3
Art. 6.
Tot leden der vereeniging kunnen worden aangeno
men de mannelijke ingezetenen der gemeente, die daartoe
de vereisehte geschiktheid bezitten. Zij worden door
den hoofdcommissaris aangenomen.
Het getal der leden is onbepaald personen die zich
aan misbruik van sterkedrank schuldig maken, alsmede
personen, die wegens diefstal of andere misdrijven on
herroepelijk zijn veroordeeld geweest, mogen niet tot
leden worden aangenomen.
Art. 7.
Ieder, die als lid wordt aangenomen, is verplicht
eene entree van vijf gulden te betalen en bovendien
een contributie te voldoen van drie gulden zestig cents
's jaars.
Yóor de entreegelden zijn betaald, wordt de aange-
nomene niet als lid beschouwd, terwijl hij wordt ge
schorst, zoodra hij vóór het einde eener maand niet
het twaalfde gedeelte der contributie en bij straf van
boete, deze niet geheel heeft voldaan. Blijft de voldoe
ning der contributie gedurende drie maanden achter
wege, dan kan de achterstallige van zijn lidmaatschap
vervallen verklaard worden. Dit geschiedt door den
hoofdcommissaris.
Art. 8.
De leden der vereeniging, daartoe opgeroepen, zijn
verplicht hunne diensten te bewijzen daar en op den
tijd als hun door of vanwege de commissarissen wordt
aangezegd, op straffe van schorsing voor éene week.
Er zullen dagelijks, zoo dit noodig blijkt, minstens
vier leden, door de commissarissen aan te wijzen, in
het vergaderhuis aanwezig moeten zijn en blijven, op
verbeurte voor ieder, die daaraan niet voldoet, van
dertig cents.
Art. 9.
De in dienst zijnde leden zullen in het vergaderhuis
aanwezig moeten zijnin de maanden November tot
en met Februari des morgens te 8, in Maart en October
te 7, in April tot en met September te 6 uren. Dit uur