3 Art. 9. Het is verboden een vleesch- of vischwinkel te openen of handel in vleesch of visch te drijven, zonder vooraf gaande schriftelijke kennisgeving aan Burgemeester en Wethouders, met aanwijzing van het huis of gebouw, waarin die winkel of handel zal gevestigd zijn. Art. 10. Het is verboden melk langs de straat ten verkoop te vervoeren anders dan in gesloten vaten of kannen of in overdekte emmers. HOOFDSTUK II. Tan gestorven of afgemaakt vee of huisdieren. Art. 11. Alle gestorven of wegens ziekte afgemaakt vee dat niet gekeurd is of dat volgens verklaring van den keurmeester, niet voor gebruik geschikt is, moet door de zorg van de eigenaars of bezitters worden begraven. Art. 12. De begraving moet geschieden binnen 24 uren, nadat het vee gestorven of afgemaakt is, door het op eene door den Commissaris van politie aan te wijzen plaats, in het bijzijn van een politiebeambte in den grond te bedelven. Art. 13. Het is verboden het nog voor gebruik dienstige vleesch van afgemaakt of gestorven vee langer dan 24 uren te bewaren. Buiten de bebouwde kom is dit geoorloofd, mits na 24 uren de bewaring niet geschiede op eene plaats, zichtbaar van den openbaren weg of op korteren afstand dan 30 Meter van eenig bewoond huis. Art. 14. Het is verboden huisdieren met huidziekte aangedaan, op den openbaren weg te laten loopen.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1887 | | pagina bijlage 3