1886. N°. 131.
Zaterdag 6 November.
73ste jaargang.
DE NOVEMBER-VEE HARKTEN
GOESM
De uitgave dezer Courant geschiedt Maand as, Woensdab en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 et.
In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen warden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regeL
TE GOES
zullen dit jaar gehouden worden op
Dinsdagen deu 9, 16, 23 eu 30
van die maand.
Goes, den 23 October 1886.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
In herinnering wordt gebracht dat de duur der
BOTERMARKT is bepaald op eiken Dinsdag van des
voormiddags half twaalf tot des namiddags half een ure,
en die der GRAANMARKT van des namiddags half
een tot half drie ure.
Zullende de aanvang en slniting der graanmarkt
door bet kleppen der kleine stadhuisklok worden aan
gekondigd.
Goes, den I November 1886.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
GOES, 5 November 1886.
De N. R. Ct. besprak enkele dagen geleden
de quaestie der subsidie aan middelbare
meisjesscholen en kwam tot de conclusie, dat
het alleszins wenschelijk is om op de weldra te be
handelen staatsbegrooting voor 1887 die subsidiën
weder te plaatsen.
Zooals men zich herinneren zal zijn bij de behan
deling der begrooting in 1885 die subsidiën gevallen
met éene stem meerderheid. Dientengevolge waren
o. a. Goes en Middelburg financieel niet meer bij
machte hunne middelbare meisjesscholen te behouden
en werden deze inrichtingen gereorganiseerd tot eene
soort van scholen voor meer uitgebreid lager onder
wijs. In andere plaatsen werd de school behouden,
maar werd het gemis der subsidie natuurlijk sterk
gevoeld.
Wanneer men echter de vraag stelt of het
althans op dit oogenblik wenschelijk is om die
subsidiën weder op de staatsbegrooting te brengen,
dan aarzelen wij niet daarop ontkennend te ant
woorden en wij sluiten ons te dien opzichte geheel
aan bij hetgeen de Midd. Ct. in haar nommer van
jl. Maandag daaromtrent schreef.
Het is ongetwijfeld eene groote leemte in de wet
van 1863, dat zij de regeling van het M. O. voor
meisjes geheel aan de gemeenten en aan particulieren
overlaat en om die reden alleen zou eene herziening
der wet een zeer gewenschte zaak zijn. Maar waar wij
voorshands alleen rekening te houden hebben met de
thans vigeerende wet en waar door het Kamervotum
van 11 Maart 1885 de subsidiën werden geschrapt
daar komt het ons ten eenenmale ongemotiveerd voor
dien post thans weder te herstellen. De N. R. Ct.
noemt dit in hare repliek aan de M. Ct. t> bandhaven
en bekrachtigen van reactionaire besluiten". Wij ge-
looven dat de betrokken gemeenten meer gebaat zijn
met eene dergelijke bekrachtiging dan met het wissel
vallige van eene subsidie. Wie toch waarborgt, dat
de kleine liberale meerderheid in de Kamer niet weer
bij de eerstvolgende Kamerverkiezing te loor zal gaan
ea dat derhalve op de volgende begrooting dé' subsidiën
weder zouden worden geschrapt en is dan het bloot
staan aan die onzekerheid niet veel gevaarlijker dan
de zekerheid van het gemis
Voor Goes en Middelburg is de quaestie van weinig
belang. Onze gemeente althans zal, ook al werd in
beginsel weder tot het verleenen van subsidiën be
sloten, wel niet licht weder in het bezit van eene
middelbare meisjesschool komen, ten ware de wet van
•1863 werd herzien. Wij gelooven trouwens niet, dat,
nu wij de georganiseerde inrichting hebben met uit
stekend onderwijzend personeel, er velen zijn, die in
ernst de vroegere inrichting weder zouden terugwen-
achen als eene voor onze gemeente onmisbare zaak.
Wat voorts de gemeenten betreft, die voorloopig
hare meisjesscholen behielden in de hoop dat de sub
sidiën dit jaar weder zouden worden hersteld, ook
deze zouden daarmede, dunkt ons, weinig zijn gebaat.
Wat haar ditmaal werd geschonken, zou haar een
volgende maal misschien weder worden ontnomen, ja,
het is niet onmogelijk, dat juist het herstel der sub
sidiën der liberale meerderheid spoedig het leven zou
kosten.
Dat met het oog op Leiden en andere plaatsen,
waar indertijd de meisjesscholen werden opgericht,
nadat de minister had toegezegd subsidie ervoor op
de begrooting te brengen, de intrekking een «daad
van onrecht" zou zijn, zooals de IV. R. Ct. beweert,
komt ons evenmin juist voor. Een minister kan toe
zeggen wat hem goeddunkt, het zijn ten slotte de
Kamers die beslissen en waar nu zulk een subsidie
op geen enkele wettelijke bepaling is gegrond daar
blijft zij geheel blootgesteld aan de wisselvalligheid
van de meerderheid in de Kamer ter rechter- of ter
linkerzijde. Waren de subsidiën nimmer afgeschaft, er
zou onzerzijds geen reden zijn om erop aan te dringen
nu ze ten vorigen jare vervallen zijn, achten wij een
herstel geenszins gewenscht, tenzij het M. O. voor
meisjes bij de wet worde geregeld of ten minste de
liberalen eene zoodanige meerderheid hebben verkregen,
dat er in lange jaren geen gevaar voor afschaffing
ervan bestaat. Dit is thans nog geenszins het geval.
Wij achten het middelbaar onderwijs voor meisjes
eene zeer belangrijke en gewenschte zaak, maar juist
daarom willen wij het die stabiliteit zien verleend,
welke de overige takken van openbaar onderwijs be
zitten en wenschen wij het niet afhankelijk gesteld
te zien van eene toevallige Kamer-meerderheid.
Nadat de bijeenkomst door den voorzitter, den
heer W. J. Van Gorkom, was geopend, trad gister
avond in het departement Goes der maat
schappij tot nut van het algemeen als
spreker de heer II. Snijders uit Middelburg op. Als
gewoonlijk was de opkomst der leden weder zeer ge
ring, terwijl ook de niet-leden maar zeer schaarsch
waren vertegenwoordigd, ofschoon toch de toegangs
prijs van éen dubbeltje wel voor niemand een bezwaar
zal zijn geweest. De heer Snijders had zich tot on
derwerp gekozen «Nederland's verleden en heden op
maatschappelijk gebied". Vóór de pauze gaf de spreker
ons een duidelijke schets van de ontwikkeling van het
sociale leven in de voornaamste staten van Europa en
in het bijzonder in Nederland, van den val van het
Westersch-Romeinsche rijk tot de 17e eeuw. Achter
eenvolgens werd de invloed besproken van het leen
stelsel, van het ontstaan der steden met hunne poor
ters, van de kruistochten en van de verhouding waarin
de drie machtenvorst, adel en volk tot elkander
stonden, eene verhouding, die in Nederland eene ge
heel andere was dan in de overige staten van westelijk
Europa, omdat hier de vorst den steun vroeg van het
volk, elders van den adel.
Voorts werd een blik geslagen op het ontstaan en
den invloed der gilden en daarvan uit een maatschap
pelijk oogpunt het voor en tegen geschetst.
Na de pauze kwam spr., na met een enkel woord
het revolutie-tijdperk uit het laatst der 18e eeuw te
hebben besproken, op onzen tijd om helder in het licht
te stellen hoe, wat vroeger door den derden stand
was begeerd, namelijk gelijkheid in rechten met adel
en geestelijkheid, thans geëischt wordt door den vier
den stand. Die eisch heeft billijks in zich, maar men
vrijware zich voor overdrijving zoowel eenerzijds door
te beweren, dat de vierde stand verdrukt wordt, ander
zijds door te meenen, dat hij het nog zoo kwaad niet
heeft. De arbeidende klassa heeft het wel kwaad,
maar dit is geen gevolg van onderdrukking, maar van
de algemeene malaise in alle takken van handel en
industrie. Waar de gegoeden het bij geringe verdienste
nog langen tijd kunnen uithouden, daar staat bij de
arbeidende klasse bij slapte van werk onmiddellijk
het nijpendst gebrek voor de deur, zoodat er van sparen
zelfs geen sprake kan zijn. Daarom moeten de meer-
gegoeden niet ophouden de minder bevoorrechten op
alle mogelijke manieren te steunen en het particulier
initiatief vermag daartoe veelinzonderheid werkgevers
kunnen daarbij veel nut stichten en zij kunnen zich
daarbij spiegelen aan mannen als Van Marken en
Stork. Ook voor den ouden dag van den werkman kan
en moet gezorgd worden en de oprichting van het
pensioenfonds voor werklieden door de maatschappij
tot N. v. h. A. was daartoe een groote stap.
Doch naast het particulier initiatief kan ook de staat
veel doen tot bescherming van den vierden stand en
de verbetering van zijn lot. Wel draagt de staat zorg
voor uitstekend lager onderwijs, maar daarnaast heeft
hij zijne aandacht te wijden aan de oprichting van
vak- en industrie-scholen, van arbeidskamers en aan
de arbeidswetgeving. De bekende enquête-commissie
kan ten opzichte van dit laatste punt heilzaam werk
zaam zijn, terwijl ook het Algemeen Nederlandsch
Werkliedenverbond te dier zake advies heeft uitgebracht.
Met eene opwekking aan de meergegoeden om te
doen wat hunne hand te doen vindt en eene ernstige
waarschuwing aan de arbeidende klasse om kalm en
waardig aan de verbetering van haar eigen lot werk
zaam te zijn en zich niet te scharen onder de roode
vlag of te luisteren naar de dwaalbegrippen van socia
listische, communistische of anarchistische woordvoer
ders en leiders, eindigde de heer Snijders zijne belang
wekkende rede.
Met een hartelijk woord van dank aan den spreker
sloot de voorzitter deze bijeenkomst, terwijl de aan
wezigen door luid applaus hunne instemming met het
gesprokene te kennen gaven.
Naar men ons mededeelt is de heer Bieren
broodspot, cipier in het huis van arrest alhier,
door den minister van justitie aangesteld tot onbe
zoldigd rijksveldwachter.
De heer Alex. Faassen, directeur van het Rot
ter d. tooneelgezelschap, heeft tegen Donder
dag 9 December, a. s. de Schouwburgzaal der Sociëteit
V. O. V. tot het geven eener voorstelling aangevraagd.
De sergeant der infanterie J. C. M. Vermande
heeft met goed gevolg het'examen voor 2den luitenant
bij dat wapen afgelegd.
De enquête-commissie heeft verzonden
een «Schets van hoofdpunten van het onderzoek be
treffende werking en uitbreiding der wet van 19 Sep
tember 1874 Staatsblno. 130) en naar den toestand
van fabrieken en werkplaatsen" 1
Het stuk, dat aan verschillende werkliedenvereeni-
gingen is toegezonden, o. a. ook aan de werklieden-
vereeniging «Eigen Hulp" alhier, is verdeeld in zes
onderdeelen, die aangeven waarover het onderzoek
loopen zal. Nagegaan zal worden de werking der wet
op den kinderarbeid, alsmede de arbeid door andere
personen, zooals gehuwde en ongehuwde vrouwen,
verricht.
De toestand der fabrieken en werkplaatsen zal
worden onderzocht en daarbij zullen in aanmerking
worden genomende veiligheid, de gezondheid, het
welzijn der werklieden, gevaar voor rampen en onge
lukken. Voorts Lucht. Licht. Verwarming. Reiniging.
Afzonderlijke lokalen voor de beide seksen. Duur van
het verblijf in de gebouwen (rusttijden, nachtarbeid,
Zondagsarbeid). Uitvoerbaarheid van maatregelen ter
verbetering, ook in verband met de belangen der
nijverheid.
Middelburg. Omtrent den gezondheidstoe
stand dezer gemeente in de maand October 11.
strekt het volgendehet totaal der overledenen be
draagt 43. Aan diarrhee stierven 8, aan kliertering
4aan longtering 4, aan longontsteking 4, aan kink
hoest 4, aan ouderdomszwakte 3, aan vroeggeboorte
2, aan hersenontsteking 2, aan slepend longlijden 2,
aan spruw 2, aan kanker 1, aan mazelen 1, aan
hersenziekte 1, aan stuipen 1, aan borstvliesont
steking 1, aan kortgebrek 1, aan slepend darmlijden
1 en aan koorts 1. Naar de leeftijden was de sterfte
als volgt: beneden het jaar 17, van 15 jaren 11,
van 510 jaren 2, van 2025 jaren 1, van 25
30 jaren 1, van 4045 jaren 2, van 6570 jaren
3, van 7075 jaren 2, van 7580 jaren 1, van
80—85 jaren 1, van 8590 jaren 1 en van 90
95 jaren 1. Geboren zijn 7 jongens en 23 meisjes.
Gehuwd 9 paren.
Met ingang van 1 November jl. is bevorderd tot
commies der 2e klasse bij de Administratie der directe
belastingen enz. de heer F. J. Hufkens te Kort-
gene. (Z. IV.)
Westelijk Zeeuwsch-Vlaanderen. Da voltooiing van
den stoomtram BreskensMaldeghem nadert met reu
zenschreden". Dat deelde Het Weekblad reeds meer
malen mede en zoo schreven ook wij. Het zijn dan
ook werkelijk reuzenschreden, die gedaan worden.
Maar wie zal daarbij niet twijfelachtig de schouders
ophalen, wanneer hij leest, »dat bij Ged. Staten een
verzoek werd ingediend, om verlenging van den ter
mijn voor het in exploitatie brengen tot 15 Juni
1887"? Er moeten dus naar alle waarschijnlijkheid
nog 7% maand verloopen, eer de tram tot onze be
schikking is 1
We deelden onlangs mede, dat tengevolge van het
schrikken der paarden niet zelden voertuigen van den
weg in de sloot geraakten. Thans is het reeds zoover
gekomen, dat dikwijls de zandkarren, die het gevolg
van de locomotief uitmaken, eveneens het spoor bijs
ter zijn.
Bijna dagelijks hebben dergelijke ontsporingen plaats
en het is begrijpelijk, dat zij veel moeite veroorzaken
en tijd rooven. Voorzichtigheid zij hier aanbevolen 1
Zooals in het genoemde adres van commissarissen
werd vermeld, zijn met den gemeenteraad van Sluis
moeielijkheden ontstaan over den aanleg der lijn in
de kom dier gemeente. In de gemeenten, waar de
tram door nauwe straten moet rijden, met name door
Oostbnrg, bestaat gegronde vrees voor onaangenaam
heden. Men bedenke daarbij ook, dat de lijn gelegen
is langs den hoofdweg in dit gewest Doordien te veel
onteigening zou moeten plaatshebben, was een afzon
derlijke weg helaas onmogelijk.
Waar echter de Staat of eenige andere maatschappij
een' spoorweg hier in gebreke liet, daar verdienen de
pogingen van lien, die eenen tramweg tot stand brach
ten, die dus op andere wijze in eene dringende behoefte
voorzagen, te meer waardeering.
Het stoomschip «Prins Alexander" is 2
Nov. van Suez vertrokken naar Batavia.
In de Köln Zeit. worden Duitsche handelsfirma's
gewaarschuwd tegen een zekere firma Stamm Co.
te Vlissingen. Een dergelijke firma is aldaar niet
bekend, doch brieven aan haar adres worden door een
Duitscher, die te Middelburg woont, aan het postkantoor
afgehaald. Eenige pakjes met pommade en electrische
bellen wachten nog op dezen bode. Volgens den be
richtgever van het Keulsche blad tracht de politie den
persoon op te sporen, die aldaar op naam eener niet
bestaande firma zaken doet.
De Minister van binnenlandsche zaken, over
wegende dat de heer P. W. Van der S 1 e y-
d e n is bevorderd tot ingenieur van den waterstaat
lste klasse en dus heeft opgehouden lid te zijn van
de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zoodat eene
ve rkiezing van een lid der Kamer moet plaatshebben
in het hoofdkiesdistrict Arnhem, heeft bepaalddat
die verkiezing zal plaatshebben Dinsdag 23 Novem
ber e. k.dat herstemming, is die noodig, zal ge
schieden Dinsdag 7 December daaraanvolgende.
Nogmaals wordt de aandacht van belanghebben
den gevestigd op het feit, dat nog maar tot het einde
dezer maand de gelegenheid openstaat om effecten
te doen zegelen voor 1 /5 van het bij de wet van
31 December 1885 bepaalde zegelrecht. Van af 1 Decem
ber zal het halve en na 1 Maart 1837 het volle zegel
recht zijn verschuldigd. Dewijl geen effecten verkocht,
beleend of als onderpand gegeven kunnen worden zonder
van zegel te zijn voorzien, is het in ieders belang nog
van het verlaagde recht gebruik te maken.
De oud-professor der Koninkl. Milit. Academie
te Breda dr. J. J. De Hollander, die nog vóór
korten tijd een krachtig man was, is thans zóó hevig
ongesteld, dat er op het behoud van zijn leven weinig
hoop meer bestaat.
Volgens Surveyers rapport zijn er aan boord van
het te Aden aangevaren stoomschip Prins
Hendrik verscheidene plaatsen voor en achter van
het bovendek ontzet. Drie balken in het groote voor
luik zijn gebroken. Het dek is met laag water en
springtij tien duim boven. Vermoedelijk zal men acht
dagen bezig zijn om het lek tijdelijk te kunnen dicht
maken. De opening is ongeveer 24 voet lang van het
bovenschip tot onder. Het is twijfelachtig of het schip
den druk van de uitzetting der lading zal kunnen
weerstaan.
Volgens telegram van den gezagvoerder van het
stoomschip Hnbbuck was de oorzaak der aanvaring,
dat de Prins Hendrik achteruit ging dwars voor zijn
boeg. De schade van de Hubbuck is niet zeer ernstig
en het stoomschip kan de reis voortzetten. Een offi
cieel onderzoek wordt gevorderd.
Volgens telegram uit Londen, te Amsterdam bij de
vereeniging van assuradeuren ontvangen, zijn uit het
stoomschip Prins Hendrik in goeden staat gelost 2700
balen koffie. De dekken beginnen te zwellen. Door de
autoriteiten is beslag gelegd op het stoomschip Hubbuck.
De Prins Hendrik ligt, blijkens de inlichtingen, die
het Nieuwsbl. van Nederl. ontving, bij eb nog geheel
zichtbaar. Alleen bij vloed ligt de boot onder water.
Er bestaat dus alle kans om het gat met zeilen te
dichten en het schip, door het lens te pompen, weder
vlot te krijgen, teneinde het te doen dokken en her
stellen. De passagiersruimte van het schip was geheel
bezet met repatriëerende oud-gasten en troepen, die
allen in de vele hötels, waaraan een bedrijvige haven
plaats als Aden rijk moet zijn, een goed onderkomen
hebben kunnen vinden, zoodat de familieleden geen
oogenblik in bezorgdheid of angst behoeven te verkeeren.
De Japansche dokter S u g n a i heeft, indien zijn
ontdekking juist zal blijken te zijn, meer voor het
Indische leger gedaan, zegt de Java-bode, dan de gansche
geneeskundige dienst. Den 15 September is, volgens
dat blad, door hem een beri-beri-bacille ge
vonden in het hart van een aan die ziekte overledene.
Behalve op andere gebreken vestigt het Handels
blad de aandacht op eene onbillijkheid, die uit de voor
gestelde Zondagswet zou voortspruiten in verband
met de drankwet. In de drankwet wordt met 25% het
vergunningsrecht verminderd van hen, die geen sterke
drank in kleine hoeveelheden verkoopen tusschen
Zaterdagavond zes uur en Maandagmorgen zes uur.
Thans wordt ook aan hen, die het volle vergunnings
recht betalen, de verkoop gedurende een gedeelte van
den Zondag verboden, zonder die omstandigheid in
aanmerking te nemen.
Ook op een paar andere gevolgen der toepassing
wijst het Hbl.
Volgens artikel 1 zullen de advocaten, wier kantoor
aan de straatzijde gelegen is en die op een Zondag
ochtend voor hun raam gezeten, zonder het gordijn
te laten zakken, eenige processtukken doorlezen, straf
baar zijn met een geldboete van ten hoogste 25,
omdat zij op Zondag arbeid verricht hebben in hun
beroep tegen loon van anderen binnen een gebouw,
terwijl die arbeid van den openbaren weg zichtbaar
was 1
Een schrijnwerker, die in zijn werkplaats op Zon
dagochtend bezig is iets te lijmen, za> niet strafbaar