Rechtszaken.
Buitenfardsch Overzicht.
Gemengde Berichten.
Laatste en telegraphische berichten.
willen benadeelen door hun den invoer van Hol-
landsch fok- en mestvee te ontzeggen, is in mijn oog
zeer onwaarschijnlijk. Duitschland zou het misschien
buiten ons vee kunnen stellen, doch niet op de
tegenwoordige prijzen. Hetzelfde geldt voor België,
dat ook geen voldoenden eigen veestapel er op na
houdt en afhankelijk blijft van Duitsche, Fransche en
Hollaudsche ossen, kalveren en ook schapen. In het
tegenovergestelde geval zou België ophouden tot de
verboden landen te behooren.
De concurrentie van Deensche en Zweedsche hande
laars behoeft volgens de schrijver niet gevreesd te
worden, omdat te Islington de puike waar uit alle
landen voorhanden is. «Geen schapen, uitgenomen de
Engelsche", zegt de schrijver verder, zijn echter tegen
Hollandsche schapen opgewassen. De puikste koopers
kochten Hollandsche schapen en lammeren, en lieten
alle anderen links liggen. Dit was het geval met de
fijnste slagers te Islington, waar zij geslachte schapen
uit Holland week aan week gretig kochten, zelfs voor
de vorstelijke tafels.
«Ik herhaal, dat elk vrij hier aangevoerd Ilollandsch
schaap den Hollandschen boer één shilling meer in
den zak stoppen zou, elk dito kalf van twee tot drie
gulden per stuk. Hollandsche ossen zouden bij her
opening der Engelsche markten van ons vee, een
eervolle mededinging kunnen beginnen tegen de Zweed
sche en Deensche. En zonder twijfel zoude ons vee
de zegepraal behalen, want het is veel beter in qualileit".
»Wat kan Nederland verliezen Van Januari tot
Juni, het transiet van 8000, stel zelfs 10,000, Duitsche
schapen per week, die den betrokken spoorweg-onder
nemingen misschien vier stuivers per stuk aan vracht
opbrengen, wellicht niets eens zóóveel".
Voor het kantongerecht alhier werd heden o. a.
behandeld de zaak tegen den heer B. Quist, oud 44
jaar, manufacturier alhier, beklaagd van onbevoegde
uitoefening der geneeskunde, doordien hij kwalen door
vragen heeft onderzocht en daartegen geneesmiddelen
heeft verstrekt, terwijl volgens verklaring van den
waarnemenden geneeskundigen inspecteur in deze pro
vincie beklaagde geen bewijs van bevoegdheid bezit.
In deze zaak werden 7 getuigen gehoord, waarvan
6 van bekl. geneesmiddelen (kleine pillen en een
enkele maal eene vochtige zelfstandigheid) in fleschjes
hadden ontvangen ter eigen genezing van maagaan
doening of verkoudheid. Eéne getuige had de medi
camenten voor hare dochter afgehaald. De getuigen
kwamen vrijwel in hunne verklaringen overeen, daarop
nederkomende, dat zij zich bij bekl. vervoegden en
hunne ziekte beschreven, waarna hij hun uit een boek
voorlas, wat tegen die kwalen moest worden aan
gewend en hun daarna de bewuste middelen met eene
mondelinge gebruiksaanwijzing overhandigde. Meestal
waren getuigen eenigen tijd later nog eens terugge
komen en zij hadden dan een nieuwe dosis, soms ook
andere geneesmiddelen, gekregen. Belooningen of giften
had besch. niet aangenomen, slechts in éen geval toe
gestaan, dat 1 aan de kinderen werd gegeven. De
meeste getuigen verklaarden geen baat bij de midde
len van bekl. te hebben gevonden.
Beschuldigde verklaarde geene aan- of opmerkingen
te hebben op de door getuigen afgelegde verklaringen,
en verklaarde op een desbetreffende vraag, dat de
zieken, die bij hem komen, hem veelal onbekend zijn,
en hij ook niet altijd weet of ze reeds meer bij hem
zijn geweest, omdat hij een druk beklante winkel
heeft, zoodat hij alle vreemde gezichten niet kan ont
houden. Hij geeft de geneesmiddelen met het doel de
homoaeopathie te bevorderen, doch bezit geen radicaal
als geneeskundige. Hij heeft een boek en een doos
met middelen voor eigen gebruik en bezigt die ook
voor anderen, wanneer zij bij hem komen om hulp.
Op een herhaalde vraag van het O. M. erkent bekl.
dat hij aan de zieken, die bij hem komen, een enkele
vraag stelt, b. v. wat scheelt u of waar hebt ge pijn,
wanneer zij dit niet uit zichzelf mededeelen.
Het O. M. achtte de feiten voldoende bewezen en eischte
voor bekl., wegens onbevoegde uitoefening der genees
kunde, op grond van art. 436 van het nieuwe straf
wetboek, veroordeeling tot eene geldboete van f 10,
subs. 3 dagen gev.straf en in de kosten.
Als verdediger van beklaagde trad op mr. C Lucasse
uit Middelburg, die begon met erop te wijzen hoe
de aanwezigheid van het talrijk publiek wel bewees,
dat een niet alledaagsche zaak aan de orde was. Dit
was dan ook wel het geval, want het betrof een re-
pectabele persoonlijkheid terechtstaande voor eene
menschlievende daad. PI. hield zich dan ook overtuigd,
dat, wanneer er op staanden voet een jury uit de aan
wezigen moest worden gevormd om te beslissen, deze
zeer zeker het «niet-schuldig" zou uitspreken, tenzij
zich daaronder even ondankbare patiënten van bekl.
mochten bevinden als de getuigen, die, na eerst koste
loos door besch. te zijn behandeld, thans hier tegen
hem zijn komen getuigen.
Dan, de onkreukbare eerlijkheid en nauwgezetheid
van den Nederlandschen rechter mag geene rekening
houden met de uitspraak van het gemoed, maar heeft
alleen te onderzoeken en te beslissen of hier sprake
kan zijn van onbevoegde uitoefening der geneeskunde.
Dit nu ontkende pl. Sedert de invoering van het nieuwe
strafwetboek zijn er op dit gebied nog niet veel von
nissen gewezen en teneinde te beslissen, wat onder
onbevoegde uito fening van geneeskunde moet worden
verstaan, dient men dus nog voorloopig rekening te
houden met hetgeen daaromtrent wordt bepaald in de
wet van 1865, waarvan art. 1 spreekt van het ver-
leerien van genees-, heel- en verloskundige hulp als
bedrijf," terwijl tevens dient opgemerkt te worden,
dat art. 436 van het nieuwe strafwetboek eenigszins
milder is, waar het spreekt van «buiten noodzaak".
Allereerst is dus de vraagIs er geneeskunde uit
geoefend als bedrijf? Immers neen, wanneer, zooals
besch., men alleen hulp verleent als de raenschen bij
hem komen. Hij geeft zich niet uit voor geneeskundige.
Bovendien Is er bedrijfsuitoefening, wanneer men geene
belooning geniet De rechtbank te Groningen heeft
ind rtij 1 beslist, dat in dat geval niet van «uitoefening
van bedrijf' kan worden gesproken. Bekl. geeft een-
vou i g ten geschenke wat zijn eigendom is, put uit
een boek, geschreven door den heer Merckens, en ver
strekt geneesmiddelen, die men koopen kan in de
apotheek van den heer Schwab te Leipzig. Wanneer
er derhalve geneeskunde is uitgeoefend dan is dit
geschied door dhr. Ilanemann, den ontdekker der hom.
geneeswijze, dhr. Merckens en dhr. Schwab. Voorts
zal nog moeten bewezen wol den, dat de middelen
door bek), verstrekt geneeskracht bezitten. Da allo-
pathen ontkennen dit, maar dan is er ook geen ge
neeskunde uitgeoefend.
De tweede vraag isIs zij buiten noodzaak uit
geoefend Sommige patiënten kwamen bij bekl.,
nadat zij zonder baat de hulp van een geneesheer
hadden ingeroepen. «Is er", vraagt pl., «in zulk een
geval menschelijkerwijs gesproken geen noodzaak?"
Ten slotte gaf pl. als zijne meening te kennen, dat
het doel van de aanklacht niet is om dhr. Quist te
treffen, maar wel de homoieopathische geneeswijze,
die snel voortschrijdt, maar op haar pad te kampen
heeft tegen de vasthoudendheid der allopathische doc
toren.
Op grond, dat hier noch sprake kon zijn van uit
oefening als bedrijf, noch van uitoefening buiten nood
zaak, concludeerde spr. tot vrijspraak van zijn cliënt.
In zijn repliek verklaarde bet O. M. gaarne aante-
nemen, dat bekl. uitsluitend uit menschlievendheid
heeft gehandeld, maar dan ware het toch beter geweest
het middel, aan welks genezende kracht bekl. gelqoft,
in handen van een deskundige ten gebruike te geven.
Er zijn voorts verschillende beslissingen, dat uitoefe
ning der geneeskunde zonder betaling wel degelijk als
bedrijf wordt aangemerkt, waarom onlangs in 's-Hage
nog een tuinman is veroordeeld, omdat bij, zonder
betaling te ontvangen, trachtte de menschen te genezen
door de hand op het zieke lichaamsdeel te leggen.
Wat de quaestie van de geneeskracht der verstrekte
middelen betreft, deze is aanwezig of althans bekl.
gelooft erin. Is dit niet het geval, dan is hij niet
anders dan een kwakzalver. Van noodzaak is hiev geen
sprake. Dit kan gelden bij drenkelingen of bij beval
ling, maar wanneer, zooals b. v. de le getuige, de
zieke van 's-IIeer Arendskerke naar Goes komt loopen
om de hulp van bekl. te vragen, dan is de noodzaak
zeer zeker niet aanwezig. Het O. M. bleef daarom bij
zijn eisch persisteeren. Uitspraak heden over acht dagen.
Kantongerecht te Goes.
In de zitting van heden, Vrijdag 6 Mei 1887, zijn
de navolgende personen veroordeeld
G. R., te Ierseke, wegens openbare dronkenschap,
tot 1 boete subs. 1 dag h.C. K. en S. De L.,
te Ierseke, wegens alsvoren, ieder tot 3 dagen h.
C. S., te Hansweerd, wegens alsvoren, tot 0.50
boete subs. 1 dag h.H. P., te Rolendaal, we
gens het loopen langs den staatsspoorweg zonder dat
het hem uit den aard zijner betrekking vrijstaat, tot
3 boete subs. 1 dag h. S. v. E., te Kloetinge,
wegens het op den openbaren weg laten staan van
trekdieren, zonder de noodige voorzorgsmaatregelen
tegen het aanrichten van schade te hebben genomen,
tot 3 boete subs. 1 dag h, J. F. De N., te
Stoppeldijk, P. J., N. De L. en M. F., te Santvliet,
wegens het bevisschen der Schelde zonder consent,
ieder tot 10 boete subs. 3 dagen h.J. P., te
Zieriksee, wegens het als bevelvoerder zijn schip niet
doen stoppen voor een over een rijkskanaal gelegen
brug, terwijl des daags eene roode vlag op die brug
geplaatst is, tot 10 boete subs. 3 dagen li.
Allen tevens in de kosten.
Ontslagen van rechtsvervolging werden: J. A., te
Kloetinge, A. v. H., D. v. H. en J. v. H., te Goes,
beklaagd van het rapen van mosselen en kreukels.
Bij den Raad van State, afieeling voor 'de ge
schillen van bestuur, is ingekomen een Kon. besluit
in zake het beroep van den Gemeenteraad van IJzen-
dijke, tegen een resolutie van Gedep. Staten van Zee
land tot vaststelling van de rekening dier gemeente
over 1885.
Met handhaving van het besluit is het beroep on
gegrond verklaard.
In de vorige week is voor den rechter-eommis-
saris bij de arrond.-rechtbank te Maastricht opnieuw
verhoord de heer W. H. V., pastoor te Schin-op-Geul,
g?dagvaard als hoofdbeklaagde in de berucht geworden
Allié-zaak. Naar men verneemt, zal er zeer waar
schijnlijk rechtsingang tegen dezen geestelijke verleend
worden.
De ministriëele crisis in Servië heeft een zeer zon
derling verloop. Men tracht namelijk bij deze gelegen
heid de oppositie, dat is de Russische partij, op den voor
grond te doen treden om zoodoende den invloed van
Oostenrijk te verminderen en aan het hoofd van die
oppositie staat niemand minder dan de Koningin. Deze
wenscht zelfs naar Rusland te vertrekken en zij wil
haar oudsten zoon, den troonopvolger medenemen, maar
haar gemaal Koning Milan en zijn ministers weigeren
tot het laatste hun toestemming uit vrees, dat de Prins
wel eens een «gast voor altijd" voor Rusland zou
kunnen worden.
De Fransche regeering heeft de uitgaven op de voor
gestelde begrooling alsnog met 13% millioen francs
verminderd. Men vreest echter, dat de begrootings
commissie met deze betrekkelijk geringe wijziging niet
tevreden zal zijn.
Het Engelsche Lagerhuis heeft eindelijk eene af
wijzende beslissing genomen omtrent het voorstel van
den heer Lewis om den uitgever van de Times voor
het Huis te dagen, omdat het blad beweerd heeft,
dat de afgevaardigde Dillon en andere lersche parle
mentsleden met «den moordenaar-dynamiet-man"
Sheridan in betrekking staan. Het debat hierover heeft
ruim drie dagen geduurd en nu zijn de diseussiën aan
gevangen over dezelfde aangelegenheid, naar aanleiding
van een voorstel der regeering om de zaak te brengen
voor den rechter.
Op Zaterdag 7 Mei herdenkt J. T. Van der
Hoist zijn 25jarig bodeschap bij de diaconie der Ned.
Herv. gemeente alhier. Nederig is zeker deze betrekking
te achten, maar ook in het weinige kan men getrouw
zijn en dit is volkomen van toepassing op dezen nede-
rigon jubilaris.
Het bericht aangaande de ontdekking van onder-
aardsche gangen van het Prinsenhof naar verschillende
punten in de stad Delft blijkt een verzinsel te zijn.
De ter plaatste met de grootste nauwkeurigheid en
in verschillende richtingen gedane onderzoekingen heb
ben niet alleen het onwaarschijnlijke maar het onmoge
lijke van het bestaan van onderaardsche gangen vol
doende aangetoond. (D. Lf.)
Dinsdag herdacht eene dienstbode te. Tilburg
den dag waarop zij voor 50 jaren in dienst trad bij
de familie P. Dat deze do trouwe diensten,, van de
jubiUresse op hoogen prijs strlt, bleek uit de rijke
geschenken waarmede zij haar vereerde.
Hit café van den heer Penning «De Leeuw van
Waterloo" op het Waterlooplein te Amsterdam is als
iuïne weder geopend. De vensters zijn echter nog met
planken dichtgespijkerd, zoodat er voortdurend gas
moet branden de spiegel vertoont nog slechts enkele
glasscherven, het behangsel hangt in flarden aan de
muren en op de biljart is een tropee gebouwd vau
keisteenen en alle andere projectielen in het café na
de bestorming gevonden, welke tropee gedekt wordt
door allerlei wapens als talhouten, pooten van stoelen
en door tal van andere daar vernielde voorwerpen.
Van het vernielde café zullen photographische af
beeldingen in den handel worden gebracht onder het
motto: «De praktijk onzer Grondwet." (VcuL)
Volgens het Kbl. v. d. B. komen onder het
boelgoed van zekere dame te ADjum bij Dockum voor
400 Bijbels en Kerkboeken 'diverse Staten-Bijbels en
bovendien 30 Rouw-Bijbels en Testamenten 1
Het nieuwe Centraalstation te Amsterdam, waar
van de ijzeren overkapping aan het verzakken is, heeft,
volgens den Opmerker, aan het Rijk reeds twee-en-
half millioen gullen gekost.
Een vrouw in Den Haag, die een gouden horloge
met gouden ketting ontvreemdde, verborg deze voor
werpen in haar tournure.
- Onder de groote aantrekkelijkheden op de voedings-
tentoonstelling te Amsterdam zal behooren eene geheel
gemeubelde eetzaal in stijl. Voor de gedekte tafel le
veren de beste Nederlandsche huizen het porselein,
glas, zilver, tafelgoed enz. De meeste dezer voorwerpen
worden opzettelijk voor deze inzending vervaardigd.
Er komt ook eene modelkeuken. Het is nog niet zeker
of wat daarin behoort door eene firma zal worden
tentoongesteld, dan wel eene collectieve inzending wordt.
Te Cadzand is bij een landbouwer een kuiken
tegelijk met 11 andere, uitgebroeid met 3 pooten;
de overcomplete poot zit waar de staart moet zijn
het diertje heeft twee dagen geleefd en na zijn dood
is het opgezet. Een der gewone pooten heeft slechts
twee teenen, terwijl aan de overcomplete poot 5 teenen
zittenoverigens is het diertje goed gevormd.
Een ontslagen koetsier van de rijtuigmaatschappij
te Darijs posteerde zich in een oude livrei-jas van de
maatschappij nabij een der groote rijtuigstations en op
het oog-nblik, dat een der koetsiers zich even verwij
derde, klom hij op den bok en reed met diens rijtuig
weg. Had hij genoeg verdiend, dan ging hij naar een
ander station en liet er paard en rijtuig achter. Wat
echter het mooist of liever het leelijkst van alles was,
onze slimme koetsier was een volleerd zakkenroller.
Vrijdagnacht werd hij op heeterdaad betrapt en zal
zich over heel wat misdrijven te verantwoorden hebben.
Volgens den Parijschen correspondent van the
Times heeft de Parijsche artist Carmon op zijn naar
den Salon ingezonden schilderij «een bladzijde van
Herodotus overgebracht".
Staaltjes van realisme schijnen de volgende doeken
in den Parijschen Salon te zijn«een college in de
anatomie van dr. Charcot" door Brouillet«voor de
operatie" door Gervex«intérieur van een beeldhou
wer" door Dantan.
Dat het romantische zeer goed met het nihi
lisme kan samengaan, bewijst het volgende geval, dat
te Moskau is voorgekomen. De beschuldigde was een
medisch student, die op heeterdaad was betrapt, juist
toen hij bezig was ontploffingsmiddelen in een huis
te verbergen. De dochter van den eigenaar moest als
getuige tegen hem verschijnen en op haar bekentenis
werd hij tot twintig jaar dwangarbeid in de mijnen
van Siberië veroordeeld. Dadelijk na afloop der ver
oordeeling verkocht de jonge dame de familiejuweelen,
kocht da zes Kozakken, die den veroordeelde bewaak
ten om en niet alleen hielp zij hem in de vlucht,
maar zij vergezelde hem naar Zwitserland, met het
vrome plan in een klooster te gaan, om boete te
doen. Onderweg veranderde zij echter van plan en zij
besloten maar liever te trouwen, waartoe zij dan ook
de vorige week zijn overgegaan.
Het geheele westelijk deel van Londen werd
Maandag door een vreeselijke ontploffing in opschud
ding gebracht. De tusschen Hounslow en Twickenham
gelegen kruitmolen van Curtis Harvey was in de
lucht gesprongen. Ofschoon brokken steen en zware
stukken ijzer honderden voeten ver weggeslingerd wer
den, kwam slechts éen werkman om 't leven, van de
honderden werklieden die op dat oogenblik in en nabij
de werkplaatsen waren. Volgens het redmiddel in der
gelijke gevallen voorgeschreven, waren zij onmiddellijk
van het werk geloopen en in de langs de fabriek
stroomende rivier Colne gesprongen.
Binnen een rayon van 2 Eng. mijlen zijn alle ven
sterruiten gebroken. Dit is de vijfde ontploffing die
sedert 1850 in dezelfde fabriek voorviel. De oorzaak
is onbekend.
De heer Schnaebele zal als commissaris van
politie van Pagny naar elders verplaatst worden. Hij
zal daar echter niet lang behoeven te blijven, want
in October van dit jaar heeft hij de dienstjaren vol
bracht om aanspraak op pensioen te doen geiden.
Zeer ernstige ongeregeldheden zijn er teMostar
uitgebroken, tengevolge van twisten tusschen katho
lieken en Grieksch-orthodoxen ter gelegenheid van het
Paaschfeest. Een 40tal personen zijn daarbij gewond
en één katholiek gedood.
Wolfertsdijk. Gistermorgen te 9 uren hield de ge
meenteraad eene openb. vergadering, welke door al de
leden werd bijgewoond. Zooals vroeger reeds vei meld is,
werd in de voiige vergadering met 4 tegen 3 stemmen
besloten, om een secretaris te benoemen zonder aanbe
veling van B. en W. De voorzitter weigerde toen om
tot die benoeming over te gaan, als zijnde in strijd
met art. 95 der gemeentewet en maakte gebruik van
de bevoegdheid, hem in art. 70 dier wet verleend,
om dit besluit aan den Koning ter vernietiging voor
te dragen. Uit de ingekomen stukken werd nu een
schrijven voorgelezen van den Min. van Binneul. Zaken
en van Ged. Staten, welke eersle zich vereenigde met het
gevoelen van Ged. Staten dat de burgemeester van
Wolfertsdijk beter had gedaan, die benoeming toen te
laten geschieden, welke alsdan, als geheel in strijd
rnet de wet, door den Minister aan den Koning ter
vernietiging zou zijn voorgedragen; doch, daar de
benojmiug niet was geschied, verzochten zij nu den
raad dit besluit in te trekken.
Naar aanleiding van bovengemelde missives, stelde
de voorzitter voor, om aau dien gegeven raad gevolg
te geven en het besluit in te trekken. De heer Philipse
was van een adder gevoelen, en zou in plaats van
het besluit in te trekken, liever tot benoeming over
gaan. De heer Jacobs gaf te kernen, dat hij niet wist
wat er ingetrokken moest worden, want dat er niets
gedaan was. Het voorstel werd nu in omvraag gebracht.
De heer Jacobs bleef buiten stemming, van de andere
leden stemden 3 voor en 3 tegen, zoodat de stemmen
staakten en in een volgende vergadering hierover nader
zal beslist worden.
Ook was in de vorige vergadering besloten om art.
15 van het reglement van orde aan te vullen, zoodanig
dat de tijdelijke secretaris in die functie een eed moest
afleggen. Volgens een vooi gelezen schrijven van Ged.
Staten was deze aanvulling overbodig, aangezien de
tijdelijke secretaris toch den gewonen eed moest af
leggen, zooals art. 100 der gemeentewet voorschrijft.
De voorzitter wilde nu tot het beëedigen van den tij-
delijken secretaris overgaan, doch de heer Verschuure
kwam met een geheel ander, geschreven, voorstel voor
den dag, en waarin hij den raad voorstelde, op grond
van art. 126 en 127, wijl B. en W. geen aanbeveling
deden, zich tot den Commissaris des Konings te wen
den, met het verzoek, dat deze in de plaats van B. en
W. de aanbeveling zou doen. De heer De Jager merkte
op, dat er door B. en W. in dezen wel degelijk ge
werkt wordt. De heer Philipse was het met den heer
Verschuure eens en zeide, dat als B. en W. zoo zachtjes
blijven werken, zij misschien wel twee jaar kunnen
wachten, eer de aanbeveling voor den dag komt. De
heer Da Kater antwoordde hierop, dat art. 126 en 127
z. i. hier niet van toepassing zijn, maar wel ait. 95.
Dit toch bepaalt geen tijd. Bij de benoeming van een
lid van den raad of wethouder enz. wordt overal tijd
bepaald, doch niet bij de benoeming van een secretaris.
De wetgever heeft begrepen dat voor eene zaak als
deze soms veel tijd noodig is. Alle mogelijke irifor-
matiën moeten worden ingewonnen dit kan geschieden
door inlichtingen te vragen, doch ook door persoonlijk
betrokkenen te toetsen (zooals bijv. den tijd. waarne
mer). Men kan op getuigschriften niet altijd aan
zonder namen te noemen is er een onder de sollici
tanten, die de beste getuigschriften heeft overgelegd,
en bij onderzoek gebleken is een nul te zijn. Het werk
van den secretaris gaat voornamelijk B. en "VV. aan,
en zeer weinig den raad. Nu gaan de zaken goed, de
gemeente lijdt geen schade. De raad tn het dagelijkseh
bestuur zijn 't hier niet eens en nu kan de raad, om
het dag. bestuur tegen te werken, wel een secretaris
benoemen, die nauwelijks lezen of schrijven kan en
naar spr. gedachten zou daaraan niets te doen zijn.
Het is om deze reden dat er wel degelijk een aanbe
veling van B. en W. verlangd wordt, zij moeten er aan
mede werken. Hij stemt echter toe, dat er in de laatste
maand weinig is gedaan, omdat in de vorige verga
dering besloten is, om te benoemen zonder aanbeve
ling kon dit geschieden dan was hun werk geheel
overbodig.
De heer Philipse antwoordde hierop dat de raad
het juist oneins is met B. en W. en waarom Omdat
de leden van den raad behandeld worden als nullen,
en de stukken voor hun «achter baks" worden ge
houden.
De voorzitter zeide dat men afgedwaald is van
het punt van behandeling, en stelde nu voor, naar
aanleiding van het schrijven van Ged. Staten, art. 15
van het reglement van orde weer te wijzigen en te
lezen als vroeger en dan den gewonen eed van den
tijdelijken secretaris te vorderen. De heer Philipse
zeide, dat hij wel iemand wil beëedigd zien die door
den raad is benoemd, maar niet iemand die door B.
en W. is aangesteld. Het voorstel werd nu in om
vraag gebracht en met 4 tegen 3 stemmen verworpen.
Nu werd het geschreven voorstel van dhr. Verschuure
om zich tot den Commissaris des Konings te wenden,
opdat deze de aanbeveling zou doen, in omvraag ge
bracht, en met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. Voor
stemden de heeren Philipse, Jacobs, Verschuure en Van
Damme.
Tot leden van het stembureau bij de a. s. verkie
zingen werden gekozen de heeren Philipse en Jacobs.
Nu bracht de voorzitter een verzoek van de dorps-
vereeniging landb. en veeteelt alhier, in het midden,
om op Pinkstermaandag de schooi te mogen ge
bruiken tot het bijeenroepen van alle inwoners der
gemeente, om te trachten in het belang van den
werkenden stand een ziekenfonds voor allen en een
ondersteuningfonds voor bejaarden opterichten, welke
volgens gedane informatiën op enkele gemeenten in
ons vaderland zijn opgericht en zeer gunstig werken.
De voorzitter meende met het oog op het algemeen
belang dat daar wel niemand tegen zou zijn, doch
dhr. Jacobs zeide, dat de vereeniging gewoon was in
de herberg te vergaderen, en dat men dit weer maar
moest doen. Bij stemming werd het verzoek met 4
stemmen toegestaan. Tegen stemden dhrn. Philipse,
Jacobs en Verschuure. (Nota bene alle 3 leden van