5
zijn, met uitzondering van geneesmiddelen, chemica
liën en droogerijen, die alleen bij apothekers en droogis-
ten verkocht of ten verkoop aanwezig gehouden mogen
worden.
Art. 19.
Onder slachtvee, bedoeld in Hoofdstuk I worden
verstaan
Runderen, kalveren, schapen, bokken, geiten, var
kens, paarden en ezels.
Onder vee bedoeld in art. 11 worden verstaan:
paarden, ezels, hoornvee, varkens, schapen, geiten,
honden, katten, die niet in gezonden staat afgemaakt
of geslacht zijn.
Het vee, waaromtrent voorschriften zijn gegeven bij
de wet van 20 Juli 1870 (Stbl. no. 131) aangevuld
en gewijzigd door de wetten van 2 Juni 1875 (Stbl.
no. 94) 8 Augustus 1878 (Stbl. no. 115) en 1 Augustus
1880 (Stbl. no. 123) alsmede bij koninklijke besluiten,
ter uitvoering dier wet is van de bepalingen dezer
verordening uitgesloten, voor zooveel dat vee in de
termen van die voorschriften valt.
Art. 20.
Onder vleesch worden verstaan alle deelen van de
in het vorig artikel genoemde dieren, uitgezonderd de
huiden, hoornen en klauwen.
Art. 21.
Al wat op markten of aan den openbaren weg, in
winkels, magazijnen, tapperijen, koffiehuizen, herbergen,
fabrieken, pakhuizen, vaartuigen of veilings-lokalen
verkrijgbaar is, wordt geacht ten verkoop aanwezig
te zijn.
Art. 22.
Koek, gebak, suikergoed en dergelijke eetwaren met
verguldsel belegd, alsmede chocolaadjes en annijssuikers
met santinine (wormkruid) bedeeld, worden als voor
de gezondheid schadelijke levensmiddelen beschouwd.