publiek. Het spel van den knaap wekte dan ook ieders verbazing, bijzonder gemakkelijk en zeker speelde hij het pianoconcert in C. Mol «an Beethoven, een wals van eigen compositie, een mazurka en een nocturne van Chopin, een Polacca van Weber en een wals van Chopin. Luide toejuichingen vielen den jeudigen kunste naar ten deel. De heer M. H. Van 'tKruijs te Rotterdam schrijft in de N. R. Ct. daaromtrent o. a. «Musici en dilettanten, die verzuimden dit concert bij te wonen, mogen zich dat wel beklagen, Eene andere vraag echter is, ot het van de ouders wel verstandig genoemd mag worden, dat zij het kind nu reeds aan het vermoeiende reizen blootstellen. Voor niet minder dan 100 achtereenvolgens te geven con certen in Engeland is de knaap geëngageerd, waarmede hij 60,000 verdient, en zekerlijk zullen nog meer concerten daarop moeten volgen. Zeker, het is wel te begrijpen, dat geld en roem een groot lokaas voor de ouders zijn, maar wanneer het kind, dat blijkbaar eene uitstekende leiding genoot, rustig was blijven voort- studeeren, in plaats van nu reeds overal op te treden, wellicht ware dat beter geweest. Daarbij komt nog dat, voor den nadenkenden toehoorder, de knaap toch min of meer eenen pijnlijken indruk maken moet, want, hoe geniaal het kind ook is, de ontwikkeling der tech niek vordert veel studie en inspanning. Dit alles neemt echter niet weg, dat Jozef Hofmann nu retds onder de pianisten van den eersten rang ge teld mag worden en hem, bij behoud zijner gezondheid en bij goede leiding, eene schitterende toekomst is weggelegd". Dinsdag a. s. zal het knaapje andermaal een con cert geven. In den loop dezer maand nog zal in de zaal sirene" te Rotterdam een electrisch orgel gereed ko men, het eerste instrument van dien aard in Neder land- De dispositie is bewerkt door den he r M. H. Van 't Kruijs, die het toezicht heeft over het opstellen er van. Buitenlandsch Overzicht. Er is geene verandering in het Bulgaargche vraag stuk gekomen en het laat zich aanzien, dat w ij daarop nog lang kunnen wachten. De Sultan, die in de eerste plaats de persoon is, die in de zaken moet ingrijpen, doet niets anders dan advies vragen aan de groote mogendheden, die ook geen lust hebben iets aan de zaken te veranderen. Opmerkelijk intusschen is, wat de Italiaansche gezant bij de Porte op eene audiëntie bij den Sultan over de Bulgaarsche quaestie gezegd heefr. Volgens baron Blanc staat de Porte tegenover voldongen feiten: de verkiezing van den Vorst van Coburg en zijne aanvaarding van de regeering. De verkiezing heeft wellicht niet geheel plaats gehad in overeenstemming met de wettelijke voorschriften maar, wat men ook moge tegenwerpen, de uitverkorene der Sobranje is wel degelijk ook de uitverkorene van de natie. Welnu, Italië, dat zijne eenheid heeft tot stand gebracht in naam van het nationaliteits-beginsel, en dat zelf Europa tegenover eene reeks van voldongen feiten heeft geplaatst, is vast besloten, den Bulgaren het recht toe te kennen om te handelen, gelijk het zelf heeft gedaan, dat wil zeggen, het recht om hun lot te regelen in overeenstemming met hunne behoef ten, zonder zich te storen aan de inmenging der mo gendheden. «Wij erkennen zeide de gezant «dat Vorst Ferdinand van Coburg niet correct heeft gehandeld, toen hij de Regeering aanvaardde zonder de toest-m- ming van Uwe Majesteit en van de groote Mogend heden, die het traktaat van Berlijn onderteekenden maar deze onregelmatige toestand kan regelmatig wor den gemaakt. Daartoe moeten de Mogendheden zich met elkander verstaan en indien wij aan de Regeer ing van Uwe Majesteit een raad mochten geven, zou bet zijn, dat zij moest trachten die overeenstemming lai gs Terwijl nu de lamp een zacht licbt over de buste vóór ons wierp, terwijl het geraas van de volkrijke stad uit de verte tot ons doordrong, vertelde mijn vriend het volgende: «Het is twee jaar geleden, dat ik haar leerde ken nen. Toen gij deze stad verliet had ik mijn atelier nog in het noorden der stad. Ik zag haar het eerst op den dag, dat ik mij in deze straat vestigde. Zij woonde in het huis biernaast met hare moeder en voorzag in haar beider onderhoud door het beschil deren van waaiers. Gij hebt haar zelf gezien en het zal u niet verwonderen, dat van het eerste oogenblik, waarop ik haar zag, haar trekken niet meer uit mijne gedachte gingeD. Toen was zij nog mooier, want ge moet weten Hij stond op en streek met de hand langs de buste «hier deze trek was toen nog niet op haar gelaat zichtbaar en hare oogen keken vrij de wereld in". Hij zette zich weder naast mij «Zij bemerkte wel ras, dat ik haar liefhad, maar ik heb het haar toen toch nooit gezegd. Ik was bijna iederen avond bij haar en hare moeder. De oude was ziekelijk en zat meestal zwijgend bij ons te breien, terwijl Irma schilderde. Gij kunt n niet voorstellen, boe mooi zij was, terwijl zij met blozende wargen over haren arbeid zat gebogen of met haren majestueust n gang op en neder ging. Soms kwam zij hier om naar mijn arbeid te kijken. Zij zag alles, iedere greep, die mij gelukte, iedere gedachte, waaraan ik vorm wilde geven, alleen het aileg verteerende vuur, dat mij door straalde, zag zij niet". Everhard zweeg een oogenblik en leunde uitgeput met het hoofd achterover. »Dat zou ik alles nog hebben kunnen verdragen", vervolgde hij op den zelfden doffen toon. «Ik dacht: zij zal wellicht nimmer een man liefhebben. Hoe kon ik ooit znlk een dwaas denkbeeld koesteren! «Op zekeren dag kwam er iemand hier in mijn atelier. Een knap man van hooge geboorte. Hij had graag, dat men hem een beschermer der kunst noemde. «Die werd de man, dien zij lief kreeg. Zij was hier, toen hij kwam om mij eene opdracht te geven. AI den tijd, dat hij hier was, wendde zij haar blik niet vac hmi af; het was alsof hij haar dwong hem aan- tczun. We dra kwam hij terug, ducli het duurdeniet diplomatieken weg te verkrijgen. Inderdaad, aan elke andere wijze van handelen schijnen ons groote gevaren verbonden te zijn. Eene sommatie aan den Vorst, om Bulgarije te verlaten, kan zonder uitwerking blijven; een gewapende tusschenkomst zou nog ernstiger gevaren kunnen doen ontstaan. Indien eens het kanon zich in Oost-Rumelië heeft doen hooren, kan niemand voorzien, wat de gevolgen zullen zijn. Indien de gebiedsverdeeling op het Balkan-schiereiland wordt gewijzigd ten behoeve van eene mogendheid, zal eene andere mogendheid niet in gebreke blijven om ook van hare zijde eischen te stellen, en niemand is onbekend met de plannen eener mogendheid op Salonichi. Welke ook de tegenwoordige banden zijn, waardoor Italië is gebonden, het zou der gelijke wijzigingen niet kunnen goedkeuren, want het acht 't van het grootste belang, dat Salonichi Turksch grondgebied blijve". Hieruit spreekt werkelijk eenigermate een opinie, maar eene, die vermoedelijk niet met die van Rusland zal strooken en zoolang de mogendheden het niet daarheen hebben geleid, dat de Czaar wat zachter wordt gestemd, is weinig aan de zaken te veranderen. De Franschen zijn opgetogen over het succes, dat de mobilisatie van het 17e legerkorps heeft gehad en werkelijk schijnt gebleken te zijn, dat het Fransche leger thans uitstekend is ingericht. Wanneer dit maar geene aanleiding is, dat er weêr meer gezegd en ge daan wordt, dan aan andere natiën welgevallig kan zijn. Gemengde Berichten. Bij het afbreken van een huis op de Kade alhier, dat verbouwd wordt, verloor heden een werkman bij het neervieren van een balk het evenwicht, tengevolge waarvan hij zich vrij ernstig aan het hoofd verwondde, terwijl op de Groote markt een meisje het wiel van een rijtuig over den arm kreeg. Beiden zijn naar hunne woningen overgebracht. Te Borsele werden Zaterdag tamelijk ontwikkelde oesters gevent en verkocht voor twee cent per stuk. Zij waren afkomstig van den laagwaterberm aan den oever van Borsele, waar zij langs natuurlijken weg zijn gezaaid en gekweekt. Vrijdag viel een boerenknecht onder Borsele van een kar met klavers, door het schrikken van het daarvoor gespannen paard. Hij had het ongeluk daarbij zijn arm te breken. Kortgene. Zaterdag had alhier een jongen van 9 jaar, die met een wagen was medegereden om een voer boonen van het veld te halen, het ongpiuk van dien wagen te vallen, waardoor het voorwiel hem over het been ging en dit erg bezeerde, zoodat hij naar huis moest gedragen worden en geneeskundige hulp moest worden ingeroepen. Ierseke. Vrijdag bereidde het gemeentebestuur den werklieden, die aan den toren werkzaam zijn, een aangenamen avond. Allen werden onthaald op broodjes met vleesch of ham, bier en andere ververschingen. De burgemeester, die hun bezocht, betuigde zijne te vredenheid over hun gedrag en hunne onthouding vaD sterkedrank, waaraan het in de eerste plaats moest toegeschreven worden, dat tot heden geen on gelukken waren voorgevallen. De werklieden antwoord den daarop met het roepen van «Leve 't gemeente bestuur 1 Leve de burgt me steren het zingen van iWien Neerlandsch bloed" en sleten den avond onder genoegelijk samenzijn. Te Eikerzee, een piaatsje van ongeveer 500 zie len, behoeft de winter door de arbeidende klasse niet angstig tegemoet gezien te worden. Er zal 25 hec taren vlas worden verwerkt, wat ruim ƒ6000 arbeids loon afwerpt. Vrijdag is uit de Kaai nabij de Bateauporte te Middelburg een zak opgevischt, waarin zich ongeveer 20 kilo vleesch bevond en naar het politiebureau overgebracht. (M. Ct.) lang meer of in stede van bij mij, kwam hij hiernaast bij de beide vrouwen. Hij, de beschermer der kunst, bezocht het atelier der jonge schilderes wie kon daarin iets verkeerds zien Maar de wereld zag er wel wat in. Ik hoorde op zekeren dag erover praten en ik ging heen om Irma te waarschuwen. Toen ik haar gezegd bad, wat ik zeggen wilde, keek zij mij met een raadselachtige blik aanhet scheen, alsof er een geheele wereld vol onbegrijpelijke dingen voor haar geest oprees. «Weet gij wel, wat gij doet, mijnheer Eberhard?" «Ik wil er u voor behoeden, dat uwe goede naam verloren gaat." «Weet gij wat gij doet? Gij wilt eene vrouw, die bemint, bang maken voor het gepraat van de menschen. Eene vrouw, die bemint 1" Zij trad op mij toe en greep mijne hand. «En weet gij, wat ik zal doen? Ik zal de geheele wereld uitlachen, als hij mij liefheeftik zal hel en hemel trotseeren, als hij mij bemint, ik zal, o, God ik zal mij desnoods met voeten laten treden, ik wil des noods sterven. Maar leven zonder hem, nooit, nooit I" Zij was buiten zichzelven. Dat ieder woord mij eene bloedende wonde in het hart sloeg, wist zij niet. En toch kon bij mijn ondragelijk lijden mijn kunstenaars blik niet anders dan iedere lijn van dit heerlijk gelaat bewonderen en gretig de vormen van haar gestalte in zich opnemen, zooals zij daar voor mij stond, sprekende over hare liefde Den volgenden dag vernam ik toevallig, dat hij, de groote beschermer der kunst, getrouwd was. Ik kookte van woede. Indien hij haar getrouwd had, dat zou ik wellicht hebben verdragen maar dat hij zoo met haar hart had gespeeld, was verschrikkelijk. Ik besloot het haar zelf te gaan vertellen. Toen ik des avonds naar haar toe wilde gaan, bleef ik in de halfgeopende deur staan. Hij was bij Irma. Wat ik hoorde hield mij op mijne plaats gebonden, ik kon noch vooruit, noch ach teruit. Hij stond midden in de kamer en zij zat voor hem, leunende op de tafel. Zij zag doodsbleek en hare schoone gestalte scheen geknakt. «En nu", hoorde ik hem zeggen, «straf mij, Irma, omdat ik het u niet eerder heb gezegd. Ik kan niets tot mijne verontschuldiging bijbrengen, dan alleen, dat ik liet u niet kon zeggen. Dat ik dit heden wel doe Naar d* M. C. verneemt, is door den minister van oorlog, tengevolge van de bekende zaak, het contract voor de levering van vleesch aan het garnizoen te Middelburg met den slager J. Leijne verbroken. De vrouw, van wie onlangs uit Haarlem werd gemeld, dat zij haren man had verlaten met mede neming van 4000 en naar Amerika zou zijn gegaan, heeft bet, waarschijnlijk door de verre reis afgeschrikt, niet verder gebracht dan Breda. Het geld, door haar medegenomen, bedraagt ongeveer ƒ2000. Jozef Hoffman (zie Kunstnieuwx) was Zaterdag aan het Scheveningsche strand druk aan het zand scheppen; menigeen maakte natuurlijk van de gelegen heid gebruik om het geniale kereltje eens van nabij te zien. De Rechtbank te Leeuwarden heeft een land bouwer te Minnertsga tot 25 boete veroordeeld, omdat deze een paard, dat zich in het land niet dan na veel moeite liet ophalen, in de schuur met een touw vastgebonden en toen met een knuppel geslagen had. In den laatsten tijd werden er te Amsterdam vele valsche guldens in omloop gebracht. Door de na- sporiDgen der politie is het gelukt den dader, zekeren R., op heeterdaad te betrappen, toen hij met het ma ken van valsche munt bezig was. Te Vlissingen is Donderdag alweder eene hoe veelheid aldaar ingevoerd vleesch ditmaal schapen- vleesch door den gemeente-keurmeester van het geslacht, als voor gebruik ongeschikt zijnde, afgekeurd en daarna onder toezicht der politie in zee geworpen. Dit vleesch was afkomstig van denzelfden slager P. Koolwijk te Middelburg door wien in de vorige week eeue partij rundvleesch, waarmede hetzelfde plaats vond, werd ingevoerd. Door den gemeenteveldwachter te Arnemuiden is, op grond van art. 330 van het wetboek van straf recht, bij den winkelier J. O. aldaar eene hoeveelheid Amerikaansche reuzel in beslag genomen en naar de justitie te Middelburg opgezonden, ten einde scheikundig onderzocht te worden. Er wareu vermoedens gerezen, dat deze reuzel door bijmenging van andere bestanddeelen zou zijn vervascht. Uit Utrecht wordt aan de N. R. Ct. geseind, dat in het gebouw aan den Krommen Rijn aldaar, waar de socialisten gisteravond zouden vergadeien, des middags door eene groep jongens en mannen alles kort en klein geslagen. De vaten bier werden in den Rijn geworpen, en stapels socialistische boekskens en blaadjes uit het huis gedragen en verscheurd. De politie kwam, nadat de plundering was geschied. Hoewel er eene talrijke menigte in de straten rondzwierf, was later op den dag alles weder rustig. Alhoewel het Vrijdagavond te Rotterdam niet zoo woelig was als den vorigen avond, was er toch veel volk op de been, en trokken benden kinderen, waarbij enkele groote knapen en volwassenen, vader landslievende of anti-socialistische liederen zingende, de stad in alle richtingen door. Overal waar de ben den op de patrouilles door de politie gevormd stuitten, werden zij uiteen gedreven zonder dat daardoor eene ernstige botsing ontstond. Dit alles heeft echter niet kunnen beletten, dat hier en daar steenworpen op huizen werden gericht. Daar door zijn op verschillende plaatsen weder glasruiten verbrijzeld. Tegen middernacht had de stad baar gewoon aanzien hernomen. In den laten avond had eene vechtpartij plaats aan den Binnenweg, waar de in bet hofje Lammetjesgroen wonende socialisten werden aangevallen. Tot ernstige gevolgen voor eene der beide partijen heeft dit geinkkig niet geleid. Minder goed is er de kastelein afgekomen van de tapperij aan de Goudsche Wagenstraat, welke Donder dagavond werd verwoest. De tapper, een socialist, had is geen heldendaad ik moest bet u zeggen, omdat wij voor altijd afscheid van elkander moeten nemen". Zij bewoog zich nog altijd niet en hij vervolgde op gejaagden toon: «Mijne vronw moet naar het zuiden, Irma, en ik moet mede. Daarom wilde ik u heden vaarwel zeggen Zij liet een langgerekten kreet hooren en viel voor hem op de kniëen. «O, mijn God", kreunde zij, «doe dat niet I Gij moogt niet weg, gij moogt mij niet verlaten dood mij, maar verlaat mij niet!" Hij boog zich tot haar. «Irma", sprak hij, kom, sta op en herstel u. Laat het ons beiden een troost zijn, dat wij elkander beminnen. Want, versta mij wel, indien ik hier blijf, dat wordt gij door de wereld veroordeeld 1" «De wereldriep zij snikkend. «Wat gaf zij mij en wat geef ik om haar U heb ik lief, voor n alleen wil ik leven, zie mij aan, ben ik niet mooi? Wat verlang ik van u Niets dan uw bijzijn, een blik, een kus, een vriendelijk woordach, uw hond kan niet minder eischen". «O, Irma", sprak hij, terwijl hij haar oprichtte, «ik weet het wel, dat gij mij bemint. Ik ben een slecht mensch, dat ik het zoover heb laten komen maar is dit niet te begrijpen, daar ik u ook lief had?" «Lief had?" herhaalde zij. «Neen, neen;" hernam hij snel, «ik heb u nog lief, ik zal u altijd blijven liefhebben, mijne Irma. Maar ziet gij. ik heb u te lief, om uw leven te willen vergallenLaat mij gaan en tracht mij te vergeten". Zij mompelde nog zachtkens: «Mijn leven niet ver gallen! Mijn leven!" Toen keek zij hem nog eenmaal aan en van dat oogenblik had zij dien matten, doffen blik, dien gij van haar gezien hebt. »Ga", sprak zij; «maar zonder u kan ik niet leven. Ik gevoel het." Hij drukte nog zachtkens een kus op haar voor hoofd; ik trad achter de deur en liet hem voorbij. Ook ik had hier niets meer te verrichten en ik ging daarom naar mijne kamers terug. Dat was het begin van het einde. Van dat oogen blik begon zij te sterven. Hare moeder stierf werkelijk eenige weken daarna en zij bleef alleen achter. Tegen over mij spreidde zij een ongekende zachtheid en zich op straat gewaagd, werd herkend en terstond aangerand. Hij nam de vlucht, werd achterhaald en ontving door eenen steenworp eene nog al ernstige ver wonding aan het hoofd. Door tusschenkomst van de politie is hij voor verder ongeval gevrijwaard. Gelukkig kan worden gemeld, dat Zaterdagavond de rust nergens werd verstoord en de stad haar gewoon aanzien hernomen heeft. Intusschen blijkt uit de nadere bijzonderheden om trent de verregaande uitspattingen van het Rotterdam- sche grauw, dat de politie niet bij machte is geweest, de blinde vernielzucht van eene opgewonden bende te betengelen. De geheele stad door treft men maar al te duidelijke sporen der ernstige wanordelijkheden aan. Onder de leus van eene anti-socialistische demonstratie heeft men zich schandelijk vergrepen aan den eigen dom ook van geheel buiten de beweging staande per sonen, die zich op geenerlei wijze konden vrijwaren tegen schade. Niet alleen toch zijn van honderden huizen in ver schillende buurten de vensterruiten verbrijzeld, maar in de woningen, winkeltjes en herbergen van sommige socialisten is ook van binnen alles kort en klein ge slagen, en velen hunner hebben ook lichamelijke mis handelingen ondergaan. Naar aanleiding van een voorval op de Witte Sociëteit te 's-Hage heeft op Belgisch grondgebnd een duel plaatsgehad tusschen twee Haagsche heerer, M. en S. Daaromtrent schrijft de Haagsche correspondent der N. Gron. Ct. in zijne wekelijksche kroniek Eene andere Haagsche historie is ook sedert een psar weken het onderwerp van alie gesprekken. Hot is een Fransch avontuur. Zekere heer M., gehuwd met mej. D., had sedert eenigen tijd eene vurige liefde op gevat voor de vriendin zijner eega en buurjuffer, mej. S. Hij had het jonge meisje zijn geheim niet slechts geopenbaard, maar zelfs voorstellen gedaan om te vluchten, ver weg, naar eene onbewoonde landstreek, denk ik, waar alleen vogeltjes getuigen zouden zijn van hunne zaligheid, op bergen of meren genoten. Hoe juffrouw S. er over dacht, weet ik niet, maar haar broeder, een flinke ridderlijke jongeD, te Brussel stu- deerende, vernam er iets van en kwam naar Den Haag, om den heer M. een duchtig pak slaag toe te dienen en hem uit zijne dweepzieke droomen tot de werke lijkheid terug te brengen. Dit geschiedde bij eene ont moeting in ODze «Witte", en er volgde eene uitdaging op tot een duelde getuigen kwamen alles overeen (het waren de luit. L. en Van der B. en twee Bel gische officieren)het tweegevecht zou op de Lim- burgsch-Duitsche grens plaats hebben, waardoor het feit onstrafbaar zou worden. Maar wat gebeurde Op den voor het duel bepaalden dag ontvangt de heer S. te Brussel een telegram, dat M. zich terugtrekt en niet komt. Hij ging dus niet naar de afgesproken plaats. Maar M. en zijne getuigen waren er wèl; een derde, vermoedelijk mej. S. had om den jongen man, die het voor de eer zijner zuster opnam, te behoeden voor bet moordend staal van den verleider S. in de zonderlinge positie ge bracht van afwezig te blijven op het appèl en zoo den schijn eener lafhartigheid op zich te laden, waarvan zijn gedrag allerminst de blijken droeg. Weldra echter helderde zich het gebeurde op, doordien de getuigen van M. op de «Witte" een proces-verbaal ter leziDg hadden gelegd, waarin zij constateerden, dat S., niet verschenen zijnde, in gebreke was gebleven te voldoen aan de eischen van eer en plicht. De beau róle voor den beleediger duurde niet lang. Nauwelijks was S. op de hoogte gebracht of hij eischte een nader twee gevecht (onder overlegging van het bewijs dat hij was misleid), en dit duel moet nu inderdaad hebben plaats gehad. S. moet daarbij, naar ik hoor, eene lichte ver wonding aan het hoofd hebben bekomen. Dat intusschen M. veel dieper is getroffen, in de schatting van alle eerlijke, zedelijke lieden 1 vriendelijkheid ten toon. Eens nu ja, eens heb ik haar van mijne liefde gesproken; maar zij streelde alleen mijne hand en zeide niets dan: «arme Eberhard." Toen beloofde zij mij tot model te dienen. «Het is het eenige wat ik u in ruil voor uwe liefde geven kan", zeide zij. «Dat wil ik u niet onthouden." Weder zweeg Eberhard een geruimen tijd. Hij zag er ziekelijk uit en ik wilde hem naar zijne kamer brengen; maar hij wilde niet. «Kijk", sprak hij, «dat is nu eene vreemde ketting. Zij kon zonder hem niet leven en ik kan niet leven zonder haar. Wat is het noodlot toch grillig." Hij stond weder voor de buste en knikte er tegen. «Zij gelijkt goed", zeide hij; «ik zal haar in marmer uithouwen." Op zekeren dag kort nadat wij Irma grafwaarts hadden geleid kreeg ik een klein briefje van hem met bet verzoek eens bij hem te komen. Ik vond hem zeer verzwakt, zoowel geestelijk als lichamelijk. «Men heeft de buste van mij gekocht", zeide bij«zij komt in de kunstgalerij. Groote eer voor Irma en voor mij. Gelooft gij, dat het haar iets kan schelen? Ik ook niet". Daarop keek hij mij lang aan. «Gij zijt een beste kerel", zeide hij; «ik geloof waarlijk dat gij U angstig maakt over mijn toestand. Ik zeg U eerlijk, dat gij gelijk hebt, ik zal Irma spoedig volgen, maar ik weet nog niet wanneer. Ik beb C wel gezegd, dat ik zon der baar niet kon leven". Zoo bleef zijn toestand acht dageu; ik verloor hem geen minuut uit bet oog. Aan den avond van den achtsten dag had men de buste weggehaald, die hij mij, vreemd genoeg, niet meer had laten zien. «Later later", sprak hij. «Gij zult haar immers in de kunst galerij zien". Toen de mannen met het beeld vertrokken waren, keek hij mij nog eenmaal aan en slaakte een diepen zucht, alsof hem een zware last van het hart was genomen. Daarop ging hij naar de kamer naast lijn atelier en een schot weerklonk. In een der meest beroemde kunstgalerijen staat de marmeren buste in haar volle pracht. Met moeite wendt de bezoeker zich af van den weemoedigen blik dier wondervolle oogen, van den droeven mond, die een eindeloos treurige geschiedenis schijnt te vertellen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1887 | | pagina 2