1886. N°. 112.
Donderdag 23 September.
73ste jaargang.
GELI>LEEl\IIVG
Staten-Generaal.
Koloniën.
liOliSllll!
De uitgave dezer Courant geschiedt Maand aa, Woensdao en Vrijdaoavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, 1,75.
Afzonderlijke nummers 5 ct., met bijblad 10 et.
In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct, elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend,
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen werden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets-
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel
Ten laste van de gemeente Goes (provincie Zeeland)
zal worden aangegaan eene
van HONDERD EN VIJF DOIZEND GOLDEN tegen
eene rente van vier percent 's jaars in aandeelen van
DUIZEND GULDEN, volgens het daarvoor vastgestelde
plan, dat ter Secretarie der gemeente op franco aan
vrage gratis verkrijgbaar is.
De inschrijving is opengesteld ter Secretarie van de
gemeente Goes, alwaar eene geslotene bus aanwezig
zal zijn tot ontvangst der gezegelde biljetten, van
WOENSDAG DEN ZESDEN OCTOBER tot en met
VRIJDAG DEN ACHTSTEN OCTOBER aanstaande,
tusschen des voormiddags negen en des namiddags
twee nren.
De opening der bus zal in het openbaar ten Raad-
huize plaatshebben op ZATERDAG DEN NEGENDEN
OCTOBER 1886, des namiddags te een aar.
Goes, den 3 September 1886.
Burgemeester en Wethouders,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
GORS, 22 September 1886.
Het is niet gebruikelijk om, wanneer de zitting
der Kamers niet door den Koning zelf wordt geopend,
de openingsrede door een adres van antwoord
te doen volgen. Waar alzoo dit jaar geen adres-debat
in de Kamer zal plaatshebben, daar heeft het al den
schijn of de bladen de openingsrede aan eene bijzondere
critiek willen onderwerpen. Er worden weder kolom
men gevuld met beschouwingen, die, dunkt ons, vrij
wel achterwege konden blijven, te meer daar toch
eerlang de ontwerpen, die aan het Nederlandsche volk
worden beloofd, de Kamer znllen bereiken en in behan
deling zullen komen. Er valt, nadat de regeering her
haalde malen hard is gevallen over korte en niets
zeggende troonreden, thans te erkennen dat deze
openingsrede lang is en meer zaakrijk, dan in langen
tijd het geval was. Voor het overige meenen wij te
kunnen volstaan met dankbaar ervan te gewagen, dat
de regeering het oog heeft gevestigd op den kwijnenden
toestand van den landbouw, al vreezen wij, dat eene
enquête omtrent dien toestand van weinig invloed zal
zijn op de lage graanprijzen. Wij zien de vervulling
der gedane beloften verder stilzwijgend tegemoet.
Bij koninklijk besluit van 18 Sept. 1886 is het
volgende bepaald
I. Eene Staatscommissie in het leven te roepen tot
het instellen van een onderzoek naar den toestand
van den landbouw hier te lande en tot het in
dienen van voorstellen betreffende de middelen, waarop
van regeeringswege ontwikkeling van den landbouw in
Nederland zou kunnen worden bevorderd, alsmede tot
het geven van advies zoo dikwijls de regeering dit van
haar mocht verlangen.
II. Te benoemen tot leden dier commissie mr. C.
J. A. Sickesz, Huize de Clooze bij Lochem mr. P.
W. A. Cort van der Linden te GroningenD. F. A.
Bauduin te 's-Gravenhagejhr. mr. K. A. Godin de
Beaufort te WoudenbergG. J. Van den Bosch
te WilhelminapolderJ. Van der Breggen Azn. te
WaddingsveenL. Broekema te WageningenH. F.
Bultman te HaarlemmermeerW. A. Coolen te Hei
voort; jhr. G. J. Dommer van Poldersveldt te Bergenda!
A. Baron van Dedem te Dalfsenjhr. mr. C. Van
Eysinga te Leeuwarden; D. Fontein De Jong te Mur-
merwoudeW. J. Hofman te HolwerdeM. H. Har-
tog te BarneveldJ. M. Kakebeeke te Goes;
dr. Adolf Mayer te Wageningen L. H. A. Magnée te
Horn bij Roermonddr. L. Mulder te 's-Gravenhage
mr. F. S. Van Nierop te AmsterdamC. J. Van der
Ondermeulen te Wassenaarmr. W. A. baron Van
Verschuer te 's-Gravenhage mr. D. Visser van Hazers-
woude te AmsterdamTh. J.Waller te Anna-Paulowna
als voorzitter dier commissie aan te wijzen mr. C.
J. Sickesz, als onder-voorzitter mr. P. W. A. Cort
Van der Linden, en als secretaris aan die commissie
toe te voegen P. A. Vernède, hoofdcommies bij het
departement van Waterstaat, Handel en Nijverheid,
te 's-Gravenhage
III. o. dat die commissie zich tot uitvoering van
de haar opgedragen taak kan verdeelen in afdeelingen,
met dien verstande evenwel dat de rapporten en voor
stellen gemeenschappelijk worden uitgebracht en gedaan
b. dat de commissie zal vergaderen te 's-Graven-
hage of, na bekomen machtiging van onzen Minister
van Waterstaat, Handel en Nijverheid, ook elders.
WoJfertsdijk. Maandagmiddag werd het lijk van
wijlen den heer W. Van Strien Cz. op plechtige
wijze naar zijne laatste rustplaats geleid. De lijkstoet
werd gevormd door een viertal zonen, vier behuwd-
zonen en verscheidene familieleden, waarbij zich, met
den predikant ds. Hage en een paar naaste buurvrien-
den, ook de leden van het Burgerlijk Armbestuur
aansloten, om hunnen geachten voorzitter de laatste
eer te bewijzen. Toen de lijkkist in den grafkuil
nedergedaald en aan het oog onttrokken was, ontboe
zemde een warm vriendenhart zich in de volgende
bewoordingen
Zoo sneed de dood dan reeds den draad nws levens af,
En rust nw stof'lijk deel thans in het kille graf!
Of boven U, vol glans, de blauwe'hemel lacht,
Hier in Uw somber graf, ddar heerscht een duist're
(nacht
Rust zacht nu, trouwe vriendDit is het laatste lied,
Dat, uit 't gevoelvol hart, de vriendschap U nog biedt!
Hoog in de blauwe lucht zingt blij het voog'lenkoor,
Doch in uw somber graf dringt nooit een juichtoon door
Maar, ging ook 't lichaam heen, Uw geest blijft ons
(nabij
't Herdenken doet ons goed, hoe droevig 't afscheid zij
Al snelt de tijd daarheen, al toont de dood zijn macht,
Vergeten doen we U niet! Rust zacht, o Vriend!
(rust zacht 1
Rilland-Bath. Er heeft zich hier een geval van
mazelen voorgedaan.
Kats. Maandag 21 Sept. is aan den calamiteusen
Leendert-Abrahampolder het eerste der
twaalf stukken met goed succes gezonken. Hoewel men
eerst plan gemaakt had Vrijdag 17 Sept. te zinken,
moest men daarvan afzien wegens den vrij sterken
Oostenwind; om dezelfde reden kon men Zaterdag
daaraanvolgende ook niet zinken. Het plan bestaat bij
gunstig weder Donderdag a. s. het tweede en Vrijdag
a. s. het derde stuk te zinken.
Het leggen van eene tweede spoorbaan van
Bergen-op-Zoom naar Kruiningen wordt voor een ge
deelte opgedragen aan een detachement mineurs. Het
toezicht is opgedragen aan den kapitein I. Meursinge.
Dit detachement wordt bij het 3e reg. inf. in subsis-
tentie opgenomen.
Gisteren werd in allen eenvoud het stoffelijk
overschot van jhr. M. J. DeMareesVan S w i n-
deren te Breda naar zijne laatste rustplaats geleid.
Namens zijne talrijke vrienden sprak dhr. Z. D. Van
der Bilt La Mottbe alhier een kort en gevoelvol woord
bij de geopende groeve, waarna de broeder van den
overledene jhr. A. De Marees Van Swinderen namens
de familie dank zegde voor de laatste eer aan den
afgestorvene bewezen.
Vlissingen. De heer A. K o p p e j a n Sz. alhier heeft
zijn ontslag ingediend als lid van den gemeenteraad.
Westelijk Zeeuwsch Vlaanderen. Nu eenmaal met
het leggen van den stoomtram Breskens-
M a 1 d e g e m een aanvang is gemaakt, wordt het
werk met kracht voortgezet. Dagelijks worden een
aantal telegraafpalen verplaatst, zoodat men hiermee
reeds tot Oostburg genaderd ismet het leggen der
rails is men ook reeds gevorderd, terwijl na de ge
houden aanbesteding tot het bouwen van eene remise
en zeven woningen aan de draaibrug nabij Oostburg
hiermee spoedig zal worden begonnen.
Ofschoon aanvankelijk het plan bestond, dat de
dienst reeds met November a. s. zou worden geopend,
verwacht men, dat dit niet het geval zal zijn. In ieder
geval is het wenschelijk, dat geene bezwaren eene
spoedige voltooiing onmogelijk zullen maken; dit toch
zou zeer onaangenaam zijn voor aannemer en publiek.
's-Gravenliage. Benoemd tot betaalmeester te Middel
burg dhr. Maclaine Pont, thans te Hoorn. Verplaatst
dhr. Schuijlenburg, controleur der belastingen te Aksel
naar Middelburg.
Het verslag der zeevisscherijen over 1885 is
verschenen. Het houdt zich in het breede bezig met
de slechte uitkomsten der haringvisscherij en de oor
zaken daarvan, en met de gunstige uitkomsten der
oestercultuur, behalve op de Zuiderzee, waar
het echter meent, dat die cultuur nog wel een toe
komst zou kunnen hebben.
De Minister van binnenlandsche zaken heeft aan
de Gedeputeerde Staten der provinciën verzocht, aan de
gemeentebesturen te willen mededeelen, dat bij zijn ambt
genoot van waterstaat, handel en nijverheid tegen de
toekenning van portvrijdom aan de briefwisseling,
voortvloeiende uit de toepassing van de artt. 108 en
109 van het burgerlijk wetboek, mits niet uitgestrekt
tot het bewijs van ongehinderden afloop der huwelijks
aankondiging, geen bezwaar bestaat, en dat, zooals
reeds vroeger is opgemerkt, de aanvragen en toezen
ding van verhuisbiljetten en de briefwisseling, daarop
betrekking hebbende, onder toepassing van portvrijdom
kunnen geschieden.
Nadat de Schorpioen gelicht was, aan
vaardde de kapt-luit. ter zee G. J. Buijskes weder
het commando.
Al wat zich aan boord bevond is, op zeer enkele
uitzonderingen na, bedorven. De machine is zwaar
geroest, en om deze te beproeven zal men, nadat het
lek voldoende zal zijn voorzien, het schip op de reede
op proef doen stoomen.
Het koninklijk gezin verlaat 6 October
a. s. het lustslot Soestdijk, om tot het einde van het
iasr het buitenverblijf Het Loo te betrekken.
Het stoomschip Koningin Emma is 20
Sept. te Port-Said aangekomen van Amsterdam.
Uit Sneek meldt men aan bet Dagblad dat de
centrale vergadering der liberale kiesvereenigingen tot
voorloopige candidaten voor de Kamer-vacature
heeft gesteld de heeren: Van Diggelen te Zwolle met
17 stemmen tot ln cand., Rinkes Borger te Lelden
met 21 st. tot 2n en A. Bloembergen te Leeuwarden
met 19 st. tot 3n.
Het bericht, dat Z. M. de Koning, bij besluit
van gisteren, den heer C r e m e r s benoemd beeft tot
voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal
gedurende het zittingjaar 1886/87, is gisternamiddag
bij de Kamer ontvangen. Dientengevolge is nog des
avonds tegen hedenmiddag 2 uren een openbare zitting
belegd, waarin de president zijn taak zal aanvaarden.
Een der «getrouwe lezers" van het Dagblad
schrijft
»Uw mededeeling omtrent het advies van den Raad
van State in zake de hulp, aan de suiker-industrie
op Java te verleenen, was zeer gereserveerdtot het
begaan van een indiscretie wil ik u allerminst verlokken,
maar ik mag toch wel vragen of hetgeen ik vernam
juist kan zijn. Men wil mij namelijk verzekeren, dat
de te verwachten voorstellen zullen neerkomen op het
overnemen door het Gouvernement van 5/8 der pro
ductie van alle fabrieken tegen den prijs van 9 voor
no. 14, gedurende een zeker aantal jaren, terwijl de
Gouverneur-Generaal gemachtigd zou worden om werk
kapitaal te verschaffen tegen oogstverband. Zou dit
juist wezen?"
Wij meenen zegt de redactie van genoemd blad, dat
onze getrouwe lezer niet ver van de waarheid is. Al
vorens zich aan optimisme over te geven, zal het echter
zaak zijn, de voorstellen af te wachten. Van de détails
eener voordracht hangt dikwijls veel af.
Reeds eenige dagen geleden moet, naar het Va
derland verneemt, bij het Departement van koloniën
een telegram zijn ontvangen van den Gouverneur-Gene
raal, meldende dat mevrouw Hansen, de echtgenoote
van den kapitein, en de heer Fay, de stuurman van
het schip »Hok Kanton" door Toekoe Oemar,
in ruil voor gevangenen die zich in handen van de
Nederlandsche overheden in Atjeh bevonden, in vrij
heid zijn gesteld.
De predikanten en ouderlingen bij de gemeenten
der Hervormde kerk in Liraburg hebben een adres aan
de Tweede Kamer gericht, naar aanleiding van het
spoorloos verdwijnen vaneenprotes-
tantsch meisje, dat in een klooster was op
genomen.
Het adres deelt daaromtrent het volgende mede
het meisje, 15 jaren oud, zich noemende Anna Ger
trude Allié, was te Wylré tijdelijk bij belijders van
den roomsch-katholieken godsdienst achtergelaten. De
man van dit huisgezin, zich noemende Meezen, bracht
het kind naar een klooster te Valkenburg, gemeente
Schin op Geul en naar zijn beweren op aanraden van
mr. L. J. Van Oppen, advocaat te Gulpen. Gevolmach
tigd door de moeder, heeft de predikant der Hervormde
gemeente te Gulpen zich naar de overste van het klooster
begeven, met het verzoek het meisje aan hem uit te leve
ren. De overste heeft geweigerd het meisje af te staan, on
der voorgeven, dat zij het niet kende en dat het niet op
haar weg lag de bewijsstukken te onderzoeken. Toen heeft
de predikant zich gewend tot den officier van justitie te
Maastricht, die hem de verzekering gaf, dat de zaak
nauwkeurig zou worden onderzocht, waartoe hij, officier
van justitie, dan ook last heeft gegeven aan den kanton
rechter van Gulpen, waaronder Valkenburg ressorteert,
met bevel om het kind uit het klooster op te eischen.
Den kantonrechter is bij zijne komst aan het klooster
te kennen gegeven, dat de overste aan bovengenoemde
Meezen, dien zij inmiddels had ontboden, het kind had
teruggegeven. Meezen, daarover geboord, heeft ver
klaard, dat het kind hem op eenigen afstand van het
klooster is ontvlucht en dat hij geen roeping heeft
gevoeld het achterna te loopen. Sedert dien tijd is het
kind spoorloos verdwenen.
Adr. vermoeden is, dat het kind in hetzelfde of in
een ander klooster eene schuilplaats heeft gevonden,
daar het wel niet te onderstellen is, dat een meisje
van 15 jaren, op dien drukbezochten weg en op klaar
lichten dag, een ongeluk is overkomen, zonder ook
het geringste spoor achter te laten. De officier van
justitie heeft wel aan den gemachtigde der moeder te
kennen gegeven, dat èn door de justitie, én door de
politie, de zaak behoorlijk zou worden onderzocht;
echter is, sedert dien tijd, vau de zaak niets meer
gehoord.
Zij meenen dat hier misdrijven zijn gepleegd weige
ring om het kind aan den wettigen vertegenwoordiger
der moeder te geven door de overste, en verlaten van
het kind door den man, die het uit het klooster heeft
gehaald, misdrijven die onvervolgd zijn gebleven. Zij
toonen aan, dat de gemoederen der protestantsche
ouders in Limburg in de hoogste mate in onrust zijn
gebracht, daar zij, levende te midden van roomsch katho
lieke bevolking en omringd van een groot aantal kloos
ters, en ziende hoe luttel justitie en politie tegenover deze
vermag, elk oogenblik vreezen moeten, dat iets der
gelijks ook hunnen kinderen kon wedervaren. Deze
vrees is nog gestegen sedert het maandblad der Evan
gelische Maatschappij heeft bericht, dat openlijk be
weerd wordt, dat de kantonrechter van Gulpen, die
den last had om in het klooster onderzoek te doen,
aan de overste van het klooster des voormiddags heeft
doen weten, dat hij des namiddags in persoon onder
zoek zou komen doen. Toen hij kwam was het meisje
weg; daarvoor was gezorgd.
Adr. wenden zich nu tot de Tweede Kamer, met
het verzoek aan den Minister van justitie te willen
vragen
1. Wat door justitie en politie in deze zaak is ge
daan en nog zal gedaan worden
2. Of in deze zaak justitie en politie in het arron
dissement Maastricht wel naar eed en plicht gehandeld
hebben
De heer Scheltema, hoofdredacteur van De
Locomotief te Samarang, is in Europa aangekomen.
EERSTE KAMER.
In de zitting van gisteren aanvaardde de heer Van
Eysinga het voorzitterschap met een rede, waarin hij
wees op de voorbereiding der grondwetsherziening in
de afgeloopen zittiDg en hoopte, dat door onderlinge
samenwerking, onder de leiding dezer regeering de
grootsche arbeid onder Hoogeren zegen mocht strekken
tot heil van Koning en Vaderland.
Ingekomen waren drie geheime brieven van den
Gouverneur-Generaal van Ned. Indië, gedateerd uit
Juni en Juli, inhoudende het voorgevallene op het land
Tjiomas. Ze werden ter griffie gedeponeerd, om na
kennisneming door de leden in de volgende bijeenkomst
zoo noodig een beslissing te nemen.
De Kamer is op reces gescheiden.
De Locomotief van 7 Augustus bevatte het
volgende
«Ten slotte hebben wij nog te spreken over de
Tjiomas-zaak. Naar aanleiding der verwijdering uit
het Buitenzorgsche waarmede jhr. J. W. E. De Sturler
en een zijner zoons gedreigd worden, evenals de heer
C. P. E. Sol, administrateur van Tjiomas, meenden
wij eergisteren Z.E. den Gouverneur-Generaal in staat
van beschuldiging te moeten stellen. Wij behouden
ons voor om later en dan meer uitvoerig op
de zaak terug te komen.
«Voor het oogenblik slechts dit. Het feit doet zich
voor, terwijl de waarachtige belangen dezer kolonie
vrij wel verwaarloosd liggen en, naar de resultaten
te oordeelen, geen of althans weinig behartiging
vinden, dat de hoogste staatsdienaar, de vertegen
woordiger der Kroon, geen middelen ontziet, zelfs zijn
toevlucht neemt, wij zeggen niet tot het vervalschen,
maar tot het verwerken van officiëele stukken, tot
het verbergen der waarheid, om bot te vieren aan
bijzondere vijandschap.
«Wij zijn hier in Indië thans getuigen van het
schandelijk schouwspel, dat een achtenswaardig man,
wien niemand iets ten laste kan leggen, dat de land
heer van Tjiomas, wien ook om eigentwil het
behartigen van de belangen der opgezetenen zijns
lands, steeds een eerste plicht is geweest, vervolgd
wordt voor hetgeen hij tiet gedaan heeft; voor het
geen nimmer in zijn bedoeling heeft gelegen; voor
hetgeen zijn nadeel zou wezenvoor hetgeen zijn ver
volgers hebben bedreven want wie zal loochenen
dat de fanatieke beweging in het Buitenzorgsche
voedsel heeft gezogen uit de onrust door den assistent
resident Burnaby Lautier gezaaid, met medeweten en
goedkeuring van dezen Gouverneur-Generaal?
»Het bestuur over Indië is iu de laatste jaren
geenszins gevoerd naar beginselen die op het uiterste
v8n recht en billijkheid gebouwd warenwij zagen
door de eersten in den lande ongestraft veel kwaad
bedrijvenmaar de onbeschaamde poging, thans van
hoogerhand gewaagd, om eigen plicht en waardigheid,
om de rust dezer gewesten ondergeschikt te maken
aan een bijzondere veete, doet al het voorgaande te
niet en druischt rechtstreeks in tegen den eed, door
den heer Van Rees bij zijn benoeming in 'sKonings
handen afgelegd, waarbij hij beloofde zich in alles te
gedragen zooals een braaf en eerlijk Gouverneur-
Generaal betaamt.
«Hopen wij slechts, dat het beter inzicht van den
Raad van Indië het boos opzet verijdelen luage 1