1887. N°. 54. Zaterdag 7 Mei. 74sle jaargang. GOESCH Do uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond, uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Behalve aan ons Bureau worden Abonnementen en Advertentiën voor dit blad aangenomen bij de heeren NIJGH VAN D1TMAR te Rotterdam en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 cont, elke regel meer 10 cent. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, Diet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ct. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cent per regel. GOES, 6 Mei 1887. Bij beschikking van den Minister van binnen landsche zaken is de districts-veearts L. S w a r t te Dordrecht tijdelijk ontheven van het toezicht in de gemeenten gelegen in Walcheren, Noord- en Zuid- Beveland en Zeeuwsch-Vlaanderen, en is dat toezicht als werkkring opgedragen aan den te Goes als stand plaats aangewezen tijdelijken buitengewoner) districts veearts E. L. Van M e r v e n n e. In de vergadering van eigenaren van gemeene tienden in Zuid-Beveland of hunne administrateurs, Dinsdag jl. gehouden, is tot commissaris benoemd dhr. I. D. Fransen Van de Putte alhier. Naar wij vernemen heeft het bestuur der Liberale ICies'ereeniging «Goes" eene algemeene vergadering bepaald op Donderdag 12 Mei a. s. Het gerucht wil dat men pogingen in het werk stelt om te 's-Gravenpolder ook een telephoonkantoor te verkrijgen, alsmede te Heinkenszand en te 's-Heer Arendskerke. Kolijnsplaat. In de gemeenteraadszitting van gisteren is met algemeene stemmen tot gemeente-secretaris be noemd de heer mr. L. A. Bybau; tot ambtenaar van den burgerlijken stand de heer K. Schippers en als geneesheer voor de armenpractijk, in plaats van den heer B. Birkenfeld die bedankt had, de heer dr. Q. J. M. Janssen te Wissekerke. Middelburg. Betreffende de mededeelingen in ver schillende bladen voorkomende, als zoude men ver- meeDen dat de pogingen om den trein van 7.26 's avonds alhier te behouden, niet het gewenschte resultaat zullen hebben, vernemen wij uit ofQciëele bron, dat daarom trent voor alsnog geene meening kan worden geuit, vermits die regeling nog een ernstig punt van over weging bij de bevoegde autoriteit uitmaakt. Vlissingen. De derde mailboot voor den dagdienst der Maatschappij' «Zeeland", het stoomschip «Neder- land", maakte Woensdag hare eerste reis naar Queen- boro' en terug. Te 4 uren 's ochtens van hier vertrokken, arri veerde zij te 11 uren te Queenboro', vanwaar zij na een oponthoud van twee ureD de terugreis naar hier aanvaardde, die in de beste orde en in denzelfden tijd als de heenreis werd volbracht. Het Rijkstelegraafkantoor met telephoondienst te Oosterland is op 5 dezer geopend. In dé Woensdag te Amsterdam gehouden jaar- lijksche algemeene vetgadering der Nationale Christen Geheel-onthoudersvereeni- g i n g werd o. a. mededeeling gedaan van een schrijven van ds. Huet, dat zich hier eene zelfstandige vereeniging heeft gevormd. Behalve eenige spiritistische beschou wingen over de naweeën der onmatigheid, zelfs nog over het graf bij de geesten, bevat dit schrijven de medede»lirig dat zijne vereeniging de onthouding van sterkedrank verplichtend stelt, doch die van wijn, bier, tabak facultatief laat, omdat hij met name het gebruik van bier niet schadelijk zou achten, indien er slechts geen mtvbruik van gemaakt wordt, wat evenwel, vooral bij vroeger aan den drank verslaafden, maar at te dikwijls voorkomt. De Goesche vereeniging telt 24 mannelijke, 6 vrouwelijke leden. Z. M. beeft, als blijk van Zr. Ms. goedkeuring en tevredenheid, de bronzen medaille en een loffelijk getuigschrift, ingesteld bij HDs. besluit van 22 Sept. 1855 no. 64, toegekend aan P. Bauer, korporaal bij het 3e rpg. infanterie, in garnizoen te Middelburg, wegens het met levensgevaar redden van een knaap uit de vest aldaar, op 11 Februari 1887. Het hoofdbestuur der Maatschappij tot Nut van 't Algemeen heeft ter kennis van de departementen gebracht, dat ter vervanging van de heeren mr. P. J. G. Van Diggelen te Zwolle en mr. H. P. G. Quack te Amsterdam, die volgens den rooster op 1 Juli a. s. als hoofdbestuurders moeten aftreden, door de commissie, vermeld in art. 45 der wet, zijn opgemaakt de navolgende dubbeltallen Vacature Van Diggelende heeren mr. A. Bloem bergen Ezn., te Leeuwarden, en dr. W. P. Ruijscb, te 's-Gravenhage. Vacature Quackde heeren mr. G. A. Van Hamel, te Amsterdam, en mr. W. H. K. Mouthaan, te Am sterdam. Het hoofdbestuur der Hol land.scha Maatschappij van landbouw heeft besloten, naar aanleiding van het voorkomen van trichinen bij varkens te Goes, aan den Minister van binnenlandsche zaken een adres te richten, waarbij krachtig wordt aangedrongen een nauwkeurig onderzoek te doen instellen en desgeraden de meest gestrenge maatregelen tegen uitbreiding dier ziekte te nern n. In de jaarlijksche algemeene vergadering van de Vereeniging der inrichtingen ter bevordering van de koepokinenting in Nederland, vóór eenige dagen te Utrecht gehouden, bleek, dat de vaccinatie nret animale koepokstof in Nederland krachtig voorurtgaat en nagenoeg algemeen begint te worden. Er werd aan eene commissie van 5 leden opgedragen, een verslag op te maken van de regeling der vaccinatie in cns land, en voor te stellen al de verbeteringen, die ge bleken zijn wenschelijk te wezen in die regeling. De secretaris, dr. B. Cartsen, werd herbenoemd. Tot commandant van de 3e comp. hospitaal soldaten te Breda is benoemd de le luit. C. L e m, thans op non-activiteit te 's-IIage. Mejuffrouw Jeanne De Groot is niet meer aan het Amsterdamsche tooneelgezelschap der heeren Van Lier ver bonden. De Minister van Staat, Minister van Binnenl. Zaken brengt ter kennis van belanghebbenden, dat in den loop der maand Juli e. k. gelegenheid zal worden gegeven tot het afleggen der examens, vermeld in art. 16 der wet van 25 Dec. 1878 (Stbl. no. 222) en art 12 van het Kon. besluit van 12 Februari 1879 (Stbl. no. 36), ter verkrijging van een getuigschrift a I s v r o e d v r o u w. Zij zulten worden afgenomen te Utrecht. De heer Viruly Verbruggen heeft als amende menten op het achtste hoofdstuk der Grondwet defen- sie) voorgespeld te bepalen, dat de wet, behalve den verplichten kr ijgsdiensttevens de organisatie der strijdkrachten regelt en verder een geheel nieuw arti kel van den vo'ganden inhoud: «De dienstplichtigen te land komen in gewone tijden jaarlijks éénmaal te zamen, om. gedurende niet langer dan zes weken geoefend te worden, tenzij de Koning het raadzaam mocht oordeelen dat samenkomen geheel of gedeeltelijk achterwege te laten. i) De Koning kan een deel der dienstplichtigen, door de wet te bepalen, doen samenblijven. «Dienstplichtigen kunnen echter, geheel of gedeelte lijk, tot eerste oefening hoogstens 12 maanden onder de wapenen gehouden worden." Zondag jl. was de gasfabriek te Utrecht in feest dos gehuldvan de verschillende gebouwen wapperde de Nederlandsche driekleur, daar de heer A. C. Spruijt zijne 25-jarige ambtsvervulling als directeur dier gas fabriek vierde. De administrateur-boekhouder en ontvanger bood hem met eene toepasselijke aanspraak, uit naam der gezamenlijke ambtenaren en volontairs, eene prachtige zwart marmeren pendule met twee daarbij behoorende kannen aan, terwijl de werklieden hem een midden tafelstuk aanboden met twee daarbij behoorende fruit schalen van kristal, rustende op zilveren voet en voor zien van bet opschrift: Van de gezamenlijke werk lieden der Utrechlsche gasfabriek aan hrrnnen direc teur", met gashouder en lauwerkrans, benevens het Utrechtsche wapen. Voor de vele blijken van belangstelling bedankte de directeur met een hartelijk woord, waarna door de werklieden een feestlied ter eere van den jubilaris werd gezongen. Met het oog op de onzekerheid omtrent den tijd wanneer en de wijze waarop de kamerverkiezingen dit jaar zullen plaats hebben, beeft het bestuur der Libe rale Unie de gewone algemeene vergadering niet uitgeschreven voor I Mei, en zal dit eerst doen, als in de Tweede Kamer de behandel ng der Grondwets herziening in eerste lezing zal zijn atgeloopen, ten ware vóór dien tijd eene bijzondere staatkundige gebeurte nis eene bijzondere aanleiding geven mocht om eene vergadering te houden. Door den Minister van binnenlandsche zaken is aan de Commissarissen des Konings de volgende cir culaire gezonden: «Naar aanleiding dat in den laatsten tijd meermalen honden, verdacht aan dolheid te 1 ij den, naar 's Rijks veeartsenijschool werden gezonden, of lijken van verdachte honden, zonder dat deze door de districts veeartsen waren gezien, derwaarts gezonden werden, ten einde te doen constateeren, of het vermoeden van dolheid gegrond was, heb ik de eer U.H.E.G. te ver zoeken, de burgemeesters door het Prov. blad urtte- noodigen, wanneer bij hen aangifte, als bedoeld bij art. 2 der wet van 5 Juni 1875 (Staatsblad no. 110) plaats heeft, daar mede met den meesten spoed voor zooveel noodig telegraphisch de districts-veeartsen in kennis te stellen. «Gelief hun daarbij tevens te verzoeken, te voor komen, dat honden, waarvan vermoed wordt dat zij aan dolheid lijden, levend naar 's rijks veeartsenijschool opgezonden worden, in plaats van onmiddellijk te wor den afgemaakt, en dat lijken van verdachte honden derwaarts gezondtn worden, tenzrj die honden, hetzij levend of dood, door de districts-veeartsen zijn gezien en dezen van hunne bevindingen aan de burgemeesters medcieeling hebben gedaan". Aan de N. R. Ct. wordt uit Berlijn geseind: «Op grond der herhaalde klachten over den onvol doenden dienst der Belgische postbooten, moet het bestuur der Duitsche posterij, naar het gerucht wil, voornemens zijn de proef te nemen met het ver zenden van een gedeelte der brievenmalen over Vlis singenQueensberough. Voorloopig zoude het plan bestaan van den eersten Juli af de Duitsche brieven eenmaal per dag te verzenden, en wel uit Berlijn te half tien 's avonds en uit Keulen te 6 uur 's mor gens. Eveneens moet het plan bestaan voor eene dergelijke verzending der brieven uit Engeland naar Duitschland over Vlissingen. Voor het oogenblik laat het zich niet met zeker heid zeggen of het hier bedoelde gerucht juist is". Siaten-Generaal. TWEEDE KAMER. In de zitting van gisteren is de discussie voort gezet over de quaestie der administratieve rechtspraak. 11e Ministers van Justitie en Binnenl. Zaken bleven de amendementen-Van der Kaay en de Geer bestrijden en vonden in het regeeringsartikel de beste waarborgen. De heer Van Houten stelde een nieuw amendement voor, strekkende om aan de rechterlijke macht te laten de rechtsgeschillen, ontstaande uit burgerlijke rechtsbetrekkingen of uit de krenking van burgerlijke rechten door het openbaar gezag, en de overige rechts geschillen, tenzij de wet ze brenge tot de rechterlijke macht, te doen beslissen door een college, dat dezelfde waarborgen van onafhankelijkheid aanbiedt als de Hooge Raad. Dit college kan een afdeeling van den Raad van State zijn. Ten slotte is het regeeringsartikel, na verwerping der verschillende amendementen aangenomen, evenals de daarop volgende par agraaf luidende «De wet kan de beslissing van twistgedingen, niet behoorende tot die, vermeld in art. (151), hetzij aan den gewonen rechter, hetzij aan een college met ad ministratieve rechtspraak belast, opdragen; zij regelt de wijze van behandeling en de gevolgen der beslis singen". Koloniën. Aan het mail-overzicht van het Bat. Bbl. is het volgende ontleend Uit een brief van alleszins bevoegde zijde blijkt ons, dat de slotsom, waartoe de h°er Pekelharing na grondig onderzoek in loco is gekomen ten aanzien van de in Atjeh heerschende berri-berri besmetting, alles behalve bemoedigend is. Te verwonderen is dit niet, terwijl gedurende het verblijf van dezen deskundige de grootste helft van het naar Atjeh gezonden korps barissan niet alleen door de ziekte aangetast, maar zelfs daaraan overleden is. Dit feit op zich zelf is van verpletterende beteekenis, daar niets verzuimd is om deze inlandsche hulptroepen, wier kracht en taai heid van algemeene bekendheid is, tegen de besmetting te vrijwaren. Zij zijn gehuisvest in lokalen, welke lang te voren met da meeste zorg ontsmet zijn. En niet temin zijn ook zij, hoewel versch aangekomen en tot dusver geheel vreemd aan Atjeh, door de moorddadige ziekte aangetast en grootendéels gedood. Met dit feit voor oogen, heeft men alle vertrouwen verloren in de kort voor 's heeren Pekelharings komst in Indië op de hospitalen en kazernes te Kotta Radja en Oleh-leh toegepaste ontsmetting. Te meer, omdat de berri-berri epidemie ook onder de overige troepen, ondanks de ontsmetting der ge bouwen, steeds heeft voortgewoekerd, niet alleen met dit gevolg, dat de evacuatie niet is verminderd, maar tevens met dezen hoogst bedenkelijken nasleep, dat de ziekte overgebracht is naar zoo ver van Atjeh afgelegen garnizoenen, als die te Padang en te Batavia. De strenge, door prof. Pekelharing gecontroleerde obser vatie beeft aangetoond, dat in die garnizoenen zelfs de recruten, die nimmer een voet op Atjeh hebben gezet, door de berri-berri worden aangetast, zoodat circa 15 pet. binnen weinige maanden voor den dienst ongeschikt blijken en afgekeurd worden. Ziedaar hetgeen ons van allesziDs betrouwbare zijde is medegedeeld. Al mocht het, zooals wij willen ho pen, tot zekere hoogte overdreven zijn, toch is het enkel feit, dat de ontsmetting van berri-berri niet verkregen is, ondanks de vele en krachtige maatregelen, hiertoe in het laatste jaar genomen, van zeer onheil spellende beteekenis, daar het bewijst wat wij altijd beweerd hebben, nl. dat het Atjeh-vraagstuk zijn oor spronkelijk militair karakter heeft omgezet in een hoogst onzeker medisch. «Een eenvoudig middel om den Atjeh-oorlog spoedig te doen beëindigen", geeft het Indisch blad de Telefoon aan. IIri komt neer op een guerre a outrance tegen de Atjehers, maar niet met Europeesche troepen, doch met een paar duizeDd man Alfoersche hulptroepen, die van da sultans van Ternate en Tidor zouden moeten aangevraagd woiden. Die Alfoersche benden zouden tegen de Atjehers oorlog moeten voeren op hunne wijze, dat iszonder iets of iemand te ontzien, elke weerstrevende kampong te vernielen en te verbranden, en een ieder, die zich tegen hen mocht verzetten, af te maken. In Atjeh kunnen, volgens het blad, duizend Alfoeren meer uitrichten dan tienduizend man van de beste Europeesche troepen. Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Beroepen te Nieuwenhoorn ds. A. Wunder te Noordgouwe. Rilland-Bath. Bij Min. Besl. is aan H. J. C. C. Van den Brink alhier, leerlinge aan de Rijksnormaal school te Goed, tot wederopzeggings eene jaarlijksche rijkstoelage van 84 toegekend. Benoemd tót derde onderwijzeres in de nuttige handwerken aan eene school te Rotterdam mej. L. A. Steenkamp te Goes. Op de voordracht voor hoofd der school te Veere staat volgens de M. Ct. no. 2 dhr. De Zeeuw, te Rilland-Bath. Boekaankondiging. No. 3 van het Maandblad van het genealogisch- heraldiek genootschap «De Nederlandsche Leeuw bevat o. a.Geslacht Joaehimi, door Fred. Caland en Secretarissen van Goes, door J. C. v. d. M. Landbouw en Veeteelt. De kerseboomen beloven dit jaar weer een ta- melijken oogst. De gunstige weersverandering beeft de bloemknoppen op eens doen opengaan en de boom gaarden in een bloemhof herschapen. De pruimen en abrikozen, die al sedert eenige dagen bloeien, en de perziken, die reeds aan 't spenen zijn, doen een ruimen oogst verwachten. Daar de bloeitijd ruim eene week later is dan het vorige jaar, is het te hopen dat de nachtvorsten, die dit voorjaar lang duurden en waardoor alles laat is, zich niet meer zullen herhalen. Veld- en tuinvruchten zijn natuurlijk ook eene week en meer achter. Roggearen zag men in April niet. Het vee liep nog niet of nagenoeg niet buiten. Ook in de tuinen is het alles even traag in het opkomen. De vroege aardappelen staan meestal om dezen tijd boven, doch nu is dit nog slechts op enkele warme hoekjes het geval. Princesse- en snijboontjes alsmede komkommers en postelein kan men nu eerst aan de aarde toevertrouwen geen wonder dus, daar het weder nu gunstig is, dat ieder zich daarmede haast. De weldadige invloed der natuur doet de veld- en tuinbouwartikelen dan ook in de laatste dagen ver bazend ontwikkelen. Alles vertoont een frisschen gloed en sterken groei. Nog vóór eenige dagen waren de weiden kaal en dor, en nu reeds ziet men vele koeien grazen. Wij willen hopen dat de natuur de lange teleurstelling door blijvend aangenaam weer dubbel zal vergoeden. De Londensche correspondent der N. R. Ct. ontving een schrijven van een bekend Hollandsch veehandelaar te Londen, waaraan het volgende is ontleend «Is eene geslotene of beperkte veemarkt beter voor den producent dan een vrij en onbelemmerd veever- keer ziedaar de hoofdvraag. Deptford en andere veebavens, waar men Hollandsch vee aan wal mag brengen, om het te slachten, kunnen enkel worden genoemd beperkte, zoo niet gesloten veemarkten. De eenige lieden, welke daar komen koopen, zijn groot handelaars, die het doen om voordeel te halen uit het debiet aan slagers. Het zijn de laatsten, die te Deptford worden gemist en die bij honderden tegelijk te Islington en elders zouden verschijnen. Is het mogelijk te betwisten, dat eene dergelijke verscherpte concurrentie betere prijzen en voor den Hollandschen boer grëvenredigd grootere winsten beteekenen moet? «De vrees, dat Duitschland den invoer van Hol landsch fokvee daarheen verbieden zou, mocht Hol land de grenzen sluiten voor de x. g. Duitsche schapen in transiet, komt mij voor hersenschimmig te wezen. Men vergeet, dat er bij ons zeer veel fok vee en mestvee naar Engeland werd uitgevoerd, al vorens de Privy Council" met zijne wetsbepalingen kwam aanzetten. Zoo'n uitvoerhandel zou, bij het wegvallen dezer verbodsbepalingen, terstond herleven. Duizenden kalveren, stieren, vaarzen, kalf- en melk koeien zouden, gelijk weleer, in Engeland ver kocht worden. Dat Duitschland zijne eigen landbouwers zou

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1887 | | pagina 1