1887. N°. 108.
Dinsdag 13 September.
74!te jaargang.
HET MARMEREN BEELD.
DE NAJAARS-SCHOUW
De Aanbesteding van Steenkolen,
FEUiLLETOX.
GOME
Da uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de beeren NIJGH VAN DITMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekvevkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs alecht»
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,— berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
over de Slooten, Heulen en Huikers
zal gehouden worden onmiddellijk na den len October
a. s., en tegen de nalatigen wordt alsdan de bij het
reglement op de wegen en voetpaden voorgeschreven
vervolging ingesteld.
Goes, den 10 September 1887.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
benoodigd voor de gemeente, gedurende den aanstaanden
winter, zal op Zaterdag den 17 September 1886 des
namiddags te éen nar, ten raadhaize alhier, plaats
hebben.
De conditiën zullen ter secretarie ter lezing liggen
van lieden af tot den dag der besteding, van des voor
middags 9 tot des namiddags 2 uren, volgens welke
afzonderlijk moet worden ingeschreven voor de levering
van New-Caetle- en Ruhrkolen, beiden per Hectoliter.
Goes, den 10 September 1887.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
GOES, 12 September 1887.
Men vestigt onze aandacht op het volgende
In December 1886 vervoegde zich een als heer ge
kleed jongmensch ten huize van verschillende inge
zetenen dezer gemeente, die er in slaagde op zeker
boekwerk genaamdvDe Bedelaar van St. Marcus",
inteekeuaren te verwerven, onder mondelinge overeen
komst, dat het boekwerk tegen betaling van 7,50
compleet zou zijn en dat tegen Maart of April '87 eene
premie, bestaande uit eenig voorwerp, gratis zou worden
toegezonden, welke premie alzoo onder die 7,50
zou zijn begrepen.
Nadat deze persoon van tijd tot tijd eenige afleve
ringen had bezorgd tegen betaling van een gedeelte
der overeengekomen hoofdsom, verscheen den volgenden
keer een ander persoon, koopman in gebreide goederen,
die voorgaf de uitgave van dat werk te hebben over
genomen omdat, volgens zijn zeggen, de eerste heer
in de gevangenis zat.
Zoodoende zijn de 7,50 ten slotte afbetaald, maar
worden steeds nieuwe afleveringen van dat werk aan
geboden, telkens tegen hoogere bijbetaling, zoodat
ten laatste de oveieengekomen prijs belangrijk wordt
verhoogd.
Het uitblijven der premie nu ook moede, kreeg men
uit België (Gent) op de vraag wat daarvan de reden
was, het bericht, dat deze aan de iuteekenaren zou
worden verzonden, indien men slechts wilde opgeven
welk artikel men verlangde, pendule, schilderij of wat
anders.
Na het antwoord gegeven te hebben, werd aan het
Een ware gebeurtenis.
Ik zie baar nog, zooals ik haar de eerste maal zag,
jong, schoon en toch zoo ongelukkig.
Mijn vriend, de beeldhouwer Eberhard, had zijn
werkplaats ingericht in een afgelegen straat. Daar ar
beidde hij van 's morgens vroeg tot 's avonds laat.
Ontwerpen, afgietsels, alles stond dooreen als bewijs
van zijn rusteloos streven naar het zoeken van iets
grootsch. Ik had hem in lange jaren niet ontmoet en
toen ik hem terugzag, vond ik hem zeer veranderd.
«Goeden dag, Hans", zeide hij kalm, toen ik zijn
atelier binnentradhij gaf mij de hand, alsof wij
elkander gisteren het laatst hadden gezien.
«Hoe nu!" riep ik verbaasd, is dat uw vreugde over
ons wederzien. Ik kom hier heengereisd om u te over
vallen en gij schijnt er niet eens verheugd over
•Zeker ben ik blij" hij glimlachte vermoeid
waarom denkt gij, dat ik niet blijde zou zijn Kom,
zet u neder, hoe hebt gij het in al dien tijd gehad, wat
doet ge tegenwoordig voor den kost?"
Hij spreidde nu een zekere zenuwachtige levendig
heid ten toon, vermoedelijk om mij nirt weder te
verbazen over zijne kalmte. Hij liep schijnbaar toe
vallig langs een onvoltooide buste in klei en wierp er
een vochtigen doek overheen. Toen begon hij mij
allerlei te vertellenhet ging hem goed, hij had vele
bestellingen en men betaalde hem goedhij had alles
wat hij wenschen kon.
•Waaraan zijt gij tegenwoordig bezig?"
Nog vóór hij mij antwoorden kon, ging de deur
van het atelier eensklaps open en op den drempel
vertoonde zich een meisje. Ik zat zóo, dat zij mij niet
zien kon, terwijl op haar het volle daglicht viel, zoo
adres der inteekenaren onder remboursement toege
zonden een pakket waarvoor men nóg eens 15,50
en hoogere sommen moet betalen, en zoo staan thans
een aantal pakken en kisten ter afhaling gereed, die
door sommige adressanten geweigerd wordendoch
anderen schijnen zich liever opofferingen te getroosten,
en nemen, nu dat groote pak er dan toch eindelijk
is, dit in ontvangst.
De opgewekte nieuwsgierigheid, en de toen op handen
zijnde Goesche kermis, schijnen gunstig te werken tot
het doen van een aanval op de beurs van lichtge-
loovigen.
Men zij op zijne hoede
Naar wij vernemen is door den majoor-comman
dant der dd. s c h n 11 e r ij alhier de volgende voor
dracht opgemaakt ter voorziening in de vacature
van 'in luitenant, ontstaan door het eervol ontslag van
den heer Roskes:
1. H. N. baron Schimmelpenninck Van der Oye,
gewezen officier a Ia suite bij de dd. schutterij te
'sHage; 2. W. Temperman Wz., sergeant-majoor; 3.
L. Franken, sergeant, beide laatsten bij de dd. schut
terij alhier.
Ds. V e r w e y te Ovezand, door de Standaard
uitgenoodigd uit »de Confidentie" te bewijzen de in
ons blad door hem geplaatste bewering, dat de kerk
van dr. Kuyper de kerk is die hij geteekend vond in
een Engelschen roman, heeft geantwoord, dat hij vol
gaarne aan die uitnoodiging zal voldoen en te dien
einde eene brochure in het licht zal geven. »Voor-
loopig", zegt ds. Verwey, «wete men dat de roman,
die Kuijper 't model aangaf, geschreven is niet door
een man, maar door een vrouw, een lid van 't schoone
geslacht. Als die vrouw wist wat haar roman in ons
vaderland heeft uitgewerkt, zou ze zeker haar oogen
blind schreien."
Te Nisse zijn benoemd tot wethouders en amb
tenaars van den burg. stand de heeren Jb. Kloos
terman en W. L. Hirdes; laatstgenoemde iu
plaats vau den heer P. Luteijo, die, nadat hij her
benoemd was, daarvoor bedankte.
Te Kortgene werd dhr. J. D e D i e tot wethouder
herbenoemd.
Krniningen. In de Zaterdag gehouden vergadering
der afdeeling Kruiningen van »de vereeniging tot be
vordering van landbouw en veeteelt in Zeeland", is
benoemd tot president dier afd. dhr. J. Vereeke,
in plaats van wijlen dhr. D. P. Dominicus.
Waarde. Gedurende den zomer van dit jaar bestond
hier even als elders groot gebrek aan drinkwater.
Door de menschlievendheid van den heer C. Vermue,
landbouwer alhier, werd echter ieder de gelegenheid
gegeven, zooveel drinkwater te halen als hij behoefde.
Van die gelegenheid werd dan ook ruim gebruik ge
maakt. Nu echter de regen van de laatste dagen de
dat hare opvallende schoonheid mij dadelijk trof. Zij
stond in de deur, die zij wijd opengedaan had en zij
knikte mijn vriend toe.
Goeden morgeD, mijnheer Eberhard", zei ze. »Nu
heb ik tijd."
Ik stond op om heen te gaan, maar Eberhard hield
mij terug. Hier is een vriend van mij, Irma; gij hebt
er zeker geen bezwaar tegen, dat hij er bij tegen
woordig is
Zij keek mij geruimen tijd aan en beantwoordde
mijn groet met een hoofdknikje.
Wanneer het U niet hindert
Het scheen wel, dat zelfs het spreken haar te veel
was. Al hare bewegingen gaven eene gelijkmoedigheid,
eene onverschilligheid te kennen, alsof hare ledematen
niet aan haren wil onderhevig waren. Daarbij droeg
zij het hoofd omhoog met eene waardigheid, als hadde
men haar een kroon ontnomen, die haar van rechts
wege toekwam.
Zij zette zich in een gereedstaanden leunstoel en
Eberhard begon aan het beeld te arbeiden. Beiden
hadden mij weldra vergeten. De buste was dezelfde,
waarover hij te voren den doek geworpen had; zij
was bijna gereed, bij had nog slechts het haar ie vol
tooien, dat zij in een eenvoudigen wrong op het ach
terhoofd droeg.
Irma zat intusschen stilzwijgend voor hem. Hare
oogen dwaalden aan alle voorwerpen voorbij. De oog
leden vielen vermoeid neder en de trekken van haar
gelaat bleven onveranderlijk dezelfde. Nooit te voren
en ook nimmer daarna zag ik een mond, die zooveel
droefgeestigheid teekende. De oorspronkelijke kinder
lijke trekken hadden nu een mismoedig lachje of neen,
het was niet eens een glimlach, het was slechts een
schaduw daarvan, het was vroeger een lachende trek
geweest, maar zij was reeds lang op de lippen bestorven.
Eberhard werkte voort zonder een oogenblik opte-
houden. Ik beschouwde zijn gelaat nu nauwkeuriger
en het viel mij thans op hoe bleek hij waszijne
regenbakken heeft gevuld, meenden de burgers dat
genoemde heer wel een enkel woord van dank en
daarbij een passend geschenk verdiend had.
Zaterdag dan werd aan den heer Vermue namens
de burgers der gemeente als bewijs van dankbaarheid
een prachtige, fijn besneden aneroï ie-barometer met
thermometer ter hand gesteld.
Bij de te Stavenissegehouden verkiezing voor
éen lid van den gemeenteraad verkreeg de
heer M. Van Luik 35, en de heer J. De Rijke Jz. 34
stemmen, zoodat eerstgenoemde is gekozen.
Uit het programma voor de opening der
zitting van de Staten-Generaal blijkt, dat
dit door Z. M. in persoon zal plaats hebben.
De part ij verhouding in de Eerste
Kamer is nu de volgende26 liberalen, 3 conser
vatieven, 9 Katholieken en éen anti-revolutionnair.
(A)
De heer mr. M. J. Pijnappel heeft zijne herbe
noeming tot lid der Eerste Kamer nief aanvaard.
Naar hij ons mededeelt, heeft hij bedankt, »omdat
hij bij de tweede lezing noch vóór de sdditioneele
artikelen zou kunnen stemmen zonder zijne eigen over
tuiging geweld aan te doen, noch daar tegen, zonder
in strijd te handelen met de gebleken zienswijze van
de meerderheid der Provinciale Staten". Hbld
Volgens het Vaderland zijn de kansen der
grondwetsherziening in de Eerste Kamer
niet verbeterd. Bepaaldelijk kunnen Hoofdstuk
VIII en de additioueele artikelen gevaar loopen. Bij
de eerste lezing verklaarden zich tegen Hoofdst. VIII
15 stemmen, waaronder vijf liberalen (Van Swinderen,
Van der Breggen, Van Akerlaken, De Sitter en Van
Royen). Daarbij komen thans zeker de heer Van Nispan
en misschien de heer Van Pallandt. Van de liberalen
mag worden verwacht, dat zij zich van den ernst van
hun votum bewust zijn en beseffen, dat een stem in
tweede lezing nog iets anders is dan een stem in
eerste. In een voltallige vergadering toch zijn slechts
14 stemmen noodig om een ontwerp te verwerpen.
Tegen de additioneele bepalingen verklaarden zich
11 leden. Onder de afwezigen behoorden de heer Smitz,
die er zeker een tegenstander van is. Met de nieuwe
leden zou dus het getal tegenstemmers tot 14 kunnen
stijgen. Daarmede zou ook dit ontwerp vallen. Men
zal echter mogen vertrouwen, dat noch de heer Elout
noch de heer Muller zich bij tweede lezing van de
beginselen hunner politieke vrienden zullen afscheiden.
De residentie briefschrijver van het D. ver
klaart ten stelligste te kunnen verzekeren, dat er geen
denken aan is, dat de grondwetsvoorstellen
nog vóór 1 Januari 1888 zullen worden afgedaan.
De Kamer zal niet afwijken van haar gewoonte om
de Indische en Nederlandsche begrootingen het eerst
in overweging te nemen.
oogen glinsterden, gloeiden en zijne lippen hield hij
vast opeeagesloten. Li kende dezen trek van vroeger
zoo had hij eenmaal den mond gesloten, toen men hem
een spijkertje uit den vo t had getrokken, dat hij
daarin had getrapt.
Toen hij een uur onafgebroken had doorgewerkt,
stond zij op en ging achter hem staao om zijn arbeid
te bezichtigen. Zij knikte zachtkens met het hoofd.
Het is klaar", zeide zij»gij hebt mij niet meer
noodig, mijnheer Eberhard. Ik zal heden afscheid
van u nemen".
Hij was druk met zijn boetseerhoutjes bezig. »Gaat
gij heen
Ja", zeide zij, »ik ga nu eindelijk weg. Wilt gij
mij geen hand geven?" Hij nam haar hand tusschen
de zijne en ik zag, dat zijne vingers zich als ijzeren
ringen om de hare klemden. »Na den middag kom
ik nog even bij U langs om U nogmaals vaarwel te
zeggen."
Zij hoorde hem reeds niet meer. Zij wierp een dun
doekje over het hoofd eu ging heen met een bijna
slependen tred, doch steeds het hoofd in trotsche hou
ding omhoog dragend. Toen zij weg was keek ik
Eberhard onderzoekend aan. »Nu?" vroeg hij. »Nu,"
antwoordde ik. Nu weet ik ten minste, hoe eene droeve
muze er uit. ziet.
O", zeide hij met een lach die mij door de ziel
sneed, »gij weet nog niets."
Ik vatte zijne hand. »Wilt gij uw gemoed niet eens
lucht geven, beste vriend
Eensklaps, vóór ik wist wat hij wilde, wierp hij
zich snikkend aan mijn borst.
Eberhard, om Godswil, arme kerel
Krampachtige trekkingen deden zijn lichaam trillen.
Toen hij het hoofd eindelijk weder ophief waren zijne
oogen nog drooggeen enkele traan had zijn gemoed
verlicht. Vermoeid zonk hij in een stoel neder. «Ga
nu heen", smeekte hij, »en kom van avond terug. Dan
zal ik u alles vertellen."
Professor C. A. Pekelharing en dr. C.
W i n c k 1 e r, op de terugreis uit Indië, zijn per
stoomboot «Prinses Araalia" te Marseille aangekomen
en van daar naar Parijs vertrokken. De hoogleeraar
en zijn adsistent kunnen binnenkort in het vaderland
terug verwacht worden.
Bij besluit van Gedep. Staten vau N,-Brabant
is de gemeenteraad van Breda in het ongelijk gesteld
en alzoo beslist, dat de heer dr. J, P. Hofman niet
als raadslid mag worden toegelaten, als zijnde
gemeente-geneesheer, tevens belast met de kostelooze
vaccinatie en de doodschouw.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Beroepen bij de Christ. Geref. gemeente te Hein-
kenszand ds. H. Ëlffers te Wolfertsdijk.
Beroepen bij de Evang. Luth. gemeente te Vlis-
singen ds. C. A. De Meijere te Schiedam.
De heer J. Z. Schuurmans Stekhoven, candidaat
tot den heiligen dienst te Groningen, stelt zich 1
October a. s. beroepbaar.
De cursus 188788 aan de Rijks Hoogere
Burgerschool te Middelburg is aangevangen met 97
leerlingendie aan de H. B. S te Goes met 64.
Landbouw en Veeteelt.
Men schrijft aan de N. R. Ct. uit West-Zuid-
Beveland Ouze landbouwers hebben een rijken oogst
van beste tarwe, van uitstekende wintergerst, van
keurige rogge eu haver en erwten, van tamelijk goede
boonen dezen zomeral moesten hier en daar de lichte
gronden het al vroeg laten steken. De meeste vruchten
zijn tijdens de droogte nog binnengehaald, zoodat de
overvloed van regenwater, dezer dagen gevallen, althans
geen groote schade aan den oogst meer kan toebrengen.
En voor de late vruchten, als suikerbieten en aard
appelen, doet de regen eer nut dan schade. Van beide
vruchten is veel gezaaid en gepoot. De oogst der eerste
zal het middelmatige niet te boven gaan, daartoe zijn
ze al te lang klein geblevenen wat de laatste be
treft, waar men bezig is met delven, valt het beschot
zeer mee en de grootte niet minder, terwijl de smaak
niets te wenschen overlaat. Te klagen over de bekende
aardappelziekte valt er niet. Geen enkel geval heeft
zich tot heden voorgedaan, terwijl de vrees voor stwee-
was" is geweken. Wel worden eenige stukken aan
getroffen, waar dat onheil wordt gevonden, doch het
zijn er slechts weinige. Van appels en peren zal de
oogst min wezen. Het weinige, dat er gegroeid is,
bleef klein, en de stormen der laatste dagen wierpen
ze af nog lang voor den tijd.
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Het optreden Donderdagavoud in het Kurhaus
te Scheveningen van den 9-jarigen pianist Joseph Hoff
man, uit Warschau, lokte een buitengewoon taliijk
Toen ik des avonds mijn hótel vei liet om naar hem
terug te keeren was het alsof iets mij dwong om hem
zoo spoedig mogelijk op te zoeken. Ik nam daarom een
rijtuig. Ik klopte aan de deur van zijn kamer, die
naast zijn atelier was gelegen, maar ik kreeg geen
antwoord. Haastig opende ik nu de deur van zijn werk
plaats. Daar lag hij lang uitgestrekt op den grond
voor Irma's beeld. Alle kleur was van zijn gelaat ge
weken. Hij zag er uit alsof hij dood was.
Ik verschrikte hevig, droeg hem op een sofa en
trachtte zijne levensgeesten weder optewekken. Toen
hij eindelijk de oogen weder opende, keek hij angstig
om zich heen, als wist hij niet, waar wij ons bevonden.
•Ach, Hans, zijt gij het zeide hij met schier klank-
looze stem. »Wilt gij zoo goed zijn en de deur dicht
doen, het tocht hier, geloof ik". Hij rilde van koude.
Ik deed, wat hij mij vroeg; hij bad zich opgericht
en zat nu op de sofa tegenover de buste, die hij
onophoudelijk aanstaarde. Aan mijn verzoek om weder
te gaan liggen, voldeed hij niet. »Het is niets', sprak
hij zacht; «zulk eene flauwte is niets; maar hierover"
en weer kromp hij ineen. Eensklaps keek hij mij met
een paar groote oogen aan en zeide, als ware hij zelf
er over verwonderd: «Irma is dood." Ik sprong op.
Jawel", zeide hij, »dat is zonderling, niet waar?
Dezen middag zat zij nog hier en nu is zij dood!"
Eenige oogenblikken zwegen wij heidenik wachtte
of hij zijne vreemde mededeeling zou vervolgen; toen
hij bleef zwijgen, vroeg ik aarzelend; Heeft zij zich
zelf
Hij knikte bevestigend. «Vergif. Ik wist het wel.
Eenmaal moest het gebeuren. Maar reeds zoo spoedig.
Ik had toch eerst mijne buste willen afmaken."
Ik keek hem van terzijde aan. Wat hadden deze
korte afgebroken zinnen te beteekenen? Hij verzonk
weder in zijn vorig zwijgen. Eindelijk wendde hij zich
tot mij met de vraagWilt gij zoo goed zijn het
licht te ontsteken? Ik geloof dat het mij goed zal
doen, wanneer ik u alles vertel".