Wij hebben hier niets bij te voegen, dan alleen de korte mededeeling, dat het fanatisme, met zorg verjaagd uit de officiëele stukken betreffende de ge beurtenissen in het Buitenzorgsche, thans weder, niet- officiëel, het hoofd heeft opgestoken iu Banjoemas. Nabij de hoofdplaats is opgevat een goeróe, die onge veer twaalf honderd aanhangers had op verschillende plaatsen. Wij doen onderzoek." Durfde de Locomotief zoo boud spreken, de gevolgen bleven niet uit en reeds het nummer van 11 Augustus droeg de volgende mededeeling aan het hoofd«Dit blad staat onder censuur." Uit Samarang schrijft men daaromtrent dd. 17 Augustus aan den J. B.: Heden-ochtend vroeg verliet de heer J. F. Scheltema, hoofdredacteur van de Locomotiefheimelijk Samarang. Met de «Normanby" gaat hij direct naar Singapore. De heer S. was eerst van plan te Batavia aan boord van een der Nederlandsche stoomers te gaan, doch de vrees te Batavia gearresteerd te worden of althans bemoeielijkt hield hem van dit plan terug. De heer Scheltema heeft volgens zijn beweren bij zich a. 46 telegrammen van de meest invloedrijke per sonen uit geheel Indiëallen betuigen hem hun volledige sympathie en adhaesie. Hij zal zich als zaakgelastigde van den heer De Sturler onmiddellijk tot de Tweede Kamer in Nederland wendendaarvoor heeft hij tevens bij zich b. Alle stukken de Tjiomas-zaak betreffende. Aan het hoofd van De Locomotief van 17 dezer leest men De heer J. F. Scheltema, hoofdredacteur van dit blad, is gisteren van hier vertrokken naar Europa, om daar verder werkzaam te zijn in de Tjiomaszaak, waar toe hem hier de gelegenheid ontnomen werd sedert De Locomotief onder censuur is gesteld. Zijn afwezig heid zal waarschijnlijk van korten duur zijn. (Zie boven.) Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Maandagavond werd het feest der Chr. Geref. gemeente te Goes besloten met eene zanguitvoering door een koor van jeugdigen uit de gemeente, onder leiding van den heer H. Poolmeijer. Die heer staat bekend als een goed musicus en hij heeft zijn ro=m als zoodanig, door de oefening van dit koor en de uitvoering op jl. Maandag, waardig gehandhaafd. Het streng-vierstemmig koraalgezang klonk liefelijk door het kerkgebouw en verhoogde zeer de feestelijke stemming der aanwezigen. Geen enkele dissonant werd opgemerkt, en de executanten, zoowel als de director, kweten zich goed van hunne taak. Met genoegen merkten wij tevens op, dat de ontwerpers en leiders van het feest ons gevoelen schijnen te deelen, dat wij in ons verslag van Zondag openbaarden, nopens het gemis van christelijke zangen op een christelijk feest. De liederen, door het koor aangeheven, waren, behalve eenige psalmen, ook uitingen van christen-dichters. De feestzang, wier aanhef eene navolging was van Ps. 118: 12, ademde een christelijke geest en Luthers geloofszang, zoowel als het Gustaaf Adolfs lied, deden het christenhart goed. Na deze opmerking geven wij een kort verslag van dit gedeelte (het slot) der feestviering. Met den zang der gemeente (Ps. 65 1, 2) geopend, hield de heer D. De Pree eene toespraak, waarin weder onderscheidene herinneringen uit de geschiedenis der kerk voorkwamen en waarbij tevens een woord van hulde werd gebracht aan den nestor der strijders voor die kerk, prof. A. Brummelkatnp. Nadat de ge meente Ps. 48 4 had gezongen, hief het koor een feestzang aan, vervaardigd, zooals de heer Donner mededeelde, door veen van onze predikanten". Vooral het solo-couplet muntte uit door fijnheid en gevoel. Dat klein was 't begin" sprak tot het hart en toen het gansche gezelschap antwoordde met »'t mos taardzaad wies tot een boom" was bet een aangrijpend oogenblik. Ook Prof. Brummelkamp scheen aangegrepen te zijn, want zijne toespraak, die nu volgde, was ge wijd aan het zingen, «het zingen, op aarde en in den hemel", zooals de waardige grijsaard in verrukking uitriep, en als om zijne woorden, dat de strijders der kerk, zelfs te midden van hunnen strijd gezongen had den, rolden de krachtige strofen van Luthers lied «Een vaste burght is onze God" door de gewelven van het gebouw. Van wie de vertaling is, die ten gehoore gebracht werd, weten wij niet, maar (wij moeten het te kennen geven) zij staat, onzes bedunkens, achter bij Ten Kate's overzetting; doch de zang maakte goed, wat het woord te koit schoot. Den ouderling J. Oranje werd nu gelegenheid gegeven, om van zijne feestvreugde te getuigen. Hij deed dit door de voordracht van een vers, waarin de geschiedenis der gemeente de hoofdrol speelde, maar tevens de voorname personen van den dag gehuldigd werden. De heer H. W. J. Van Baaien, vroeger pre dikant te Doesburg, volgde hem op en krachtig was diens taal, als hij zijn gehoor herinnerde, dat Christus' Koninkrijk niet van deze aarde is, en de gemeente verplicht is te zorgen, dat haar hare kroon niet worde ontroofd. Als geboren Goesenaar wist hij verscheidene tafereelen uit het verleden dier gemeente voor den geest te brengen, en hij schilderde verschillende voor vallen met gloeiende kleuren. De heer J. H. Donner beklom na hem het preekgestoelte, en vond in het dezer dagen uitgegeven boekske van Filoclesius aanleiding om enkele pun ten uit de geschiedenis der Goesche gemeente te re- leveeren; maar daarbij vooral te doen uitkomen, hoe eene Kerk zonder den Staat kan bestaan. Met groot genoegen hoorden wij hem gewagen van de offervaar digheid der leden voor den bloei der gemeente. Ka rakteristiek was zijne toespraak, te meer, daar zij zich grootelijks op staatkundig gebied bewoog. Het Kamer lid deed zich meer dan de Zending-director hooren. Moesten wij een opschrift boven zijne toespraak 6tellen, wij zouden kiezen «Een betoog tot verandering van art. 168 der Grondwet". Als om zijne woorden te bevestigen werd door het koor het Gustaaf-Adolfslied aangeheven «Vrees, klpine schare, sidder niet 1 en ïGod is met ons: wij zijn met God; dat vrij de hel dan dreige en spot, de zege komt van Boven". Nog éen lied bleef voor het koor ter uitvoering, en dit was niet een koraal, doch daarom niet minder opwekkend en aangrijpend. Het was »'s Heeren goedheid", en werd zóo goed, zoo correct ten gehoore gebracht, dat wij de slotwoorden van het eerste couplet tot de onze maakten «Steeds weer, ja, altijd meer 1" De heer D. De Pree sprak nu nog een woord van dankzegging tot allen, die hadden medegewerkt om de feestviering te doen gelukken en besloot zijne toe spraak met eene schildering van het heil dat voor hem, die «volhardt tot den einde" in de toekomst en vooral in de eeuwigheid is weggelegd. Het koor zong nu nog Ps. 10523, werd beantwoord door de gemeente met vs. 24 en de aanwezigen verlieten het kerkgebouw «wel voldaan over alles wat zij gezien en gehoord hadden". Naar men verneemt, hoopt ds. Verweij te Lollum en beroepen te Ovezand en Driewegen, Zondag 3 October in eerstgenoemde plaats zijn afscheid te prediken en den Zondag daaraanvolgende zijn intrede te Ovezand te doen. Rilland-Bath. De Raad dezer gemeente heeft eene gratificatie van 100 toegekend aan den heer J. "Van Koeveringen, onderwijzer, wegens het verleenen van hulp in de school te Rilland, tijdens eene vacature. Zaterdag werd te Zieriksee de driemaandelijksche vergadering gehouden van onderwijzers in het arron dissement Zieriksee. Zij was hoofdzakelijk een genoege- lijk samenzijn met den arrondissements-schoolopziener mr. J. W. A. Schneiders van Greijffenswerth, die na dertien jaren aan het hoofd van het district, thans arrondissement, Zieriksee te hebben gestaan, dezer dagen op zijn verzoek eervol ontslagen is. In eene hartelijke toespraak legde de heer Schneiders nu zijne betrekking als voorzitter derarrondissementsvereeniging neder, met de verklaring dat de zaak van het ouder wijs hem steeds dierbaar blijft en hij de aangenaamste herinnering uit zijne ambtbetrekking tot de onder wijzers mag medenemen. De heer H. J. Bastmeijer van Zieriksee was de tolk der onderwijzers om den heer Schneiders de verzekering van hun aller achting en vereeiing te geven. Hij deed vooral uitkomen, hoe de heer Schneiders steeds getoond heeft, niet enkel de belangen van het onderwijs, maar ook die der onder wijzers met warmte voor te staan en zich door zijn humaniteit en vriendschappelijken omgang eeneblijvende plaats in aller harten heeft verworven. Ook de heer W. J. Van Gorkom, districts-schoolopziener te Goes, woonde de bijeenkomst bij en sprak den afgetreden ambtgenoot in warme woorden van vriendschap en hoogachting toe. (N. R. Ct.) Benoemd tot onderwijzer te Hontenisse dhr. H. Verkaart te 's-Hertogenbosch. Landbouw en Veeteelt. Door het bestuur der Noordbrabantsche Maat schappij van landbouw is besloten, in het volgend jaar de algemeens vergadering met de daarmede gepaard gaande tentoonstelling te Bergen-op-Zoom te houden. Blijkens bericht van Zr. Ms. gezant in Zweden, heeft het Commerz-college offïciëel verklaard, dat "in Nederland geen besmettelijke longziekte meer heerscht. Dientengevolge gelden in Zweden geen beperkende be palingen meer op den invoer van vee uit Nederland Op de proefvelden der Eijkslandbouwschool is thans gebleken dat de het vorig jaar door den leeraar dr. W. Beijerinck, thans te Delft, genomen kruisings- proeven, om van de granen betere variëteiten te krijgen wat stroo en zaad betreft, bij uitstek zijn geslaagd. Met het stuifmeel van pauwengerst (tweerijige) werd Groninger wintergerst (vierrijig) bevrucht en het resul taat was dat men verkreegzuivere zesrijige, vierrijige pauwen-gerst, echte pauwen-gerst, tweerijige en andere verscheidenheden, waaronder met buitengewoon lange aren. De kruising is dit jaar op grooter schaal ook met verschillende tarwesoorten voortgezeto. a. is gebleken dat dikkoptarwe, gekruist met roode gebaarde wintertarwe, een zeer goed resultaat leverde. (P) Rechtszaken. De Arrondissements rechtbank te Middelburg heeft gisteren veroordeeldwegens mishandeling J. P. N., 24 j., te Ierseke, tot 45 d. gev. en 3 boete s. 3 dagen h.M. Van D., te Ierseke, tot 1 maand gev. wegens diefstal M. W., 12 j. en A. W., 15 j, beiden te Kortgene, ieder tot 7 dagen gevangenis. Allen in de kosten. Vrijgesproken is C. De L. huisv. van P. De S., te Ierseke, beklaagd van beleediging met woorden. Amsterdam. Gistervoormiddag verbeidden vele nieuws gierigen en belangstellenden de uitspraak van het ge rechtshof alhier in de geruchtmakende zaak van den sociaal-democraat Geel, welke de vorige week behan deld werd. Het terugtrekken zijner buitengerechtelijke bekentenis omtrent den «voorbedachten raad", waar mede hij den moordaanslag op den commissaris van politie Stork heeft gepleegd, heeft hem niet mogen baten, want het hof heeft hem aan het hem ten laste gelegde feit schuldig verklaard en hem veroordeeld tot acht jaren gevangenisstraf. Zooals men weet strekte de eisch van het openbaar ministerie tot tien jaren. Buitenlandsch Overzicht. Het meest belangrijke nieuws is een opstand, die Zondag in Spanje's hoofdstad is uitgebroken onder een deel van het garnizoen. De Indépendance Beige meldt daaromtrent o. a. het volgende: Een regiment infanterie, uit de Madridsche kazerne van San Gil, kwam Zondagavond in opstand. De soldaten begonnen met het afbreken van den muur, welke hen van het verblyf der cavalerie scheidde, om deze laatste over te halen aan de beweging deel te nemen. De officieren, in allerijl toegeschoten, trachtten het rumoer te onderdrukken. Drie hunner werden gewond in hun worsteling met de muiters. Het gelukte den officieren toch om een deel der soldaten tegen te houden, maar 240 man voetvolk en 80 man cavalerie wisten uit de kazerne te ontsnappen. Eenigen hunner begaven zich naar het Prado, waar 2000 man in garnizoen lagen, en wisten sommigen dezer laatsten tot hun partij over te halen. Een andere bende muiters, met een kapitein op non-activiteit aan het hoofd, doorkruiste Madrid van het noorden raar het zuiden, onder het aanheffen van den kreet: leve de republiek 1 De bevol king, aanvankelijk onverschillig, verkeerde weldra in groote opgewondenheid. Een wezenlijke paniek maakte zich meester van het publiek in de schouwburgen, die onmiddellijk ontruimd werden. De muiters deden een aanval op de militaire magazijnen en ook op de kazernen der artillerie. Ofschoon bijna overal teruggedreven, ge lukte het hun toch zich van het Zuider-spoorwegstation meester te maken. Generaal Pavia, militair gouverneur te Madrid, verdreef hen echter van daar, en de meesten der rebellen zochten hun heil in de omstreken van Madrid, waar de ruiterij van genoemden generaal ben vervolgt. Onder de muiters bevonden zich vier offi cieren, waarvan er een bij de vechtpartijen is gedood. De brigade-generaal Velarde werd door een troep lieden in burgerkleeding aangehouden, die hem ge lastten omleve de Republiekte roepen. De gene raal weigerde met verontwaardiging, maar ontving daarop een schot, waardoor hij zoo ernstig gewond werd, dat hij korten tijd daarna in het hospitaal over leed. Ook graaf Mirasol, kolonel der artillerie, is ge dood. De staat van beleg is afgekondigd. Verscheidenen der in opstand gekomen soldaten en eenige burgers zijn in hechtenis genomen. In de provinciën is alles rustig, en ook te Madrid ia de orde hersteld. Men ziet, dat de zaak zich dus nog al tamelijk vlug geschikt heeft en dat de opstand niet zulk een vaart heeft genomen als aanvankelijk vermoed werd. Toch blijkt hieruit en uit verschillende andere berichten, dat de toestand in Spanje weder zeer gespannen is en dat men duchtig op zijn hoede zal moeten zijn voor carlistische en republikeinsche woelingen, vooral ook met het oog op den wankelen gezondheidstoestand der Koningin regentes. De tweede lezing van Parnell's bill is in het Engelsche Lagerhuis aangevangen. De regeering verklaarde er zich tegenGladstone hield eene rede ten gunste van het voorstel. Uit Bulgarije zijn geene nieuwe feiten medetedeelen. Aan beschouwingen over den toestand aldaar ontbreekt het evenwel niet, vooral niet in de Engelsche pers. Deze zijn natuurlijk allen zeer anti Russisch en uit dien hoofde, als niet onpartijdig, weinig geloofwaardig. Amsterdamsche Brieven. XVII. Als onder Engelschen het stilzwijgen te lang naar iemands zin duurt, geeft hij daarvan blijk door den uitroepFind a voiceDaar het lang, zeer lang ge leden is sinds ik iets van mij liet hooren, acht ik het niet onmogelijk, ja zelfs niet onwaarschijnlijk, dat deze of gene, zich over mijn stilzwijgen verwonderende, aan verschillende redenen daarvoor hebben gedacht, zonder misschien daarom der waarheid nabij te komen. Vereerend zou het voor mij zijn, indien sommigen uwer lezers mij in stille ookfind a voicehadden toegeroepen. Ik durf dit echter nauwelijks hopen, maar toch acht ik mij tot rekenschap verplicht. Eerst was het vrij ernstige ziekte, waarvan ik dacht dat zij mij tot mijne vaderen zou verzamelen, en vervolgens lange uitstedigheid, die mij belet hebben te doen wat eens trouwen correspondents is. Gelukkig voor mij, dat genoemde beletselen zich hoofdzakelijk in den «kom kommertijd" hebben voorgedaan, zoodat, moge mijn zwijgen al geen goud zijn geweest, mijn niet-zwijgen vermoedelijk ook den naam van zilver geenszins zou hebben verdiend. Bij slot van rekening beschouw ik mijzelven in alle opzichten eenig en alleen als de lijdende partij. Ik sprak daar van den «komkommertijd". Ik zou hem een heerlijken tijd willen noemen, minder uit ingenomenheid met de vrucht waaraan hij zijn naam ontleent, dan wel om het dolce far niente, dat hij voor vele meer of minder door de fortuin begunstigden met zich brengt, 't Is waar, voor de meeste dagblad- schrijveis tooit hij zich in den regel in een minder aanlokkelijk gewaad, maar wat zegt dit in vergelijking van de vrijheid, die hij aan een lichaam als b. v. de Amsterdamsche gemeenteraad verleent, om zich ge durende de laatste maand van het jaar waarin de letter r niet voorkomt als het ware weg te denken, met andere woordente doen alsof het niet bestond. Immers, de buigemerster heeft de vorige week onom wonden verklaard, dat de raad niet gewoon is in Augustus te vergaderen, reden waarom het absoluut verbod van verkoop of verspreiding van gedrukte en geschreven stukken, na het dempen van het bekende oproer einde Juli door den burgemeester uitgevaardigd, heel eenvoudig van kracht is gebleven zonder door den raad bekrachtigd te zijn. Zoo iets zou men onder ge wone omstandigheden zachtst genomen een «onregel matigheid" moeten noemen, nu stelt men het eenvoudig op rekening van den geijkten «komkommertijd". Dat ook de sociaal-democraten zich in een dolce far niente vermeien, zou ik niet durven beweren, al valt het niet te loochenen, dat zij in de laatste weken minder opzien hebben gebaard dan zij gewoon zijn. Sommigen onderstellen dat de schrik hun om 't harte is geslagen, omdat Themis geen hunner buitensporig heden door de vingers ziet. Volgens anderen daaren tegen werken zij tegenwoordig meer in 't geheim, ter voorbereiding van den «grooten dag." Ook de woelingen op kerkelijk terrein schijnen gaan deweg van hare scherpte te verliezen, niettegenstaande zij steeds voortduren. Wat men elders ziet en hoort is, om het zoo te noemen, een voortborduren op het Amsterdamsche borduurraam. De dezer dagen te Alphen a/d Riju voorgevallen ongeregeldheden bij de inwijding eener nieuwe Roomsch-katholieke kerk worden door sommigen zelfs op rekening van Amsterdam gesteld. Ontijdig acht ik de vrees van enkelen, of misschien wel de hoop, dat eerlang ook hier eene vijandige de monstratie op 't getouw zal worden gezet tegen de inwijding der nieuwe Roomsche kerk op de Prins- Hendrikkade. Ik kan geen enkelen deugdelijken grond voor eenige animositeit ontwaren. Bedoelde kerk is een zeer fraai gebouw, welks torens en tinnen zich fier en hemelhoog verheffen. Hoeveel het kosten zal weet ik niet, maar daarover zal men vermoedelijk niet zoo bekommerd zijn als te Katwijk aan Zee, waar ik dezer dagen niet zonder verbazing een prachtig ge bouw, prachtig van buiten en van binnen, in aanbouw zag. In mijn eenvoud denkende, dat voor een protes- tantsche kerk eenvoud het kenmerk van het ware is, keek ik vreemd op toen men mij meedeelde, dat be doeld gebouw de nieuwe protestantsche kerk is, waar voor ook in andere zuster-gemeenten geldelijke bijdra gen zijn gevraagd en verkregen. Edoch met de bere kening der kosten heeft men zich nogal in de vingers gesneden. De raming bedroeg zoo wat 50,000 a 60,000, maar gaandeweg heelt men zooveel moois aangebracht, dat het totaal cijfer ongeveer het drie dubbele, dus 150,000 zal bedragen. Een eerbied waardig cijfer, vooral voor een visschersplaats als Katwijk aan Zee. Menigeen aldaar begrijpt even weinig van die weeldezucht als ik van den afslag van visch aan het strand bij ondergaande zon. Trouwens ook in Amsterdam is en wordt steeds veel, ontzaglijk veel gebouwd op hoop van zegen. In den regel bouwt men echter zoo goedkoop mogelijk en verwacht men den zegen van de huurders. Men bouwt huizen van drie, vier of vijf verdiepingen, die elk aan voor- en achterzijde verhuurd worden en vol strekt niet voor een appel en een ei. Nu heeft er niet zelden, vooral in de nieuwe wijken, een soort van wedstrijd plaats tusschen eigenaars en bewoners van huizen. De eersten bouwen zoo licht en lucht, dat het dikwijls den schijn heeft alsof de huizen buigende elkaar salueeren en halen er uit wat er bij mogelijk heid uit te halen is. De laatsten daarentegen beijveren zich om den langst mogelijken tijd tegen de mipst mogelijke betaling te wonenzij blijven eenvoudig eenige weken achtereen de huur schuldig, om dan eensklaps met de noorderzon te vertrekken en in een andere of soms zelfs in dezelfde wijk hunne taberna kelen weder op te slaan. In de ruimste mate huldigt men bierzoo zie je me en zoo zie je me niet 1 En op deze wijze blijft de door huisheeren verwachte ze gen nogal eens uit. Toch bouwt men steeds voort overal aan de vier windstreken ziet men gestadig palen in den grond heien, en hoe langer zoo meer wordt het zeggen waarheid, dat Amsterdam, als het omgekeerd werd, het voorkomen zou hebben van een groot woud zonder loof en zonder takken. Heeft de jeugd onlangs weèr haar vliegerwedstrijd gehad, de liefhebbers van Sport konden bij herhaling, en nog de vorige week, hun hart ophalen bij de wed rennen en wedloopen door paarden van het edelste ras. En Zaterdag bood hetzelfde terrein den beminnaars weêr een ander, hier nieuw, genot; een wielerwed strijd, waarbij zelfs een vermaarde Engelsche kampioen zich met de Nederlandsche velocipedisten zou komen meten. En wie weet, of men daar ter plaatse inden aanstaanden winter ook niet een flinke ijsbaan zal scheppen Deze schoone medaille heeft ook hare keerzijde. In den regel zijn de toegangsprijzen tot het terrein vrij hoog, althans als pen wil aannemen, dat de liefhebberij niet enkel huist bij de meergegoeden. 'k Zou haast de quaestie durven omkeeren en beweren, dat er ponds-pondsgewijze juist veel meer sympathie bij de niet-gefortuneerden bestaat. Ik leid dit af uit de vele honderden die zich telkens als er wat te doen is scharen in den omtrek van het terrein, omdat zij den entréeprijs niet betalen kunnen en toch, zij het ook uit de verte, zoo graag iets zien van wat op het terrein voorvalt. Of het in 't belang is van de ondernemers, om den toegang zoo duur te maken (Zater dag kostte de tribune 2 en het open terrein, geheel blootgesteld aan zonnebrand, regenvlaag of windspeels- heid, 50 cent), moet zij zelve beoordeelen, maar den maatregel om het geheele terrein, zooals de vorige week, rondom met aan palen gespijkerde zeilen af te sluiten, opdat niet-betalenden toch maar niets hoege naamd zouden kunnen zien, dien maatregel beoordeelt het publiekhet noemt dien arbitrairhet maakt vergelijkingen tusschen Nederland en den vreemde, niet in stilte, maar luide, en dat deze niet in 't voor deel van ons land uitvallen, is licht te begrijpen. Ja, indien de vorige week slechts een tiende gedeelte ver vuld ware van de wenschen, die tegen de directie enz. werden geuit, er zou van haar geen spoor, geen spiertje meer te vinden zijn. Zelfs werd schrik niet! het hemelvuur over haar afgebeden. Ook de wateren van Amstel en IJ noodden in den laatsten tijd velen tot deelneming aan of tot het bij wonen van zeil- en roeiwedstrijden. Ook in dit opzicht is de sympathie steeds meer en meer klimmende. Maar wat tegenwoordig hier vooral a Vordredujour is, is het opstijgen van luchtballons, daarvoor wel te verstaan het zien opstijgen schijnt het Amster damsche publiek een ware manier te bezitten. Zoowel de luchtreizigers 1' Hoste als zijn collega arcaunaut Juhles trekken telkens bij hun hemelvaart en daaraan voorafgaande werkzaamheden duizenden bij duizenden toeschouwers. En curieus is het te zienhoevelen overal in de stad het gevaar trotseeren van een stijven nek te krijgen door met achterovergebogen hoofd in de lucht te turen naar een zwevenden bol, waaraan dan natuurlijk niets hoegenaamd bijzonders meer te zien is. Ook hoort men bij die plechtige gelegenheden de meest gewaagde onderstellingen uiten omtrent de plaats waar de ballon vermoedelijk zal neerdalen, 't Verwondert mij zelfs, dat er evenals bij de paarden wedrennen nog geen weddenschappen worden aangegaan. Zij zouden zeer afwisselende kansen aanbieden, vooral zoo lang de Zuiderzee met hare 600 vierk. kilom. ter opper vlakte nog geheel of gedeeltelijk aanwezig is, om zelfs de meest juiste berekeningen te doen falende lucht reizigers van Zaterdag en Zondag der vorige week, weten daar alles van. Zij hebben met de eigenaardig heden der Zuiderzee op minder eigenaardige wijze kennis gemaakt. Vooral de redding van den heer Juhles in den avond van Zondag, dank zij het zinken van een vaartuig aldaar, deed mij denken aan het door Victor Hugo als waarheid geslikte wonderverhaal, dat indertijd te Wemeldinge een man hals over kop in het water viel, een uur onder bleef, zijn overleden vrouw en zoontje zag, die hem uit het paradijs toespraken, en er toen wé er levend uitgehaald werd I Is bet ook niet in dat zelfde Wemeldinge, dat de degen van een Spaansch

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina 2