1887. N°. 72.
Dinsdag 21 Juni.
74ste jaargang.
Haven van Goes.
Politiek, overzicht.
-6S«*=aP»C£>CÏ*-
GOESGHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond,
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad
aangenomen bij de heeren NIJGH Sc VAN D1TMAR te Rotterdam en verder
bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechte
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande ea contant betaald, 20 ct.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel.
Voor de gewone herstellingen der havenboorden en
het uitdiepen der haven zal het water zijn afgelaten:
op Kondag 17 Juli tot Zondag 24 Juli 80 c.M.
beneden peil en van laatstgenoemden dag tot en met
Zaterdag den 80 Juli zoo laag mogelijk
terwijl tegen Maandag 1 Augustus e. k. het water
weer op het peil wordt gebracht.
Goes, 18 Juni 1887.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
(13—17 Juni.)
Het werk der Grondwetsherziening is door de 2e
Kamer ten einde gebracht, nadat de gansche vorige
week nog door de additioneele artikelen in beslag was
genomen.
Zeilt de herziening de klippen voorbij, welke nog op
haren verderen tocht liggen, dan wordt Goes weder
een enkelvoudig district, doch geheel anders samen
gesteld dan vroeger en krijgen wij het volgende uit
het oogpunt van stijl zeker niet fraaie kiesrechtartikel
«De leden van de Tweede Kamer der Staten-
Generaal worden gekozen door de mannelijke meer
derjarige ingezetenen des Rijks, tevens Nederlan
ders, die
»a. hetzij over het laatstverloopen dienstjaar ter
zake van het door hen ter bewoning gebruikte huis
of afgezonderd gedeelte van een woonhuis in de
personeele belasting zijn aangeslagen naar eene
hoogere huurwaarde dan die, welke volgens art. 1,
litt. a en b, van de wet van 24 April 1843 Staats
blad no. 15) aanspraak geelt op vermindering tot
een derde of twee derde gedeelten der belasting naar
de drie eerste grondslagen, en dien aanslag ten
volle hebben betaald
vb. hetzij over bet laatstverloopen dienstjaar in
de grondbelasting zijn aangeslagen tot een bedrag
van ten minste tien gulden en dien aanslag ten
volle hebben betaald
ic. hetzij hoofden van gezinnen of alleen wonende
personen zijnde, van den inwonenden eigenaar of
eersten huurder van een woonhuis of afgezonderd
gedeelte van een woonhuis, waarvan de huurwaarde
voor de persoueele belasting ten minste op het
dubbel gesteld is van het laagste in de gemeente
voor den vollen aanslag vereischt bedrag, gedurende
negen maanden, voorafgaande aan den 15den Fe
bruari, een gedeelte in huur hebben gehad en be
woond, waarvoor geen afzonderlijke aanslag in de
personeele belasting geschiedt, maar waarvan de
jaarlijksche huurwaarde, ongestoffeerd, in verhouding
tot de belastbare huurwaarde van het woonhuis
of afgezonderd gedeelte van het woonhuis geschat,
het sub a bedoelde bedrag vau den vollen aanslag
bereikt
«met dien verstande dat op de lijsten van kiezers
niet worden geplaatst:
«zij wien het kiesrecht ontzegd is bij eene rechter
lijke uitspraak, die in kracht van gewijsde is gegaan
«zij die bij rechterlijke uitspraak de beschikking
of het beheer over hunne goederen hebben verloren
«en zij die iD het burgerlijk jaar voorafgaande
aan de vaststelling der kiezerslijsten onderstand
van eene instelling van weldadigheid of van een
gemeentebestuur hebben genoten.
Het kiesrecht wordt niet uitgeoefend door dege
nen, die in gevangenschap of hechtenis zijn.
«Voor bet kiezen van leden der Provinciale Staten
en van leden van den gemeenteraad gelden dezelfde
regelen als die, welke in dit artikel voor het kiezen
van leden van de Tweede Kamer der Staten-Gene-
raal zijn gesteld, met dien verstande dat men boven
dien ingezeten der provincie moet zijn om kiezer
van leden der Provinciale Staten, en ingezeten der
gemeente, om kiezer van leden van den gemeente
raad te wezen."
Van de discussiën over de add. art. was alleen van
belang die over de kiestabel en over het amendement
Schaepman om het stelsel van enkelvoudige kiesdistric
ten ook toe te passen op de groote steden en deze mits
dien in evenveel deelen te splitsen als zij afgevaardig
den znllen kiezen. Na de aanneming der motie van
dr. gchaepman van 14 Febr., waarbij de wenschelijk-
heid werd uitgesproken om de verdeeling in enkel
voudige kiesdistricten over het geheele rijk (dus ook
iu de groote steden) toe te passen, was het te ver
wachten, dat de heer Schaepman met zijn medeafge
vaardigde Van der Biesen een dergelijk amendement
op de kiestabel zou voorstellen. Maar al werd toen
de motie met 50 tegen 32 stemmen aangenomen, het
was minder zeker hoe het met dit amendement zou
afloopen. Gelukkig is het, zij het dan ook met eene
geringe meerderheid, verworpen, want de rechter- en
linkerzijde stonden ten opzichte vau deze quaestie scherp
tegenover elkadr, met uitzondering van dhr. Van Eou-
ten, die zich rechts schaarde. Waarom de rechterzijde
zoo sterk hangt aan de splitsing der groote steden
Omdat daar de liberale meerderheid zoo groot is, dat
er voor onze tegenpartij geene kans op eenig succes
is; doch wanneer handig de schaar in het gebied dier
groote steden wordt gezet, dan is er allicht zulk eene
combinatie te maken, dat ook rechts een afgevaardigde
uit elk dier plaatsen zitting heeft. Kon de rechter
zijde ook deze bolwerken der liberalen innemen, dan
was de veldslag geheel gewonnen.
Hat zou natuurlijk laster zijn als wij beweerden, dat
aan de rechterzijde partijbelang op den voorgrond stond.
Foei, haar van zoo iets te verdenken 1 Partijdige in
deeling van kiesdistricten is immers alleen van libe
ralen te verwachtenToch school er wel een klein
addertje onder het gras en wanneer de liberalen in
dezen verdacht kunnen worden uit partijbelang te
willen behouden wat zij hebben, dan is evenzeer de
onderstelling gewettigd, dat men aan de andere zijde
uit de verdeeling der groote steden wel eenige winst
verwachtte.
Wij nemen echter aan, dat aan beide zijden uit
beginsel is gehandeld en dan verheugt het ons, dat
ditmaal slechts een onzer weer toeval lig geheel een
stemmig dacht met de tegenstanders op politiek gebied.
Maar om tot de quaestie zelve te komen, wij achten
het inderdaad afgescheiden van elk partijbelang
gelukkig, dat het voorstel van den Bredaschen afgevaar
digde is verworpen. Iedere stad is een organisch geheel,
dat dezelfde belangen heeft, waarover zij ook in haar
geheel moet hebben te beslissen maar bovendien juist
door de verdeeling der steden wordt de weg gebaand
voor de grootste willekeurdoor handige samenvoeging
en scheiding van enkele stadsgedeelten kan de eene of
de andere partij de meerderheid verwerven.
In 1848 is het stelsel van enkelvoudige kiesdistricten
ingevoerd, maar reeds in 1850 heeft men, toen de
kieswet vastgesteld werd, met dat stelsel gebroken en
toen de heeren Groen van Prinsterer en Van Dam van
Isselt zich hiertegen verklaarden, lieten zij toch de
groote steden in hare eenheid onaangetast.
Wil men bovendien de groote steden splitsen voor
de Kamer-verkiezingen, waarom dan ook niet de
heer Viruly Verbrugge vroeg het zeer juist in de zitting
van Donderdag voor de Prov. Staten of den ge
meenteraad. Is dat logisch 1
Het meest logische is juist verdeeling in groote dis
tricten, omdat men daarmede meer nadert tot wat de
wet voorschrijft, dat elk lid het geheele Nederlandsche
volk vertegenwoordigt. Hoe grooter de districten hoe
meer aan dien eisch zal worden voldaan, omdat het
denkbeeld van locale aangelegenheden hoewel de
kennis daarvan in den vertegenwoordiger zeer te waar-
deeren is minder de algemeene belangen van het
land zal overheerschen. Men bewere niet, dat daardoor
sterke minderheden machteloos worden gemaakt. In
de eerste plaats komt dat aan beide partijen ten goede
tegenover Zutfen en Arnhem staan Utrecht, Tiel en
kort geleden ook Middelburg. Bovendien hoe kan men,
vragen wij met den heer Viruly, spreken van niet-ver-
tegenwoordigde sterke minderheden, wanneer de Kamer
op het doode punt staat of ieder oogenblik kans be
loopt van lom" te zijn.
Neen, ware de communicatie niet een bezwaar, wij
zouden wel wenschen, dat de districten werden uitge
breid, in stede van ingekrompen. Provinciën als dis
tricten zouden ons wel toelachen. Maar hoe groot of
klein ze ook zijn, in ieder geval dient rekening te
worden gehouden met deelen, die door bijzondere oor
zaken nauw aan elkander verbonden zijn en dan moeten
deze ook niet gescheiden worden. De heer De Vos van
Steenwijk noemde Donderdag een viertal greDzen op,
toen hij als zijn wensch te kennen gaf, dat die der kiesdis
tricten zoomin mogelijk afwijken van grenzen der provin
cie, dat gevolgd worden de grenzen van de rechterlijke
indeeling, dat een gemeente niet worde gebiacht in een
ander district, dan waarin de marktplaats dier gemeente
ligt en dat zoo min mogelijk met de bestaande in
deeling worde gebroken. Natuurlijk kau niet aan al
deze voorwaarden te gelijkertijd voldaan worden, maar
dit neemt niet weg, dat zooveel mogelijk moet ge
streefd worden om deelen, die op staatkundige of
historische gronden bij elkander behooren, zoo min
mogelijk te scheiden.
De verwerping van het amendement-Schaepman had
intrekking van alle andere amendementen ten gevolge
en dit was oorzaak, dat betrekkelijk onverwacht de
maandenlange arbeid der Grondwetsherziening jl. Vrij
dag ten einde werd gebracht en waar de Minister
Heemskerk zich haastte hulde te brengen aan de werk
kracht van de Tweede Kamer, daar was het toch
stellig meer dan ijdele plichtpleging, dat de voorzitter
der Kamer zijn dank bracht aan het hoofd van het
Kabinet, dat met buitengewone veerkracht en helder
heid van geest maandenlang schier onafgebroken de
omvangrijke Grondwetsherziening met de Kamer had
behandeld.
Wat zal nu de Eerste Kamer doen en wat zal de
•Jteede lezing der herziening opleveren'? Op deze vragen
is nog geen antwoord te geven en wij verwachten, dat
vooral hoofdstuk X (onderwijs), aangenomen tegen den
zin van mr. Heemskerk en dat dus van hem geene
ondersteuning heeft te wachten, terwijl de katholieken
er niet mede ingenomen zijn en het slechts hielpen
aannemen om den slag te helpen winnen, dat
hoofdstuk X, zeggen wij, in da Eerste Kamer aanlei
ding tot hevigen strijd zal opleveren.
Maar hoe de uitslag zij, de Tweede Kamer en de
Regeering, ze mogen beiden met voldoening op hun
arbeid terugzien, een arbeid, die naar wij hopan en
verwachten in vele opzichten aan de natie ten goede
zal komen.
GOES, 20 Juni 1887.
Even waar als verbazingwekkend, in de kolom
men van De Standaard, is het betoog in dat blad,
dat het een ongezonde, onlogische, on
geoorloofde politiek is, om door een of
ander maatschappelijk of kerkelijk vraagstuk uitslui
tend te laten beheerschen het oordeel over de staat
kundige beginselen in 't algemeendat, «wie logisch,
wie gezond, wie naar zedelijk motief te werk gaat,
weet, dat hij zich op elk terrein heeft te laten leiden
door het belang, hetwelk op dat terrein behartigd
moet worden. Dat belang nu is op politiek terrein
bij de stembus ééniglijkde goede regeering van den
Staat. In deze ligt voor elke politiek de grens, die
haar terrein bepaalt en aanwijst wat wèl, wat niet
haar richting beheerschen mag. Wie aan politiek wil
meedoen en handelend in de politiek wil optr. den,
behoort zich vaste beginselen aan te schaffen, die,
naar zijn overtuiging, mits zuiver ontwikkeld, tot een
goede regeering van den Staat kunnen leiden, om
met allen, die deze zelfde beginselen zijn toegedaan,
samen te werken, om in dien geest de regeering van
den Staat te leiden En wie dan ook ten onzent,
vau wat kant ook, de fout beging, om zijn politieke
stem door partijoverweging, door kerkelijke belangen
of schoolinterest te laten beheerschen, zou daardoor
toonen, nog nooit het anti-revolutionnair beginsel ge
vat te hebben en, wat hij zich ook inbeelde, nog nim
mer zelfs het a b c van Groen's machtige, alles om
vattende levensgedachte te hebben verstaan.
't Is ook hier: hoort naar mijn woorden, maar
ziet niet naar mijn daden 1 zegt het Dagblad terecht.
Een ander staaltje van dr. Kuyper's inconsequentie
is het volgende:
Onder het opschrift meten met twee maten,
doet het Weekbl. voor Z. V. opmerken dat dr. Kuyper
in den laatsten tijd in De Heraut de psalmberijming
van Petrus Datbenus zeer geprezen, haar verbazend
in de hoogte gestoken heeft. Een bijzonder lokaas voor
doleerendon
Jammer dat dezelfde doctor in 1869 in de Ge
schiedenis der Christelijke Kerk in Nederland o. a.
ook dit geschreven heeft
«Buiten de kerk echter, waar het kunstgevoel rui
mer ademde, bleef Datheen's gezag minder onbetwist,
en van lieverlede zag men op dat vrije veld een me
nigte poëten en poëtasters opdagen, die hunne krach
ten beproeven wilden, hetzij om den stroeven Datheen
in gladder, vloeiender vorm te gieten, hetzij om zeiven
geheel opnieuw David's zangen den landzaat voor te
zingen. Revius, Van Heule, Bruno Van Hoorn, Trom-
mius en Van Belle waren de dilettanten, die met min
of meer geluk het onmogelijke beproefden om het
luipaard van zijne vlekken te reinigen, en Datheen's
psalmen te verlossen van die onnoodige uitwassen,
ziellooze stopwoorden, geradbraakte taalvormen en
stoolende zonden tegen den eersten eisch van rijm
en lytbmus. Veel grooter echter was het aantal der
nieuwe dichters. En waarlijk, het laat zich zoo be
grijpen dat, wie eenig poëtisch gevoel bezat, liever
zelf opnieuw aan 't tokkelen ging, dan zich stomp te
suffen op zulk een ondankbaren arbeid als het ver
beteren van Datheen's gerijm".
Dezelfde man, die het bovenstaande schreef in 1869,
en daarbij aan de berijming van Marnix verreweg de
voorkeur geeft, schrijft nu
Marnix heeft gerijmdDatheen gezongen.
Men moet maar durven.
Wij vestigen de aandacht op de advertentie van
de Maatsch. tot expl. van Staatsspoorwegen, in dit
nommer voorkomende, waarhij zij aankondigt, dat op
Woensdag 29 Juni a. s. extratreinen van Mid
delburg naar Goes en Vlissingen zullen loopen, bij
gelegenheid van het concert van het muziekkorps der
Koninklijke grenadiers uit Brussel. Uit die opgave
blijkt tevens, dat de extratrein naar Goes ook aan de
tusschengelegen stations Arnemuiden en 's Heer Arends-
kerke zal stoppen.
Naar wij vernemen zal de zangvereeniging Excel
sior, alhier Donderdag 14 Juli a. s. in den tuin van
«da Prins van Oranje" een concert geven.
Ierseke. De Onderlinge Brandwaarborgmaatschappij
te Amsterdam (correspondent da heer Van der Bilt
la Motthe te Goes) heeft aan de brandweer een
gratificatie van 14 toegestaan voor haar
krachtig optreden bij den brand bij den heer I. Hage
alhier op den 8sten dezer.
Van particuliere zijde vestigt men er onze aan
dacht op, dat de bladen, die zoo in het bijzonder
buide brengen aan de rijkspolitie en den gemeente
veldwachter van Heinkenszand voor hun ijver bij ge
legenheid van den moord op jl. Woensdag wel in de
eerste plaats een woord van lof hadden mogen brengen
aan den heer B. Vermande, burgemeester dier
gemeente, die tot op het oogenblik, dat de justitie
de zaak in handen nam, met kracht en beslistheid
die maatregelen heeft genomen, die noodig waren om
den verdachte te vatten. Zonder iets te willen te kort
doen aan de goede diensten door rijks- en gemeente
politie verleend, meent onze berichtgever toch in het
bijzonder ook aan den heer Vermande den lof te moe
ten schenken, die hem toekomt.
In de vergadering van Ingelanden van den cala-
miteuzen polder Borsele is tot gezworene herbenoemd
de heer J. Bruinooge. Tot vertegenwoordigers in
den dijkraad zijn herkozen de heeren J. Bruinooge
voormeld en C. M. N ij s t e n.
De rekening over 1886/7 werd goedgekeurd ir. ont
vang met 33187,66% en in uitgaaf met 33025,40,
terwijl de begrooting voor 1887/8 is vastgesteld op
33346,16.
Het dijkgeschot werd bepaald op 26,30 per H.A.
WolfcrtsilijU. Gelijk wij vroeger reeds meldden, werd
bij de vereeniging Landbouw en Veeteelt te
Wolfertsdijk op 14 Febr. jl. door het bestuurslid den
heer M. De Kater een voorstel gedaan, om in het be
lang van zieke en bejaarde arbeidslieden, ook hier even
als elders een doelmatig fonds tot stand te brengen,
teneinde den werkman, zooveel mogelijk door eigen
hulp, aanspraak te geven op onderstand, wanneer zich
daartoe de behoefte voordoet. Het getal van hen, die
terstond toetraden, was groot genoeg, om te consta-
teeren, dat de werklieden-vereeniging, onder de zin
spreuk «onderlinge hulp", als op dien dag, 30 Mei,
door de Landbouw-vereeniging alhier geacht kan worden
te zijn opgericht, terwijl nog, tot uiterlijk 18 Juni, de
gelegenheid tot deelneming opengesteld bleef. Zoowel
in de vergadering van de Landbouw-vereeniging op
Maandag 13, als in de comparitie der toegetreden
leden op Zaterdag 18 dezer, is uu een en ander defi
nitief geregeld.
Het bestuur bestaat uit de heerenAdr. Van de
Linde Dz., Voorzitter; J. Van der Baan, Secretaris;
P. Den Herder, penningmeester; en de leden G. De
Jager, C. Rijn, C. Musse en Jan Sandee, van welke
de eerste 4 door de landbouw-vereeniging en de 3
laatstgenoemdendoor de werklieden-vereeniging benoemd
zijn, terwijl het bestuur, tot het innen der wekt lijksche
contributie, P. Van der Voorde heeft aangewezen, welke
personen zich allen bereidvaardig getoond hebben, om
zonder eenig bezwaar voor het fonds, de hun opge-
dragene funetiën te vervullen.
De contributie is per jaar gesteld op ƒ5,20, of ge
durende de 6 zomermaanden te voldoen met 20 ets.
per week, waardoor een lid, bij ziekte of eenig on
geval, hoogstens gedurende 13 weken, aanspraak heeft
op eene wekelijksche uitkeering van 3, terwijl nader
zal worden geregeld, welk pensioen men zai kunnen
toeleggen aan den werkman, die na een tienjarig lidmaat
schap, door ouderdom of lichaamsgebreken voor den
arbeid eng schikt geworden is.
Aanvankelijk loopt de werking van het fonds, in te
treden op 1 Juli e. k., nu slechts over een half boek
jaar, waarvoor 46 leden zijn ingeschreven tegen 2,60
contributie. Bij den aanvang van elk boekjaar staat de
gelegenheid telkens open, om als lid toe te treden,
waartoe dan ook vermoedelijk nog wel die werklieden
genegen zullen bevonden worden, die, om de nieuw
heid der zaak, zich eerst nader overtuigd willen zien
van de heilzame strekking eener inrichting, welke bij
verscheidene weidenkenden in de gemeente niet alleen
instemming, maar tevens krachtige ondersteuning vindt.
De landbouw-vereeniging, die den eerlijken werkman,
bij voorkomende ongelegenheden, de hand heeft willen
toereiken, om in zijne behoeften hem te gemoet te
komen, moge, haar streven aanvankelijk boven ver
wachting bekroond ziende, bij toenemenden bloe, van
hare stichting, de zelfvoldoening smaken van het ge
meentebelang, met de beste bedoelingen bezield, naar
vermogen te hebben behartigd.
In de zitting der Tweede Kamer van Vrijdag
werd nog, gelijk wij nog onder Laatste berichten
mededeelden, de_ interpellatie-Uartogh gehouden be
treffende de veroordeelden in zake het paling-
l