1887. N°. 121.
Donderdag 13 October.
74sle jaargang.
<»C3bCS=<ï=<S^-
GOESCIIE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
CSS?
GOES, 12 October 1887.
Het zal wel overbodig zijn bij het aangename
weder der laatste dagen onze lezers en lezeressen er
aan te herinneren, dat de winter met rassche schreden
nadert. Maar behalve storm en regen zijn er nog
andere voorboden van het koude jaargetijde, namelijk
de publieke vermakelijkheden. De heer Alex. Faas-
se n zal de reeks daarvan openen op morgen (Don
derdag 13 Oct.) door met zijn zoo gunstig bekend
tooneelgezelschap te komen opvoeren het nieuwe blij
spel: «Een pikante Roman". Wij hopen dat het
Goesche publiek zijne vroeger meermalen gebleken
sympathie voor goede tooneelvoorstellingen ook ditmaal
door een trouwe opkomst zal toonen.
In de zitting van de Tweede Kamer zijn gisteren
de algemeene beschouwingen over de Grondwets
ontwerpen aangevangen. Veel nieuws zullen ver
moedelijk deze debatten niet opleveren en terecht
merkte dhr. Van Houten op, dat zij hoofdzakelijk zullen
bevatten eene verklaring van de leden over de houding,
die zij bij deze tweede lezing zullen aannemen. Maar
juist op die houding komt het thans aan. Toen dan
ook dhr. Van Wassenaer Catwijck had verklaard tot
de aanneming van het derde hoofdstuk en de additio
neels bepalingen te willen medewerken, maakte dhr.
Van der Feltz de gegronde opmerking, dat, werden
de andere ontwerpen niet mede aangenomen, men aan
de rechterzijde eene houding zou aannemen die over
eenstemt met de strekking der motie-De Geer, die de
herziening wilde beperken tot de Reform Bill. Maar
nu de meerderheid der Kamer zich tegen die motie
heeft verklaard, is terugkomen hierop onmogelijk, vooral
ook omdat de linkerzijde die additioneele bepalingen
heeft gevraagd, waarbij zij beloofd heeft dat die be
palingen op haren steun rekenen konden als zij in
een geheel met de Grondwet werden aangenomen.
Mocht de rechterzijde zich dus bepalen tot aanneming
der Grondwetsherziening in verband met de motie
De Geer, dan behoudt de linkerzijde zich de vrijheid
voor om de add. artikelen af te stemmen.
Deze verklaring (volgens dhr. Van Houten niet
namens de linkerzijde maar namens eenige vrienden
van dhr. V. d. Feltz afgelegd) vond natuurlijk be
strijding bij dhr. Lohman, die haar rondweg een drei
gement noemde.
sliet schijnt wel" aldus sprak hij, «dat de liberale
partij meent dat de rechterzijde, belust als zij is op
de additioneele art., maar alles moet aannemen." Hij
ontkende echter dat de rechterzijde zich daartoe zou
hebben verbonden. Hij beschouwde daarom de verkla
ring van dhr. V. d. Feltz als een poging om het
gegeven woord betreffende de aanneming der add.
artikelen te willen breken. Deze liefelijke insinuatie
van onzen afgevaardigde verliest echter veel van hare
kracht als men nagaat, dat de rechterzijde door het
afstemmen van alle ontwerpen uitgezonder d hoofdstuk
III feitelijk de motie-De Geer, vroeger door de meer
derheid verworpen, tot haar recht zou doen komen.
Tegen deze mogelijkheid mag de liberale partij zich
voorwaar wel wapenen, door daartegenover duidelijk
te doen uitkomen, wat men van haar te wachten heeft,
indien de rechterzijde niet tot het tot stand brengen
der geheele herziening geneigd is.
Gelukkig zal het zoover wel niet behoeven te komen,
want dhr. Lohman verklaarde, hoewel hij er geen
bezwaar in zag tegen alle wetsontwerpen te stemmen,
dit niet te zullen doen, al loopt hij daardoor gevaar
het middel van pressie (een krachtig middel der min
derheid) prijs te geven. Dit vindt dhr. Lohman nu
zeker geen bedreiging; bet riekt naar eene reprise van
de non-possumus-politiek.
Bovendien mengde ook de minister Heemskerk zich
in het debat, die verklaarde dat er omtrent den samen
hang der ontwerpen geen quaestie meer kan zijn van
een voorstel als dat van den heer De Geer, nl. om
eenig ontwerp te ecarteeren en slechts te stemmen
over Hoofdstuk III. Deze Kamer moet al de voorstellen
overwegen zij moet er over stemmen. Al de ontwerpen
betreffen allen éene wetzij drukken te zamen de
overtuiging der Regeering uit.
Voor haar bestaat er een verband tusschen al de
voorsteilen. Voor haar is deze geheele zaak één. Wordt
een der ontwerpen verworpendan zullen de opvolgers
der Regeering moeten beslissen hoe zij de zaak willen
ten einde brengen.
Alzoo de geheele herziening of eene ministriëele
crisis. Of dhr. Lohman dit eene bedreiging noemt weten
wij niet, maar hij en de zijnen zijn thans voldoende
gewaarschuwd.
De ongelukken, te Bergen-op-Zoom en Goes ver
oorzaakt door het met den sneltrein uitwerpen
van zakken met brieven en nieuwsbladen, hebben
naar men ons uit eerstgenoemde plaats meldt
den Minister doen besluiten, de nieuwsbladen met
eenen lateren post te verzenden, aldus meldt de N.
R. Ct. Jammer, dat er niet bij gezegd wordt met
welken lateren post de nieuwsbladen zullen worden
verzonden.
Begrijpen wij het wel, dan zullen de brieven het lot
der uitgeworpenen blijven ondergaan, doch de nieuws
bladen zachter behandeld worden met een lateren post.
Maar aangezien de uitwerpende trein hier de laatste
is, welke op dien dag passeert of aankomt, vreezen
wij sterk, dat die latere post een vroege zal worden
op den volgenden dagl
Dan willen wij nog liever zoo nu en dan een stukje
van onze couranten missen
Het jongste advies van De Standaard in zake
de Grondwetsherziening luidt
«Het liefst zagen we, dat men zich tot de aanneming
van het Hoofdstuk over de Reform-bill, de
Successie en de Defensie bepaaldeof na de
bedenkingen, die tegen Hoofdstuk II nogmaals met
zooveel kracht rezen, alleen zijn stem gaf aan Hoofd
stuk III en VIII".
De revisie der overige hoofdstukken acht ze tamelijk
«lood om oud ijzer".
Het Vaderland teekent bij de vermelding hiervan
het volgende aan«Ei zoo 1 Of het uitgebreide kies
recht ook aan de Gemeenteraadskiezers wordt gegeven
dan of dat bij het oude blijft, acht zij )>'ood om oud
ijzer", en of Hoofdstuk V onveranderd blijft, dan of
het beginsel der administratieve rechtspraak daarin
wordt neergelegd, een hervorming, door den heer
Lohman toegejuicht en als motief van zijn stem voor
dit hoofdstuk aangegeven, is almede «lood om oud ijzer".
Het valt moeilijk in dit verzet van De Standaard
iets anders te zien dan een kinderachtig tegenstribbelen.
Men moet eindelijk wel met de herziening meegaan,
maar men wil zooveel mogelijk afdingen. Daarbij is
het de vraag, of dit afdingen zelfs mogelijk is. Neemt
men Hoofdstuk III en de additioneele bepalingen aan,
dan kunnen Hoofdst. IV en V niet onveranderd blijven.
Wat de successie betreft, waaromtrent De Stan
daard nog schijnt te weifelen, schijnt zij maar niet
in te zien, dat, wat bedenkingen ook tegen het her-
zieningsontwerp rezen, juist door al die uiteenloopende
adviezen de bedenkingen tegen behoud van het be
staande nog krachtiger zijn geworden. Thans eerst
mag verwerping van de successie terecht onverantwoor
delijk heeten.
Willen de antirevolutionairen volstrekt hun wrok
koelen tegen een of ander ontwerp, laten zij dan I,
VII en IX verwerpen. Maar dat zou blijkbaar al te
belachelijk wezen".
Ierseke. Door het overlijden des heeren Dominicus,
burgemeester van Kruiningen, is een plaats in het
Bestuur der Visscherijen op de Schelde en
Zeeuwsche stroomen opengevallen. Op initiatief der
heeren Lemson en Van Oeveren, wethouders alhier,
is een adres met ongeveer 140 handteekeningen aan
den Min. verzonden, met verzoek om den heer G.
Schipper, oesterkweeker alhier, in de plaats van den
heer Dominicus te benoemen.
Hierdoor is de Min. in de gelegenheid gesteld te
doen blijken of hij het eens is met hen, die Ierseke
als bijzonder geëigend beschouwen voor zetel van een
lid van 't Vischbestuur, ja als de plaats, die daarop
het meeste recht heeft. Tevens zal nu blijken, of het
waar is, dat sedert lang het voornemen bestaat een
paar openvallende plaatsen in het Vischbestuur niet
weder aaotevullen.
De inspectiereis van den Commissaris des Ko-
nings door een gedeelte van Zuid-Beveland is, naar
wij vernemen, bepaald op Maandag 17, Woensdag 19
en Donderdag 20 October. Ook Borsele zal bezocht
worden.
Z. M. heeft benoemd tot kantonrechter-plaatsverv.
in het kanton Tolen jhr. E. A. O. De Casembroot,
wonende te Tolen.
Aan het Berl. lagébl. wordt uit Brussel gemeld,
dat België, door Nederland, Engeland en Oostenrijk
ondersteund, in de Londensche suikerconferentie de
onvoorwaardelijke afschaffing der suiker-
premies zal voorstellen.
Z. M. heeft ingetrokken het Kon. besluit van
26 Aug. jl., no. 22, voor zooveel betreft de benoemingen
sub. 10 en 11 van dat besluit van C. Willeboordse,
tot plaatsverv. dijkgraaf in het bestuur van den Bastiaan
de Langepolder en tot plaatsvervangend dijkgraaf in
het bestuur van den Calandpolderen benoemd tot
raad in het bestuur van het waterschap Walcheren,
J. C. Lantsheer; tot gezworen van den Oud Noord-
bevelandpolder, M. De Regt Jz.tot lid van het bestuur
der waterkeering van den calamiteusen Nieuw-Neuzen-
polder, H. Wolfert Daniëlszoon.
De oester- en mosselhandelin Zee
land is verbazend en vertegenwoordigt zeer groote
kapitalen. De aanslag van het mosselzaad, welke in de
laatste jaren zoo gering was, dat men van elders moest
aanvoeren om steeds aan de groote aanvraag van het
buitenland te kunnen voldoen, is dit jaar zoo gunstig,
dat aanvoer van elders (Tesselsch, Ilarlingscb, en En-
gelsch zaad) niet noodig zal zijn. De oesteraanslag
overtreft zelfs het afgeloopen jaar, dat reeds uitstek) nd
kon genoemd worden. Er worden pannen van de per-
ceelen in de putten gebracht, waarop meer dan 400
jonge oesters zijn vastgehechtzelfs heeft men oester
schelpen aangetroffen, waarop zich 10 stuks bevonden.
De Commissaris des Konings van
Zeeland heeft aan het fanfarencorps zConcor-
dia" te Tolen een prachtige zilveren medaille
geschonken met opschrift: Jhr. Mr. de Brauw, Com
missaris des Konings, Herinnering aan 26 Juni 1887.
Voor het examen van leerlingconducteur bij de
Maatschappij tot exploitatie van staatsspoorwegen, dat
in de afgeloopen week werd gehouden, zijn o. a. ge
slaagd A. Provo te Gróede, S. de Regt te Vlissingen,
I. Priem te St. Maartensdijk en J. J. Oosterhuis te
Vlissingen, P. Van Zuijen te Renesse.
Het volgend adres is door d r. J. M. Smit
gericht aan den Koning:
Apeldoorn, 8 October 1887.
Geeft te kennen dr. J. M. Smit, leeraar aan de
Koninklijke Hoogere Burgerschool «Prios Hendrik der
Nederlanden", te Apeldoorn
dat hij bij besluit van den Raad dier gemeente van 30
September 1887, met ingang van 1 Januari 1888 is
ontslagen als leeraar aan bovengenoemde school, op
grond, «dat het optreden van den leeraar en gemeente
ambtenaar dr. J. M. Smit als politiek agitator met
zijne roeping als leeraar niet is overeen te brengen en
nadeelig is voor de school, waaraan hij is verbonden;"
dat hij zich door dit besluit ernstig gekrenkt acht
in zijne staatsburgerlijke rechten;
dat hij, optredend-! in openbare vergaderingen, steeds
is gebleven binnen de perken der wet, immers geen
aanleiding heeft gegeven noch tot strafrechtelijke ver
volging, noch tot toepassing van art. 8 der wet op het
middelbaar onderwijs, waarbij aan U. M. de macht
wordt gegeven, om de bevoegdheid tot het geven van
onderwijs te ontzeggen o. a. aan hem, die steeringen
verspreidt strijdig met de goede zeden of aansporende
tot ongehoorzaamheid aan de wetten des lands;"
dat dus zijn wat de Raad noemt «optreden als politiek
agitator" bestaat in de uitoefening van het hem bij
art. 10 der grondwet gewaarborgde recht van ver
gadering
dat nu, door aan da uitoefening van dit recht eenig
nadeelig gevolg te verbinden, in casu zijn ontslag uit
eene openbare betrekking, tot het bekleeden waarvan
hij ten volte bevoegd is, dit recht te zijnen aanzien
is beperkt
dat echter volgens de 2de alinea van art. 10 der
grondwet dat recht alleen kan worden geregeld en
beperkt door de wet;
dat nu d e w e t tot regeling en beperking van het
recht van vereeniging en vergadering g e e n e r 1 e i
regeling noch beperking hoegenaamd van
dat recht inhoudt ten aanzien van leeraren en gemeente
ambtenaren
dat de Raad in casu dus heeft gedaan, wat alleen
de wet zou toekomen, en 's Raads bedoeld besluit der
halve moet woiden geacht te zijn genomen in strijd
met de wet;
dat deze leer ook door U. M. werd aangenomen in
U. M's besluit van 24 October 1881 (Staatsblad no.
171), waarbij wordt vernietigd een raadsbesluit hou
dende ontslag van een ambtenaar, op grond dat hij
had gebruik gemaakt van een hem toekomend grond
wettig recht (het vecht van petitie)welke vernietiging
werd uitgesproken uit overweging, dat aangezien de
grondwet aan ieder ingezetene bet bedoelde recht waar
borgt, «hierin ligt opgesloten een verbod
aan de bevoegde macht om aan het ge
bruik van dit recht eenig nadeelig ge
volg te verbinden;"
zelfde reden waarom adressant U. M. verzoekt om,
gebruik makende van het bij art. 153 der gemeente
wet aan U M. toegekende recht, meergenoemd besluit
van den Raad der gemeente Apeldoorn te vernietigen
wegens strijd met art. 10 der Grondwet in verband
met de wet van 22 April 1855 (Staatsblad no. 32).
't Welk doende,
(w. g.) J. M. Smit.
De Huagsche kroniekschrijver van de R. Gron.
Ct. spreekt het de Echo tegen, dat de heer D o m e 1 a
Nieuwenhuis te 's-Gravenhage was teruggekeerd.
Dit is niet zoo en het zal nog geruimen tijd duren,
vóór de lijder der sociaal-democraten zijn werkzaam
heid hervat.
De regeering blijft bezwaar maken, om de her
ziene grondwet over te brengen in de nieuwe
spelling. Men kan, zegt zij, geene veranderingen,
zij het ook van spelling, brengen in artikelen, die in
de voorstellen tot herziening niet zijn aangeroerd.
Alsof eenige bepaling van beteekenis zou veranderen
door haar in de nieuwe spelling over te brengen.
Waarom, als dan de regeering zoo overdreven nauw
gezet is, heeft men niet in de additioneele artikelen
eene bepaling opgenomen, waarbij aan den Koning de
bevoegdheid gegeven wordt, om in de ofiiciëele uitgave
der herziene grondwet de niet gewijzigde artikelen
mede te doen overbrengen in de nieuwe spelling ever.»
als den Koning de bevoegdheid gegeven is, om de
rangschikkingen der bepalingen te veranderen
Eene nieuwe grondwet in eene spelling, die door
niemand meer wordt gebruikt, is toch inderdaad al
te dwaas. De vasthoudendheid der regeering aan de
spelling van Siegenbeek, terwijl op alle openbare scholen
die van De Vries en Te Winkel is ingevoerd, en
nadat reeds een gansch geslacht volwassen geworden
is, dat nooit iets anders dan de «nieuwe spelling ge
leerd heeft, mist o. i. een redelijken grond. (I7.D.)
Naar aanleiding van een hoofdartikel in de
Avondpost van 3 dezer, waarin de wenschelijkheid
besproken wordt om bedelarij te beteugelen
door werk te verschaffen aan hem die werken kan,
bevatten de Haagsche bladen eene oproeping aan alle
weidenkenden in Nederland, om eene Vereeniging te
stichten, die voor dat doel zal trachten werkzaam te
zijn, waarvoor men zich kan aanmelden bij de Redactie
van de Avondpost, Wagenstraat 70 te's-Gravenhage.
Waar een groot gedeelte van bebouwbare heide
woest ligt, en in Indië nog ruimte is voor millioenen,
zouden wij het totstandkomen eener dergelijke vereeni
ging zeer toejuichen. Wij vertrouwen dan ook, dat zij zieh
weldra zal verheugen in den steun van alle weidenkenden.
Er is behoefte aan een nieuw arbeidsveld voor Neder
land. De honderden van sollicitanten naar de kleinste
baantjes pleiten daarvoor dnidelijker dan het helderste
betoog, zegt de Arnh. Ct.
Aan het jaarverslag der Vereeniging tot christe
lijke verzorging van krankzinnigen en zenuwlijders in
de inrichting V e 1 d w ij k, te Ermeloo o/d. Veluwe,
over 1886/87, wordt het volgende ontleend. Ook in
het afgeloopen jaar is de inrichting weder belangrijk
uitgebreid; vier nieuwe paviljoens werden geopend, 1
eerste en tweede klasse voor mannen, 1 eerste en
tweede voor vrouwen, 1 derde voor mannen, en 1
derde voor vrouwen.
Werden in het vorige jaar 9 mannelijke en II
vrouwelijke patiënten ter verpleging opgenomen, waar
van 1 man als niet krankzinnig ontslagen, en 1 man
en 1 vrouw overleden, in het afgeloopen jaar zijn 78
lijders opgenomen. Het geheel der opgenomen patiënten
van de opening der stichting tot heden bedraagt 98,
waarvan ontslagen geheel of gedeeltelijk hersteld 3
mannen en 9 vrouwen, en overleden 2 mannen en 1
vrouw, zoodat het getal der thans aanwezige patiën
ten 80 bedraagt.
Ook van onderscheidene gemeentebesturen ontving
men voor patiënten de jaarlijksche subsidie; voor twee
patiënten uit de provincie Gelderland werden bovendien
de provinciale en rijkssubsidies toegezegd.
De gewone inkomsten hebben bedragen 30,376,85
uitgaven 30,277,67, saldo 99,18%. De buitenge
wone inkomsten bedroegen 72,408,95%, terwijl een
gelijk bedrag is uitgegeven. De winst- en verliesreke
ning bedraagt in ontvangst en uitgaaf 30,375,93%.
De staat van bezittingen en schulden bedroeg op 31
Maart 1887 actief/198,815,16,passief/188,671.04%,
zoodat het kapitaal thans 10,144,11 bedraagt.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Aangenomen het beroep naar Oostkapelle door
den heer C. Plug, cand. te Amsterdam.
De heer Van Driel, hoofd der openbare school
te Serooskerke (Schouwen), heeft tegen 1 Nov. a. s.
eervol ontslag gevraagd, wegens volbrachten diensttijd
en lichaamsgebreken. (M Cf.)
Rechtszaken.
Vrijdag a. s. wordt voor de Arrondissements-
Rechtbank te Middelburg behandeld de zaak tegen
B. Q., 44 jaar oud, manufacturier te Goes, appellant
van een vonnis van het Kantongerecht te Goes ten
einde te worden terechtgesteld ter zake dat hij in den
jare 1886 op verschillende tijdstippen, zoo ongeveer
in den tijd, die verloopen is tusschen 1 Juni en 1
December 1886, te Goes buiten noodzaak het beroep
van geneeskundige heeft uitgeotfend, terwijl hij niet
tot de uitoefening van dat beioep was toegelaten en
de wet hiertoe eene toelating vordert en wel door van
verschillende personen, die zijne hulp inriepen, de
kwalen door vragen te onderzoeken en hiervoor ge
neesmiddelen te verstrekken met het oogmerk om die
kwalen te genezen en ook door aan hen, die hunne
kwalen kwamen mededeelen, geneesmiddelen te ver
strekken met het oogmerk om die kwalen te genezen.
Vanwege het openbaar Ministerie zijn in deze zaak
8 getuigen gedagvaard.
Bij het in eersten aanleg gewezen vonnis werd dhr.
Q. tot 100 boete veroordeeld.
Evenals in eersten aanleg zal mr. Lucasse a's ver
dediger in dt'ze zaak optreden