1887. N°. 112. Donderdag 22 September. 74sle jaargang. -CiaCSsCPXatiCï^. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,78. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Adverteutiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN D1TMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande ea contant betaald, 20 et. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regeL GOES, 21 September 1887. In De .Amsterdammer toont de heer P. C. F. Frowein, te Sneek, zich bezwaard door het voorstel van de Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onder wijs te Apeldoorn aan den Raad dier gemeente, om dr. J. M. Smit als leeraar in de natuurkunde aan de Koninklijke H. Burgerschool te ontslaan «op grond dat hij bij herhaling op verschillende plaatsen is op getreden als politiek agitator en dit door haar niet vereenigbaar wordt geacht met zijne roeping als leeraar en nadeelig voor den goeden naam der school, en zulks nadat ernstige waarschuwing geen gevolg heeft gehad". Dr. Frowein geeft hierbij deze vraag ter overden king «wanneer een commissie van toezicht in de nabijheid van Het Loo het recht zou hebben voor te stellen het ontslag van een leeraar, omdat bij spreekt vóór het algemeen kiesrecht, zou men dan ook een commissie van toezicht in streken van ons land, waar het algemeen kiesrecht in beginsel gehuldigd wordt, het recht willen toekennen, het ontslag van een leeraar voor te stellen, omdat hij tegen het algemeen kies recht spreekt De heer Frowein ziet in een en ander eene ver korting van de politieke rechten van den staatsburger Smit, wien de maatregel zou treffen omdat hij het algeme-n stemrecht in bescherming neemten de schrijver wijst er op dat dr. Smit thans door de Com missie van Toezicht wordt aangeklaagd wegens het uitoefenen van een recht (van de vrijheid van ge- dachtenwisseling buiten de school) dat twee jaren ge leden de leeraren bij het Middelbaar Onderwijs, in eene vergadering met 23 tegen 10 stemmen en 5 ont houdingen verklaarden te zijn hun recht. Het komt ons voor, dat tegen de bewijsvoering van dr. Frowein nog al het een en ander in het midden is te brengen. Het besluit der leerarenverga- dering toch kan in dezen niet van partijdigheid wor den vrijgepleit, omdat zij, die in dezen eene beslissing uitspraken, ten nauwste bij de zaak betrokken ziju. Op dienzelfden grond hadden wij het ook verstandi ger gevonden indien dr. Frowein de verdediging van dhr. Smit, die door nauwe familiebetrekkingen aan hem verbonden is, aan andere handen had overgelaten. Maar van meer belang achten wij het optemerken, dat de commissie van toezicht te Apeldoorn hare klacht niet daarop grondt, dat dr. Smit voorstander is van algemeen kiesrecht, maar wel daarop, dat hij ten gunste van die zaak optreedt als agitator. Dat dit laatste eenigszins het geval is, blijkt niet alleen uit het feit, dat dr. Smit op verschillende plaatsen lezingen over algemeen stemrecht houdt, maar ook uit den inhoud dier lezingen. Wij herinneren eraan, dat dr. Smit in eene lezing op Zondag 24 April jl. alhier gehouden, o. a. zeide, dat «de 2e Kamer een groot comediespel is", dat hij de le Kamer eene «gouvernante-kindermeid" der 2e Kamer noemde en de theorie verkondigde, dat adel, aristocratie en pluto cratie onnoodige zaken zijn". En nu moge men deze uitdrukkingen niet dadelijk met den naam van beleediging van het gezag willen bestempelen, zij geven toch zeker allerminst blijk van eerbied voor den regeeringsvorm van ons land ea voor de wetten, die daaruit voortspruiten. En juist dien eer bied mag men toch bij een leeraar eischen, die door die regeering en tengevolge van die wetten zijn ambt bekleedt en geroepen is den verschuldigden eerbied daarvoor aan het jonge Nederland in te prenten. Wij gelooven gaarne, dat dr. Smit zijne theorieën niet op school verkondigt, maar hij kan toch niet beletten, dat zijne leerlingen zich buiten de school onder zijn gehoor begeven of de verslagen van zijne redevoe ringen lezen; en waar zij eenmaal geleerd hebben, wat hnn leeraar zegt voor waarheid aantenemen, daar is het begrijpelijk, dat zij ook zijne theorieën op staat kundig terrein als de ware gaan beschouwen en zoo wordt de leeraar zijns ondanks, ook de onderwijzer zijner leerlingen op politiek gebied. Daar tegen moet, meenen wij, een leeraar zelf waken en dit kan hij niet anders doen dan zich te onthouden van in het openbaar zijn beginselen te verkondigen. Hij handelt door zijn publiek optreden niet direct in strijd met eenig wettelijk voorschrift, maar een ieder moet, dunkt ons, toch gevoelen dat dit optreden ver keerde gevolgen kan hebben. Ieder ambt legt eigen aardige verplichtingen op den bekleeder ervan, en zoo achten wij het een plicht van een leeraar om zich in bet openbaar buiten den strijd der politieke beginselen te houden. De opmerking van dr. Frowein omtrent de hande ling van eene commissie van toezicht in de nabijheid van het Loo schijnt ons wat gezocht, evenals de vraag of een leeraar ook ontslagen moet worden als hij in een andere streek zegt tegen het algemeen stemrecht te zijn. Wij gelooven niet, dat de nabijheid van het Loo in dezen bij de commissie van eenigen invloed is geweest. Het is trouwens in de laatste jaren meer malen gebleken, dat ook andere onderwijsautoriteiten dan die te Apeldoorn het publiek optreden van leer aren, die behooren tot de algemeen stemrechtpredikers op meer of minder herige wijze hebben bestreden. En wanneer een leeraar aan herhaalde waarschuwingen in dit opzicht geen gehoor wenscht te geven, dan kan hij de gevolgen alleen aan zich zeiven wijten. Hebben de autoriteiten de gevoelens van een leeraar te eer biedigen, deze behoort evenzeer het gevoelen der auto riteiten te eerbiedigen, wanneer zij dergelijk optreden in strijd achten met de belangen van het onderwijs. Kan de leeraar zich daaraan met onderwerpen, dan doet hij beter zijn omslag te nemen. Mr. J. C 1 e r c xafgevaardigde ter 2e Kamer voor het district Boksmeer, heeft naar aanleiding van zijn herkiezing een schrijven aan zijn kiezers gericht, waarin hij hun dank zegt voor het hernieuwd blijk van vertrouwen in hem gesteld en o, a. het volgende verklaait: «Wat de uitbreiding der kiesbevoegdheid betreft, meent hij niet te kunnen nalaten de voetstappen te drukken van zulke uitstekende katholieke afgevaardig den als dr. Schaapman, als een mr. Van den Biesen, een mr. Vos De Wael, een mr. Reekers, een mr. Van Berckel en een mr. Kolkman. De meesten hunner zijn meer op de hoogte van noordelijke toestanden en kun nen beter dan wij, bewoners van zuidelijk Nederland, beoordeelen, welke maatregelen er moeten getroffen worden om ook in het noorden de katholieken in het algemeen en, wat de volksvertegenwoordiging betreft, in het bijzonder, tot hun recht te doen komen. Het getal der katholieke afgevaardigden staat thans in geenen deele in verhouding tot de twee vijfden, die zij onder de bevolking innemen. Indien nu reeds met wiskundige zekerheid ware aan te toonen, wat velen in den lande hoogst waarschijnlijk achtten, dat uitbrei ding van kiesbevoegdheid daartoe leiden moet, dan zeer zeker zou geen enkele katholieke afgevaar digde zijn stem daaraan onthouden. Daar wij echter volgens de bekentenis van eenige bevoegde beoordeelaars in bet zuiden bij die uitbreiding niet zullen verliezen en andere mannen van doorzicht daarentegen overtuigd zijn dat wij er in het noorden bij zullen winnen, vermeende hij in zijne beslissing niet te mogen aarzelen. Het is immers niet voldoende, dat Limburg, Noord- Brabant en Gelderland katholieken afvaardigen, ook andere deelen des lands moeten, meer dan heden het geval is, daartoe in de gelegenheid gesteld worden. Het getal der katholieke volksvertegenwoordigers moet zooveel mogelijk in verhonding staan tot hun aantal in de bevolking, en dit is bij het tegenwoor dige kiesstelsel gebleken onmogelijk te zijn. Wat de andere hoofdstukken van minder ingrijpenden aard aangaat, zal hij niet handelen dan na rijp overleg, en waar hij zich in zulk uitstekend gezelschap bevindt, als van bovengenoemde afgevaardigden, die zich steeds als warme voorstanders der belangen van bet katholieke volk hebben doen kennen, vertrouwt hij vast uwe goedkeuring te zullen verwerven". Het verdient voorzeker lof, dat dhr. Clercx zoo on omwonden verklaart, niet alleen hoe hij handelen zal bij de tweede lezing der Grondwetsherziening, maar ook waarom. Deze openhartigheid geeft echter, ge looven wij, aanleiding tot de vraag of dhr. Clercx, die reeds verscheidene jaren lid der Kamer is, nog niet weet, dat hij daar zitting heeft als vertegenwoordiger van het geheele Nederlandsche volk en niet enkel om de katholieken iD Nederland zooveel mogelijk te be- voordeelen. Een volksvertegenwoordiger, die zich voor een uitbreiding van het kiesrecht verklaart, alleen omdat daardoor meerdere kiezers en zoodoende meer dere afgevaardigden van zijn godsdienst zullen kunnen worden gekweekt en gekozen, heeft, dunkt ons, al een zonderlinge opvatting van de op hem rustende taak van «oi/ssvertegenwoordiger. Tengevolge van verschillende mutatiën bij het korps ingenieurs van den rijkswaterstaat zijn met in gang van I November a. s. verplaatst: dhr. N. A. M Van den Thoorn, ingenieur 3e klasse, van Goes naar Leeuwarden, en de ingenieur 3e klasse J. G. E r m e r i n s van 's-IIertogenbosch naar Goes. Voorts is de hoofdingenieur A. J. Brevet overgeplaatst van Middelburg naar Maastricht en de ingenieur Ie klasse H. E. De B r u ij n van Leeuwarden naar 's Graven- hage, terwijl de hoofdingenieur J. Van der Toorn, aan wien onbepaald verlof was verleend, weder in dienst is gesteld en geplaatst is te Middelburg. Op het Nederlandsch Natuur- en Ge neeskundig Congres te Amsterdam zullen o. a. als sprekers optreden in de 3e sectie: geneeskunde, op 30 September en I October, dr. A. W. V a n R e n- terghem te Amsterdam: «Over het hypnotismus en zijne toepassing in de geneeskundige praktijk", en dr. G. C. Schil ham te's-IIeer Arendskerke: «Mede- deeling betreffende een drietal belangrijke verwondin gen met de daarbij gevolgde behandeling". Ierseke. Maandagavond hield de gemeente raad de op Zaterdag bepaalde zitting. Na be raadslaging met gesloten deuren, maakte de Voorz. aap het publiek bekend, dat besloten was tot het aan gaan eener geldleening, f 900 niet te boven gaande, tot het aanschaffen van een nieuw torenuurwerk. De heer Sauer vestigde nog de aandacht van B. en W. op een put bij het riool, dat zich bij de woning van dm heer P. Van Oeveren bevindt, waarna de ver gadering gesloten weid. Bij kon. besluit zijn benoemdtot lid van het bestuur der waterkeering van het calamiteuze water schap Ellewoudsdijk eh den calamiteuzen polder Borsele J. Bruinooge; tot dijkgraaf van den polder Oos- terenban van Schouwen M. S c h o o f ftot plaats vervangend dijkgraaf van het waterschap Ooster-Zwake S. Paul; lot voorzitter van het dagelijksch bestuur van het watersch. Schouwen mr. A. J. F. Fokker. De Koninklijke familie verlaat ver moedelijk Zaterdag de residentie om de herfstmaanden op het Loo door te brengen. De Minister van Staat, Minister van Binnenl. Zaken, overwegende, dat de heer mr. H L. Drucker, verkozen lid der Tweede Kamer van de Staten-Gene- raal in het hoofdkiesdistrict Winschoten, heeft ver klaard zijne benoeming niet aan te nemen, en dat der halve eene nieuwe verkiezing van een lid dier Kamer in dat hoofdkiesdistrict moet plaats hebbenheeft goedgevonden te bepalenlo. dat die verkiezing zal plaatshebben Maandag 3 Oct. 1887; 2o. dat herstem ming, is die noodig, zal geschieden Maandag 17 Oct. d. a. v. Zieriksee. Benoemd tot ontvanger-griffier van den polder «De Vier Bannen van Duiveland" de heer C. Van der Vliet Dz. Met hem stonden op de voordracht jhr. mr. J. W. D. Schuurbeque Boeije en de heer J. J. Romijn. Bij kon. besluit is, met ingang van 19 Februari 1888, aan deu gepensioneerden gener.-majoor titulair van het leger in Nederiandsch-Indië J. C. J. Smits, op zijn verzoek, eervol ontslag verleend als comman dant van het koloniaal militair invalidenhuis op Bronbeek. Eenigen tijd geleden werd de ingenieur Aug- Collette vanwege het Dagelijksch Bestuur van 's-Graven- hage uitgenoodigd een toestel te ontwerpen, dat de geringste bewegingen van schijndooden terstond aan den bewaker kenbaar maakt. Zulk een toestel zou reeds gereed en beproefd zijn en zeer goed hebben voldaan, zoodat de toepassing er van weldra kan worden verwacht. Stoompost Aan prof. mr. B. J. L baron De Geer van Jutpbaas, die wegens 70jarigen leeftijd zijn protessoraat neerlegt, is gisteren door tal van leerlingen en oud-leerlingen een huldeblijk aangeboden. Hiertoe is de keuze gevallen op Barbédienne s repro ductie van Paul Dubois Etude et Méditation. Dit beeld werd bij monle van mr. A. P. Th. Eyssel, lid van den Hoogen Raad te 's-Hage, prof. De Geer in de kleiae gehoorzaal der universiteit aangeboden met een album, bevattende de portretten van de schenkers. Het juristen dispuut-gezelschap «Antonius Matthams", dat met medewerking van prof. De Geer werd opge licht en door hem geleid, bood hem hij monde van den heer II. N. J. Van Eelde twee boekwerken aan. De namen der schenkers zijn vermeld in een keurig album. Door «eenige vrienden van de waarheid" te Harlingen is aan de «goedgeloovige burgers" dier stad een manifest gericht, waarin zij worden aangespoord den Gemeenteraad evenzeer op zijde te zetten als den kerkeraad die «van het pad des Heeren is afgeweken." Het manifest eirdigt aldus: «De Doleerende Gemeenteraad, dien wij eerlang naast den op het Stadhuis resideerenden hopen te begroeten, zal gevoegelijk in een openbaar lokaal bijv.: de Korenbeurs, kunnen vergaderen tot tijd en wijle de zich noemende wettige Gemeenteraad van Harlingen voor den drang van 's Heeren volk zal zijn geweken." 't Is te hopen, zegt het Vaderlanddat er in HarliDgen veel openbare lokalen zijn, want anders zouden, zoo dit voorbeeld door andere gezindheden wordt gevolgd, tusschen de Doleerende en de Her vormde, de Katholieke en Israëlietische gemeenteraden wel eens twist over het bezit van een vergaderzaal kunnen ontstaan en de eerwaarde heeren genoodzaakt zijn in de open lucht te vergaderen. Naar aanleiding eener nota van den Framchen Rijkeingenieur Barabant, bevat de Locomotief eene uitvoerige beschouwing over «Zout tot wegruiming van sneeuw". Daaruit blijkt, dat het zout een hoofdfactor is geworden van den reinigingsdienst van Parijs, waar aan het zeer aanzienlijke besparingen heeft verschaft, terwijl het aan het openbaar verkeer onschatbare diensten bewijst, daar het de ongemakken van allerlei aard, die de sneeuw veroorzaakt, tot enkele uren beperkt. Wordt het thans bij de Staten-Generaal aanhanging wetsontwerp tot nieuwe regeling van de accijusheffing op het zout aangenomen, dan zal het gebruik van zout tot wegruiming van sneenw vrijdom van accijns genieten en verwacht de schrijver, als gevolg van de prijsvermindering, dat de pekelmeDgsels, die thans nog gebezigd worden, door doelmatige aanwending van het zout in zijn natuurstaat zullen worden vervangen en hnn tegenwoordig vuil en ongeriellijk gebruik zal verdwijnen. Zondag en Maandag werd te Antwerpen de drie honderdjarige herinneringsdag van Vondel's geboorte feestelijk gevierd. Het feest werd geopend met een op tocht van alle Vlaamsche letterkundige vereenigingen. In den tuin van het paleis schaarden allen zich voor en om het borstbeeld van Vondel. Daar ter plaatse verscheen tevens de Gouverneur der provincie Ant werpen en werd er verwelkomd door den schepen Gittens, die vervolgens, na een korte toespraak, den schedel van het beeld met een krans versierde, waarna de Hollandsche Club en andere vereenigingen kransen bij het beeld nederlegden. Des avonds werd in de groote zaal van het Paleis van Kunst en Nijverheid eene feestelijke bijeenkomst gehouden, waarin o. a. door den heer S. Reijnders Bisdom, voorzitter vau genoemde club, in warme be woordingen, met eene herinnering aan hetgeen door den voorzitter van het Taalkundig congres te Amster dam gezegd is, de band werd herdacht, die alle Neder landers, zoo in Noord en Zuid, als aan de zuidpunt van Afrika als broeders verbindt, en hulde gebracht aan Antwerpen's burgemeester en ingezetenen, die zoo veel bijdragen tot het onderhouden en aankweeken van den Nederlandschen volksgeest. Na deze toespraak deed het muziekkorps de tonen van het Nederlandsche volkslied hooren. Volgens het programma zou er na afloop dezer bijeenkomst een vuurwerk worden afge stoken, doch tengevolge van het ongunstige weder moest dit worden uitgesteld. Des avonds was er in den Vlaamschen schouwburg eene gala-voorstelling, waarin «De Leeuwendalers" werden opgevoerd en eene cantate gezongeo werd. (N. R. Ct.) Onze lezers herinneren zich wellicht het inder tijd door ons medegedeelde bericht omtrent den moord op den heer Swaving gepleegd. De door getuigen bij de behandeling dezer zaak afgelegde verklaringen waren zeer bezwarend o. a. voor de vrouw van den vermoorde. De verhouding tusschen den heer en mevrouw Swaving moet allertreurigst geweest zijn; zij hadden dikwijls rnzie; hij mishandelde zijn vrouw en zij zouden zeker gescheiden zijn als mijnheer slechts een 10.000 van mevrouw had gekregen. De raad van justitie te Semarang heeft den 13en Augustus uitspraak gedaan en mevrouw Swaving en mevrouw Vogel veroordeeld tot 20 jaren tuchthuis straf. Als verzachtende omstandigheid voor de eerste is aangemerkt, dat Swaving er eene bijzit op na hield en zijne vrouw mishandelde, en voor de laatste dat zij niet kon dulden, dat haar kind veronachtzaamd en mishandeld werd. Geen verzachtende omstandigheden zijn aangenomen voor de beide Javanen Pak Walang en Soerosmito, die voor 150 den heer Swaving vermoord hebben. Deze beiden zijn ter dood veroordeeld. Setrowikromo, die op last van mevrouw Swaving de moordenaars gezocht heeft, kreeg tien jaren dwang arbeid. Ten opzichte van de inlandsche vrouw Mbok Kerto- mito is het bewijs niet geleverd, dat zij vergif in het eten voor Swaving bestemd gemengd heeft. Zij werd vrijgesproken. Staten-Generaal. EERSTE KAMER. De Kamer besloot gisteren tot toelating van alle leden met uitzondering van dhr. Coenen. Da com missie voor het onderzoek der geloofsbrieven advi seerde tot zijne toelating, waarover heden zal worden beslist. Jhr. Van Eijsinga aanvaardde het voorzitter schap met eene korte rede. De Kamer besloot de troonrede met een adres te beantwoorden. Het ontwerp-adres luidt als volgt: Sire I 1. Dankbaar waardeerde de Eerste Kamer der Staten-Generaal het voorrecht Uwe Majesteit wederom te midden der Vertegenwoordigers van het Neder landsche volk te zien, dat zich aan Uwe Majesteit en Haar doorluchtig Stamhuis innig verknocht gevoelt. 2. Uwe Majesteit vindt ons bereid tot nauwgezette overweging van de wetsontwerpen tot bekrachtiging der veranderingen in de Grondwet,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1887 | | pagina 1