BIJVOEGSEL GOESCHE COURANT. ZATERDAG 29 OCTOBER 1887. No. 128. OPENBARE VERGADERING VAN DEN a a. «1 dor g m ©ent© O s, op DONDERDAG den 27 OCTOBER 1887, des middags te 1 uur. "Voorzitter, de heer mr. J. G. De Witt Hamer, Bur gemeester. Tegenwoordig eerst 11, daarna 12 leden en de Secre taris. Afwezig dhr. Quist met kennisgeving. I. De Notulen der vergadering van den 29 Sep tember jl. worden gelezen en goedgekeurd. II. De Voorzitter doet de volgende mededeelingen, die aller, zooveel noodig met goedkeuring voor notifi catie worden aangenomen o. dat op 29 Sept. jl. de kas en boekan van den gemeente-ontvanger zijn opgenomen en dat toen aan geld en geldswaarde in kas was zooals ook behoorde 503b3,35 b. dat den 8 October is aanbesteed het riool van uit de Korte Nienwstraat, en dit is aangenomen door P. Dronkers te Kapalle voor 1230; c. dat de benoemde Ieeraar W. Stortenbeker bericht heeft dan 1 November in functie te au 11 an treden: d. dat de waarneming der gemeente-apotheek door J. Adam aan dezen weder voor een jaar vergund is; e. dat het kistje met middelen tot redding van drenkelingen door den gemeente-apotheker is onder zocht en aangevuld f. dat is verkocht voor 0,71 aan oud lood. III. A's ingekomen stukken worden ter tafel ge bracht drie missives van G.-d. Staten, tot bericht hunner goedkeuring van de rekening over 1886 en de begrooting voor 1888 van de kosten der dd. schut terij, en van het Raadsbesluit tot wijziging der begroo ting, alsmede tot kennisgeving dat geene bedenkingen zijn tegen het reglement van orde voor de vergaderin gen van den Raad. Alles voor notificatie aangenomen. Nog is ingekomen een adres van J. Remijn, om vermindering van den cijns, drukkende op dm molen ïde Vijf Gebroeders", welk adres wordt gerenvoïeerd aan B, en VV. tot voorbereiding ter behandeling. IV. Aan de orde is de benoeming van een Voor zitter van het Burgerlijk Armbestuur, ter vervuiling der vacature, die met 31 October ontstaan zal, door het aan den heer J. A. A. Fransen Van de Putte verleend eervol ontslag. Door Burg. en Wetb. zij a daarvoor aanbevolen de heeren J. M. Kakebeeke en J. J. Ramondt. De Voorzitter noodigt de heeren Flugi Van Asper- mont en Hildernisse uit als stemopnemers te fungeeren. Bij de opening der briefjes blijkt, dat zijn uitge bracht op den heer J. M. Kakebeeke alle stemman, zoodat deze is benoemd. V. Wordt gelezen eene aanvrage van N. A. M. Van den Thoorn om ontslag als lid d r plaatselijke commissie van toezicht op het lager onderwijs, wegens verplaatsing naar Leeuwarden. Het ontslag wordt op de meest eervolle wijze verleend. VI. Komt in behandeling eene missive van Ged. Staten waarbij zij berichten het besluit tot verpachting van grond aan D Boel niet te kunnen goedkeuren, omdat geen termijn daarin genoemd is. Overeenkomstig een voorstel van Burg. en Weth., wordt die termijn bepaald op zeven jaren, ingegaan den 1 September jl. VII. Wordt gelezen een adres van P. Buitendijk, houdende verzoek om hem in eigendom aftestaan eene oppervlakte van bijna 1 centiare publiekrechtelijken gemeentegrond, gelegen aan der, Oistsingel, benoodigd voor den bouw van vier arbeiderswoningen. Burg. en Weth. rapporteeren, dat dit verzoek ter openbare kennis is gebracht, en dat teg.in den afstand geene bezwaren zijn ingediend, waarom zij voorstellen den grond te verklaren als niet meer bestemd ter openbaren dienst en dien aftestaan voor tien gulden, met welk voorstel de financieële commissie zich ver- eenigt. Het voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VIII. De Voorzitter herinnert nu, dat daar straks In de besloten zitting, op de ingediende reclames tegen ■den aanslag in den hoofdelijken omslag is goedgevon den: den aanslag van P. W. Dhont, W. Brouwer, A. J. Luijks, M. H. Doorenbos, M. Van Lier, A. Geeusen en J. Van der Does te rooieeren van het kohier, I. J. Werri over te brengen van de 8e naar de 5e klasse, en den aanslag van Joh. Remija in de 4e, van C. De Fouw en J. Dirkse in d-: le klasse te handhaven. IX. In behandeling komt de rekening van ontvang sten en uitgaven van het Gasthuis over 1886 Hieromtrent zijn de volgende stukken gewisseld: A. Rapport der financiêele commissie, dd. 33 Augustus 1887, De financiêele commissie adviseert tot goedkeuring der rekening van de administratie over het Gasthuis alhier, dienst 1886. De commissie meent echter te moeten opmerken, dat hare aandacht getrokken heeft het feit, dat onder de mandaten tot betaling niet minder dan 29 met een totaal bedrag van ruim ƒ1500 betrekking hebben op als t verschot" door den directeur gedane uitgaven. De mandaten nos. 4, 46, 97,132,98,5, 108 en 10 hebben betrekking op belooning, huurpenning on fooien dienstpersoneel, waarvan die voor bclooning en huur penning althans door de gegadigden zeiven konden worden geteekend. De mandaten no. 203 enz. (21 in getal) hebben alle betrekking op uitgaven bij verschot gedaan, waarvan 4 uitsluitend voor leverantie van boter, grpot 803,48. De commissie ziet zeer goed in, dat bij eene admi nistratie als het Gasthuis meprdere kleine uitgaven bij «verschot" moeten betaald worden, doch is zeer beslist van meening, dat dergelijke betalingen, evenals bij de gem. en te lij Ife administratie zelve, tot een minimum moeten beperkt worden. Slechts bij uitzondering, in dien geene andere wijze van betaling mogelijk is, be lmoren de uitgaven te worden gedaan door andere dan den financieel verantwoordelijken ambtenaar. De commissie vertrouwt, d»t de raadsleden evenals de leden der administratie van het Gasthuis djze op vatting zullen deelen en dat voor het vervolg aan dit vormelijk bezwaar zal worden, tegemoet gekomen. B. Missive van het bestuur van liet Gasthuisdd. 30 September co, '180. »IIet is ons aangenaam to constat.leren, dat wij het gevoelen der financiêele commissie in beginsel volko men deelen bij de recapitulatie der aangehaalde ordon nantiën is ons echter gebleken, dat tegen de uitvoe ring daarvan, in dezen gpgronde bezwaren bestaan, die wij gaarne aan da -Commissie en aaa uwe vergadering mededeelen. A. De mandaten 4 enz. bevatten de jaarwedden of beter gezegd de huren i n huurpenningen der ge wone meiden en dienstboden, die in den regel niet kunnen schrijven of naamleekenenterwijl het ons bovendien werkelijk voldoende gepresiceerd schijnt, dat de specificatie var, de huren der werkmeid keukenmeid, darde meid en ziekenmeid aan de omm zijde der ordon nantie vermeld wordt. B. Aan de mandaten 203 (onderhoud gebouwen), 204 (onderhoud huisraad). 207 (uaai- en waschloon). 208 (ziekenbehoeflen)210 (geneesmiddelen), 206 (versche visch en eieren), 205 (brandstof en licht) bevinden zich 4 gespecificeerde nota's der uitgaven in de verschillende kwartalen op die artikelen gedaan. Op de declaratiën, elk kwartaal opgemaakt voor be grafeniskosten, wordt de naam der overledenen opge geven, terwijl met een letter daarbij is aangeteekend, of de gealimeiiteerde voor rekening van B. A. (Bur gerlijk Armbestuur), D (Diaconie), R. K. P. A. (Roomsch Kath. Par. Armb.), Christelijk Evangelisch of Christe lijk Gereformeerde gemeente verpleegd geweest en begraven is. C. De mandaten 211 (wafels), 212 (schoonmaak- tractatie), 139 en 105 (aardappelen) komen slechts één maal in het jaar voor en zijn bezwaarlijk meer te om schrijven, terwijl denos. 203 (diversen) en 209 (groente) verschillende zeer kleine uitgaven bevatten. Da boter- d'clavatiën toonen de summierlijke uitgaaf en de ge kochte kilo's aan, volgens spscifiake staten, in ons archief berustende. Wij stellen er prijs op, in bovenstaande gegevens de verschillende mandaten allen te noemen, om u de overtuiging te geven, dat wij dezelve alle afzonderlijk hebben gerecapituleerd 0 <er de sub A opgenomene gaven wij de reden op, waarom de daar genoemde wel niet anders kunnen behandeld worden. Wat die sub. B betreft, zoo zijn daaraan de kwar taalstaatjes gevoegd, die me eren dee Is kléine uitgaven, dagelijks voorkomende, aanwijzen, aan verschillende personen gedaan, op welke het mandateeren dier vele kleine postjes werkelijk ondoenbaar is Hoe toch ordon- bantietjes op te maken voor zand- en schuursteen, poets- poeder, naailoon aaa de oude geahmenteerden betaald, versnapering voor de zieken, uitwendige geneesmiddelen, eieren, vleesch, visch en lucifers? De sub. C gerecapituleerde ordonnantiën vallen in dezelfde categorie, terwijl da boter mandaten gezamen lijk ruim 800 bedragen aan leveranciers, die voor elke leverantie kwitantie verleenen op daarvoor aan gelegde staten, waarvan dan éen verzamelstaat aan liet mandaat gehecht wordt. Voornamelijk wenschen wij echter onder uwe aan dacht te brengen, dat wij geenszins aan het einde van elk kwartaal iloor de verschillende nota's voor een fait accompli geplaatst worden, maar dat integendeel al'e uitgavee, tot de kleinste toe, in de verschillende daar voor aangewezen boekjes, direct door dan directeur ingeschreven worden en op onze vergaderingen aan wezig zijn, zoodat elka uitgaaf ons dadelijk bekend is en door ons kan beoordeeld worden, waardoor de huis houdelijke administratie, geheel zooals in andere ge stichten getioudeu, aan duidelijkheid en nauwkeurig heid o. i. niets te wenschen overlaat. Ten einde uwe vergadering of da financiêele com missie over die huishoudelijke boekhouding een meer duidelijk begrip te verschaffen, hebben wij de eer hierbij te voegen 1 o. de boterstaten 2o. de boekjes der verschillende verschotartikelen ons met de hoop vleiende, dat uwe commissie, in wier opmerkingen wij meer eene vraag, dan wel eene aan merking zien, na inzage der bijgaande bescheiden tot dezelfde conclusie zal komen als wij, t. w.dat eene meerdere splitsing der bedoelde ordonnantiën admini stratief wel niet uitvoerbaar is". C. Advies der financiêele commissie, dd. 20 Oc tober 1887. De uitvoerige memorie der commissie van admini stratie doet de financiêele commissie niet terugkomen van hare msening, dat het wenschelijk en doenlijk is het beperken der betalingen bij voorschot door den directeur van liet gesticht. Kleine posten daarlatende, kunnen toch de tractc- menlen en de grooto leverantiën van boter en aard appelen betaald worden door den fiaanciëel verant woord,-lijken secretaris-penningmeester op mandaten door de belanghebbenden geteekend. De financiêele commissie adviseert den Raad daar omtrent den wensch uit te drukken en kenbaar te ma ken aan de administratie van het Gasthuis. D. Voorstel van Burg. en Weth., dd. 22 October 1887. Het nader rapport der financiêele Commissie omtrent de rekening van het Gasthuis, uitgebracht tengevolge der nota van het bestuur der instelling, geeft ons aan leiding, om zonder bepaald te vei klaren, dat wij ge heel instemmen met de zienswijze der commissie, de conclusie overtenemenen indien uwe vergadering zich daarin.de vereenigt, het Gasthuisbestuur uit te n< odi«ren, om, waar de eischen van den dienst dit mochten toelaten, alleen betalingen te doen op mandaten, afgegeven teu laste van den financieel verantwoordelijken Secretai'is-Penöingmeester. Ditiisschen stellen wij u voor de rekening goed te keuren In ontvai g op13359,85 in uitgaat op12144,68% en dos m -t een saldo van 1215,16% De lieer Lambrechlsen geeft te kennen, dat de fioan- cic-le commissie met genoegen gezien heeft, dat hare bezwaren dooi' Burg. en Weth. worden gedeeld. Zij hoopt dat de wenk, door haar aangegeven, wanneer die var. den raad uitgaat, meer invloed zal hebben dan wanneer du financiêele commissie dien-alleen uitdrukt Het bezwaar der fin. eomin gold niet de kleine posten (waarover het Gasthuisbestuur in het breede uitweidt) maar groota bedragen, zooals da jaarwedden en de betalingen voor boter en aardappelen. Het behoeft weinig betoog, dat die betalingen meer geschikt door den seraet.-penningmeester aan belanghebbenden kun nen geschieden, dan door den directeur van het ge sticht. Dit acht de commissie van groot belang. Da heer Ramondt acht zich verplicht optemerken, dat de botarrekaniog van het Gasthuis destijds is ingericht naar een verzoek van de toenmalige financ. commissie, bestaande uit het tegenwoordig lid Den Boer, mr. De Jonge van Ellemeet en spreker. De le vering van boter geschiedt wekelijks naar de usance der markt, die wekelijks ook betaling medebrengt. Vroeger waren er geen quitanciên. Op voorstel van de toenmalige commissie zijn de tegenwoordige lijsten ingevoerd, waarop iedere week door de leveranciers voor voldaan geteekend wordt. Daarmede heeft dus het Gasthuisbestuur aan den wensch van deu Raad voldaan Ds heer Lambrechtsen herneemt, dat die wensch der fio. commissie van vroeger hem onbekend was, maar dit belet niet, dat men eens in de maand of eens in de drie maanden een mandaat kan afgeven tot betaling der boier, weike slechts door drie of vier personen geleveid wordt. Een bedrag van 800 en meer bij wijze van verschot door den directeur te doen verantwoorden, acht de commissie veel te hoog. De hoer De Jonge voert aan, dat de betaling der boter op de door den heer Lambrechtsen aangegeven wijze niet zoo gemakkelijk kan gaan. Er wordt iedere week bij de levering betaald en dat geschiedt op lijsten. Om de leveranciers drie maanden op betaling te laten wachten gaat niet aan. De Voorzitter is van oordeel, dat de Raad zich niet te veel moet mengen in het huishoudelijk beheer van de inrichting, ongeacht de bevoegdheid van den Raad, om wenken te gaven. Van daar dat B. en W. den vorm gekozen hebben, dien zij nu kenbaar maken, om namelijk het Gasthuisbestuur den wensch van de commissie medetedeelen, echter met de bijvoeging: «overal waar de dienst dit toelaat" en overigens de zaak aan de prudentie van tiet bestuur overtelaten. De heer Den Boer wijst op de 170 Heet. aard appelen, welke toch op mandaat konden betaald worden. Het voorstel van B. en W. wordt in rondvraag gebracht en aangenomen met algemeene stemmen. X. Thans is aan de oida de begrooting van ont vangsten en uitgaven van hot Gasthu s voor 1888. Omtrent deze begrooting zijn verschillende stukken gewisseld, die in extenso hier volgen A. Rapport der fiaanciëela commissie dl. 30 Au gustus 1887. «Bij het bestudeeren der begrooting voor het Gast huis, dienst 1888, gevoelde de financiêele commissie zich zeer teleurgesteld te bespeuren, dat ajs subsidie uit de g-ffipentekas voor dat jaar niet minder dan 1255.54, tegen een bedrag groot 379 91 voor het loopende jaar, was uitgetrokken. Voor 1886 be droeg het subsidie 356.63. Deze yerhooging stelde te meer teleur, nu de finan ciêele commissie met genoegen opmerkte, dat bij het ramen der eenheidsprijzen voor meerdere voedingsmid delen. was voldaan aan de ten vorigen jare gemaakte opmerkingen. Blijkens de besrootingscijfers worden de gewone inkomsten het batig saldo 1886 daarbuiten latende met inbegrip van het subsidie van het Bur gerlijk Armbestuur geraamd op 9770 in ronde cijfers de uitgaven met verplichte aflossing en rente op 12240 in ronde cijfers; alzoo te kort 2470. De aanwezigheid van een batig saldo, groot 1215.16 laat toe, dat men met 1255 54 subsidie uit de ge meentekas kan volstaan. Getukt het d r Oommissie van administratie niet, over 1888 do uitgaven aanzienlijk beneden de raming te beperken, zoo zal het batige saldo der vroegere diensten weldra verdwenen zijn en belangrijke her nieuwde verhooging van het subsidie noodzakelijk zijn. Neemt men aan, hetgeen zekerlijk niet ongunstig gesteld is, dat over 1888 voor 40 geahmenteerden do uitgaven gelijk zullen zijn aan die, volgens de reke ning over 1886 noodig gebleken voor 39 gea'imen- teerden, dan mng voor 1888 op geen minder bedrag aan kosten worden gerekend dan 11700. Tegenover een inkomen groot 9770 geeft zulks een tekort van bijna 2000. Dit tekort, voor 1255.54 bestreden door het gemeentelijk subsidie, zal voor het andere deel het batig saldo tot goed 400 doen dalen. Blijven de uitgaven in 1888, als in 1886 werd ge vorderd, dan zal in 1890 het subsidie tot 2000 zijn geklommen, aannemende, dat ook voor dat jiar de begrooting een verschil van ongeveer ƒ240.") tusschen werkelijke ontvangsten en uitgaven vamen moet. De financiêele commissie heeft gemeend eenigszins uitvoerig dezen stand van zaken t-3 moeten uiteen zetten, daar zij, zo idei' in iets te kort te doen in waar deering van do goede zorgen van de commissie tot ad ministratie, zich verplicht acht er op te wijzen, dat zonder bezuiniging op de uitgaven, het Gasthuis een zware lastpost dr. igt te worden voor de gemeentekas. De financiêele commissie deelt dan ook in geenen- deele de meening der commissie van administratie, als of het tekort van 2470.70%, begrooting 1888, een gewoon of beter normaal verschijnsel is. Wel wordt terecht beweerd, dan in 1885 volgens de begrooting het tekort bedroeg 2590.53% subsidie ingaand goed slot); voor 1886 f1241.44%; voor 1887 ƒ2431.86, maar blijkens de rekening gaf 1885 een uitgaand goed slot van 2051.95% en 1886 nog 1215.16%, terwijl de uitkomsten van den dienst 1887 nog niet bekend kunnen zijn. Neemt men deze uitgaande saldo's in aanmerking, dan bedroeg het fei telijke tekort over 1885 slechts in ronde cijfers 540, in 1886 slechts 1030. Hie.rvóot' is aangetoond hoe echter in 1888 het fei telijk tekort der rekening reeds ƒ2000 zal bedragen, indien de uitgaven een gelijk bedrag zullen vorderen, als in 1886, blijvende nog altijd ruim 500 onder de raming der ingediende begrooting. Deze stijging der tekorten heeft plaats zonder be langrijke vermindering der inkomsten (het mindere bedrag ad. ƒ350 voor ontvangen kostgeld der beste delingen is onvoldoends ter verklaring van de vermeer dering van het tekort), zonder een abnormaal aantal geahmenteerden en bij lage prijzen der voedingsmid delen. De commissie acht het niet hare taak aan te wijzen, waar bezuinigd kan worden, doch haren plicht aan te toonen, dat bezuiniging moet plaatshebben. In de begrooting is geraamd voor voeding, vuur, licht voor 40 bestedelingen 5863.28%, waartoe in 1886 m»t 39 bestedelingen ƒ4883 74 gevorderd werd. In de gegeven omstandigheden komt deze raming, 20 pet. boven de werkelijke kosten 1886, niet wenschelijk voor, al zij ook het cijfer van 5863,28 slechts eene raming en gelijk of beneden voorgaande ramingen. Al wordt door de financieels commissie niet betwij feld, dat de administratie van het Gasthuis zal stre ven naar het beperken der uitgaven tot het kleinst mogelijke bedrag, zoo is die commissie toch van meening. dat eene zeer zuinig geraamde, nauwsluitende begroeting, eene aansporing zij tot zuinig beheer. Zij meent daarom den raad in overweging te moeten ge ven, de administratie van het Gasthuis mede te deelen, dat de verhooging van het subsidie, aangevraagd voor den dienst 1888, den raad noopt de begrooting ter nadere overweging terug te zenden, met de beleefde uitaoodiging de raming, na overweging der bovenstaande beschouwingen, zooveel iu te krimpen, dat met een bescheiden subsidie-bedrag kan worden volstaan". Nota van den wethouder Ramondt op het advies der fiaarciëele commissie betrekkelijk de Gasthuisbegrooting 1888, Bij nauwkeurige beschouwing dezer begrooting blijkt, dat bij eene raming van 12244,28% uitgaven slechts ƒ9773(58 aan vaste inkomsten staan. De begrooting siuit door het ingaande batig saldo ad 1215.16% en door het subsidie1255,54 er is dus een feitelijk tekort van 2470,70% Neemt men met de financiêele commissie aan dat de raming der uiigavea wat ruim is en dat zij een batig saldo van pl m. 1200 kan opleveren, dan staat men in ieder geval voor een chronisch tekort van pl.m. 1270. Wordt het advies der flu. comm. op gevolgd, dan zou dit jaar het subsidie geheel of ge deeltelijk kuanen worden uitgesteld, maar dan begint eene volgende begrooting ook onverbiddelijk zonder eenig batig slot en zou wellicht de toestand erger zijn. Mij komt daarom het advies der fm. comm. niet wenschelijk voor. De wellicht iets te ruime raming der uitgaven, waardoor eene betrekkelijk hooge som als subsidie noodig is, zal wel in verband staan met de noodzakelijkheid om eenige kasruimte te hebben, anders toch zou bij de minste stagnatie in het be talen van pachten enz. het Gasthuisbestuur met eene ledige kas zitten. Bovendien, zoo de raming werkelijk te ruim is, dan kemt dit als batig saldo eene volgende begrooting ten Toch is er iets oneigenlijks in den toestand. Het tekort toch ontstaat grootendeels door dejaar- lijksche aflossing van 1000 schuld. En nu doet zich de omstandigheid voor dat, terwijl de gemeente te hulp moet komende bezittingen van het Gasthuis jaarlijks toenemen door belegging van proveniers- inkoopgelden en door vermindering van schuld. De rente dier lnkoopgelden staat volstrekt niet in ver band met de kosten der proveniers. Zoo vinden wij op de begrooting vermeld de beleg ging van 3900 van inkoopgelden, die 2% pet, dus 97,50 rente afwerpen. De 40 personeD, die de Gasthuisbevolking uitmaken, vorderen blijkens dezelfde begrooting aan voeding en verder onderhoud eene uit gaaf van 6878 28. Een persoon kost dus aan het allernoodzakelijkste ongeveer 172, twee proveniers kosten dus 344, waarvoor tijdens hun leven slechts 97,50 ten goede wordt gebracht. De rest komt voor rekening der gemeente en eerst na den dood der pro veniers komt de rente in haar voordeel. Ontegenzeg gelijk vloeit daaruit voort, dat na verloop van ver scheidene jaren de toestand zeer goed moet worden, maar evenzeer is het waar, dat proveniers op die wijze een blijvend voordeel zijn voor het Gasthuis, maar gedurende vele jaren een scbade-post voor de gemeente. Zoelang nu de gemeente moet bijspringen om ver plichte schuldafi issing te voldoen en schade lijdt door proveniers, zoolang komt liet mij oneigenlijk voor dat het Gasthuis bovendien haar kapitaal vermeerdert door belegging der proveniers-inkoopgelden.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1887 | | pagina bijlage 1