Rechtszaken. Buitenfardsch Overzicht. Gemengde Berichten. Laatste en telegraphische berichten. willen benadeelen door hun den invoer van Hol- landsch fok- en mestvee te ontzeggen, is in mijn oog zeer onwaarschijnlijk. Duitschland zou het misschien buiten ons vee kunnen stellen, doch niet op de tegenwoordige prijzen. Hetzelfde geldt voor België, dat ook geen voldoenden eigen veestapel er op na houdt en afhankelijk blijft van Duitsche, Fransche en Hollaudsche ossen, kalveren en ook schapen. In het tegenovergestelde geval zou België ophouden tot de verboden landen te behooren. De concurrentie van Deensche en Zweedsche hande laars behoeft volgens de schrijver niet gevreesd te worden, omdat te Islington de puike waar uit alle landen voorhanden is. «Geen schapen, uitgenomen de Engelsche", zegt de schrijver verder, zijn echter tegen Hollandsche schapen opgewassen. De puikste koopers kochten Hollandsche schapen en lammeren, en lieten alle anderen links liggen. Dit was het geval met de fijnste slagers te Islington, waar zij geslachte schapen uit Holland week aan week gretig kochten, zelfs voor de vorstelijke tafels. «Ik herhaal, dat elk vrij hier aangevoerd Ilollandsch schaap den Hollandschen boer één shilling meer in den zak stoppen zou, elk dito kalf van twee tot drie gulden per stuk. Hollandsche ossen zouden bij her opening der Engelsche markten van ons vee, een eervolle mededinging kunnen beginnen tegen de Zweed sche en Deensche. En zonder twijfel zoude ons vee de zegepraal behalen, want het is veel beter in qualileit". »Wat kan Nederland verliezen Van Januari tot Juni, het transiet van 8000, stel zelfs 10,000, Duitsche schapen per week, die den betrokken spoorweg-onder nemingen misschien vier stuivers per stuk aan vracht opbrengen, wellicht niets eens zóóveel". Voor het kantongerecht alhier werd heden o. a. behandeld de zaak tegen den heer B. Quist, oud 44 jaar, manufacturier alhier, beklaagd van onbevoegde uitoefening der geneeskunde, doordien hij kwalen door vragen heeft onderzocht en daartegen geneesmiddelen heeft verstrekt, terwijl volgens verklaring van den waarnemenden geneeskundigen inspecteur in deze pro vincie beklaagde geen bewijs van bevoegdheid bezit. In deze zaak werden 7 getuigen gehoord, waarvan 6 van bekl. geneesmiddelen (kleine pillen en een enkele maal eene vochtige zelfstandigheid) in fleschjes hadden ontvangen ter eigen genezing van maagaan doening of verkoudheid. Eéne getuige had de medi camenten voor hare dochter afgehaald. De getuigen kwamen vrijwel in hunne verklaringen overeen, daarop nederkomende, dat zij zich bij bekl. vervoegden en hunne ziekte beschreven, waarna hij hun uit een boek voorlas, wat tegen die kwalen moest worden aan gewend en hun daarna de bewuste middelen met eene mondelinge gebruiksaanwijzing overhandigde. Meestal waren getuigen eenigen tijd later nog eens terugge komen en zij hadden dan een nieuwe dosis, soms ook andere geneesmiddelen, gekregen. Belooningen of giften had besch. niet aangenomen, slechts in éen geval toe gestaan, dat 1 aan de kinderen werd gegeven. De meeste getuigen verklaarden geen baat bij de midde len van bekl. te hebben gevonden. Beschuldigde verklaarde geene aan- of opmerkingen te hebben op de door getuigen afgelegde verklaringen, en verklaarde op een desbetreffende vraag, dat de zieken, die bij hem komen, hem veelal onbekend zijn, en hij ook niet altijd weet of ze reeds meer bij hem zijn geweest, omdat hij een druk beklante winkel heeft, zoodat hij alle vreemde gezichten niet kan ont houden. Hij geeft de geneesmiddelen met het doel de homoaeopathie te bevorderen, doch bezit geen radicaal als geneeskundige. Hij heeft een boek en een doos met middelen voor eigen gebruik en bezigt die ook voor anderen, wanneer zij bij hem komen om hulp. Op een herhaalde vraag van het O. M. erkent bekl. dat hij aan de zieken, die bij hem komen, een enkele vraag stelt, b. v. wat scheelt u of waar hebt ge pijn, wanneer zij dit niet uit zichzelf mededeelen. Het O. M. achtte de feiten voldoende bewezen en eischte voor bekl., wegens onbevoegde uitoefening der genees kunde, op grond van art. 436 van het nieuwe straf wetboek, veroordeeling tot eene geldboete van f 10, subs. 3 dagen gev.straf en in de kosten. Als verdediger van beklaagde trad op mr. C Lucasse uit Middelburg, die begon met erop te wijzen hoe de aanwezigheid van het talrijk publiek wel bewees, dat een niet alledaagsche zaak aan de orde was. Dit was dan ook wel het geval, want het betrof een re- pectabele persoonlijkheid terechtstaande voor eene menschlievende daad. PI. hield zich dan ook overtuigd, dat, wanneer er op staanden voet een jury uit de aan wezigen moest worden gevormd om te beslissen, deze zeer zeker het «niet-schuldig" zou uitspreken, tenzij zich daaronder even ondankbare patiënten van bekl. mochten bevinden als de getuigen, die, na eerst koste loos door besch. te zijn behandeld, thans hier tegen hem zijn komen getuigen. Dan, de onkreukbare eerlijkheid en nauwgezetheid van den Nederlandschen rechter mag geene rekening houden met de uitspraak van het gemoed, maar heeft alleen te onderzoeken en te beslissen of hier sprake kan zijn van onbevoegde uitoefening der geneeskunde. Dit nu ontkende pl. Sedert de invoering van het nieuwe strafwetboek zijn er op dit gebied nog niet veel von nissen gewezen en teneinde te beslissen, wat onder onbevoegde uito fening van geneeskunde moet worden verstaan, dient men dus nog voorloopig rekening te houden met hetgeen daaromtrent wordt bepaald in de wet van 1865, waarvan art. 1 spreekt van het ver- leerien van genees-, heel- en verloskundige hulp als bedrijf," terwijl tevens dient opgemerkt te worden, dat art. 436 van het nieuwe strafwetboek eenigszins milder is, waar het spreekt van «buiten noodzaak". Allereerst is dus de vraagIs er geneeskunde uit geoefend als bedrijf? Immers neen, wanneer, zooals besch., men alleen hulp verleent als de raenschen bij hem komen. Hij geeft zich niet uit voor geneeskundige. Bovendien Is er bedrijfsuitoefening, wanneer men geene belooning geniet De rechtbank te Groningen heeft ind rtij 1 beslist, dat in dat geval niet van «uitoefening van bedrijf' kan worden gesproken. Bekl. geeft een- vou i g ten geschenke wat zijn eigendom is, put uit een boek, geschreven door den heer Merckens, en ver strekt geneesmiddelen, die men koopen kan in de apotheek van den heer Schwab te Leipzig. Wanneer er derhalve geneeskunde is uitgeoefend dan is dit geschied door dhr. Ilanemann, den ontdekker der hom. geneeswijze, dhr. Merckens en dhr. Schwab. Voorts zal nog moeten bewezen wol den, dat de middelen door bek), verstrekt geneeskracht bezitten. Da allo- pathen ontkennen dit, maar dan is er ook geen ge neeskunde uitgeoefend. De tweede vraag isIs zij buiten noodzaak uit geoefend Sommige patiënten kwamen bij bekl., nadat zij zonder baat de hulp van een geneesheer hadden ingeroepen. «Is er", vraagt pl., «in zulk een geval menschelijkerwijs gesproken geen noodzaak?" Ten slotte gaf pl. als zijne meening te kennen, dat het doel van de aanklacht niet is om dhr. Quist te treffen, maar wel de homoieopathische geneeswijze, die snel voortschrijdt, maar op haar pad te kampen heeft tegen de vasthoudendheid der allopathische doc toren. Op grond, dat hier noch sprake kon zijn van uit oefening als bedrijf, noch van uitoefening buiten nood zaak, concludeerde spr. tot vrijspraak van zijn cliënt. In zijn repliek verklaarde bet O. M. gaarne aante- nemen, dat bekl. uitsluitend uit menschlievendheid heeft gehandeld, maar dan ware het toch beter geweest het middel, aan welks genezende kracht bekl. gelqoft, in handen van een deskundige ten gebruike te geven. Er zijn voorts verschillende beslissingen, dat uitoefe ning der geneeskunde zonder betaling wel degelijk als bedrijf wordt aangemerkt, waarom onlangs in 's-Hage nog een tuinman is veroordeeld, omdat bij, zonder betaling te ontvangen, trachtte de menschen te genezen door de hand op het zieke lichaamsdeel te leggen. Wat de quaestie van de geneeskracht der verstrekte middelen betreft, deze is aanwezig of althans bekl. gelooft erin. Is dit niet het geval, dan is hij niet anders dan een kwakzalver. Van noodzaak is hiev geen sprake. Dit kan gelden bij drenkelingen of bij beval ling, maar wanneer, zooals b. v. de le getuige, de zieke van 's-IIeer Arendskerke naar Goes komt loopen om de hulp van bekl. te vragen, dan is de noodzaak zeer zeker niet aanwezig. Het O. M. bleef daarom bij zijn eisch persisteeren. Uitspraak heden over acht dagen. Kantongerecht te Goes. In de zitting van heden, Vrijdag 6 Mei 1887, zijn de navolgende personen veroordeeld G. R., te Ierseke, wegens openbare dronkenschap, tot 1 boete subs. 1 dag h.C. K. en S. De L., te Ierseke, wegens alsvoren, ieder tot 3 dagen h. C. S., te Hansweerd, wegens alsvoren, tot 0.50 boete subs. 1 dag h.H. P., te Rolendaal, we gens het loopen langs den staatsspoorweg zonder dat het hem uit den aard zijner betrekking vrijstaat, tot 3 boete subs. 1 dag h. S. v. E., te Kloetinge, wegens het op den openbaren weg laten staan van trekdieren, zonder de noodige voorzorgsmaatregelen tegen het aanrichten van schade te hebben genomen, tot 3 boete subs. 1 dag h, J. F. De N., te Stoppeldijk, P. J., N. De L. en M. F., te Santvliet, wegens het bevisschen der Schelde zonder consent, ieder tot 10 boete subs. 3 dagen h.J. P., te Zieriksee, wegens het als bevelvoerder zijn schip niet doen stoppen voor een over een rijkskanaal gelegen brug, terwijl des daags eene roode vlag op die brug geplaatst is, tot 10 boete subs. 3 dagen li. Allen tevens in de kosten. Ontslagen van rechtsvervolging werden: J. A., te Kloetinge, A. v. H., D. v. H. en J. v. H., te Goes, beklaagd van het rapen van mosselen en kreukels. Bij den Raad van State, afieeling voor 'de ge schillen van bestuur, is ingekomen een Kon. besluit in zake het beroep van den Gemeenteraad van IJzen- dijke, tegen een resolutie van Gedep. Staten van Zee land tot vaststelling van de rekening dier gemeente over 1885. Met handhaving van het besluit is het beroep on gegrond verklaard. In de vorige week is voor den rechter-eommis- saris bij de arrond.-rechtbank te Maastricht opnieuw verhoord de heer W. H. V., pastoor te Schin-op-Geul, g?dagvaard als hoofdbeklaagde in de berucht geworden Allié-zaak. Naar men verneemt, zal er zeer waar schijnlijk rechtsingang tegen dezen geestelijke verleend worden. De ministriëele crisis in Servië heeft een zeer zon derling verloop. Men tracht namelijk bij deze gelegen heid de oppositie, dat is de Russische partij, op den voor grond te doen treden om zoodoende den invloed van Oostenrijk te verminderen en aan het hoofd van die oppositie staat niemand minder dan de Koningin. Deze wenscht zelfs naar Rusland te vertrekken en zij wil haar oudsten zoon, den troonopvolger medenemen, maar haar gemaal Koning Milan en zijn ministers weigeren tot het laatste hun toestemming uit vrees, dat de Prins wel eens een «gast voor altijd" voor Rusland zou kunnen worden. De Fransche regeering heeft de uitgaven op de voor gestelde begrooling alsnog met 13% millioen francs verminderd. Men vreest echter, dat de begrootings commissie met deze betrekkelijk geringe wijziging niet tevreden zal zijn. Het Engelsche Lagerhuis heeft eindelijk eene af wijzende beslissing genomen omtrent het voorstel van den heer Lewis om den uitgever van de Times voor het Huis te dagen, omdat het blad beweerd heeft, dat de afgevaardigde Dillon en andere lersche parle mentsleden met «den moordenaar-dynamiet-man" Sheridan in betrekking staan. Het debat hierover heeft ruim drie dagen geduurd en nu zijn de diseussiën aan gevangen over dezelfde aangelegenheid, naar aanleiding van een voorstel der regeering om de zaak te brengen voor den rechter. Op Zaterdag 7 Mei herdenkt J. T. Van der Hoist zijn 25jarig bodeschap bij de diaconie der Ned. Herv. gemeente alhier. Nederig is zeker deze betrekking te achten, maar ook in het weinige kan men getrouw zijn en dit is volkomen van toepassing op dezen nede- rigon jubilaris. Het bericht aangaande de ontdekking van onder- aardsche gangen van het Prinsenhof naar verschillende punten in de stad Delft blijkt een verzinsel te zijn. De ter plaatste met de grootste nauwkeurigheid en in verschillende richtingen gedane onderzoekingen heb ben niet alleen het onwaarschijnlijke maar het onmoge lijke van het bestaan van onderaardsche gangen vol doende aangetoond. (D. Lf.) Dinsdag herdacht eene dienstbode te. Tilburg den dag waarop zij voor 50 jaren in dienst trad bij de familie P. Dat deze do trouwe diensten,, van de jubiUresse op hoogen prijs strlt, bleek uit de rijke geschenken waarmede zij haar vereerde. Hit café van den heer Penning «De Leeuw van Waterloo" op het Waterlooplein te Amsterdam is als iuïne weder geopend. De vensters zijn echter nog met planken dichtgespijkerd, zoodat er voortdurend gas moet branden de spiegel vertoont nog slechts enkele glasscherven, het behangsel hangt in flarden aan de muren en op de biljart is een tropee gebouwd vau keisteenen en alle andere projectielen in het café na de bestorming gevonden, welke tropee gedekt wordt door allerlei wapens als talhouten, pooten van stoelen en door tal van andere daar vernielde voorwerpen. Van het vernielde café zullen photographische af beeldingen in den handel worden gebracht onder het motto: «De praktijk onzer Grondwet." (VcuL) Volgens het Kbl. v. d. B. komen onder het boelgoed van zekere dame te ADjum bij Dockum voor 400 Bijbels en Kerkboeken 'diverse Staten-Bijbels en bovendien 30 Rouw-Bijbels en Testamenten 1 Het nieuwe Centraalstation te Amsterdam, waar van de ijzeren overkapping aan het verzakken is, heeft, volgens den Opmerker, aan het Rijk reeds twee-en- half millioen gullen gekost. Een vrouw in Den Haag, die een gouden horloge met gouden ketting ontvreemdde, verborg deze voor werpen in haar tournure. - Onder de groote aantrekkelijkheden op de voedings- tentoonstelling te Amsterdam zal behooren eene geheel gemeubelde eetzaal in stijl. Voor de gedekte tafel le veren de beste Nederlandsche huizen het porselein, glas, zilver, tafelgoed enz. De meeste dezer voorwerpen worden opzettelijk voor deze inzending vervaardigd. Er komt ook eene modelkeuken. Het is nog niet zeker of wat daarin behoort door eene firma zal worden tentoongesteld, dan wel eene collectieve inzending wordt. Te Cadzand is bij een landbouwer een kuiken tegelijk met 11 andere, uitgebroeid met 3 pooten; de overcomplete poot zit waar de staart moet zijn het diertje heeft twee dagen geleefd en na zijn dood is het opgezet. Een der gewone pooten heeft slechts twee teenen, terwijl aan de overcomplete poot 5 teenen zittenoverigens is het diertje goed gevormd. Een ontslagen koetsier van de rijtuigmaatschappij te Darijs posteerde zich in een oude livrei-jas van de maatschappij nabij een der groote rijtuigstations en op het oog-nblik, dat een der koetsiers zich even verwij derde, klom hij op den bok en reed met diens rijtuig weg. Had hij genoeg verdiend, dan ging hij naar een ander station en liet er paard en rijtuig achter. Wat echter het mooist of liever het leelijkst van alles was, onze slimme koetsier was een volleerd zakkenroller. Vrijdagnacht werd hij op heeterdaad betrapt en zal zich over heel wat misdrijven te verantwoorden hebben. Volgens den Parijschen correspondent van the Times heeft de Parijsche artist Carmon op zijn naar den Salon ingezonden schilderij «een bladzijde van Herodotus overgebracht". Staaltjes van realisme schijnen de volgende doeken in den Parijschen Salon te zijn«een college in de anatomie van dr. Charcot" door Brouillet«voor de operatie" door Gervex«intérieur van een beeldhou wer" door Dantan. Dat het romantische zeer goed met het nihi lisme kan samengaan, bewijst het volgende geval, dat te Moskau is voorgekomen. De beschuldigde was een medisch student, die op heeterdaad was betrapt, juist toen hij bezig was ontploffingsmiddelen in een huis te verbergen. De dochter van den eigenaar moest als getuige tegen hem verschijnen en op haar bekentenis werd hij tot twintig jaar dwangarbeid in de mijnen van Siberië veroordeeld. Dadelijk na afloop der ver oordeeling verkocht de jonge dame de familiejuweelen, kocht da zes Kozakken, die den veroordeelde bewaak ten om en niet alleen hielp zij hem in de vlucht, maar zij vergezelde hem naar Zwitserland, met het vrome plan in een klooster te gaan, om boete te doen. Onderweg veranderde zij echter van plan en zij besloten maar liever te trouwen, waartoe zij dan ook de vorige week zijn overgegaan. Het geheele westelijk deel van Londen werd Maandag door een vreeselijke ontploffing in opschud ding gebracht. De tusschen Hounslow en Twickenham gelegen kruitmolen van Curtis Harvey was in de lucht gesprongen. Ofschoon brokken steen en zware stukken ijzer honderden voeten ver weggeslingerd wer den, kwam slechts éen werkman om 't leven, van de honderden werklieden die op dat oogenblik in en nabij de werkplaatsen waren. Volgens het redmiddel in der gelijke gevallen voorgeschreven, waren zij onmiddellijk van het werk geloopen en in de langs de fabriek stroomende rivier Colne gesprongen. Binnen een rayon van 2 Eng. mijlen zijn alle ven sterruiten gebroken. Dit is de vijfde ontploffing die sedert 1850 in dezelfde fabriek voorviel. De oorzaak is onbekend. De heer Schnaebele zal als commissaris van politie van Pagny naar elders verplaatst worden. Hij zal daar echter niet lang behoeven te blijven, want in October van dit jaar heeft hij de dienstjaren vol bracht om aanspraak op pensioen te doen geiden. Zeer ernstige ongeregeldheden zijn er teMostar uitgebroken, tengevolge van twisten tusschen katho lieken en Grieksch-orthodoxen ter gelegenheid van het Paaschfeest. Een 40tal personen zijn daarbij gewond en één katholiek gedood. Wolfertsdijk. Gistermorgen te 9 uren hield de ge meenteraad eene openb. vergadering, welke door al de leden werd bijgewoond. Zooals vroeger reeds vei meld is, werd in de voiige vergadering met 4 tegen 3 stemmen besloten, om een secretaris te benoemen zonder aanbe veling van B. en W. De voorzitter weigerde toen om tot die benoeming over te gaan, als zijnde in strijd met art. 95 der gemeentewet en maakte gebruik van de bevoegdheid, hem in art. 70 dier wet verleend, om dit besluit aan den Koning ter vernietiging voor te dragen. Uit de ingekomen stukken werd nu een schrijven voorgelezen van den Min. van Binneul. Zaken en van Ged. Staten, welke eersle zich vereenigde met het gevoelen van Ged. Staten dat de burgemeester van Wolfertsdijk beter had gedaan, die benoeming toen te laten geschieden, welke alsdan, als geheel in strijd rnet de wet, door den Minister aan den Koning ter vernietiging zou zijn voorgedragen; doch, daar de benojmiug niet was geschied, verzochten zij nu den raad dit besluit in te trekken. Naar aanleiding van bovengemelde missives, stelde de voorzitter voor, om aau dien gegeven raad gevolg te geven en het besluit in te trekken. De heer Philipse was van een adder gevoelen, en zou in plaats van het besluit in te trekken, liever tot benoeming over gaan. De heer Jacobs gaf te kernen, dat hij niet wist wat er ingetrokken moest worden, want dat er niets gedaan was. Het voorstel werd nu in omvraag gebracht. De heer Jacobs bleef buiten stemming, van de andere leden stemden 3 voor en 3 tegen, zoodat de stemmen staakten en in een volgende vergadering hierover nader zal beslist worden. Ook was in de vorige vergadering besloten om art. 15 van het reglement van orde aan te vullen, zoodanig dat de tijdelijke secretaris in die functie een eed moest afleggen. Volgens een vooi gelezen schrijven van Ged. Staten was deze aanvulling overbodig, aangezien de tijdelijke secretaris toch den gewonen eed moest af leggen, zooals art. 100 der gemeentewet voorschrijft. De voorzitter wilde nu tot het beëedigen van den tij- delijken secretaris overgaan, doch de heer Verschuure kwam met een geheel ander, geschreven, voorstel voor den dag, en waarin hij den raad voorstelde, op grond van art. 126 en 127, wijl B. en W. geen aanbeveling deden, zich tot den Commissaris des Konings te wen den, met het verzoek, dat deze in de plaats van B. en W. de aanbeveling zou doen. De heer De Jager merkte op, dat er door B. en W. in dezen wel degelijk ge werkt wordt. De heer Philipse was het met den heer Verschuure eens en zeide, dat als B. en W. zoo zachtjes blijven werken, zij misschien wel twee jaar kunnen wachten, eer de aanbeveling voor den dag komt. De heer Da Kater antwoordde hierop, dat art. 126 en 127 z. i. hier niet van toepassing zijn, maar wel ait. 95. Dit toch bepaalt geen tijd. Bij de benoeming van een lid van den raad of wethouder enz. wordt overal tijd bepaald, doch niet bij de benoeming van een secretaris. De wetgever heeft begrepen dat voor eene zaak als deze soms veel tijd noodig is. Alle mogelijke irifor- matiën moeten worden ingewonnen dit kan geschieden door inlichtingen te vragen, doch ook door persoonlijk betrokkenen te toetsen (zooals bijv. den tijd. waarne mer). Men kan op getuigschriften niet altijd aan zonder namen te noemen is er een onder de sollici tanten, die de beste getuigschriften heeft overgelegd, en bij onderzoek gebleken is een nul te zijn. Het werk van den secretaris gaat voornamelijk B. en "VV. aan, en zeer weinig den raad. Nu gaan de zaken goed, de gemeente lijdt geen schade. De raad tn het dagelijkseh bestuur zijn 't hier niet eens en nu kan de raad, om het dag. bestuur tegen te werken, wel een secretaris benoemen, die nauwelijks lezen of schrijven kan en naar spr. gedachten zou daaraan niets te doen zijn. Het is om deze reden dat er wel degelijk een aanbe veling van B. en W. verlangd wordt, zij moeten er aan mede werken. Hij stemt echter toe, dat er in de laatste maand weinig is gedaan, omdat in de vorige verga dering besloten is, om te benoemen zonder aanbeve ling kon dit geschieden dan was hun werk geheel overbodig. De heer Philipse antwoordde hierop dat de raad het juist oneins is met B. en W. en waarom Omdat de leden van den raad behandeld worden als nullen, en de stukken voor hun «achter baks" worden ge houden. De voorzitter zeide dat men afgedwaald is van het punt van behandeling, en stelde nu voor, naar aanleiding van het schrijven van Ged. Staten, art. 15 van het reglement van orde weer te wijzigen en te lezen als vroeger en dan den gewonen eed van den tijdelijken secretaris te vorderen. De heer Philipse zeide, dat hij wel iemand wil beëedigd zien die door den raad is benoemd, maar niet iemand die door B. en W. is aangesteld. Het voorstel werd nu in om vraag gebracht en met 4 tegen 3 stemmen verworpen. Nu werd het geschreven voorstel van dhr. Verschuure om zich tot den Commissaris des Konings te wenden, opdat deze de aanbeveling zou doen, in omvraag ge bracht, en met 4 tegen 3 stemmen aangenomen. Voor stemden de heeren Philipse, Jacobs, Verschuure en Van Damme. Tot leden van het stembureau bij de a. s. verkie zingen werden gekozen de heeren Philipse en Jacobs. Nu bracht de voorzitter een verzoek van de dorps- vereeniging landb. en veeteelt alhier, in het midden, om op Pinkstermaandag de schooi te mogen ge bruiken tot het bijeenroepen van alle inwoners der gemeente, om te trachten in het belang van den werkenden stand een ziekenfonds voor allen en een ondersteuningfonds voor bejaarden opterichten, welke volgens gedane informatiën op enkele gemeenten in ons vaderland zijn opgericht en zeer gunstig werken. De voorzitter meende met het oog op het algemeen belang dat daar wel niemand tegen zou zijn, doch dhr. Jacobs zeide, dat de vereeniging gewoon was in de herberg te vergaderen, en dat men dit weer maar moest doen. Bij stemming werd het verzoek met 4 stemmen toegestaan. Tegen stemden dhrn. Philipse, Jacobs en Verschuure. (Nota bene alle 3 leden van

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1887 | | pagina 2