Staten-Generaal. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Landbouw en Veeteelt. Eerste Zeeuwsche Uniedag. Gemengde Berichten. doorgezonden worden naar Nederland, dat prof. P. zeer ontmoedigende berichten moet hebben gegeven ten aanzien van de verdrijving der beri-beri, en dat de mogelijkheid wel bestaat, dat men in patria zal ovei- hellen tot de politiek van den heer Nederburgh. Wanneer wij de mennekes dan krijgen kunnen, zal voorwaar een flnke schoonmaak vooraf zeer gewenscht zijn anders vreezen we voor de Delische grenzen voor de dan nog geconcentreerder geconcentreerde stelling en voor een flinke kapersflotille. J.-B TWEEDE KAMER. Gisteren zijn de discussiën begonnen over de additioneele artikelen. De heeren Zijlker c. s. trokken hunne amendementen betreffende de belastingen in. De heer De Geer deed hetzelfde ten opzichte van de motie Mackay betrekkelijk de ontbinding der Prov. Staten. De heer Mackay was wegens ziekte afwezig. Het smendement-Van der Kaay, om de samenstelling der gemeentt raden onveranderd te laten, werd ver worpen met 44 tegen 32 stemmen. Daarop is het amendement-Van der Feltz in behandeling genomen, dat door de regeering en de rechterzijde werd be streden. De bisschop van Breda, Mgr. Leyten. heeft den 4n dezer de wijding van het Priesterschap toegediend aan den eerw. heer J. J. Serrarens. Kerkvoogden der Herv. gemeente te Rilland- Bath hebben de jaarwedde van den te beroepen pred. bepaald op 1200 met vrije woning. (D.) Het kerkbestuur der Ned. Hervormde gemeente te Rilland-Bath ontving Maandag van den minister van financiën eene gunstige beschikking op zijn adres van verleden jaar Mei, waarin vrijheid werd verzocht tot het verplaatsen van de kerk en de pastorie van Bath naar Rilland. Indien de gelden nu aanwezig zijn, kunnen deze gebouwen, ten gerieve van verre het grootste aantal lidmaten, in het centrum der gemeente worden overgebracht. (IV. R. Ct) Te Veenendaal hebben van de 150 personen, die tot doleeren wenschen over te gaan, zich niet minder dan 129 teruggetrokken, zoodra men hoorde dat er geld noodig was. Krabbendijke. Door den gemeenteraad is tot onder wijzer aan de openbare school benoemd de heer Cor nells Van de Linde te Kapelle met hem stonden op de voordracht: J. De Jager, G. M. Van den Ende en J. Stroosnijder. Tot hoofd der school te Oost- en West-Souburg is benoemd de heer C. Van Weele, hoofd der school te Duivendijke. Tot lid van de commissie tot het afnemen van het examen in de Hoogduitsche taal, waarvan het pro gramma is vastgesteld bij K. B. van 14 October 1884 (Staatsbl. no. 216), welk examen zal gehouden worden te 's-Gravenhage, is o. a. benoemd de heer F. G. De Liefde, leeraar aan de R. H. S. S. en het gymnasium te Middelburg. Het Nederlandsche Landbouwco- m i t hield gisteren te 's-Hage zijne vijfde vergade ring. Men verklaarde zich voor eene herigstenkeuring ten behoeve der remonte, in meerdere proiinciën, met jaarlijksche hernieuwing der keuringsbrevetten. De vraag, of het al dan niet wenschelijk is eene algemeene Nederlandsche landbouwcour ant op te richten, werd commissoriaal gemaakt. In verband met de klachten over de werking der vogelenwet ten nadeele van den landbouw werd eene commissie benoemd tot het opmaken van eene questi onnaire voor de landbouwmaatschappijen over de na- deelen of gunstige gevolgen van de toepassing der wet meer gebruik van de dispensatie tot het dooden van de zich vermenigvuldigende kraaien en musschen werd noodig geoordeeld. Commissieleden zijn de heeren Bultman, Hofman en Kakebeeke. Het voorstel van Zeeland, luidende zal het jaarlijksch verslag over den Landbouw in Nederland volkomen beantwoorden aan de bedoeling waarmede het wordt uitgegeven, dan is het noodig dat daarin vereenvoudi ging worde gebracht, was ingekomen voordat de Staats commissie was samengesteld, zoodat nu besloten werd om deze zaak van de agenda te schrappen en de be hartiging dezer zaak aan bedoelde commissie over te laten. Het voorstel van het hoofdbestuur der Maatschappij tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland in zake contracten bij teelt van suiberbieten lokte veel debat uit. De afgavaardigde van de Geldersch-Overijs- selsche Landbouwmaatschappij geloofde, op grond van besprekingen met deskundigen, dat het doel, hetwelk Zeeland met zijn voorstel beoogt, moeielijk te verkrij gen, zooal niet geheel onbereikbaar zal zijn. Hij wees hierbij op een aantal bezwaren, b.v. het ontbreken van voldoende gelegenheid tot analyseeren van proever, van vervoer van geoogste partijen suikerbieten, het systeem van het gedeeltelijk vooruitbetalen van den oogst enz. enz. De door de voorstellende Maatschappij aangegeven maatregelen bevatten zeker veel goeds, doch zullen in de praktijk grootendeels onuitvoerbaar blijken. Men zal toch op de mede- en samenwerking der suikerfabrikanten niet kunnen rekenen, hetgeen reeds blijkt uit de omstandigheid dat slechts een zeer klein getal vaa hen, aan wie hun oordeel over deze aange legenheid gevraagd is, daarop geantwoord hebben. Hij stelde voor aan de Zeeuwsche maatschappij te antwoorden dat het comité met waardeering der goede bedoeling van oordeel is, dat het ongeschikt is om in de practijk te worden toegepast. De secretaris deelde de bezwaren van den vorigen spreker niet in alle opzichten, hetgeen hij in bijzon- derbeden trachtte aan te toonen. Spr. meende echter dat de onwil van de suikerfabrikanten de verwezen lijking van het doel van Zeeland onmogelijk zal maken. Hat geven van voorschot door de bietenkoopers aan de verbouwers, tegen welk z. i. nieuw stelsel een der leden te velde trok, achtte men onmisbaar, omdat het hier als 't ware een samenbouw betreft, waai I ij even goed het belang van den landbouwer als van den sui kerfabrikant. betrokken is. Op voorstel van den Voorzitter werd besloten aan de Zeeuwsche Maatschappij mede te deelen, dat da vergadering de zaak heeft besproken, doch geen andere middelen weet aan de hand te geven om deze zaak tot een gewenscht einde te brengen, dan door de Maat schappij zelve is uiteengezet. Algemeen verklaarde het landbouw-comité zich voor inzending op de veetentoonstelling te Parijs in 1888 of op elke tentoonstelling van belang, met het doel ons vee zooveel mogelijk in het buitenland bekend te maken. Het bestuur werd in dit opzicht diligent verklaard. Tot secretaris is gekozen de heer Dommer van Pol- dersveldt. Heden, Woensdag 8 Juni, werd in een der zalen van het koffiehuis sde Prins van Oranje" de eerste Zeeuwsche Uniedag van de Unie»eene school met den Bijbel" gehouden. De regelings-commissie bestond uit de heeren Chr. L. Laan, C. Snoep, B. M. Den Boer, M. De Jonge Jz. en J. C. Wirtz Cz. Het doel der samenkomst was volgens het programma om onder Gods zegen de aanwezigen te bemoedigen en te ster ken in den strijd voor de school met den Bijbel en te trachten den ijver van velen op te wekken of te ver sterken, opdat in Zeeland de Christelijke school meer tot bloei moge komen." Ofschoon tot de morgen- en middag-bijeenkomst alleen vrijen toegang hadden, allen, zoowel mannen als vrouwen, die in beginsel vóór de school met den Bijbel zijn, werd toch aan heD, die als reporter voor de pers verschenen, ook toegang verleend. De vergadering werd te 10% uur geopend met een lied, in afwachting op de aankomst van den trein van Middelburg, en wel Ps. 84 vs. 3. (Dit om de meerdere bekendheid; eerst was opgegeven Ps. Ill vs. 1, 6, welke beide verzen werden voorgelezen sopdat ze dan toch in het hart gezongen zouden worden.") Als leiddraad voor de bijeenkomst werd na een ge bed, door den voorzitter, ds. Chr. L. Laan, voorgelezen Ps. 78. Dezen psalm beschouwde hij als geheel bevat tende den regel, dien het Christenvolk behoorde op te volgen. Gelijk de Psalm spreekt van twee stroomingen der menschheid, de eene die, met voorbijgang van den Godsdienst, wil leven naar de redede andere, ofschoon ook met zonde bevlekt, die vast wil houden aan het verbond van God met Abraham, zoo ook vinden wij in onze dagen twee stroomingen in de menschheid met betrekking tot het onderwijs. Het volk van Nederland is ofschoon dan niet verscheurd, toch verdeeld in twee stroomingende een, die alleen de verlichte rede wil volgen, de andere die Christelijk nationaal onderwijs wil, waarbij de Bijbel, het boek der boeken, grond slag is. Waar de Christen niet wil dat verzaking van God de grondslag van het onderwijs der kinderen is, daar moet de strijd worden voortgezet, dia sedert 1857 begonnen, volle kracht heeft gekregen door het volkspetitionnement van 1878. En de stemming var/ gisteren in de 2e kamer, toen het woord, »van over heidswege" Hit art. 194 der Grondwet is gelicht, leidt tot dankbaarheid, omdat, zooals de Standaard van hedenmorgen liet juist uitdrukt, omdat het onderwijs nu meer aan de ouders komen zal. Leden der kamer van alle richtingen hebben daaraan medegewerkt. En nu zal wel de beurs moeten worden aangesproken, maar daarvoor moet de Christen niet terugdeinzen. Zeeland is nog achter in het Christelijk onderwijs, dat moet anders worden en daartoe strekt deze Uniedag. De heer Derksen van Rotterdam, vertegenwoordiger van het hoofdbestuur der «Unie", hield nu eene korte toespraak. Het was de 2e maal dat de spr. in Zee land is voor de school met den Bijbel. De eerste maal was in 1880, toen de oude Dominicus te Kattendijke zoo gaarne eene school met den Bijbel wilde. Maar er waren zoo vele bezwaren aan verbonden, dat de Unie de zaak moest opgeven. In Zeeland zijn thans 55 correspondenten, dus 55 plaatsen, waar de unie collecte gehouden wordt, terwijl 19 plaatsen slechts een school met den Bijbel hebben. Doch het gaat langzaam. In 1880 waren er 18 scholen met den Bijbel en nu in 1887, 23, dus elk jaar nog niet een Dat moet anders worden. In 9 gemeenten van Zee land worden pogingen aangewend om eene school met den Bijbel te erlangen. Zij zijnAardenburg waar men 2 jaren werkzaam is en eene som van f 60 heeft, Arnemuiden 4 jaren 90, Biezelinge en Kapelle 4 jaren 400, Kortgene 3 jaren ƒ500, Ierseke 4 jaren ƒ200, Kruiningen ,5 jaren 600, Schoondijke 5 jaren ƒ185, Tolen 5 jaren 300, Wemeldinge 7 jaren 100. Spreker hoopt dat deze dag zulk een vrucht zal op leveren, dat er voortaan elk jaar 2 scholen in Zee land opgericht worden. Door de Unieblaadjes moet »de Unie" werken. Van 17 Juli tot 17 Augustus staat in Rotterdam steeds een pers gereed, die Unieblaadjes drukt ter versprei ding. En die blaadjes werken goed, want de col lecten brengen veel op, doch niet genoeg. Die collecte is ook een middel om de school met den bijbel te bevorderen, want er wordt dan naar het doel ge vraagd. Een deel der collecten moet altijd naar de Uniekas: en wil men een gedeelte voor zich behou den, dat kan men doen, maar de kas moet gevuld zijn, want ook de Uniesprekers moeten onderhouden worden. Het overige wordt verdeeld tusschen de ver- eeniging voor christelijk nationaal en de vereeniging voor christelijk gereformeerd onderwijs. De provinciale Uniedagen zijn begonnen in Friesland, daarna gevolgd in Zuid-Holland, Gelderland enz. en het is een verblijdend teeken. dat nu ook in Zeeland zulk eene bijeenkomst plaatsheeft. Tot aanvulling van deze toespraak wees de voorzitter op de uitgaven van den Unie-almanak, die ƒ0,30 kost en eene bate van 400 oplevert. De heer Rupsaam uit Bergen-op-Zoom sprak daarna nog een woord, tot opwekking van voortdurende werk zaamheid. De heer Wirtz leidde vervolgens de bespreking in van de volgende stellingen De inrichting van het lager onderwijs in ons land getuigt van ondankbaarheid en onrechtvaardigheid. Ze is onpraktisch. Z;> is oorzaak van sterk toenomer.de verdeeldheid onder de zonen van hetzelfde vaderland. Men had geen tegenstanders uitgenoodigd, omdat de liberalen niet overtuigd willen worden. Beroept de Unie zich op mannen als Groen Van Prinsttrer, Elout van Soeterwoude en anderen dan zegt men, dat zijn ge moedsbezwaarden. Noemt men uitspraken van prof. Buijs, prof. Spruijt enz., dan zegt men, dat die uit spraken uit haar verband gerukt worden. En neemt men de toevlucht tot cijfei s, dan wordt geantwoord men kan met cijfers goochelen. De regeling van het lager onderwijs volgens de wet van 1878 getuigt van ondankbaarheid. Met aanhaling van het bekende werk van Göilitz, uitgegeven door de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, werd een gang gemaakt door de eeuwen om de geschiedenis van het onderwijs ta leeren kennen. Vóór de invoe ring van het Christendom was er geen volksonderwijs, maar met die invoering werd de behoefte daaraan ge voeld, omdat de Christelijke zedeleer den mensch in den mensch leerde kennen. En alzoo verklaarde de referent waren Christus en zijne apostelen de grond leggers van het volksonderwijs. De geestelijken zijn de groote dragers en scheppers van de ontwikkelirgs- scholen. De scholen der Benedictijnen in de 6de eeuw werden vermeld. De scholen der Broederschap des Gemeenen levens, gesticht door Geert Groote, hebben mannen voortgebracht als Radewijnszoon, Agricola, Wes- sel en anderen en bleven bloeien tot in de 16de eeuw. De kerkhervorming in haren krachtigen invloed op het volksonderwijs werd mede aan de hand van Gör- litz geschetst om ten slotte de stelling uittespreken en te verdedigen: »de school is de dochter der kerk". En ofschoon nu de school mondig is en zij naast de kerk kan bestaan, is hot toch ondankbaar, dat de school in Nederland hare moeder verloochent, die moeder in hut aangezicht slaat, door g-heel andere leeringen te verbreiden dan de kerk, en Christus uit de school te bannen. De inrichting van het lager onderwijs is onrecht vaardig. De spr. was van oordeel, dat de tegenwoor dige regeling alleen aan de liberalen voldoet en dat er, zooals ook onlangs in dezelfde zaal als waar spreker stond, door een candidaat voor de Tweede Kamer was verkondigd, dat er wel eene andere regeling van het volksonderwijs mogelijk is, doch dat die te veel zou kosten. Dat is onrechtvaardig. De Christen wil een onderwijs, dat doortrokken is van den geest van Chris tus, en deze heeft evenveel aanspraak op ondersteuning uit 's rijks kas als zij, die eene andere richting zijn toegedaan. (Nu werden de bekende grieven tegen de tegenwoordige regeling aan het licht gebrachtbelas ting opbrengen voor de tegenovergestelde scholen). De inrichting van het lager onderwijs is onpractisch. De vakken zijn voor alle scholen (dus voor Amsterdam zoowel als Sluiskil) dezelfde. Men moest reken ng houden met de plaats waar het kind geboren is, waar het zich beweegt. Er zijn vele openbare scholen, waar niet alle vakken worden onderwezen, en het school toezicht zegt er niets van. Ook de opleiding van on derwijzers is onpractisch, niet alleen omdat de onder wijzers gevormd worden buiten of bijna geheel buiten de school, in kweekscholen en normaallessen. De ver ordening voor de normaalschool zegt wel, dat de leer lingen der 3e en 4e klasse eens per week een uur werkzaam moeten zijn, maar er wordt niet de hand aan gehouden. En ook de examens zijn onpractisch. Men behoeft geen practische opleiding gehad te heb ben, als men maar door het examen komt. En zoo is het geleurd, dat vóór 2 jaren de veldwachter van Ouddorp met goed gevolg examen deed als onderwijzer. Het examen voor hoofd is even onpractisch. De regeling der jaarwedden. Een onderwijzer 400, een onderwijzer met hoofdakte ƒ600 en een hoofd ƒ700. Nu zijn er weinig onderwijzers die met vrouw en kin deren vai 700 kunnen leven. Is er gebrek, dan krijgen de onderwijzers van 18 en 20 jaren 600, en nog na jaren blijft dit tractement hetzelfde. Ook de splitsing der scholen in die van gegoeden enz. is onrechtvaardig. Men moest zijne kinderen kunnen zenden waar men wil. De inrichting van het onderwijs is oorzaak van ver deeldheid. Wel willen de liberalen dat Roomschen, Pro testanten en Joden op dezelfde school onderwijs ontvan gen, doch de zoon van den koetsier moet een andere school be oeken dan die van dm b irgerneester. En nu, feller dan ooit, staan de partijen tegenover elkander. En die verdeeldheid neemt toe. In 1862 werden de openbare scholen bezocht door 323,000 en de bijzondere scholen door 87,000 leerlingen. In 1885 waren deze getallen 440,000 en 166,000. In 1862 dus de openbare scholen 4 maal zooveel leerlingen als de bijzondere; in 1885 slechts twee vijfde maar meer. Zoolang Nederland niet inziet, dat de twee stroomingen op het gebied van het onderwijs naast elkander kunnen werkzaam zijn, mits beiden gelijkelijk beschermd en ondersteund, zal de verdeeldheid voortduren. Met de opwekking om voor de school met den Bijbel te geven als voor allen recht te willen, besloot de heer Wirtz zijn referaat. De voorzitter dankte den referent voor zijn door wrocht stuk, en geloofde dat de tegenstanders wel overtuigd zullen zijn, dat de wet onrechtvaardig is. De heer Van Noppen van Wissekerke verzocht het woord, en achtte dat de inrichting van het onder wijs getuigt van ondankbaarheid tegenover het voor geslacht, dat groot is geworden door Gods woord. Hij noemde die inrichting een verderf voor ons land, de wet een vloek voor Zeeland. Hij hoopte dat overal zou gebroken worden met de instelling van het open baar lager onderwijs, waar God en Christus worden verworpen. De heer Derksen besprak nog nader het onpractische van de inrichting van ons staatsonderwijs. Er zal een tijd komen, dat de echte schoolmannen, zooals onder anderen wijlen zijn patroon (de heer Van Lummel te Utrecht) zullen verdwenen zijn. De onderwijzers deugen niet, als zij niet in de school gevormd zijn. Spr. is voor het kweekelingen-stelsel. Hij heeft kweekelingen van 14, 15 en 16 jaar en hij vormt ze tot goede onderwijzers. De scholen met den bijbel moeten kwee- I kelingen, bezigen omdat de Unie geen geld genoeg heeft om onderwijzers te betalen, maar ook de hulp van kweekelingen is niet te versmaden. De voorzitter voert nog aan dat de bezwaren niet gelden de openbare scholen, of de openbare onderwijzers, maar tegen de inrichting van het onderwijs zelf ge richt zijn. Heeft de heer Wirtz de wet onpractisch, onrechtvaardig en ondankbaar genoemd, spr. heeft be hoefte om ze ook in den minst ongunstigen zin onwaar te noemen. Waar reeds sedert 25 jaren die strijd is gevoerd, moest nu toch gehoor gegeven worden aan wat gezegd wordt. Spr. heeft steeds gewenscht, om onpartijdig te blijven. Er zijn twee boomen, maar de boom van de Staatsschool werd geplant in goede aarde, in het Zuiden, waar zon en regen steeds vruchtbaar heid gevenen de andere (de school met den bijbel) in ongunstigen toestand. De kinderen worden gezon den naar de openbare school omdat ze nog niet zoo slecht is en omdat ze goedkooper is. De neutraliteit is slechts een voorwendsel, want zij is onwaar. Als men de openbare scholen met een kleur wilde aan wijzen, dan zou men kunnen zeggen dat zij in Limburg zwart, in Brabant monniksgrauw, in Friesland en Gro ningen hoog rood-republikeinsch, in Zuid- en Noord- Holland mode-kleurdat zij in de Veluwe en in de Betuwe met de Dordtsche kleur en eindelijk in Zeeland zoo wat groenachtig geteekend kan worden. Oak in de Goesche Courant is onlangs de stelling verkondigd dat de openbare school de eenheid be vordert dit is onjuist, sedert de wet de openbare school beschermt is de tweedracht grooter geworden. Spr. moet herhalen de inrichting van het onderwijs is ook onwaar. De heer Van Noppen herinnert dat er wel eens gesproken wordt van Gideonsbende. Hij hoopt dat de leden der »Unie" eene Gideonsbende mogen zijn en worden, die gansch Nederland verlost van de slavernij der openbare school. De heer Boon van Nieuwdorp wil nog opmerken, dat de inrichting van ons lager onderwijs ook daarom onpraktisch is, dewijl de opleiding tot onderwijzer zoo gemakkelijk gemaakt wordt. Rijp en groen heeft zich aangemeld voor de onderwijzersloopbaan, en zonder dat de kweekelingen praktisch geoefend worden, komen zij als onderwijskracht in de school. De heer Wirtz beantwoordt nog kort enkel gemaakte opmerkingen. Hij is het eens met den heer Van Nop pen, dat er verandeiing behoort te komen, en dat de school de kweekplaats moet zijn voor het godsdienstig leven. Het gevoelen van den heer Derksen, om de kweekelingen geheel als onderwijskracht te bezigen, kan hij echter niet volkomen deelen. Na nog eene korte toelichting werd de vergadering geschorst. Vervolg in het bijblad.) In deze gemeente zijn heden de eerste nieuwe aardappelen gerooid. Ierseke. Gisternamiddag is hier een houten schuurtje afgebrand en aan een belendend bouten huis eenige schade toegebracht. De nieuwe brandspuit was de vlammen spoedig meester. De brand, die in 't begin een leelijk aanzien had, is waarschijnlijk veroorzaakt door een knaapje, dat met lucifers speelde. In het zuid-oosten van Utrecht en het daaraan grenzend gedeelte van Gelderland heeft een zware slagregen in enkele uren groote verwoestingen op de roggevelden aangebracht. Zij is tegen den grond ge slagen zeer vele H.A. moeten thans gemaaid worden, om groen aan het vee te worden opgevoerd. (II. D.) De voormalige predikant W. J. B. uit Arnhem, die verdacht wordt te Arnhem bij eenen vriend, wien hij een bezoek bracht, een gouden horloge, ketting en medaillon ontvreemd te hebben, is Zaterdag te Almeloo aangehouden, in verzekerde bewaring genomen en naar Arnhem overgebracht. Het openingsfeest van het Kurhaus te Scheve- ningen zal den 18n Juni e. k. gehouden worden. In het voormalige Delftshaven wilde een schipper de sluisknechts aan de Ruige-plaatsluis bij het open draaien der deuren de behulpzame hand biedenhij werd zoodanig door den slinger getroften, dat hij aan de gevolgen reeds des middags overleed. De ongeluk kige laat eene weduwe met acht kinderen na. Het geschil tusschen de Scheveningsche visschers en hunne reeders komt op het volgende nederDe schuiten moeten schoongemaakt en opgetuigd worden om ter haringvisscherij te gaan. De visschers beweren dat de schrobnetvisscherij zeer slecht is geweest en zij niet veertien dagen kunnen arbeiden zonder loon, wat het geval is wanneer zij zouden moeten missen de som van 100 welke per schuit voor het graaien tot dusver werd betaald en waarvan zij na afloop van van de vaart 33 aan de reeders teruggaven. De reeders beschouwen dit graaigeld als een mis bruik, vroeger ingeslopen wegens bestaande wanver houdingen bij het aannemen van volk. De visschers werken met de reeders in participathie, en ontvangen '13 van de besomming. De reeders meenen dat het geen zin heeft afzonderlijk loon te betalen voor werk zaamheden, die in verband staan tot het uitoefenen van een bedrijf voor gemeenschappelijke rekening. De visschers waren op deze verandering voorbereid en hadden haar ingewilligd. Thans hebben zij eene algemeene werkstaking georganiseerd en willen haar ook uitstrekken tot die schuiten, welke nog de schrob netvisscherij uitoefenen, hoezeer dit niet lang meer kan duren, daar de haringvisscherij voor de deur staat. Naar men wil, zijn het vooral de Scheveningsche vrouwen, die eene belangrijke rol in deze werkstaking spelen. Reeds Zaterdagavond werden ongunstige voortee kenen bij het inslaan van brood opgemerkt en was algemeen besloten geen brood meer te koopen bij eenen bakker, die gewoonlijk leverde, omdat hij reeder is. Er zijn detachementen cavalerie en grenadiers te Scheveningen aangekomen om eventueel de orde en rust te haudhaven, die echter tot nog toe niet verder verstoord is. De trein van den Ned. Rijnspoorweg, die Zondag voormiddag omstreeks 11.20 van Den Haag te Utrecht aankwam, ondervond nabij Vleuten eenige vertraging,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1887 | | pagina 2