1887. N°. 12.
Donderdag 27 Januari.
74sle jaargang.
Haagsche Brieven,
&CS--
GOME
De
•itgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 et, met bijblad 10 et.
In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DÏTMAR, en verder hij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 cm
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen werden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan A regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
IX.
't Gladde ijs is er geweestGlad ijs in den Hof
vijver, glad ijs in de Eerste Kamer. Een prachtig,
opwekkend gezicht was te genieten als men den blik
sloeg door de heldere spiegelruiten van de voormalige
«Vergaderkamer van de Heeren Staten van Holland
en West-Vriesland" op het glibberig pad, dat, door
honderden met het ijzer onder den voet betreden, het
schouwspel vertoonde van een gewemel, gejoel en ge
krioel, van zwier en onbedrevenheid, van overmoed
en waaghalzerij, van aarzeling en bedachtzaamheid,
van zwaaien en draaien.
Welk een toeval. Ook daarbinnen een schouwspel,
dat verbazing wekte en dat met belangstelling werd
gevolgd.
Zoo iets stouts had men in lang niet beleefd. Gansch
'tland keek er van op en door de honderden kelen
van de Pers werd het uitgebazuind. En zoowel de
vaardigste rijders uit de school der voorwaartsche be
wegingen als de virtuosen in den streek naar achteren
waren verstomd en wisten onder de eerste begooche
ling niet recht goed hoe zij het hadden.
Onze lezers zullen reeds begrepen hebben dat wij
zinspeelden op de redevoering van het lid voor Zuid-
Holland, den heer Fransen Van de Putte, op 't gebied
der onderwijs-quaestie bij de algemeene beschouwingen
over de staatsbegrooting in de Eerste Kamer der
Staten-Generaal.
Opzienbarend in het aangezicht der geschiedenis
staatkundig wellicht in den huidigen toestandpractisch
zeker om het beoogde doel.
Van die zijde was in onze Pairskamer nimmer eene
stem in dien zin opgegaan. Integendeel, werd elke
regeering, welke in de onderwijs-quaestie wankelde,
door een of andere krachtige uiting van dit lichaam
tot staan gebracht en in toom gehouden. Hoe zou
de Eerste Kamer het voorstel-De Beaufort, ja de voor
malige regeeringsredactie van art. 194 der ontworpen
Grondwetsherziening hebben ontvangen
Niemand behalve enkele ingewijden misschien
wist het, voor dat de heer Fransen Van de Putte
had gesproken. Hij gunde een blik in het gemoed
van de achtbare vergadering aan gene zijde van het
Binnenhof. Niemand kwam hiertegen op of verweet
hem te veel te hebben blootgelegd.
Het is dus geoorloofd aan te nemen dat de rede
naar in den geest van de meerderheid sprak, toen hij
den Minister van Binnenlandsche Zaken tamelijk dui
delijk te verstaan gaf, dat een vergelijk ten opzichte
van artikel 194 der Grondwet der Kamer niet slechts
welgevallig zou zijn, maar deze, nadat het doode punt
door de kiezers was ongedaan gemaakt, bedrogen was
uitgekomen dat de Regeering in haar gewijzigde her-
zieningseditie deze aangelegen zaak in status quo had
gelaten.
Spreker althans wilde de verzoenende hand reiken.
Wat bij vroeger had aangezien voor agitatie van
enkele drijvers, deed zich thans aan zijne waarneming
voor als het gemoedsbezwaar van een groot deel der
natie.
Dit drong te meer, wijl de Grondwetsherziening
andermaal dreigt te stranden op die heillooze klip
der verdeeldheid omtrent artikel 194. Alles te doen
om dit te beletten is de plicht van den stuurman
van het schip van staat. Krachtige aandrang dat de
Regeering alsnog in dit vraagstuk het mogelijke zon
beproeven, kon hij niet achterwege houden.
Zelfs was op den achtergrond eene vingerwijzing
te bespeuren naar de richting van zoodanig Regeerings-
voorstel, dat eene meerderheid zon hebben te wachten
van eene combinatie De Beaufort-Schaepman en dat
om te beginnen op den niet te versmaden zedelijken
steun van de Eerste Kamer zou kunnen rekenen.
Tot juist verstand herinnere men zich dat het
met 64 tegen 22 stemmen verworpen voorstel-De
Beaufort c. s. en het thans aanhangig voorstel
Schaepman geheel eensluidend zijn op de laatste alinea
na. Hier houdt de eensgezindheid plotseling op en
keert de eisch van de subsidiëering der bijzondere
school zoo openlijk mogelijk weder.
Eene mogelijke tegemoetkoming aan dit verlangen
was in het voorstel-De Beaufort niet uitgesloten,
maar aan latere wettelijke regeling overgelaten. Men
kent het lot van dit voorstel, terwijl dat van de
rechterzijde, waarin het subsidie-stelsel der bijzondere
school uitdrukkelijk was opgenomen, met 43 tegen
42 stemmen viel.
Het regeeringsvoorstel, dat facultatieve subsidiëering
stelde, gebonden bovendien aan wettelijke sanctie,
vond in de eerste plaats geen genade, al werkten
daartoe nog andere bezwaren, aan den inhoud ont
leend, mede.
Waarop een en ander zal uitloopen? Werkelijk op
eene verzoening, haar beslag erlangende in een nieuw
stel Grondwetsartikelen 't Ontbreekt niet aan gronden
en kenteekenen om dien zeker niet ongewenschten uit'
slag tegemoet te zien. En wanneer het ooit moge ge
beuren dqt men berouw gevoelt over het verlies van
de neutrale openbare gemengde school, wanneer deze.
werkelijk wordt opgeofferd aan gewichtige redenen
van staat, en als het ware vervangen door de open
bare gezindheidsscbool, dan zullen de wederzijdsche
partijen elkaar weinig hebben te verwijten; want
heeft de eene partij pal gestaan voor hare beginselen,
de andere niet minder om van de knellende banden
bevrijd te worden eener tegen den tijdgeest niet op
gewassen staatswet, zij het ten koste van 't afdalen
van het onderwijsvraagstuk tot eene utiliteitsquaestie.
In éene zaak moet ik evenwel zoo vrij zijn den be
vrediger uit de Eerste Kamer van de bezwaren der
aanhangers van de bijzondere school tegen te spreken.
Op gezag van niemand minder dan Groen Van Prin-
sterer ben ik het met hem oneens dat, welke pacifi
catie ook, niet door agitatie zou zijn verkregen. Hij
sla slechts op van de hand van dien overleden staats
man no. XIX zijner vele blaadjes nAan de kiezers",
waar de heer Groen zegt -.
»Ik wensch, dat eenmaal hier te lande op eene
regeling van het onderwijs, overeenkomstig met de
diep gevoelde behoefte der Natie, toepasselijk zij, wat
Macanlay van Engeland verklaart«Aan agitatie heb
ben wij eene lange reeks van weldadige hervormingen
te danken, die langs geen anderen weg verkrijgbaar
waren geweest.""
Bevoegder om dit te verklaren was zeker niemand
dan de heer Groen zelf, de agitator bij uitnemendheid,
al verwondert mij allerminst de verzekering, dat men
niet voor agitatie is gezwicht in den mond van een
staatsman, die van verreikende toenadering niet af-
keerig is. En wanneer de Grondwetsherziening nu eens
niet drong? Ik kan waarlijk niet zoo groot ongelijk
geven aan hen, die in dit geheele verloop slechts eene
utiliteitsquaestie zien, waarin de heer v. d. Putte ge
toond heeft Jeremias Bentham, den apostel dier leer,
niet te hebben vergeten.
De Regeering heeft niet veel uitsluitsel gegeven,
maar deed aan den verzoenenden geest, die dit merk
waardig en veelbeteekenend debat beheerschte, in zoo
ver niets te kort, dat zij zou overleggen wat op den
weg der verzoening zou kunnen gedaan worden, zender
opoffering van beginselendie met de hoogste staats
belangen in verband staan. Ik cursiveer, omdat de
RegeeriDg hierbij althans een grens aangeeft, welke
wij vruchteloos hebben gezocht in den geest van ver
zoening van den heer Fransen v. d. Putte, die zich
evenmin geroepen achtte van verschil van zienswijze
blijk te geven met den heer Pijnappel, wien de tijd
gekomen voorkwam om het openbaar onderwijs tot
aanvulling te doen strekken van het bijzonder.
Aan deze discussie ontleende de behandeling der
staatsbegrooting in de Eerste Kamer haar eënig belang
rijk moment. De begrootingen zelve werden alsfinan-
ciëele wetten afgedaan, steeds ter wille en in afwach
ting van de groote dingen die in aantocht zijn.
Na een driedaagsch debat keerden de Edel Mogende
Heeren naar hunne haardsteden weder, de voldoening
met zich meêdragende aan de natie te hebben doen
weten dat het hoogste staatslichaam aan de herziening
der Grondwet geen struikelblok in den weg wenscht
te leggen.
Ook een ander struikelblok voor deze hervorming
is uit den weg geruimd. Nadat de heer Gericke
bepaald geweigerd had als Minister van Marine aante-
blijven, heeft de Koning tot zijn opvolger benoemd
den oud marine-officier F. C. Tromp, voormalig wet
houder voor de publieke werken te Amsterdam. De
nieuwe titularis woonde reeds eenigen tijd hier ter
stedete Amsterdam was hij zeer in aanzien en stond
hij bekend als een voorstander der liberale beginselen,
's-Gravenhage, 24 Jan. '87. VIVO.
1 ""'ft O ES^i6^7»nmr71887.'
Naar aanleiding van den brand te Wilhelmina-
dorp en van het ingezonden artikel in ons vorig no.
wordt ons een allereenvoudigst middel aan de hand
gedaan om bij brand in een oogenhlik al het
vastgebonden vee los te maken.
Door een gat buiten in den muur van den stal,
correspondeerende op gaten in al de staken of spijlen,
waartnsschen het vee op stal staat, wordt een ijzeren
stang of as met een oog aan het einde gestoken,
waaraan de halsters op gewone wijze worden vast-
Als die stang er uit wordt getrokken staat het vee los.
Ten einde het op stal staand vee zoo min mogelijk
in de bewegingen, die het met den kop maakt, bijv.
bij het schuren van den nek tegen de staken, te be
lemmeren, dient de stang niet te laag aangebracht
te worden en mag de halster niet te kort worden
opgebonden, opdat de dieren bij liggende houding den
kop naar verlangen kunnen wenden.
Het gevaar, dat zij met een poot over den dan
wat langer zijnden halster zouden kunnen stappen, of
dat zij zich zouden kunnen verhangen, is zeker niet
groot en wanneer zij gevoederd worden of drinken,
zal dat touw ook niet hinderen.
Mocht er vooroordeel bestaan om de beesten op
voorschreven wijze vasttebinden en wil men ze liever
met den nekriem of band door middel van een of
twee ringen aan de staken vastzetten, dan kan ook
die wijze gevolgd wordeo, doch dan dienen die staken
los te staan in ondiepe kokers en van boven vrij.
De staken, alzoo los in die kokers geplaatst, worden
nu door den stang of door de as opgesloten.
Is de stang er uit, dan stroopen de beesten door
het rukken en plukken de ringen van de op zij val
lende staken af en zij staan los.
Verder worden naast sommige staken van den voor-
balk van den zolder boven het vee eenige steunijzers
met oogen bevestigd, waardoor de stang ook gaat,
zoodat een en ander op die wijze opgesloten een vol
doend sterk geheel maakt. Zijn er bovendien brand
deuren gemaakt, dan is het gevaar voor het vee tot
een minimum teruggebracht en behoeft geen mensch
zijn leven in den stal te wagen.
Het is mogelijk dat het vorenstaande, tengevolge
van de verschillende inrichting der veestallen in Zee
land, niet gemakkelijk zou kunnen worden toegepast,
doch het verdient overweging om de stallen naar dit
denkbeeld interichten. Wel is waar, is met het los
stellen van het vee nog niet alles gewonnen, want
men beweert dat- b.v. paarden hardnekkig het vuur
inloopen, doch met andere dieren schijnt dit niet het
geval te zijn en zeker is het, dat losmaken aan iedere
poging tot redding van het vee moet voorafgaan.
Volgens bericht in de N. R Ct., is Donderdag
jl. te Wageningeu aangekomen eene tweejarige volbloed
Shorthornvaars voor de Rijkslandbouwschool aldaar
volgens eenparig oordeel van alle deskundigen een zeld
zaam volmaakt dier. Van deze vaars, die ook door
onzen stadgenoot dhr. E. Van den Bosch in Engeland
gekocht is, werden wij in staat gesteld een uittreksel
uit het stamboekregister te zien en daaruit blijkt, dat
zij genaamd is Oxford Blanche 11, rood van kleur
en op de horens gebrand M 65dat zij geboren is
den 21 Januari 1885 nit Blanche 8ste als moeder en
uit den 59sten Duke of Oxford als vader, terwijl zij
kalfdragend is van Airdrie Duke of Waterloo. Ook
al deze dieren kunnen op eene zeer edele afstamming
bogen.
Alhier is een gymnastiek-vereeniging opgericht,
«Olympia" genaamd.
Het bestuur bestaat uit de volgende heerenC. J.
Reisinger en P. Van Driel respectievelijk als voorzitter
en vice-voorzilter, N. De Lange Jr. en J. Korstanje,
als eerste en tweede secretaris en G. S. Linse, pen
ningmeester.
Directeur dhr. P. Van der Menlen.
In de gisteravond gehouden vergadering van het
comité tot wering van schoolverzuim
is besloten aan het feestcomité voor 19 Febr. a. s.
eene bijdrage te geven van f 15, wanneer het onthaal
der schoolkinderen op het feestprogramma blijft ge
handhaafd. Ten opzichte van de bekroning voor ge
trouw schoolbezoek werd besloten die op de gewone
wijze te doen plaatshebben, terwijl als bestuurslid van
het comité dhr. Z. D. Van der Bilt La Motthe, die
aan de beurt van aftreding was, werd herbenoemd.
Gisteren werd door het bestuur der bouw-ver-
eeniging «Help U Zei ven" alhier het 19e jaar
verslag uitgebracht, waaruit bleek, dat het boekjaar
begonnen werd met 131 leden. Daarvan hadden 5
leden hun lidmaatschap opgezegd, terwijl 2 leden over
leden waren; buitendien hebben onderscheidene leden
een gedeelte van hun aandeel opgenomen. Aan al die
leden weiden geheele of gedeeltelijke aandeelen uitbe
taald tot een bedrag van 3361,56%. Van die leden
waren er drie wel 2 jaar doch geen 4 jaren lid en
deze konden alzoo geen aanspraak op winst maken
Drie leden namen enkel hun winst van 1885 op, ten
bedrage van 45,17%.
De contributie welke ontvangen is bedroeg 3042,25
of gemiddeld 58 50% per week.
Door het bestuur werden 13 nieuwe leden aange
nomen, zoodat men 31 Dec. 1886 137 leden telde,
die gezamelijk een kapitaal in de vereeniging hadden
van 12397,65.
De gebouwen werden in behoorlijken staat onder
houden. Voor onderhoud had de vereeniging op 1 Jan.
1886 beschikbaar 280,24; aan onderhoud werd dit
jaar uitbetaald 167,21, rest alzoo 113,03. Bestuur
en commissarissen besloten, evenals het vorige jaar,
250 van de winst voor onderhoud te nemen, zoodat
er voor dat doel 363,03 beschikbaar is.
Het bestuur was in staat 5 pet. als winst bijte
boeken of uittekeeren over het kapitaal, dat de leden,
na aftrek der uitbetaalde aandeelen en winst, met het
sluiten van het vorig boekjaar (31 Dec. 1885) in de
vereeniging hadden, terwijl er een saldo-winst was, dat
niet verdeeld werd en voor een volgend jaar beschik
baar bleef, ten bedrage van ƒ9,09.
i Het reservefonds, dat l/i der winst tot zich neemt.
bedroeg 31 December 1885.
1272,73
Dit vermeerderde met
115,64
Zoodat het reservefonds 31 Dec. 1886
bedroeg
1388,37
De schulden der vereeniging bedroegen
1 Januari
1886
3600,—
Gedurende dit jaar werd opgenomen
800,—
Samen
f
4400,—
1500,—
zoodat de schulden 31 Dec. 1886 be
droegen 2900,
De omzet der vereeniging bedroeg:
Ontvangsten 5950,20
Uitgaven5707,30%
Contanten in kas 31 Dec.
1886 242,89%
Uit het overzicht der vereeniging bleek, dat het
kapitaal der leden op 31 December 1886 bedroeg aan
aandeelen11937,50
verdeelde winst460,15
Samen 12397,65
Reservefonds1388,37
saldo winst, dat niet verdeeld is 9,09
voor onderhoud der gebouwen 363,03
schulden der vereeniging 2900,
onverschenen interest 31 Dec. 1886
daarvan138,75
Samen
Dit kapitaal was belegd in
gebouwen 16699,54%
nitgezette gelden 254,45
contanten in kas 31
Dec. 1886 242,89%
17196,8
Samen 17196,89
Staat van winst en verlies in 1886
Baten.
Ontvangen huushunr ƒ1144,75
interest 7,88
entreegelden 6,05
boeten 3 25
Verbeurde winst 1,54%
Onzuivere winst1163,47%
Lasten.
Betaalde interest schulden 17,93%
onverschenen idem 31
Dec. 1886 138,75
lasten erfpacht assurantie 100,82%
voor onderhoud der ge
bouwen 250,
onkosten77,68
585,19
578,28%
115,64
462,64%
i
6,59%
Samen
Winst
hieraf 1 /5 voor het reservefonds ad
Rest
Winst van 1885, die niet verdeeld is
Zuivere winst 469,24
Hetgeen verdeeld moet worden over het
kapitaal dat de leden 31 Dec. 1885
in de vereeniging hadden en na uit
betaalde aandeelen en winst bedroeg
ƒ9203,89, hetgeen tegen 5 pet. be
draagt460,15
Aldus een saldo wirst
deeld werd van.
dat niet ver-
9.09
Na afloop der werkzaamheden deelde de voorzitter
mede, dat er plannen worden gemaakt om een optocht
te houden bij gelegenheid van den 70sten jaardag van
onzen Koninggaarne zoude hij zien dat de vereeni
ging aan dien optocht deelnam. Deze woorden werden
met warmte toegejuicht en door vele ledefl werd de ver
zekering gegeven, dat zij aan dien optocht zouden
deelnemen.
De heer P. De Jonge Jz., muziekonderwijzer
alhier, was uitgenoodigd te Ierseke pogingen aan te
wenden tot het oprichten van een muziekgezel
schap. Doch daar er groote financiëele bezwaren
aan verbonden zijn om een directeur aantestellen, die
in eene andere plaats woont, zal de heer J. Van
Dijke directeur der zangvereeniging «Oefening en
Uitspanning" aldaar, voorloopig het directeurschap
der eventuëel opterichten muziekvereeniging op zich
nemen.
De opbrengst der collecte voor het feest op 19
Febr. a. s. te Goes bedraagt thans ruim 770.
Knpelle. Jl. Maanlag was het tien jaren geleden
dat de dorpsvereeniging «Vooruitgang is ons
Streven" in onze gemeente werd opgericht en
daarom waren de leden des avonds ter vc-gadering