2
Art. 3.
Het brood mag niet anders rondgebracht worden,
dan in gesloten wagens of karren, of wel in bekleede
en overdekte manden, waarop de namen der bakkers
of slijters, van wie het brood afkomstig is, met dui
delijke letters staan vermeld
Art, 4.
Het is verboden slachtvee te dooden en gestorven
of wegens ziekte afgemaakt vee, voor gebruik als
voedingsmiddel "te bestemmen, voor het is gekeurd.
Het geslachte vee mag niet worden afgehakt, vóór eene
nieuwe keuring heeft plaatsgehad.
Art. 5.
Het is verboden visch, gezouten, gerookt of gedroogd
vleesch of versche, gezouten, gerookte of gedroogde
visch rond te venten, te verkoopen of ten verkoop in
voorraad te hebben, zonder dat de keuring daarvan
heeft plaatsgehad, voor welke keuring een of meerdere
visschen kunnen worden opengesneden.
Art. 6.
Behoudens het bepaalde bij art. 179» en Jc der wet
van 29 Juni 1851 (Stbl. no. 85) is het toezicht over
de visch markt opgedragen aan den Commissaris van
politie, wiens bevelen ,en voorschriften door de daar
aanwezigen, hetzij beambten, hetzij publiek, moeten
worden opgevolgd.
Art. 7.
Geen visch of andere voorwerpen mogen tot afslag
aan de vischmarkt worden aangevoerd, zonder dat
keuring heeft plaatsgehad.
Art. 8:
De afslag geschiedt door den keurmeester of diens
adsistent, nadat de voorwerpen ter markt in de daar
voor bestemde ruimte zijn aangebracht.