Wij hebben hier niets bij te voegen, dan alleen
de korte mededeeling, dat het fanatisme, met zorg
verjaagd uit de officiëele stukken betreffende de ge
beurtenissen in het Buitenzorgsche, thans weder, niet-
officiëel, het hoofd heeft opgestoken iu Banjoemas.
Nabij de hoofdplaats is opgevat een goeróe, die onge
veer twaalf honderd aanhangers had op verschillende
plaatsen.
Wij doen onderzoek."
Durfde de Locomotief zoo boud spreken, de gevolgen
bleven niet uit en reeds het nummer van 11 Augustus
droeg de volgende mededeeling aan het hoofd«Dit
blad staat onder censuur."
Uit Samarang schrijft men daaromtrent dd. 17
Augustus aan den J. B.:
Heden-ochtend vroeg verliet de heer J. F. Scheltema,
hoofdredacteur van de Locomotiefheimelijk Samarang.
Met de «Normanby" gaat hij direct naar Singapore.
De heer S. was eerst van plan te Batavia aan boord
van een der Nederlandsche stoomers te gaan, doch
de vrees te Batavia gearresteerd te worden of
althans bemoeielijkt hield hem van dit plan terug.
De heer Scheltema heeft volgens zijn beweren bij zich
a. 46 telegrammen van de meest invloedrijke per
sonen uit geheel Indiëallen betuigen hem hun volledige
sympathie en adhaesie.
Hij zal zich als zaakgelastigde van den heer De
Sturler onmiddellijk tot de Tweede Kamer in Nederland
wendendaarvoor heeft hij tevens bij zich
b. Alle stukken de Tjiomas-zaak betreffende.
Aan het hoofd van De Locomotief van 17 dezer
leest men
De heer J. F. Scheltema, hoofdredacteur van dit
blad, is gisteren van hier vertrokken naar Europa, om
daar verder werkzaam te zijn in de Tjiomaszaak, waar
toe hem hier de gelegenheid ontnomen werd sedert
De Locomotief onder censuur is gesteld. Zijn afwezig
heid zal waarschijnlijk van korten duur zijn. (Zie boven.)
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Maandagavond werd het feest der Chr. Geref.
gemeente te Goes besloten met eene zanguitvoering
door een koor van jeugdigen uit de gemeente, onder
leiding van den heer H. Poolmeijer. Die heer
staat bekend als een goed musicus en hij heeft zijn
ro=m als zoodanig, door de oefening van dit koor en
de uitvoering op jl. Maandag, waardig gehandhaafd.
Het streng-vierstemmig koraalgezang klonk liefelijk
door het kerkgebouw en verhoogde zeer de feestelijke
stemming der aanwezigen. Geen enkele dissonant werd
opgemerkt, en de executanten, zoowel als de director,
kweten zich goed van hunne taak. Met genoegen
merkten wij tevens op, dat de ontwerpers en leiders
van het feest ons gevoelen schijnen te deelen, dat wij
in ons verslag van Zondag openbaarden, nopens het
gemis van christelijke zangen op een christelijk feest.
De liederen, door het koor aangeheven, waren, behalve
eenige psalmen, ook uitingen van christen-dichters.
De feestzang, wier aanhef eene navolging was van
Ps. 118: 12, ademde een christelijke geest en Luthers
geloofszang, zoowel als het Gustaaf Adolfs lied, deden
het christenhart goed.
Na deze opmerking geven wij een kort verslag van
dit gedeelte (het slot) der feestviering.
Met den zang der gemeente (Ps. 65 1, 2) geopend,
hield de heer D. De Pree eene toespraak, waarin
weder onderscheidene herinneringen uit de geschiedenis
der kerk voorkwamen en waarbij tevens een woord
van hulde werd gebracht aan den nestor der strijders
voor die kerk, prof. A. Brummelkatnp. Nadat de ge
meente Ps. 48 4 had gezongen, hief het koor een
feestzang aan, vervaardigd, zooals de heer Donner
mededeelde, door veen van onze predikanten". Vooral
het solo-couplet muntte uit door fijnheid en gevoel.
Dat klein was 't begin" sprak tot het hart en
toen het gansche gezelschap antwoordde met »'t mos
taardzaad wies tot een boom" was bet een aangrijpend
oogenblik.
Ook Prof. Brummelkamp scheen aangegrepen
te zijn, want zijne toespraak, die nu volgde, was ge
wijd aan het zingen, «het zingen, op aarde en in den
hemel", zooals de waardige grijsaard in verrukking
uitriep, en als om zijne woorden, dat de strijders der
kerk, zelfs te midden van hunnen strijd gezongen had
den, rolden de krachtige strofen van Luthers lied
«Een vaste burght is onze God" door de gewelven van
het gebouw. Van wie de vertaling is, die ten gehoore
gebracht werd, weten wij niet, maar (wij moeten het
te kennen geven) zij staat, onzes bedunkens, achter bij
Ten Kate's overzetting; doch de zang maakte goed,
wat het woord te koit schoot.
Den ouderling J. Oranje werd nu gelegenheid
gegeven, om van zijne feestvreugde te getuigen. Hij
deed dit door de voordracht van een vers, waarin de
geschiedenis der gemeente de hoofdrol speelde, maar
tevens de voorname personen van den dag gehuldigd
werden.
De heer H. W. J. Van Baaien, vroeger pre
dikant te Doesburg, volgde hem op en krachtig was
diens taal, als hij zijn gehoor herinnerde, dat Christus'
Koninkrijk niet van deze aarde is, en de gemeente
verplicht is te zorgen, dat haar hare kroon niet worde
ontroofd. Als geboren Goesenaar wist hij verscheidene
tafereelen uit het verleden dier gemeente voor den
geest te brengen, en hij schilderde verschillende voor
vallen met gloeiende kleuren.
De heer J. H. Donner beklom na hem het
preekgestoelte, en vond in het dezer dagen uitgegeven
boekske van Filoclesius aanleiding om enkele pun
ten uit de geschiedenis der Goesche gemeente te re-
leveeren; maar daarbij vooral te doen uitkomen, hoe
eene Kerk zonder den Staat kan bestaan. Met groot
genoegen hoorden wij hem gewagen van de offervaar
digheid der leden voor den bloei der gemeente. Ka
rakteristiek was zijne toespraak, te meer, daar zij zich
grootelijks op staatkundig gebied bewoog. Het Kamer
lid deed zich meer dan de Zending-director hooren.
Moesten wij een opschrift boven zijne toespraak 6tellen,
wij zouden kiezen «Een betoog tot verandering van
art. 168 der Grondwet". Als om zijne woorden te
bevestigen werd door het koor het Gustaaf-Adolfslied
aangeheven «Vrees, klpine schare, sidder niet 1 en
ïGod is met ons: wij zijn met God; dat vrij de hel
dan dreige en spot, de zege komt van Boven". Nog
éen lied bleef voor het koor ter uitvoering, en dit was
niet een koraal, doch daarom niet minder opwekkend
en aangrijpend. Het was »'s Heeren goedheid", en
werd zóo goed, zoo correct ten gehoore gebracht, dat
wij de slotwoorden van het eerste couplet tot de onze
maakten «Steeds weer, ja, altijd meer 1"
De heer D. De Pree sprak nu nog een woord van
dankzegging tot allen, die hadden medegewerkt om
de feestviering te doen gelukken en besloot zijne toe
spraak met eene schildering van het heil dat voor
hem, die «volhardt tot den einde" in de toekomst
en vooral in de eeuwigheid is weggelegd. Het koor
zong nu nog Ps. 10523, werd beantwoord door de
gemeente met vs. 24 en de aanwezigen verlieten het
kerkgebouw «wel voldaan over alles wat zij gezien
en gehoord hadden".
Naar men verneemt, hoopt ds. Verweij te Lollum
en beroepen te Ovezand en Driewegen, Zondag 3
October in eerstgenoemde plaats zijn afscheid te prediken
en den Zondag daaraanvolgende zijn intrede te Ovezand
te doen.
Rilland-Bath. De Raad dezer gemeente heeft eene
gratificatie van 100 toegekend aan den heer J. "Van
Koeveringen, onderwijzer, wegens het verleenen van
hulp in de school te Rilland, tijdens eene vacature.
Zaterdag werd te Zieriksee de driemaandelijksche
vergadering gehouden van onderwijzers in het arron
dissement Zieriksee. Zij was hoofdzakelijk een genoege-
lijk samenzijn met den arrondissements-schoolopziener
mr. J. W. A. Schneiders van Greijffenswerth, die na
dertien jaren aan het hoofd van het district, thans
arrondissement, Zieriksee te hebben gestaan, dezer
dagen op zijn verzoek eervol ontslagen is. In eene
hartelijke toespraak legde de heer Schneiders nu zijne
betrekking als voorzitter derarrondissementsvereeniging
neder, met de verklaring dat de zaak van het ouder
wijs hem steeds dierbaar blijft en hij de aangenaamste
herinnering uit zijne ambtbetrekking tot de onder
wijzers mag medenemen. De heer H. J. Bastmeijer
van Zieriksee was de tolk der onderwijzers om den
heer Schneiders de verzekering van hun aller achting
en vereeiing te geven. Hij deed vooral uitkomen, hoe
de heer Schneiders steeds getoond heeft, niet enkel
de belangen van het onderwijs, maar ook die der onder
wijzers met warmte voor te staan en zich door zijn
humaniteit en vriendschappelijken omgang eeneblijvende
plaats in aller harten heeft verworven. Ook de heer
W. J. Van Gorkom, districts-schoolopziener te Goes,
woonde de bijeenkomst bij en sprak den afgetreden
ambtgenoot in warme woorden van vriendschap en
hoogachting toe. (N. R. Ct.)
Benoemd tot onderwijzer te Hontenisse dhr. H.
Verkaart te 's-Hertogenbosch.
Landbouw en Veeteelt.
Door het bestuur der Noordbrabantsche Maat
schappij van landbouw is besloten, in het volgend jaar
de algemeens vergadering met de daarmede gepaard
gaande tentoonstelling te Bergen-op-Zoom te houden.
Blijkens bericht van Zr. Ms. gezant in Zweden,
heeft het Commerz-college offïciëel verklaard, dat "in
Nederland geen besmettelijke longziekte meer heerscht.
Dientengevolge gelden in Zweden geen beperkende be
palingen meer op den invoer van vee uit Nederland
Op de proefvelden der Eijkslandbouwschool is
thans gebleken dat de het vorig jaar door den leeraar
dr. W. Beijerinck, thans te Delft, genomen kruisings-
proeven, om van de granen betere variëteiten te krijgen
wat stroo en zaad betreft, bij uitstek zijn geslaagd.
Met het stuifmeel van pauwengerst (tweerijige) werd
Groninger wintergerst (vierrijig) bevrucht en het resul
taat was dat men verkreegzuivere zesrijige, vierrijige
pauwen-gerst, echte pauwen-gerst, tweerijige en andere
verscheidenheden, waaronder met buitengewoon lange
aren. De kruising is dit jaar op grooter schaal ook
met verschillende tarwesoorten voortgezeto. a. is
gebleken dat dikkoptarwe, gekruist met roode gebaarde
wintertarwe, een zeer goed resultaat leverde.
(P)
Rechtszaken.
De Arrondissements rechtbank te Middelburg
heeft gisteren veroordeeldwegens mishandeling J. P.
N., 24 j., te Ierseke, tot 45 d. gev. en 3 boete s.
3 dagen h.M. Van D., te Ierseke, tot 1 maand gev.
wegens diefstal M. W., 12 j. en A. W., 15 j, beiden
te Kortgene, ieder tot 7 dagen gevangenis. Allen in
de kosten.
Vrijgesproken is C. De L. huisv. van P. De S., te
Ierseke, beklaagd van beleediging met woorden.
Amsterdam. Gistervoormiddag verbeidden vele nieuws
gierigen en belangstellenden de uitspraak van het ge
rechtshof alhier in de geruchtmakende zaak van den
sociaal-democraat Geel, welke de vorige week behan
deld werd. Het terugtrekken zijner buitengerechtelijke
bekentenis omtrent den «voorbedachten raad", waar
mede hij den moordaanslag op den commissaris van
politie Stork heeft gepleegd, heeft hem niet mogen
baten, want het hof heeft hem aan het hem ten laste
gelegde feit schuldig verklaard en hem veroordeeld tot
acht jaren gevangenisstraf. Zooals men weet strekte
de eisch van het openbaar ministerie tot tien jaren.
Buitenlandsch Overzicht.
Het meest belangrijke nieuws is een opstand, die
Zondag in Spanje's hoofdstad is uitgebroken onder een
deel van het garnizoen. De Indépendance Beige meldt
daaromtrent o. a. het volgende:
Een regiment infanterie, uit de Madridsche kazerne
van San Gil, kwam Zondagavond in opstand. De soldaten
begonnen met het afbreken van den muur, welke hen
van het verblyf der cavalerie scheidde, om deze laatste
over te halen aan de beweging deel te nemen. De
officieren, in allerijl toegeschoten, trachtten het rumoer
te onderdrukken. Drie hunner werden gewond in hun
worsteling met de muiters. Het gelukte den officieren
toch om een deel der soldaten tegen te houden, maar
240 man voetvolk en 80 man cavalerie wisten uit
de kazerne te ontsnappen. Eenigen hunner begaven
zich naar het Prado, waar 2000 man in garnizoen
lagen, en wisten sommigen dezer laatsten tot hun
partij over te halen. Een andere bende muiters, met
een kapitein op non-activiteit aan het hoofd, doorkruiste
Madrid van het noorden raar het zuiden, onder het
aanheffen van den kreet: leve de republiek 1 De bevol
king, aanvankelijk onverschillig, verkeerde weldra in
groote opgewondenheid. Een wezenlijke paniek maakte
zich meester van het publiek in de schouwburgen, die
onmiddellijk ontruimd werden. De muiters deden een
aanval op de militaire magazijnen en ook op de kazernen
der artillerie. Ofschoon bijna overal teruggedreven, ge
lukte het hun toch zich van het Zuider-spoorwegstation
meester te maken. Generaal Pavia, militair gouverneur
te Madrid, verdreef hen echter van daar, en de meesten
der rebellen zochten hun heil in de omstreken van
Madrid, waar de ruiterij van genoemden generaal ben
vervolgt. Onder de muiters bevonden zich vier offi
cieren, waarvan er een bij de vechtpartijen is gedood.
De brigade-generaal Velarde werd door een troep
lieden in burgerkleeding aangehouden, die hem ge
lastten omleve de Republiekte roepen. De gene
raal weigerde met verontwaardiging, maar ontving
daarop een schot, waardoor hij zoo ernstig gewond
werd, dat hij korten tijd daarna in het hospitaal over
leed. Ook graaf Mirasol, kolonel der artillerie, is ge
dood. De staat van beleg is afgekondigd. Verscheidenen
der in opstand gekomen soldaten en eenige burgers zijn
in hechtenis genomen. In de provinciën is alles rustig,
en ook te Madrid ia de orde hersteld.
Men ziet, dat de zaak zich dus nog al tamelijk vlug
geschikt heeft en dat de opstand niet zulk een vaart
heeft genomen als aanvankelijk vermoed werd. Toch
blijkt hieruit en uit verschillende andere berichten,
dat de toestand in Spanje weder zeer gespannen is
en dat men duchtig op zijn hoede zal moeten zijn voor
carlistische en republikeinsche woelingen, vooral ook
met het oog op den wankelen gezondheidstoestand
der Koningin regentes.
De tweede lezing van Parnell's bill is in het Engelsche
Lagerhuis aangevangen. De regeering verklaarde er
zich tegenGladstone hield eene rede ten gunste van
het voorstel.
Uit Bulgarije zijn geene nieuwe feiten medetedeelen.
Aan beschouwingen over den toestand aldaar ontbreekt
het evenwel niet, vooral niet in de Engelsche pers.
Deze zijn natuurlijk allen zeer anti Russisch en uit
dien hoofde, als niet onpartijdig, weinig geloofwaardig.
Amsterdamsche Brieven.
XVII.
Als onder Engelschen het stilzwijgen te lang naar
iemands zin duurt, geeft hij daarvan blijk door den
uitroepFind a voiceDaar het lang, zeer lang ge
leden is sinds ik iets van mij liet hooren, acht ik het
niet onmogelijk, ja zelfs niet onwaarschijnlijk, dat
deze of gene, zich over mijn stilzwijgen verwonderende,
aan verschillende redenen daarvoor hebben gedacht,
zonder misschien daarom der waarheid nabij te komen.
Vereerend zou het voor mij zijn, indien sommigen
uwer lezers mij in stille ookfind a voicehadden
toegeroepen. Ik durf dit echter nauwelijks hopen, maar
toch acht ik mij tot rekenschap verplicht. Eerst was
het vrij ernstige ziekte, waarvan ik dacht dat zij mij
tot mijne vaderen zou verzamelen, en vervolgens lange
uitstedigheid, die mij belet hebben te doen wat eens
trouwen correspondents is. Gelukkig voor mij, dat
genoemde beletselen zich hoofdzakelijk in den «kom
kommertijd" hebben voorgedaan, zoodat, moge mijn
zwijgen al geen goud zijn geweest, mijn niet-zwijgen
vermoedelijk ook den naam van zilver geenszins zou
hebben verdiend. Bij slot van rekening beschouw ik
mijzelven in alle opzichten eenig en alleen als de
lijdende partij.
Ik sprak daar van den «komkommertijd". Ik zou
hem een heerlijken tijd willen noemen, minder uit
ingenomenheid met de vrucht waaraan hij zijn naam
ontleent, dan wel om het dolce far niente, dat hij
voor vele meer of minder door de fortuin begunstigden
met zich brengt, 't Is waar, voor de meeste dagblad-
schrijveis tooit hij zich in den regel in een minder
aanlokkelijk gewaad, maar wat zegt dit in vergelijking
van de vrijheid, die hij aan een lichaam als b. v. de
Amsterdamsche gemeenteraad verleent, om zich ge
durende de laatste maand van het jaar waarin de
letter r niet voorkomt als het ware weg te denken,
met andere woordente doen alsof het niet bestond.
Immers, de buigemerster heeft de vorige week onom
wonden verklaard, dat de raad niet gewoon is in
Augustus te vergaderen, reden waarom het absoluut
verbod van verkoop of verspreiding van gedrukte en
geschreven stukken, na het dempen van het bekende
oproer einde Juli door den burgemeester uitgevaardigd,
heel eenvoudig van kracht is gebleven zonder door den
raad bekrachtigd te zijn. Zoo iets zou men onder ge
wone omstandigheden zachtst genomen een «onregel
matigheid" moeten noemen, nu stelt men het eenvoudig
op rekening van den geijkten «komkommertijd".
Dat ook de sociaal-democraten zich in een dolce
far niente vermeien, zou ik niet durven beweren, al
valt het niet te loochenen, dat zij in de laatste weken
minder opzien hebben gebaard dan zij gewoon zijn.
Sommigen onderstellen dat de schrik hun om 't harte
is geslagen, omdat Themis geen hunner buitensporig
heden door de vingers ziet. Volgens anderen daaren
tegen werken zij tegenwoordig meer in 't geheim, ter
voorbereiding van den «grooten dag."
Ook de woelingen op kerkelijk terrein schijnen gaan
deweg van hare scherpte te verliezen, niettegenstaande
zij steeds voortduren. Wat men elders ziet en hoort
is, om het zoo te noemen, een voortborduren op het
Amsterdamsche borduurraam. De dezer dagen te Alphen
a/d Riju voorgevallen ongeregeldheden bij de inwijding
eener nieuwe Roomsch-katholieke kerk worden door
sommigen zelfs op rekening van Amsterdam gesteld.
Ontijdig acht ik de vrees van enkelen, of misschien
wel de hoop, dat eerlang ook hier eene vijandige de
monstratie op 't getouw zal worden gezet tegen de
inwijding der nieuwe Roomsche kerk op de Prins-
Hendrikkade. Ik kan geen enkelen deugdelijken grond
voor eenige animositeit ontwaren. Bedoelde kerk is
een zeer fraai gebouw, welks torens en tinnen zich
fier en hemelhoog verheffen. Hoeveel het kosten zal
weet ik niet, maar daarover zal men vermoedelijk niet
zoo bekommerd zijn als te Katwijk aan Zee, waar ik
dezer dagen niet zonder verbazing een prachtig ge
bouw, prachtig van buiten en van binnen, in aanbouw
zag. In mijn eenvoud denkende, dat voor een protes-
tantsche kerk eenvoud het kenmerk van het ware is,
keek ik vreemd op toen men mij meedeelde, dat be
doeld gebouw de nieuwe protestantsche kerk is, waar
voor ook in andere zuster-gemeenten geldelijke bijdra
gen zijn gevraagd en verkregen. Edoch met de bere
kening der kosten heeft men zich nogal in de vingers
gesneden. De raming bedroeg zoo wat 50,000 a
60,000, maar gaandeweg heelt men zooveel moois
aangebracht, dat het totaal cijfer ongeveer het drie
dubbele, dus 150,000 zal bedragen. Een eerbied
waardig cijfer, vooral voor een visschersplaats als
Katwijk aan Zee. Menigeen aldaar begrijpt even weinig
van die weeldezucht als ik van den afslag van visch
aan het strand bij ondergaande zon.
Trouwens ook in Amsterdam is en wordt steeds
veel, ontzaglijk veel gebouwd op hoop van zegen. In
den regel bouwt men echter zoo goedkoop mogelijk
en verwacht men den zegen van de huurders. Men
bouwt huizen van drie, vier of vijf verdiepingen, die
elk aan voor- en achterzijde verhuurd worden en vol
strekt niet voor een appel en een ei. Nu heeft er niet
zelden, vooral in de nieuwe wijken, een soort van
wedstrijd plaats tusschen eigenaars en bewoners van
huizen. De eersten bouwen zoo licht en lucht, dat
het dikwijls den schijn heeft alsof de huizen buigende
elkaar salueeren en halen er uit wat er bij mogelijk
heid uit te halen is. De laatsten daarentegen beijveren
zich om den langst mogelijken tijd tegen de mipst
mogelijke betaling te wonenzij blijven eenvoudig
eenige weken achtereen de huur schuldig, om dan
eensklaps met de noorderzon te vertrekken en in een
andere of soms zelfs in dezelfde wijk hunne taberna
kelen weder op te slaan. In de ruimste mate huldigt
men bierzoo zie je me en zoo zie je me niet 1 En
op deze wijze blijft de door huisheeren verwachte ze
gen nogal eens uit. Toch bouwt men steeds voort
overal aan de vier windstreken ziet men gestadig
palen in den grond heien, en hoe langer zoo meer
wordt het zeggen waarheid, dat Amsterdam, als het
omgekeerd werd, het voorkomen zou hebben van een
groot woud zonder loof en zonder takken.
Heeft de jeugd onlangs weèr haar vliegerwedstrijd
gehad, de liefhebbers van Sport konden bij herhaling,
en nog de vorige week, hun hart ophalen bij de wed
rennen en wedloopen door paarden van het edelste
ras. En Zaterdag bood hetzelfde terrein den beminnaars
weêr een ander, hier nieuw, genot; een wielerwed
strijd, waarbij zelfs een vermaarde Engelsche kampioen
zich met de Nederlandsche velocipedisten zou komen
meten. En wie weet, of men daar ter plaatse inden
aanstaanden winter ook niet een flinke ijsbaan zal
scheppen
Deze schoone medaille heeft ook hare keerzijde. In den
regel zijn de toegangsprijzen tot het terrein vrij hoog,
althans als pen wil aannemen, dat de liefhebberij
niet enkel huist bij de meergegoeden. 'k Zou haast
de quaestie durven omkeeren en beweren, dat er
ponds-pondsgewijze juist veel meer sympathie bij de
niet-gefortuneerden bestaat. Ik leid dit af uit de vele
honderden die zich telkens als er wat te doen is
scharen in den omtrek van het terrein, omdat zij
den entréeprijs niet betalen kunnen en toch, zij het
ook uit de verte, zoo graag iets zien van wat op
het terrein voorvalt. Of het in 't belang is van de
ondernemers, om den toegang zoo duur te maken (Zater
dag kostte de tribune 2 en het open terrein, geheel
blootgesteld aan zonnebrand, regenvlaag of windspeels-
heid, 50 cent), moet zij zelve beoordeelen, maar den
maatregel om het geheele terrein, zooals de vorige
week, rondom met aan palen gespijkerde zeilen af te
sluiten, opdat niet-betalenden toch maar niets hoege
naamd zouden kunnen zien, dien maatregel beoordeelt
het publiekhet noemt dien arbitrairhet maakt
vergelijkingen tusschen Nederland en den vreemde,
niet in stilte, maar luide, en dat deze niet in 't voor
deel van ons land uitvallen, is licht te begrijpen. Ja,
indien de vorige week slechts een tiende gedeelte ver
vuld ware van de wenschen, die tegen de directie enz.
werden geuit, er zou van haar geen spoor, geen spiertje
meer te vinden zijn. Zelfs werd schrik niet!
het hemelvuur over haar afgebeden.
Ook de wateren van Amstel en IJ noodden in den
laatsten tijd velen tot deelneming aan of tot het bij
wonen van zeil- en roeiwedstrijden. Ook in dit opzicht
is de sympathie steeds meer en meer klimmende.
Maar wat tegenwoordig hier vooral a Vordredujour
is, is het opstijgen van luchtballons, daarvoor wel
te verstaan het zien opstijgen schijnt het Amster
damsche publiek een ware manier te bezitten. Zoowel
de luchtreizigers 1' Hoste als zijn collega arcaunaut
Juhles trekken telkens bij hun hemelvaart en daaraan
voorafgaande werkzaamheden duizenden bij duizenden
toeschouwers. En curieus is het te zienhoevelen
overal in de stad het gevaar trotseeren van een stijven
nek te krijgen door met achterovergebogen hoofd in
de lucht te turen naar een zwevenden bol, waaraan
dan natuurlijk niets hoegenaamd bijzonders meer te
zien is. Ook hoort men bij die plechtige gelegenheden
de meest gewaagde onderstellingen uiten omtrent de
plaats waar de ballon vermoedelijk zal neerdalen,
't Verwondert mij zelfs, dat er evenals bij de paarden
wedrennen nog geen weddenschappen worden aangegaan.
Zij zouden zeer afwisselende kansen aanbieden, vooral zoo
lang de Zuiderzee met hare 600 vierk. kilom. ter opper
vlakte nog geheel of gedeeltelijk aanwezig is, om zelfs
de meest juiste berekeningen te doen falende lucht
reizigers van Zaterdag en Zondag der vorige week,
weten daar alles van. Zij hebben met de eigenaardig
heden der Zuiderzee op minder eigenaardige wijze
kennis gemaakt. Vooral de redding van den heer Juhles
in den avond van Zondag, dank zij het zinken van een
vaartuig aldaar, deed mij denken aan het door Victor
Hugo als waarheid geslikte wonderverhaal, dat indertijd
te Wemeldinge een man hals over kop in het water
viel, een uur onder bleef, zijn overleden vrouw en
zoontje zag, die hem uit het paradijs toespraken, en
er toen wé er levend uitgehaald werd I Is bet ook niet
in dat zelfde Wemeldinge, dat de degen van een Spaansch