1886. N°. 126. Dinsdag 26 October. 73ste jaargang. DE IVOVEMBER-VEEMARKTEN Personeele Belasting, vuil water of onreinheden GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maamus, Woensdao en Vrijdaqavomd uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich* voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiëi is van 15 regels 50 ct, elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen werden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. TE GOES zullen dit jaar gehouden worden op Dinsdagen den 9, 16, 23 en 30 van die maand. Goes, den 23 October 1886. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. De ingeschrevenen voor de BRANDWEER worden herinnerd aan de JKITTIIÏO DER COMMISSIE voor de beoordeeling van reclames op Donderdag den 28 October a. s., dee middags te 12 uren. De redenen van vrijstelling moeten vóór laatstge noemden dag ter secretarie worden opgegeven. Goes, den 23 October 1886. Bnrgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. De belanghebbenden worden herinnerd aan de sup- pletoire aangifte voor de bij uitbreiding, vermeerdering, verwisseling of het aanschaffen van voorwerpen der grondslagen van die belasting; kunnende daarvoor een biljet ter invulling bij den ontvanger worden afgehaald. Goes, den 23 October 1886. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Den ingezetenen wordt herinnerd dat het verboden is in de HAVEN, KADE en in de VESTEN, te werpen, alsmede om door de goten langs de straten of pleinen, bloed of ingewanden van dieren, vuilnis van pensen, grom van visch, brengen of dergelijke zaken te vegen, te laten loopen of daarin te werpen. Tegen de overtreding dezer verbodsbepaling zal ge waakt en vervolging ingesteld worden. Goes, den 25 October 1886. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DE WITT HAMER. De Secretaris, HARTMAN. Men vraagt ons of wij het 1 e e n i n g s p I a n van den heer B o s dij k hebben gezien, dat in de jongste raadszitting, als te laat ingekomen, terzijde is gelegd. Wij antwoorden bevestigend, zoowel van dit plan als van vroegere berekeningen van dien heer nemen en namen wij steeds kennis. Om meer dan eene reden echter achten wij bespreking ervan onnoodig eensdeels omdat dhr. Bosdijk bij zijne berekeningen dikwerf de schaduwzijden daarvan onopgemerkt laat, doch hoofd zakelijk omdat de toon, door dhr. B. zoowel tegenover B. en W. als tegenover ons aangenomen, geen debat toelaat. s, Nu echter onze opinie over het jongste plan van genoemden heer gevraagd wordt, w'üen wij, al is ook de zaak afgedaan, nog wel met een enkel woord onze bevinding mededeelen. Het plan van dhr. Bosdijk komt neer op eene split sing der leening in eene voor de gasfabriek en eene voor de conversie, en op eene andere wel wat wille keurige wijze van aflossing. De splitsing wordt voorgesteld met het oog op de uitdrukking van onzen burgemeester dat de ruim 200 gasverbruikers niet bevoordeeld mogen worden ten koste der 1200 contrib. in den H. O., wat echter niet weg neemt, dat de heer Bosdijk die afscheiding laat varen als het op het resultaat aankomt, namelijk door het voordeel, dat hij voor de eerste jaren berekent, een voudig tot vermindering van den H. O. te willen aan wenden. Hoe komt nu de heer B. aan een voordeel voor de eerste jaren Zeer eenvoudig: hij vangt bij zijn plan aan met eene lagere aflossing, die jaarlijks hooger wordt, ten einde toch de leening in 25 jaren gedelgd te hebben. Wij zullen slechts de cijfers van het eerste, het middelste en het laatste jaar even aanstippen om over het resultaat van het aangenomen plan en dat van de heer B. te kunnen oordeelen. In het door den Raad aangenomen plan is eene jaarlijksche gelijke aflossing van 4000,gesteld, behalve de bevoegdheid tot meer, indien dit kan. Men heeft dus nu Atlossing. Rente, in 1887 4000— 4200,— 1899 4000,— 2280,— 1911 j> 4000,160, Som aflossingen 105,000 interest 55,200 160,000 gemiddelde last over 25 jaren 6408,per jaar. De heer Bosdijk splitst de leening in eene ad ƒ73500,voor de gasfabriek, (welk plan in zijne J>q.- lage B voorkomt) en in eene ad ƒ31500,voor de conversie (bijlage C.) Voor beide onderdeelen begint hij, zooals wij zeiden, met eene lagere, jaarlijks opklim mende aflossing, waardoor men het volgende resul taat krijgt: Aflossing. Rente. 1887 plan B 1700,— ƒ2940,— C 800,1260, 2500,— 4200,— 1899 s B 2800,— ƒ1880,— i C 1200,— 808,— 4000,-2688,— 1911 B ƒ4500,— 160,— C 1900,76, 6400,236,— sprake van kunnen zijn, van hare winst eene bate voor de gemeente te maken. Som aflossingen B 73500, C 31500, Som renten i B 44112,— C 18932,- 105,000,— 9 63,044,— Totaal 168,044,— of gemiddeld over 25 jaren 6721,26 per jaar. Het plan-Bosdijk verzwaart dus de zaak met minstens ongeveer f 8000,rente (in het aangenomen plan bedraagt de som der rente 55,200,in de plan nen-Bosdijk 63,044,of gemiddeld per jaar met ruim driehonderd gulden meerderen last voor de ge meente De oorzaak daarvan is duidelijkhoe geringer toch aanvankelijk de aflossing is, hoe hooger de rentelast blijft. Blijkens zijne eigene cijfers, waaruit het bovenstaande is getrokken, ontkent de heer B. dat gevolg wel niet, maar hij laat het wijselijk onaangeroerd. Zijn uitgangs punt is dan ook ontheffing of bevoordeeling der inge zetenen in de eerste 13 jaren, met overbrenging van dat voordeel als nadeel op de ingezetenen der dan volgende 12 jaren. Kon dit in dezen aanbeveling verdienen Daargelaten de vraag of Gedeputeerde Staten eene dergelijke willekeurige wijze van aflossing zouden goed keuren, achten wij, met het oog op het eenigszins pre caire aan het bezit eener gasfabriek verbonden, het denkbeeld van dhr. Bosdijk weinig te verdedigen. Noodzakelijk is het de gasfabriek zoo spoedig moge lijk tot een gering bedrag op de balans te brengen. Ondersteld eens, dat binnen eenige jaren het gas door eenig ander licht werd verdrongen, dan zou het zeker geen gering bezwaar zijn, wanneer de gemeente hare fabriek nog tot een hoog bedrag onafgelost had. Maar ook nog om andere gebeurlijkheden schijnt het ons onraadzaam de aflossing naar de toekomst te verschuiven. Wij noemen slechts het Sas, waar voor naar allen schijn de ingezetenen van lateren tijd onverbiddelijk zware offers zullen te brengen hebben. Het is een eisch van goede regeeringszorg om te trachten, tegen dat nog niet te bepalen tijdstip de schuld der gemeente zoo laag mogelijk te doen zijn, omdat anders allicht de last te zwaar zou worden en waar dit nu kan geschieden door de opbreDgst der fabriek, gepaard aan een verminderenden gasprijs, tot onmiddellijke delging der schuld aan te wenden, daar achten wij de gemeente tot die daad verplicht, juist in het belang van alle ingezetenen. Want de tijd van calamiteit aan het Sas kan nog lang uit blijven, hij kan ook spoedig aanbreken en dan dieht de gemeente in staat te zijn, de zaak het hoofd te bieden. Afgescheiden hiervan ziet de heer Bosdijk nog eene belangrijke zaak over het hoofd. Wel is waar schijnt zijn plan in de eerste jaren voordeeliger, maar, be halve dat het reeds in 1897 bezwarender wordt en in 1911 aan de gemeente 2496,meer zou kosten dan bij het plan, zooals het door den Raad is vast gesteld, zoo is het slechts in schijn, dat iD de eerste jaren een voordeel voor de ingezetenen zou ontstaan. Immers zoo men met eene geringere aflossing begon, zou de winst der exploitatie grooter worden en dien tengevolge zou de gasprijs moeten verlaagd worden, zoodat het voordeel alleen voor de gasverbruikers der eerste jaren zou ontstaan, en waar men nu de eene categorie niet boven de andere wenscht te bevoordee- len, daar zou het ook niet opgaan het voordeel door de eene categorie behaald ten bate van allen te brengen. Alleen wanneer de fabriek vrij is, zal er Rest dus nog alleen de vraag of het plan-Bosdijk wat betreft de leening voor de conversie (afzonderlijke bijlage C) eenige overweging zou verdiend hebben. Ook daarvoor stelt hij eenvoudig eene willekeurige aflossing, aanvangende met 800 in 1887 en eindigende met 1900 in 1911. Dat ook dit plan duurder aan rente zon zijn dan het aangenomene (in de. groote leening begrepen) behoeft niet nader betoogd te worden. Het nadeel blijkt van zelf uit de omstandigheid, dat ook hierbij de aflossiDg met minder begonnen wordt. Maar welke reden zou er voor zijn om in dit op zicht vooral de tegenwoordige ingezetenen te bevoor- deelen ten koste der latere? Het is eene conversie van bestaande leeningen, waardoor de tegenwoordige inge zetenen reeds bevoordeeld worden. Immers de rente is goedkooper, maar bovendien, doordien ook nu deze leening over 25 jaren is verdeeld, zoo is de aflossing voor dit gedeelte jaarlijks reeds beduidend minder dan anders in de eerste jaren het geval zou zijn. Een gedeelte van den tegenwoordigen last wordt dus bereids op de latere ingezetenen overgebracht. Waar om nu nog meer? Als bij een en ander gevoegd wordt, dat de plannen van dhr. Bosdijk noodzakelijk eene wijziging in het bedrag en dus ook in het aantal der obligation zouden veroorzaken in verband met de variëerende aflossingen, wat eene niet geringe moeilijkheid voor de uitlotiDgen en wellicht aanleiding tot mindere deelneming zon gegeven hebben, zoo gelooven wij, dat, bijaldien de geldleening niet reeds een voldongen feit ware, er geene termen zouden zijn om aau zijue plannen de voorkeur te geven. GOES, 25 October 1886. Bedrog of waarheid Onder dezen titel heeft ds. P. Huet in zijn tijdschrift het «Eeuwige leven" eene verklaring trachten te geven van de geschiedenis met den geest van den Ladismith- schen ouderling. Hij stelt voorop, dat, waar zich in de geestenwereld zoovele leugengeesten" bevinden, de mogelijkheid, dat hij daarvan de dupe geworden is, niet is uitgesloten. Toch komt het hem voor, dat wei degelijk de geest van den nog levenden ouderling ge manifesteerd heeft, omdat hij verschillende verklaringen heeft ontvangen van zeer betrouwbare personen, dat ook geesten van levenden daartoe overgaan. Aangezien dit aan ds. Huet niet of althans niet voldoende bekend was, had hij uit de verschijning van den bedoelden geest voor zichzelf geconcludeerd, dat zijn vriend uit Ladismith was overleden. Ook de quaestie, dat de geest zou verklaard hebben, dat ds. Huet zachtmoedig geworden was, verschijnt in het artikel «Bedrog of waarheid" in een ander licht. Toen ds. Huet, in het begin van zijn loopbaan als evangeliedienaar, te Ladismith werkzaam was, sprak hij dikwerf met zulke scherpheid en hardheid, dat hij de menschen meer afstiet dan ze te winnen. In die dagen kwam de ouderling Spies meermalen bij hem en vermaande hem om toch «niet met de roede, maar met den geest der zachtmoedigheid" tot de menschen te komen. Toen nu Spies, zooals ds. Huet meende, uit de geestenwereld tot hem kwam, herinnerde deze den ouderling daaraan, waarop deze antwoordde«Gij zijt, naar ik hoor, zachtmoedig genoeg. Te veel kan kwaad, hoor, goede vriend. God zegene u." Donderdag 4 November zal in het koffiehuis «De Prins van Oranje" alhier eene tooneel voorstelling worden gegeven door het gezelschap van de heeren Charlier en De la Mar. Alsdan zal worden opgevoerd een blijspel van G. Von Moser, getiteldOorlog aan de liefde. De Staats-Courant no. 251 bevat wijzigingen in de statuten der naamlooze vennootschap «Oester- maatschappij Kapelle" te Kapelle, directeur de heer J. Oele Hz. Het kapitaal der vennootschap wordt daarbij bepaald op 25000, verdeeld in 25 aandeeleu van 1000. Wemeldinge. De verkiezing voor een lid van den gemeenteraad, ter voorziening in de vacature, ont staan door het overlijden van den heer P. Van der S c h r a a f, is bepaald op Donderdag den 11 Novem ber a. s. De surnumerair der posterijen J. M. Van den Driessen Mareeuw wordt op zijn verzoek, met ingang van 1 Nov., overgeplaatst van het postkantoor te Zieriksee naar het postkantoor te Vucht. Vlissingen. Als een verblijdend verschijnsel voor de onderneming mag wel vermeld worden, dat de kur- of concertzaal van het eerst dezen zomer geopende b a d h 6 t e 1 of, zooals de officiëele benaming luidt, «Grand Hotel des Bains" alhier, in den betrekkelijk korten tijd, dat die voor het daarmede beoogde doel werd gebezigd, dikwerf gebleken is, wat hare inrich ting en afmetingen betreft, niet voldoende te zijn voor het drukke gebruik dat er van wordt gemaakt, en tevens niet ingericht voor sommige doeleinden, waar toe men haar wel zou wenschen te bestemmen. Met het oog op die gebleken noodzakelijkheid, heeft de eigenaresse van het gebouw, de Maatschappij tot Exploitatie van Gronden, onlangs besloten, de kurzaal tegen het volgende seizoen zooveel mogelijk te ver- grooten en te doen inrichten voor het geven van too- neelvoorstellingen, enz., die bij de tegenwoordige in richting der zaal daarin onmogelijk naar behooren kunnen plaatshebben. De uitvoering van de bedoelde werkzaamheden is dezer dagen aanbesteed en Zaterdag jl. gegund aan den heer W. Lock te Steenbergen, den bouwmeester van het hótel, voor de som van ruim ƒ2100. Op Dinsdag 23 November a. s. zal alhier de ver kiezing plaats hebben voor niet minder dan zeven leden voor de Kamer van Koophandel en Fabrieken, en wel, ter voorziening in de vacaturen, eenigen tijd geleden ontstaan door het bedanken voor het lidmaatschap (wegens vertrek naar elders) van de hh.W. C. Van Duuren Dutilh en P. G. De Veij Mestdagh en alsnog te ontstaan door het periodiek aftreden van de hh.J. Verkuijl Quakkelaar (president), P. J. Siegers (vice-president), Jac. Dommisse C'.n., Ms. Pot en C. V. Riemens. De eerste van de te Govan bij Glasgow in aanbouw zijnde drie nieuwe mailbooten voor den dag dienst der Maatschappij «Zeeland" zal, naar men ver neemt, omstreeks het midden van November worden te water gelaten, terwijl de opening van bedoelden dienst vermoedelijk zal plaats hebben op 1 Juni 1887. De le luit. der mariniers J. C. Van Hoek, gedetacheerd aan de Normaal-schietschool, zal 18 Dec. naar Oost-Indië vertrekken, als mede-geleider van een transport mariniers. De koninklijke goedkeuring is verkregen op de statuten van de dezer dagen te Ter-Neuzen opgerichte s ch e r p s c h u11 er s-v e r e eniging «Voor Va derland en Konin g", onder het bestuur van den heer S. Polak, als president, den heer J. F. De Cooker, vice-president, en den heer J. J. Van der Peijl Jz., secretaris. Zij telt nu reeds 24 gewone en 3 buitengewone leden. Naar wij vernemen zal de firma H. C. A. T h i e m e te Nijmegen optreden als Uitgever van de Geschriften over Sociale Vragen, door de «Liberale Unie" te ver spreiden. Naar de Werkmansbode mededeelt is de heer B. H. H e 1 d t zoo goed als hersteld van de ziekte, waaraan hij voor eenige dagen lijdende was. Zooals men weet is niet de heer Borgesius maar de heer Van der Loeff tot voorzitter der enquête commissie gekozeo. Men beweert, dat eerstge noemde dit zeer hoog heeft opgenomen en het feit heeft tot heel wat geschrijf aanleiding gegeven, inzon derheid tusschen de Amsterdammer en de Oranjevaan. Laatstgenoemd blad meldt thans het volgende: «De Enquête-commissie heeft deze week een ver gadering gehouden, die 3 a 4 uren duurde en waarbij de heer Borgesius niet tegenwoordig was. Mr. V. d. Loeff wilde het presidium neerleggen, maar men heeft hem beduid, dat hij zulks niet moest doen. Eindelijk heeft hij toegegeven". Vrijdagavond verschenen in druk de dd. 21 Octo ber aan de Tweede Kamer ingediende wetsontwerpen ter bevordering van de instandhouding van de sui kercultuur op Java. Het eerste wetsontwerp, betrekking hebbende op de zoogenaamde contract suikerondernemingen, door de Regeering iDgediend, bepaalt «Wanneer de Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië zulks noodig acht ter verzekering van de geregelde verwerking van het op hoog gezag geteelde suiker riet, kan hij, met inachtneming der hem van Onzent- wege gegeven voorschriften, overeenkomsten sluiten, krachtens welke in 1887 verschijnende betalingen, bedongen bij de overeenkomsten, gesloten op den voet der wet van 21 Juli 1870 (Stbl. no. 136), kunnen worden uitgesteld, onder voorwaarde dat een rente van 6 pet. 's jaars over het tijdvak van uitstel zal worden voldaan". Het voor de vrije fabrieken ingediend wetsontwerp luidt «Wanneer de Gouverneur-Generaal van Ned.-Indië zulks noodig acht iu het belang van het voortbestaan eener suikerfabriek op Java, niet werkende op den voet der wet van 21 Juli 1870, kan hij, met inacht neming der hem van Onzentwege gegeven voorschriften, zoodra de aanplant voor den oogst van 1888 is ge schied of voldoende voorbereid, aan den ondernemer, tegen een rente van 6 pet. 's jaars een bedrag ter leen verstrekken, niet te bovengaande ƒ1,50 per 100 kilogram verkregen suiker uit den oogst van 1886".

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina 1