2 ten koste der gasverbruikers, geleverd en geplaatst. Iedere verbreking aan het pand van den gasverbruiker moet door zijne werklieden en ten zijnen koste geschieden. Verandering in de toevoerbuizen, van de grens van het perceel tot aan den gasmeter, tengevolge van het leggen van nieuwe hoofdleidingen, geschiedt ten koste der gemeente. Ast. 4. De verbruikers zijn verplicht gasmeters te gebruiken, hun door de gemeente tegen betaling van huur te verstrekken. De directeur bepaalt de grootte van den gasmeter, in verband met het aantal lichten, dat in het te ver lichten perceel ontstoken zal worden. Wordt dit aantal door den verbruiker vermeerderd, dan is hij verplicht daarvan aangifte te doen. Blijkt het den directeur, dat de gasmeter voor het gebruik, dat daarvan gemaakt wordt of kan worden, te klein is, dan plaatst hij eenen grooteren meter. De op 1 Januari 1887 bestaande toevoerbuizen, afslui ters en gasmeters blijven, behoudens de rechten van derden, het eigendom der gemeente. Abt. 5. De gasmeter wordt, tenzij technische of andere bezwaren zich daartegen verzetten, geplaatst, waar de gasverbruiker dit verlangt. Als beginsel wordt aangenomen, dat die plaats zoo dicht mogelijk bij de hoofdbuis moet zijn. De gasverbruiker zorgt ten zijnen koste, ten genoegen van den directeur, voor eene geschikte inrichting, tot plaatsing en bescherming van den gasmeter. Abt. 6. De gemeente belast zich, voor zoover daartoe voldoend personeel aan de fabriek aanwezig is, met het aanbrengen in particuliere eigendommen van gasleidingen achter den gasmeter. Is die gasleiding achter den gasmeter door anderen

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina bijlage 2