der uitgaven tot het kleinst
mogelijke bedrag, zoo is die commissie toch van
meening. dat eene zeer zuinig geraamde, nauwsluitende
begroeting, eene aansporing zij tot zuinig beheer. Zij
meent daarom den raad in overweging te moeten ge
ven, de administratie van het Gasthuis mede te deelen,
dat de verhooging van het subsidie, aangevraagd voor
den dienst 1888, den raad noopt de begrooting ter
nadere overweging terug te zenden, met de beleefde
uitaoodiging de raming, na overweging der bovenstaande
beschouwingen, zooveel iu te krimpen, dat met een
bescheiden subsidie-bedrag kan worden volstaan".
Nota van den wethouder Ramondt op het
advies der fiaarciëele commissie betrekkelijk
de Gasthuisbegrooting 1888,
Bij nauwkeurige beschouwing dezer begrooting blijkt,
dat bij eene raming van 12244,28% uitgaven slechts
ƒ9773(58 aan vaste inkomsten staan. De begrooting
siuit door het ingaande batig saldo ad 1215.16%
en door het subsidie1255,54
er is dus een feitelijk tekort van 2470,70%
Neemt men met de financiêele commissie aan dat
de raming der uiigavea wat ruim is en dat zij een
batig saldo van pl m. 1200 kan opleveren, dan staat
men in ieder geval voor een chronisch tekort van
pl.m. 1270. Wordt het advies der flu. comm. op
gevolgd, dan zou dit jaar het subsidie geheel of ge
deeltelijk kuanen worden uitgesteld, maar dan begint
eene volgende begrooting ook onverbiddelijk zonder
eenig batig slot en zou wellicht de toestand erger zijn.
Mij komt daarom het advies der fm. comm. niet
wenschelijk voor. De wellicht iets te ruime raming
der uitgaven, waardoor eene betrekkelijk hooge som
als subsidie noodig is, zal wel in verband staan met
de noodzakelijkheid om eenige kasruimte te hebben,
anders toch zou bij de minste stagnatie in het be
talen van pachten enz. het Gasthuisbestuur met eene
ledige kas zitten.
Bovendien, zoo de raming werkelijk te ruim is, dan
kemt dit als batig saldo eene volgende begrooting ten
Toch is er iets oneigenlijks in den toestand.
Het tekort toch ontstaat grootendeels door dejaar-
lijksche aflossing van 1000 schuld. En nu doet zich
de omstandigheid voor dat, terwijl de gemeente te
hulp moet komende bezittingen van het Gasthuis
jaarlijks toenemen door belegging van proveniers-
inkoopgelden en door vermindering van schuld. De
rente dier lnkoopgelden staat volstrekt niet in ver
band met de kosten der proveniers.
Zoo vinden wij op de begrooting vermeld de beleg
ging van 3900 van inkoopgelden, die 2% pet, dus
97,50 rente afwerpen. De 40 personeD, die de
Gasthuisbevolking uitmaken, vorderen blijkens dezelfde
begrooting aan voeding en verder onderhoud eene uit
gaaf van 6878 28. Een persoon kost dus aan het
allernoodzakelijkste ongeveer 172, twee proveniers
kosten dus 344, waarvoor tijdens hun leven slechts
97,50 ten goede wordt gebracht. De rest komt voor
rekening der gemeente en eerst na den dood der pro
veniers komt de rente in haar voordeel. Ontegenzeg
gelijk vloeit daaruit voort, dat na verloop van ver
scheidene jaren de toestand zeer goed moet worden,
maar evenzeer is het waar, dat proveniers op die
wijze een blijvend voordeel zijn voor het Gasthuis,
maar gedurende vele jaren een scbade-post voor de
gemeente.
Zoelang nu de gemeente moet bijspringen om ver
plichte schuldafi issing te voldoen en schade lijdt door
proveniers, zoolang komt liet mij oneigenlijk voor
dat het Gasthuis bovendien haar kapitaal vermeerdert
door belegging der proveniers-inkoopgelden.