1886. N°. 151. Donderdag 23 December. 73ste jaargang.
Ci^ïïCS^CÏsCï^-
De uitgave dezer Courant geschiedt SUawda», Woensdag en Vrijdaoavomo
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buitan Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 et.
In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
Pa prijs der gewons advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen werden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Zooals te verwachten was heeft de Minister van
Marine, .de heer Gericke, zijn ontslag aan den Koning
gevraagd, naar aanleiding van de aanneming van het
amendement Borgesius. Iutusschen over de kamerzit
ting van Zaterdag 11. nog een enkel wood.
Die zitting heeft zich o i gekenmerkt door onhan
dige zetten zoowel van de zijde dee Ministers ais van
die der linkerzijde in de Kamer. Ten bewijze daarvan
herinneren wij even aan hetgeen toen is geschied.
Art. 12 der Marine-begrooting bevatte een post tot
aanbouw vau een rarntorenschip op de rijkswerfart.
13 een post tot aanbouw van drie torpedobooten bij
particulieren. Aangezien echter de Minister nog geen
juist denkbeeld had hoe het rarntorenschip zou moeten
worden ingericht, wilde de commissie van rapporteurs
dien post schrappen de heer Reuther en vier anderen
stelden daarop voor, wanneer het amendement der
commissie van rapporteurs werd aangenomen op art.
12, in plaats van het rarntorenschip, een post te bren
gen tot den aanbouw van drie torpedobooten op de
rijkswerf.
De Minister evenwel hechtte veel waarde aan bet
rarntorenschip en legde zich dan ook allein bij het
voorstel der commissie van rapporteurs neder om met
het oog op de grondwetsherziening geene stagDatie
te verwekken, evenwel onder deze voorwaarde, dat
het hem vergund werd, zoodra het plan van het te
bouwen schip behoorlijk zou zijn vastgesteld, daarvoor
bij suppletoire begrooting gelden aantevragen. Teneinde
echter de werklieden op de rijkswerf aan den arbeid
te kunnen houden, nam hij het amendement Reuther
tot aanbouw van drie torpedobooten over en stelde hij
voor ook de drie torpedobooten bedoeld in art. 13
mede op de rijkswerf te doen Tervaardigen. Om nu
de begrooting niet te hoog op te voeren zeide hij toe,
dat de suppletoire begrooting van het rarntorenschip
verminderd zou worden met het bedrag, dat thans
voor de drie torpedobooten zou worden uitgetrokken.
Zijn hoofddoel was om het personeel der rijkswerf aan
het werk te kunnen houden. In dien zin werden nu
door hem de artikelen 12 en 13 gewijzigd.
Dit nu was zeker niet zeer handig van den Minister.
Op die wijze zou hij drie torpedobooten meer krijgen
dan hij oorspronkelijk had gevraagd, drie booten
waarvan hij derhalve zelf de dringende behoefte niet
aannam, maar die hij in het onderhavige geval alleen
wilde laten bouwen om de werklieden aan de rijkswerf
in dienst te kunnen houden. Het is van een minister,
evenals van ieder ander, menschlievend, wanneer hij
tracht in den winter een zeker aantal werklieden hun
verdiensten te doen behouden, maar om daartoe een
drietal schepen te doen bouwen, waaraan geen behoefte
bestaat, dat is zeer zeker een vreemd middel. Dat
bovendien het denkbeeld om het werkvolk dezen winter
in dienst te houden slechts zeer laat bij den Minister
is opgekomen, blijkt genoegzaam daaruit, dat, ware
zijn rarntorenschip aangenomen, aan den bouw daarvan
toch in dezen winter niet meer zou kunnen zijn ge
arbeid. Het zou inderdaad niet onbelangrijk zijn ge
weest, indien eens had kunnen blijken waarmede de
Minister de werklieden der werf dan zou hebben bezig
gehouden.
De heer Borgesius stelde nu echter voor om de
drie torpedobooten van het amendement-Reuther weder
te doen vervallen. Daarvan wilde de Minister echter
niets weten en zoo na ging hem het personeel der
rijkswerf ter harte, dat hij aan de aanneming van
laatstgenoemd amendement de portefeuillequaestie ver
bond, een besluit dat hem werkelijk zijne portefeuille
kostte.
De vraag rijst inderdaad en zij is dan ook reeds
gedaan of de Minister zijn ambt zoo moede was, dat
hij een argument gezocht heeft om te abdiqueeren
zonder het verwijt te moeten hooren, dat hij door af-
tetreden wellicht de Grondwetsherziening heeft ver
traagd want wie toch heeft ooit gehoord, dat een
minister drie schepen wil laten bouwen alleen ter werk
verschaffing en van dat plan zijn blijven of heengaan
afhankelijk stelt!
Toch zou vermoedelijk, waren er minder Kamerleden
afwezig geweest, de minister zijn zin hebben gekregen
en zou de Nederlandsche vloot verrijkt zijn met een
drietal onnoodige vaartuigen. Maar daarmede zou dan
de nu ontstane stagnatie zijn voorkomen en met
het oog daarop betreuren wij, het dat do leden der
linkerzijde na de pertinente verklaring des Ministers,
dat het budget van marine niet verhoogd zou worden,
zich zoo sterk tegen het voorstel des Ministers hebben
gekant. Dit was hunnerzijds evenzeer onhandig en wij
gaan dan ook niet mede met die bladen die in dezen
de liberalen geheel vrijpleiten.
Nu het hier geldt het vervangen van het hoofd van
een «betrekkelijk ondergeschikt" departement, zooals
de heer Verniers Van der I.oriï het uitdrukte, koestereo
wij de boop, dat de nu ontstane vertraging niet van
langen duur zal zijn.
Toch zullen, gelooven wij, de anti-liberale bladen
wijs doen met niet al te zeer tegen de liberalen te
velde te trekken over hetgeen in de zitting van Zater
dag is geschied. Beter zullen zij doen met te bedenken,
dat het in de zitting van gisteravond allen leden der
rechterzijde waren, die vóór het amendement-Rmther
(zie rubriek Staten-Genernal hieronder) stemden. In
dat amendement lag veelmeer een motie van wantrou
wen dan in dat van den heer Goeman Borgesius.
GOES, 22 December 1886.
In den morgen van 21 December overleed alhier
zeer plotseling op 81 jarigen leeftijd de in onze ge
meente algemeen bekende en beminde heer Franciscus
Seraphicus Augustinus K n i t e 1.
In hem verliest onze gemeente een zeer geacht mede
burger. Op jeugdigen leeftijd van elders naar Goes over
gekomen, bracht hij hier zijn langdurig leven door en
was hij om zijne humaniteit algemeen bemind. Knitel
hield nagenoeg gelijken tred met deze eeuw en beleefde
dus den tijd, dat de kerkelijke gezindten zich niet zoo
scherp teekenden en Christelijke verdraagzaamheid meer
in de samenleving was doorgedrongen dan thans.
Sedert tal van jaren Regent van het Burgerlijk
Armbestuur en bijna 40 jaren lid van de Comm. voor
de CEcon. Spijsuitdeeling, bleef verdraagzaamheid ook
daar zijn lens, hoezeer hij ook de richting volgde van
de kerk die hij liefhad. Aan grondige kennis van de be
volking onzer gemeente paarde hij de meest stipte
plichtsbetrachting, humane behandeling der armen en
weldadigheidszin, die hem veel waardeering deden on
dervinden en waardoor zijn gemis diep zal worden
gevoeld.
Kapelle. Door den heer D a v i d i s, stationschef alhier,
is tegen 1 Januari aanstaande als zoodanig eervol
ontslag aangevraagd.
De heer J. A. G e i 11geneesheer te Nisse,
heeft eervol ontslag gevraagd als gemeente-genees
heer van 's-Gravenpolder.
Oudelande. Benoemd tot lid van het Burgerlijk
Armbestuur in plaats van Gerard Hoffius Johannes
K o e t z e.
Het ontwerp tot naturalisatie van F. L. E.
Muller te Ierseke is door de Tweede Kamer aan
genomen.
Bij beschikking van den Minister van Staat,
Min. van Binn. Zaken van 20 Dec. jl. is voor het jaar
1887 benoemd: tot adsist. aan de Rijks-Universiteit
te Utrecht voor de scheikunde C. W e 11 e m a n.
Naar wij vernemen is door de dorpsvereeniging
«Landbouw en Veeteelt" te Wolfertsdijk uit het, op
den 14 Dec. jl. te Goes gehouden vergadering van be
langhebbenden bij de huikerbietenteelt opgemaakte,
grostal voor eene commissie in zake het
telen van suikerbieten eene keuze gedaan.
Benoemd zijn de heeren G. J. Van den Bosch, J.
J. Van Weel, C. Zuidweg, P. Voogd, J. Heijboer, J.
Polderdijk en T. J. Voorbeijtel.
Mochten benoemden voor het lidmaatschap bedanken
dan zullen de heeren Jan Nieuwenhuijze en J. Oeleuit-
genoodigd worden in de commissie zitting te nemen.
De heer T. J. Voorbeijtel heeft reeds voor het lid
maatschap bedankt. MCt.)
Wissekerke. Wie den Vlietepolder vóór de
laatste calamiteit of slechts kort daarna bezocht en
thans over het groote werk, daar in wording en dat,
uit een waterbouwkundig oogpunt, Noord-Bevelands
Noordkust weer verrijkt, zijn blik laat weiden, is ge
troffen door de vele veranderingen, in zoo weinig tijds
daar aangebracht door de heeren J. Van den Bandt c. s.
en C. Bolier van Scherpenisse, aannemers der beide
werken. Allerwege bedrijvigheid waar men staart. De
polderwerkers, nu nog tot een getal van circa 250,
kruiende en schuierende, afgravende en afplattende,
zoden afstekende en leggende, krammattende of 't rijs
in orde brengend; op den tot een reuzendijk ver
zwaarden spekdam, met een grondslag van teen tot
teen van 48.7 M. en eene hoogte van 8 M. (4.8 M.
boven A. P.), verscheidene paarden langs de glooiing
op en neer loopende om den grond vast in elkaar te
werkendit alles maakt een scherp contrast met de
inzonderheid thans diepe landelijke stilte van den
omtrek.
Mocht de vorst niet feller worden, zoodat de werk
lieden van het eerste werk hunne taak geregeld kunnen
volbrengen, dan zal nog voor nieuwjaar dat werk vol
tooid zijn.
Van het tweede werk zijn de beide nollen reeds
zoo goed als klaartusschen die nollen lag de weg
gevallen dijk van ongeveer 400 M. Ook de inlaagdijk
is reeds aanzienlijk verzwaard en op de westzijde al
op de vereischte hoogte. De dijk, die naar de ooste
lijke nol moet loopen, in aansluiting met den reeds
genoemden verzwaarden spekdam, is thans de plaats
der grootste activiteit. De grondslag daarvan bedraagt
omstreeks 30 M., terwijl men al zoo ver gevorderd
is, dat de dijk al heel wat boven hoogwater ligt.
üLiLa
Al die werkzaamheden mogen, vooral in dit jaar
getijde, eene weldaad voor de arbeidersklasse der twee
'grootste N.-Bevelandsche gemeenten genoemd worden.
Den len Januari 1887 treedt definitief in wer- I
king de lijn Vlissingen Londen van de
Kon. Ned. Stoombootmaatschappij te Amsterlam voor
het vervoer van schapen via Oldenzaal en Venloo uit
Duitschland naar Vlissingen. Als agmt voor de Kon.
Ned. Stoombootmaatschappij treedt daarbij op de Kon.
Maatschappij »de Schelde" te Vlissingen.
De Minister van Waterstaat heeft, bij beschik
king van 15 December, aan de tijdelijke amb
tenaren van don Waterstaat, die geruimen
tijd geleden een adres indienden ter verkrijging van
eene vaste aanstelling met recht op pensioen enz., te
kennen gegeven, dat het verzoek om in het genot van
pensioen te mogen deelen in strijd is met de pensioen
wet, en mitsdien hun verzoek niet in gunstige over
weging kan worden genomen.
Maandag werd tot liquidatie der Am-
sterdamsche chininefabriek besloten en
een liquidatie-commissie benoemd.
HH. MM. de Koning en de Koningin
met d8 Prinses keeren den 29n van het Loo in de
residentie terug.
De burgemeester van Leiden woonde Maandag
voor het eerst de vergadering van het Dagelijksch Be
stuur bij.
Het Ned. Gymnastiekverbond, omvat
tende 73 vereenigingen, heeft in haar alg. vergadering
met 88 tegen 49 stemmen besloten, in 1887 geen
algemeene bondsuitvoering te geven, maar zich nog te
bepalen tot hoogstens vijf partiëele uitvoeringen.
Aan een commissie is het opmaken vau een ontwerp
tot herziening van de grondwet van den Bond opge
dragen. Vóór 1 Mei a. s. zal haar arbeid moeten zijn
afgeloopen,
Den 18den December 1886 is door Zr. Ms. gezant
te Brussel met den Minister van Buitenlandsche zaken
van Z. M. den Koning der Belgen eene verklaring on
derteekend betreffende maatregelen tegen den
zoogenaamden handel in jeugdige vrouwen
en meisjes.
Staten-Generaal.
EERSTE KAMER.
De Kamer nam gisteren eenige kleinere wetsont
werpen aan, waaronder dat tot verhooging van den
accijns op het gedistelleerd.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van gistermiddag was de begrooting
van oorlog aan de orde. Bij het algemeen debat hield
Minister Weitzel tegenover den heer Reuther vol, dat
de Grondwetsherziening de oorzaak was, dat er geen
organieke wetten konden worden gewijzigd. Het onder
de wapenen houden van de oudste lichting der militie
werd zeer aanbevolen door de heeren Van der Oye en
Rooseboom en bestreden door de heeren De Vos en
Reuther, maar werd voor het oogenblik door den
Minister onnoodig geacht. Een nieuwe pensioenregeling
voor de officieren zou te duur uitkomen. Verbod tot
drankverkoop in de cantines, door deD heer Schim-
melpenninck van Nijenbeek gewenscht, werd door den
heer Rooseboom en den Minister bestreden. De begin
selen der nieuwe wet op de mil. academie 2ijn nog
niet vastgesteld.
De heer Fabius achtte de Regeering niet ontheven
van de verplichting tot voorziening in den defensie
toestand niettegenstaande de afwijzing der vroegere
daartoe strekkende voorstellen.
De Min. van Oorlog zal de zaak van het Militair
Tehuis te Kampen nader onderzoeken.
In de zitting van gisteravond werd de behandeling
der artikelen voortgezet en werd met 41 tegen 36
stemmen verworpen een amendement van den heer
Reuther om art. 8 te verminderen met f 1700
gevraagd voor de oprichting der militaire school te
Haarlem.
Beursoverzicht.
Evenals de vorige week zijn de resultaten der beurs
zaken ongunstig te noemen. De toen reeds ingetreden
daling hare voornaamste kracht ontleenende aan
de dure en nog steeds duurder wordende geldmarkt
heeft sedert nog grootere verhoudingen aangenomen
en de week bleef niet vrij van een paniek, die tot
nu toe wel geene ernstige gevolgen had, doch toch de
noodige agitatie op onze locale markt met zich bracht.
Noch de Europeesche noch de Amerikaansche fondsen
bleven gespaard en de slotcijfers, op sommige waar
van wij nog terugkomen, bewijzen dat er vooral in de
laatste rubriek enorme verliezen zijn geleden.
i'
Voor de Europeesche waarden bleef de politiek
mede een factor tot de algemeene dépréciatie. Het
verzet, dat nu de eene mogendheid, dan de andere
gelieft aan te teekenen, wanneer de candidatuur van
de Bulgaarsche kroon ter sprake wordt gebracht, geeft
steeds voedsel aan de ongedecideerde richting der toon
gevende foudsen. De speculatie wordt slechts weifelend
gaande gehouden en zonder andere beweegredenen is
wisseling al genoeg om teruggaande koersen te bevor
deren. De verschillen zijn zonder onderscheid belang-
lijk doch waren voor dit gedeelte der markt wederom
het grootst in de roebel waarden.
Onze Nationale Schuldsoorten konden zich aan de
algemeene beweging niet onttrekken en sluiten even
eens op stei k reagesrende koersen. De integralen open
den op 75 54 en sluiten op 7474 de 3% pets. soorten
aanvankelijk 99%, eindigden de week op 9954.
Ook de Parijsche beurs, die zich in de laatste weken
door een bijzondere vastheid wist te onderscheiden,
had in deze week nog buitendien eene zware beproe
ving te doorstaan door den val van een der voor
naamste agenten, wiens speculatiën zich voornamelijk
in Italiaansche rente en in Panamakanaal-aandeelen
hadden uitgestrekt. De gevolgen hiervan waren volgens
de laatste berichten nog niet te berekenen, doch mid
delerwijl zijn ook hierop alle soorten, die den Parijschen
steun genoten, sterk achteruitgegaan. Zoo bedraagt
het verlies voor de 4 pet. Spanje Buitenland pet.,
voor de 3 pet. Portugal 1 54 pot. en voor Italiaansche
rente pet. lurken werden relatief nog het minst
getroffen en behoefden slechts 54 pet. prijs te geven.
De Russische markt ondervond voor 't meerendeel
weder de gevolgen van de zwakke positie der Duitsche
markten. Men bleef er daar steeds op uit om zoovee',
mogelijk te liquideeren, wat natuurlijk bij de ongun
stige stemming, waarin allerwege de effectenmarkten
verkeerden, zeer bezwarend ging en het aanbod verre
de vraag deed overtreffen. De transacties waren dan
ook gering en de cijfers niet in overeenstemming met
de daling, die voor de meeste soorten 1 a 1 pet.
bedraagt. De weekstaat der Nederlandsche Bank op
11 December jl. wijst aan vermindering van den goud
voorraad met 154 millioenvan de wisselportefeuille
met zeven en halve ton en van de beleeningporte-
feuille met '/ia millioende rekening-courant saldo's
namen met eene geringe hoeveelheid toe.
De Koloniale fondsenmarkt was gedurende de afge-
loopene week de eenige, die eene uitzondering maakte
op de algemeene richting en voor allen vast gestemd was,
voor sommigen zelfs avans met zich bracht. De be
handeling en de daarop gevolgde aanneming van de
suikerwet door de Tweede Kamer der Staten-Generaal
moet natuurlijk als reden voor deze vaste tendenz
geldentoch zijn met uitzondering van de waarden
van de Dorrepaalsche bank der Vorstenlanden de prij
zen niet zeer verschillende van die van acht dagen te
voren. Deze laatste profiteerden van de door den
Minister gedane mededeeling dat door de Indische re
geering eventueels verliezen werden gewaarborgd aan
de bankinstelling, die het werkkapitaal voor de suiker
ondernemingen in de Vorstenlanden zal verschaffen.
Van de zwaarste lasten verlost zal dus nu de Dorre
paalsche bank alleen'voor hare andere cultures hebben
te zorgen. Onder de bovenbedoelde bankinstelling moet
vermoedelijk de Nederlandsche Handel-Maatschappij
worden verstaan.
De markt der Zuid-Amerikaansche fondsen onder
vond natuurlijk al de gevolgen van de zwakke positie
der Londensche beurs. Eenmaal dien steun moetende
missen en aan zich zelve overgelaten is het begrijpe
lijk dat ook deze waarden in belangrijke reactie sluiten.
Mexicanen 1851 wijzen een verlies aan van 1 <4 pet.;
Peruanen pCt. minder; Venezuela's sluiten op het
zelfde cijfer doch waren mat gestemd.
Zoo ooit, dan heeft de Amerikaansche aandeelen-
markt deze week groote teleurstellingen gegeven. Nog
geen 14 dagen geleden en de meest gevierde autori
teiten hadden op dit gebied anders geprofeteerd. Men
scheen zoo zeer overtuigd van den verbeterden toestand
waarin de handel zich aldaar sedert jaren weer bewoog
men achtte zich zoo zeker van de uitkomsten die dit
op de ontvangsten der spoorwegen moest geven, dat de
soorten als Unions en Centrals-Pacific die vroeger
onder de meest soliede werden gerekend, ook nu op
de dan toch nog altijd lage prijzen van pl.m. 67 pet.
en 50 pet. door de Amsterdamsche beurs in groote
hoeveelheden zijn gekocht. Den laatsten dag der vorige
week sluiten deze waarden respectievelijk 62% en
43 of 2% en 414 pet. minder dan den laatsten
dag der week van 411 December, terwijl op het
oogenblik dat wij dit schrijven 58% en 39% notee
ring is geworden. De hoofdoorzaak was even als de
vorige week de hoogere geldkoersen en wel in 't bij
zonder op de New-Yorker markt. Onder anderen werd
op den 15en voor voorschotten op goed onderpand
6 a 7 pet. verlangd en op diverse waarden 815 pet.
Dit was de oorzaak tot groote verkooporders, en hoe
meer de prijzen daalden hoe meer verkoopers er op
daagden.