saris te zijn nagezien, aan de goedkeuring van Burge
meester en Wethouders onderworpen en ter kennis
neming aan den Raad ingezonden wordt.
Bij ziekte, afwezigheid of ontstentenis van den hoofd
commissaris, treedt de boekhouder in diens rechten en
verplichtingen.
Hij geniet eene vaste jaarwedde van vijftien gulden
en bovendien het aandeel in de verdiensten der leden,
zooals in art. 17 is bepaald.
Art. 4.
De commissarissen zijn belast met het toezicht op de
werklieden.
Behalve hetgeen hun bij verschillende artikelen van
dit reglement wordt opgedragen, kunnen zij overeen
komsten met belanghebbenden aangaan tot het lossen
en vewoeren van geheele ladingen en partijen of ge
deelten daarvan. Mochten de leden tegen dergelijke
overeenkomst bezwaar hebben, dan kunnen zij in be
roep komen bij den hoofdcommissaris, aan wiens uit
spraak partijen verplicht zijn zich te onderwerpen.
Voorts hebben commissarissen de bevoegdheid om,
indien dit noodig mocht voorkomen, het loon der leden
in te houden, onder gehoudenheid van verantwoording
aan den hoofdcommissaris.
Art. 5.
De hoofdcommissaris kan, dit noodig oordeelende, in
overleg met commissarissen een bode aanstellen.
Deze zal het vergaderhuis op den bepaalden tijd
openen en sluiten, dit en de gereedschappen behoorlijk
schoon en zuiver houden, des winters de kachel aan
maken, de werklieden, op last van den commissaris,
oproepen, en in het algemeen al die diensten verrichten,
welke hem door den hoofdcommissaris of een der com
missarissen worden opgedragen.
Hij geniet eene belooning van vijftien gulden 'sjaars,
en zal, bij tekortkoming in het vervullen zijner plichten,
verbeuren eene boete van hoogstens éen gulden of naar
bevind van zaken, voor eene week geschorst of ont
slagen kunnen worden, welke straf door den hoofd
commissaris wordt opgelegd.