Staten-Generaal.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Landbouw en Veeteelt.
Eerste Zeeuwsche Uniedag.
Gemengde Berichten.
doorgezonden worden naar Nederland, dat prof. P. zeer
ontmoedigende berichten moet hebben gegeven ten
aanzien van de verdrijving der beri-beri, en dat de
mogelijkheid wel bestaat, dat men in patria zal ovei-
hellen tot de politiek van den heer Nederburgh.
Wanneer wij de mennekes dan krijgen kunnen, zal
voorwaar een flnke schoonmaak vooraf zeer gewenscht
zijn anders vreezen we voor de Delische grenzen voor
de dan nog geconcentreerder geconcentreerde stelling
en voor een flinke kapersflotille. J.-B
TWEEDE KAMER.
Gisteren zijn de discussiën begonnen over de
additioneele artikelen. De heeren Zijlker c. s. trokken
hunne amendementen betreffende de belastingen in.
De heer De Geer deed hetzelfde ten opzichte van de
motie Mackay betrekkelijk de ontbinding der Prov.
Staten. De heer Mackay was wegens ziekte afwezig.
Het smendement-Van der Kaay, om de samenstelling
der gemeentt raden onveranderd te laten, werd ver
worpen met 44 tegen 32 stemmen. Daarop is het
amendement-Van der Feltz in behandeling genomen,
dat door de regeering en de rechterzijde werd be
streden.
De bisschop van Breda, Mgr. Leyten. heeft den
4n dezer de wijding van het Priesterschap toegediend
aan den eerw. heer J. J. Serrarens.
Kerkvoogden der Herv. gemeente te Rilland-
Bath hebben de jaarwedde van den te beroepen pred.
bepaald op 1200 met vrije woning. (D.)
Het kerkbestuur der Ned. Hervormde gemeente
te Rilland-Bath ontving Maandag van den minister
van financiën eene gunstige beschikking op zijn adres
van verleden jaar Mei, waarin vrijheid werd verzocht
tot het verplaatsen van de kerk en de pastorie van
Bath naar Rilland. Indien de gelden nu aanwezig zijn,
kunnen deze gebouwen, ten gerieve van verre het
grootste aantal lidmaten, in het centrum der gemeente
worden overgebracht. (IV. R. Ct)
Te Veenendaal hebben van de 150 personen,
die tot doleeren wenschen over te gaan, zich niet
minder dan 129 teruggetrokken, zoodra men hoorde
dat er geld noodig was.
Krabbendijke. Door den gemeenteraad is tot onder
wijzer aan de openbare school benoemd de heer Cor
nells Van de Linde te Kapelle met hem stonden op
de voordracht: J. De Jager, G. M. Van den Ende en
J. Stroosnijder.
Tot hoofd der school te Oost- en West-Souburg
is benoemd de heer C. Van Weele, hoofd der school
te Duivendijke.
Tot lid van de commissie tot het afnemen van
het examen in de Hoogduitsche taal, waarvan het pro
gramma is vastgesteld bij K. B. van 14 October 1884
(Staatsbl. no. 216), welk examen zal gehouden worden
te 's-Gravenhage, is o. a. benoemd de heer F. G. De
Liefde, leeraar aan de R. H. S. S. en het gymnasium
te Middelburg.
Het Nederlandsche Landbouwco-
m i t hield gisteren te 's-Hage zijne vijfde vergade
ring. Men verklaarde zich voor eene herigstenkeuring
ten behoeve der remonte, in meerdere proiinciën, met
jaarlijksche hernieuwing der keuringsbrevetten.
De vraag, of het al dan niet wenschelijk is eene
algemeene Nederlandsche landbouwcour ant op te richten,
werd commissoriaal gemaakt.
In verband met de klachten over de werking der
vogelenwet ten nadeele van den landbouw werd eene
commissie benoemd tot het opmaken van eene questi
onnaire voor de landbouwmaatschappijen over de na-
deelen of gunstige gevolgen van de toepassing der wet
meer gebruik van de dispensatie tot het dooden van
de zich vermenigvuldigende kraaien en musschen werd
noodig geoordeeld. Commissieleden zijn de heeren
Bultman, Hofman en Kakebeeke.
Het voorstel van Zeeland, luidende zal het jaarlijksch
verslag over den Landbouw in Nederland volkomen
beantwoorden aan de bedoeling waarmede het wordt
uitgegeven, dan is het noodig dat daarin vereenvoudi
ging worde gebracht, was ingekomen voordat de Staats
commissie was samengesteld, zoodat nu besloten werd
om deze zaak van de agenda te schrappen en de be
hartiging dezer zaak aan bedoelde commissie over te
laten.
Het voorstel van het hoofdbestuur der Maatschappij
tot bevordering van landbouw en veeteelt in Zeeland
in zake contracten bij teelt van suiberbieten lokte veel
debat uit. De afgavaardigde van de Geldersch-Overijs-
selsche Landbouwmaatschappij geloofde, op grond van
besprekingen met deskundigen, dat het doel, hetwelk
Zeeland met zijn voorstel beoogt, moeielijk te verkrij
gen, zooal niet geheel onbereikbaar zal zijn. Hij wees
hierbij op een aantal bezwaren, b.v. het ontbreken van
voldoende gelegenheid tot analyseeren van proever,
van vervoer van geoogste partijen suikerbieten, het
systeem van het gedeeltelijk vooruitbetalen van den
oogst enz. enz. De door de voorstellende Maatschappij
aangegeven maatregelen bevatten zeker veel goeds, doch
zullen in de praktijk grootendeels onuitvoerbaar blijken.
Men zal toch op de mede- en samenwerking der
suikerfabrikanten niet kunnen rekenen, hetgeen reeds
blijkt uit de omstandigheid dat slechts een zeer klein
getal vaa hen, aan wie hun oordeel over deze aange
legenheid gevraagd is, daarop geantwoord hebben.
Hij stelde voor aan de Zeeuwsche maatschappij te
antwoorden dat het comité met waardeering der goede
bedoeling van oordeel is, dat het ongeschikt is om
in de practijk te worden toegepast.
De secretaris deelde de bezwaren van den vorigen
spreker niet in alle opzichten, hetgeen hij in bijzon-
derbeden trachtte aan te toonen. Spr. meende echter
dat de onwil van de suikerfabrikanten de verwezen
lijking van het doel van Zeeland onmogelijk zal maken.
Hat geven van voorschot door de bietenkoopers aan
de verbouwers, tegen welk z. i. nieuw stelsel een der
leden te velde trok, achtte men onmisbaar, omdat het
hier als 't ware een samenbouw betreft, waai I ij even
goed het belang van den landbouwer als van den sui
kerfabrikant. betrokken is.
Op voorstel van den Voorzitter werd besloten aan
de Zeeuwsche Maatschappij mede te deelen, dat da
vergadering de zaak heeft besproken, doch geen andere
middelen weet aan de hand te geven om deze zaak
tot een gewenscht einde te brengen, dan door de Maat
schappij zelve is uiteengezet.
Algemeen verklaarde het landbouw-comité zich voor
inzending op de veetentoonstelling te Parijs in 1888
of op elke tentoonstelling van belang, met het doel ons
vee zooveel mogelijk in het buitenland bekend te maken.
Het bestuur werd in dit opzicht diligent verklaard.
Tot secretaris is gekozen de heer Dommer van Pol-
dersveldt.
Heden, Woensdag 8 Juni, werd in een der zalen
van het koffiehuis sde Prins van Oranje" de eerste
Zeeuwsche Uniedag van de Unie»eene school met den
Bijbel" gehouden. De regelings-commissie bestond uit
de heeren Chr. L. Laan, C. Snoep, B. M. Den Boer,
M. De Jonge Jz. en J. C. Wirtz Cz. Het doel der
samenkomst was volgens het programma om onder
Gods zegen de aanwezigen te bemoedigen en te ster
ken in den strijd voor de school met den Bijbel en te
trachten den ijver van velen op te wekken of te ver
sterken, opdat in Zeeland de Christelijke school meer
tot bloei moge komen."
Ofschoon tot de morgen- en middag-bijeenkomst
alleen vrijen toegang hadden, allen, zoowel mannen als
vrouwen, die in beginsel vóór de school met den Bijbel
zijn, werd toch aan heD, die als reporter voor de pers
verschenen, ook toegang verleend.
De vergadering werd te 10% uur geopend met een
lied, in afwachting op de aankomst van den trein van
Middelburg, en wel Ps. 84 vs. 3. (Dit om de meerdere
bekendheid; eerst was opgegeven Ps. Ill vs. 1, 6,
welke beide verzen werden voorgelezen sopdat ze dan
toch in het hart gezongen zouden worden.")
Als leiddraad voor de bijeenkomst werd na een ge
bed, door den voorzitter, ds. Chr. L. Laan, voorgelezen
Ps. 78. Dezen psalm beschouwde hij als geheel bevat
tende den regel, dien het Christenvolk behoorde op te
volgen. Gelijk de Psalm spreekt van twee stroomingen
der menschheid, de eene die, met voorbijgang van den
Godsdienst, wil leven naar de redede andere, ofschoon
ook met zonde bevlekt, die vast wil houden aan het
verbond van God met Abraham, zoo ook vinden wij
in onze dagen twee stroomingen in de menschheid met
betrekking tot het onderwijs. Het volk van Nederland is
ofschoon dan niet verscheurd, toch verdeeld in twee
stroomingende een, die alleen de verlichte rede wil
volgen, de andere die Christelijk nationaal onderwijs
wil, waarbij de Bijbel, het boek der boeken, grond
slag is. Waar de Christen niet wil dat verzaking van
God de grondslag van het onderwijs der kinderen is,
daar moet de strijd worden voortgezet, dia sedert
1857 begonnen, volle kracht heeft gekregen door het
volkspetitionnement van 1878. En de stemming var/
gisteren in de 2e kamer, toen het woord, »van over
heidswege" Hit art. 194 der Grondwet is gelicht, leidt
tot dankbaarheid, omdat, zooals de Standaard van
hedenmorgen liet juist uitdrukt, omdat het onderwijs
nu meer aan de ouders komen zal. Leden der kamer
van alle richtingen hebben daaraan medegewerkt. En
nu zal wel de beurs moeten worden aangesproken,
maar daarvoor moet de Christen niet terugdeinzen.
Zeeland is nog achter in het Christelijk onderwijs,
dat moet anders worden en daartoe strekt deze Uniedag.
De heer Derksen van Rotterdam, vertegenwoordiger
van het hoofdbestuur der «Unie", hield nu eene korte
toespraak. Het was de 2e maal dat de spr. in Zee
land is voor de school met den Bijbel. De eerste maal
was in 1880, toen de oude Dominicus te Kattendijke
zoo gaarne eene school met den Bijbel wilde. Maar
er waren zoo vele bezwaren aan verbonden, dat de
Unie de zaak moest opgeven. In Zeeland zijn thans
55 correspondenten, dus 55 plaatsen, waar de unie
collecte gehouden wordt, terwijl 19 plaatsen slechts
een school met den Bijbel hebben. Doch het gaat
langzaam. In 1880 waren er 18 scholen met den
Bijbel en nu in 1887, 23, dus elk jaar nog niet een
Dat moet anders worden. In 9 gemeenten van Zee
land worden pogingen aangewend om eene school
met den Bijbel te erlangen. Zij zijnAardenburg
waar men 2 jaren werkzaam is en eene som van f 60
heeft, Arnemuiden 4 jaren 90, Biezelinge en Kapelle
4 jaren 400, Kortgene 3 jaren ƒ500, Ierseke 4 jaren
ƒ200, Kruiningen ,5 jaren 600, Schoondijke 5 jaren
ƒ185, Tolen 5 jaren 300, Wemeldinge 7 jaren 100.
Spreker hoopt dat deze dag zulk een vrucht zal op
leveren, dat er voortaan elk jaar 2 scholen in Zee
land opgericht worden.
Door de Unieblaadjes moet »de Unie" werken. Van
17 Juli tot 17 Augustus staat in Rotterdam steeds
een pers gereed, die Unieblaadjes drukt ter versprei
ding. En die blaadjes werken goed, want de col
lecten brengen veel op, doch niet genoeg. Die collecte
is ook een middel om de school met den bijbel te
bevorderen, want er wordt dan naar het doel ge
vraagd. Een deel der collecten moet altijd naar de
Uniekas: en wil men een gedeelte voor zich behou
den, dat kan men doen, maar de kas moet gevuld
zijn, want ook de Uniesprekers moeten onderhouden
worden. Het overige wordt verdeeld tusschen de ver-
eeniging voor christelijk nationaal en de vereeniging
voor christelijk gereformeerd onderwijs.
De provinciale Uniedagen zijn begonnen in Friesland,
daarna gevolgd in Zuid-Holland, Gelderland enz. en
het is een verblijdend teeken. dat nu ook in Zeeland
zulk eene bijeenkomst plaatsheeft.
Tot aanvulling van deze toespraak wees de voorzitter
op de uitgaven van den Unie-almanak, die ƒ0,30 kost
en eene bate van 400 oplevert.
De heer Rupsaam uit Bergen-op-Zoom sprak daarna
nog een woord, tot opwekking van voortdurende werk
zaamheid.
De heer Wirtz leidde vervolgens de bespreking in
van de volgende stellingen
De inrichting van het lager onderwijs in ons land
getuigt van ondankbaarheid en onrechtvaardigheid.
Ze is onpraktisch.
Z;> is oorzaak van sterk toenomer.de verdeeldheid
onder de zonen van hetzelfde vaderland.
Men had geen tegenstanders uitgenoodigd, omdat
de liberalen niet overtuigd willen worden. Beroept de
Unie zich op mannen als Groen Van Prinsttrer, Elout van
Soeterwoude en anderen dan zegt men, dat zijn ge
moedsbezwaarden. Noemt men uitspraken van prof.
Buijs, prof. Spruijt enz., dan zegt men, dat die uit
spraken uit haar verband gerukt worden. En neemt
men de toevlucht tot cijfei s, dan wordt geantwoord
men kan met cijfers goochelen.
De regeling van het lager onderwijs volgens de wet
van 1878 getuigt van ondankbaarheid. Met aanhaling
van het bekende werk van Göilitz, uitgegeven door
de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen, werd een
gang gemaakt door de eeuwen om de geschiedenis
van het onderwijs ta leeren kennen. Vóór de invoe
ring van het Christendom was er geen volksonderwijs,
maar met die invoering werd de behoefte daaraan ge
voeld, omdat de Christelijke zedeleer den mensch in
den mensch leerde kennen. En alzoo verklaarde de
referent waren Christus en zijne apostelen de grond
leggers van het volksonderwijs. De geestelijken zijn de
groote dragers en scheppers van de ontwikkelirgs-
scholen. De scholen der Benedictijnen in de 6de eeuw
werden vermeld. De scholen der Broederschap des
Gemeenen levens, gesticht door Geert Groote, hebben
mannen voortgebracht als Radewijnszoon, Agricola, Wes-
sel en anderen en bleven bloeien tot in de 16de eeuw.
De kerkhervorming in haren krachtigen invloed op
het volksonderwijs werd mede aan de hand van Gör-
litz geschetst om ten slotte de stelling uittespreken
en te verdedigen: »de school is de dochter der kerk".
En ofschoon nu de school mondig is en zij naast de
kerk kan bestaan, is hot toch ondankbaar, dat de
school in Nederland hare moeder verloochent, die
moeder in hut aangezicht slaat, door g-heel andere
leeringen te verbreiden dan de kerk, en Christus uit
de school te bannen.
De inrichting van het lager onderwijs is onrecht
vaardig. De spr. was van oordeel, dat de tegenwoor
dige regeling alleen aan de liberalen voldoet en dat er,
zooals ook onlangs in dezelfde zaal als waar spreker
stond, door een candidaat voor de Tweede Kamer was
verkondigd, dat er wel eene andere regeling van het
volksonderwijs mogelijk is, doch dat die te veel zou
kosten. Dat is onrechtvaardig. De Christen wil een
onderwijs, dat doortrokken is van den geest van Chris
tus, en deze heeft evenveel aanspraak op ondersteuning
uit 's rijks kas als zij, die eene andere richting zijn
toegedaan. (Nu werden de bekende grieven tegen de
tegenwoordige regeling aan het licht gebrachtbelas
ting opbrengen voor de tegenovergestelde scholen).
De inrichting van het lager onderwijs is onpractisch.
De vakken zijn voor alle scholen (dus voor Amsterdam
zoowel als Sluiskil) dezelfde. Men moest reken ng
houden met de plaats waar het kind geboren is, waar
het zich beweegt. Er zijn vele openbare scholen, waar
niet alle vakken worden onderwezen, en het school
toezicht zegt er niets van. Ook de opleiding van on
derwijzers is onpractisch, niet alleen omdat de onder
wijzers gevormd worden buiten of bijna geheel buiten
de school, in kweekscholen en normaallessen. De ver
ordening voor de normaalschool zegt wel, dat de leer
lingen der 3e en 4e klasse eens per week een uur
werkzaam moeten zijn, maar er wordt niet de hand
aan gehouden. En ook de examens zijn onpractisch.
Men behoeft geen practische opleiding gehad te heb
ben, als men maar door het examen komt. En zoo
is het geleurd, dat vóór 2 jaren de veldwachter van
Ouddorp met goed gevolg examen deed als onderwijzer.
Het examen voor hoofd is even onpractisch.
De regeling der jaarwedden. Een onderwijzer 400,
een onderwijzer met hoofdakte ƒ600 en een hoofd ƒ700.
Nu zijn er weinig onderwijzers die met vrouw en kin
deren vai 700 kunnen leven. Is er gebrek, dan krijgen
de onderwijzers van 18 en 20 jaren 600, en nog na
jaren blijft dit tractement hetzelfde.
Ook de splitsing der scholen in die van gegoeden
enz. is onrechtvaardig. Men moest zijne kinderen kunnen
zenden waar men wil.
De inrichting van het onderwijs is oorzaak van ver
deeldheid. Wel willen de liberalen dat Roomschen, Pro
testanten en Joden op dezelfde school onderwijs ontvan
gen, doch de zoon van den koetsier moet een andere
school be oeken dan die van dm b irgerneester.
En nu, feller dan ooit, staan de partijen tegenover
elkander. En die verdeeldheid neemt toe. In 1862
werden de openbare scholen bezocht door 323,000 en
de bijzondere scholen door 87,000 leerlingen. In 1885
waren deze getallen 440,000 en 166,000. In 1862
dus de openbare scholen 4 maal zooveel leerlingen als
de bijzondere; in 1885 slechts twee vijfde maar meer.
Zoolang Nederland niet inziet, dat de twee stroomingen
op het gebied van het onderwijs naast elkander kunnen
werkzaam zijn, mits beiden gelijkelijk beschermd en
ondersteund, zal de verdeeldheid voortduren.
Met de opwekking om voor de school met den Bijbel
te geven als voor allen recht te willen, besloot de
heer Wirtz zijn referaat.
De voorzitter dankte den referent voor zijn door
wrocht stuk, en geloofde dat de tegenstanders wel
overtuigd zullen zijn, dat de wet onrechtvaardig is.
De heer Van Noppen van Wissekerke verzocht
het woord, en achtte dat de inrichting van het onder
wijs getuigt van ondankbaarheid tegenover het voor
geslacht, dat groot is geworden door Gods woord.
Hij noemde die inrichting een verderf voor ons land,
de wet een vloek voor Zeeland. Hij hoopte dat overal
zou gebroken worden met de instelling van het open
baar lager onderwijs, waar God en Christus worden
verworpen.
De heer Derksen besprak nog nader het onpractische
van de inrichting van ons staatsonderwijs. Er zal een
tijd komen, dat de echte schoolmannen, zooals onder
anderen wijlen zijn patroon (de heer Van Lummel te
Utrecht) zullen verdwenen zijn. De onderwijzers deugen
niet, als zij niet in de school gevormd zijn. Spr. is
voor het kweekelingen-stelsel. Hij heeft kweekelingen
van 14, 15 en 16 jaar en hij vormt ze tot goede
onderwijzers. De scholen met den bijbel moeten kwee-
I kelingen, bezigen omdat de Unie geen geld genoeg
heeft om onderwijzers te betalen, maar ook de hulp
van kweekelingen is niet te versmaden.
De voorzitter voert nog aan dat de bezwaren niet
gelden de openbare scholen, of de openbare onderwijzers,
maar tegen de inrichting van het onderwijs zelf ge
richt zijn. Heeft de heer Wirtz de wet onpractisch,
onrechtvaardig en ondankbaar genoemd, spr. heeft be
hoefte om ze ook in den minst ongunstigen zin onwaar
te noemen. Waar reeds sedert 25 jaren die strijd is
gevoerd, moest nu toch gehoor gegeven worden aan
wat gezegd wordt. Spr. heeft steeds gewenscht, om
onpartijdig te blijven. Er zijn twee boomen, maar de
boom van de Staatsschool werd geplant in goede aarde,
in het Zuiden, waar zon en regen steeds vruchtbaar
heid gevenen de andere (de school met den bijbel)
in ongunstigen toestand. De kinderen worden gezon
den naar de openbare school omdat ze nog niet zoo
slecht is en omdat ze goedkooper is. De neutraliteit
is slechts een voorwendsel, want zij is onwaar. Als
men de openbare scholen met een kleur wilde aan
wijzen, dan zou men kunnen zeggen dat zij in Limburg
zwart, in Brabant monniksgrauw, in Friesland en Gro
ningen hoog rood-republikeinsch, in Zuid- en Noord-
Holland mode-kleurdat zij in de Veluwe en in de
Betuwe met de Dordtsche kleur en eindelijk in Zeeland
zoo wat groenachtig geteekend kan worden.
Oak in de Goesche Courant is onlangs de stelling
verkondigd dat de openbare school de eenheid be
vordert dit is onjuist, sedert de wet de openbare
school beschermt is de tweedracht grooter geworden.
Spr. moet herhalen de inrichting van het onderwijs
is ook onwaar.
De heer Van Noppen herinnert dat er wel eens
gesproken wordt van Gideonsbende. Hij hoopt dat de
leden der »Unie" eene Gideonsbende mogen zijn en
worden, die gansch Nederland verlost van de slavernij
der openbare school.
De heer Boon van Nieuwdorp wil nog opmerken,
dat de inrichting van ons lager onderwijs ook daarom
onpraktisch is, dewijl de opleiding tot onderwijzer zoo
gemakkelijk gemaakt wordt. Rijp en groen heeft zich
aangemeld voor de onderwijzersloopbaan, en zonder
dat de kweekelingen praktisch geoefend worden, komen
zij als onderwijskracht in de school.
De heer Wirtz beantwoordt nog kort enkel gemaakte
opmerkingen. Hij is het eens met den heer Van Nop
pen, dat er verandeiing behoort te komen, en dat de
school de kweekplaats moet zijn voor het godsdienstig
leven. Het gevoelen van den heer Derksen, om de
kweekelingen geheel als onderwijskracht te bezigen,
kan hij echter niet volkomen deelen.
Na nog eene korte toelichting werd de vergadering
geschorst. Vervolg in het bijblad.)
In deze gemeente zijn heden de eerste nieuwe
aardappelen gerooid.
Ierseke. Gisternamiddag is hier een houten schuurtje
afgebrand en aan een belendend bouten huis eenige
schade toegebracht. De nieuwe brandspuit was de
vlammen spoedig meester. De brand, die in 't begin
een leelijk aanzien had, is waarschijnlijk veroorzaakt
door een knaapje, dat met lucifers speelde.
In het zuid-oosten van Utrecht en het daaraan
grenzend gedeelte van Gelderland heeft een zware
slagregen in enkele uren groote verwoestingen op de
roggevelden aangebracht. Zij is tegen den grond ge
slagen zeer vele H.A. moeten thans gemaaid worden,
om groen aan het vee te worden opgevoerd. (II. D.)
De voormalige predikant W. J. B. uit Arnhem,
die verdacht wordt te Arnhem bij eenen vriend, wien
hij een bezoek bracht, een gouden horloge, ketting en
medaillon ontvreemd te hebben, is Zaterdag te Almeloo
aangehouden, in verzekerde bewaring genomen en naar
Arnhem overgebracht.
Het openingsfeest van het Kurhaus te Scheve-
ningen zal den 18n Juni e. k. gehouden worden.
In het voormalige Delftshaven wilde een schipper
de sluisknechts aan de Ruige-plaatsluis bij het open
draaien der deuren de behulpzame hand biedenhij
werd zoodanig door den slinger getroften, dat hij aan
de gevolgen reeds des middags overleed. De ongeluk
kige laat eene weduwe met acht kinderen na.
Het geschil tusschen de Scheveningsche visschers
en hunne reeders komt op het volgende nederDe
schuiten moeten schoongemaakt en opgetuigd worden
om ter haringvisscherij te gaan. De visschers beweren
dat de schrobnetvisscherij zeer slecht is geweest en
zij niet veertien dagen kunnen arbeiden zonder loon,
wat het geval is wanneer zij zouden moeten missen
de som van 100 welke per schuit voor het graaien
tot dusver werd betaald en waarvan zij na afloop van
van de vaart 33 aan de reeders teruggaven.
De reeders beschouwen dit graaigeld als een mis
bruik, vroeger ingeslopen wegens bestaande wanver
houdingen bij het aannemen van volk. De visschers
werken met de reeders in participathie, en ontvangen
'13 van de besomming. De reeders meenen dat het
geen zin heeft afzonderlijk loon te betalen voor werk
zaamheden, die in verband staan tot het uitoefenen
van een bedrijf voor gemeenschappelijke rekening.
De visschers waren op deze verandering voorbereid
en hadden haar ingewilligd. Thans hebben zij eene
algemeene werkstaking georganiseerd en willen haar
ook uitstrekken tot die schuiten, welke nog de schrob
netvisscherij uitoefenen, hoezeer dit niet lang meer
kan duren, daar de haringvisscherij voor de deur staat.
Naar men wil, zijn het vooral de Scheveningsche
vrouwen, die eene belangrijke rol in deze werkstaking
spelen.
Reeds Zaterdagavond werden ongunstige voortee
kenen bij het inslaan van brood opgemerkt en was
algemeen besloten geen brood meer te koopen bij eenen
bakker, die gewoonlijk leverde, omdat hij reeder is.
Er zijn detachementen cavalerie en grenadiers te
Scheveningen aangekomen om eventueel de orde en
rust te haudhaven, die echter tot nog toe niet verder
verstoord is.
De trein van den Ned. Rijnspoorweg, die Zondag
voormiddag omstreeks 11.20 van Den Haag te Utrecht
aankwam, ondervond nabij Vleuten eenige vertraging,