a. van voorschreven wet, o. a. in Zeelanda. tot lid en voorzitter, de schoolopziener in het district Mid delburg b. tot leden, de schoolopzieners in het district Goes en in de arrondissementen Zieriksee, Oostburg en Tolenc. tot leden-plaatsvervangers, de schoolop zieners in de arrondissementen Middelburg, Goes en Aksel. De gemeenteraad van Arnemuiden heeft met ingang van 1 Oct. a. s. den heer J. Buijse, hoofd der O. L. school in het dorp Kleverskerke, in die betrekking overgeplaatst naar de school in de kom dier gemeente. (M. Cf.) De beschikking van den Minister van staat, minister van binnenl. zaken, op de klacht van den pastoor Van Asveld te Franeker over den onderwijzer J. Holling aldaar is van den volgenden inhoud De Minister enz. Beschikkende op het adres van W. Van Asveld, pastoor der roomsch-katholieke gemeente te Franeker, dd. 5 Juni 1886, zich beklagende dat J. Holling, onder wijzer aan eene openbare lagere school te Franeker, gedurende den schooltijd, in tegenwoordigheid der leer lingen, door het aan enkele van hen uitdeelen van ronde stukjes papier, den spot heeft gedreven met de heilige hostie, en verzoekende maatregelen te willen nemen, dat de godsdienstige begrippen der katholieken niet worden gekrenkt; Gezien het bericht van Gedep. Staten van Friesland, dd. 22 Juli 1886, no. 19, 3e afdeeling; Gezien een nader bericht van dat college van 12 Augustus 1886, no. 45, 3e afdeeling, waaruit blijkt, dat de adressant, gehoord op de volgende vragen: 1wanneer de handeling, waarover hij klaagt, heeft plaats gehad; 2. wanneer en door wien hij daarvan kennis heeft bekomen, Heeft te kennen gegeven, dat het feit, volgens ver klaring der betrokken kinderen, heeft plaats gehad laat in den nazomer van 1885, dus ruim 8 maanden geleden 3. dat het door een lid zijner gemeente, wien hij geen vrijheid vindt te noemen, den 3 of 4 Juni II. te zijner kennis is gebracht, waarna de kinderen door hem zijn ondervraagd, en hij des anderen daags zijn adres van beklag heeft ingediend; Overwegende dat uit een onderzoek, door het school toezicht en den burgemeester van Franeker omtrent de aan voornoemden onderwijzer ten laste gelegde feiten ingesteld, is gebleken: 1. dat de onderwijzer J. Holling in den zomer van het jaar 1885 uit zijn lokaal no. 3 onder schooltijd is gekomen in het lokaal no. 4 van de openbare school C te Franeker, waar de onderwijzer W. Simmerman les gaf, om aan dezen, volgens den bestaanden regel, de presentielijst te overhandigen; 2. dat toen tusschen de beide genoemde onderwij zers een gesprek is ontstaan over het gebruik van chinine, waaraan W. Simmerman, ter bestrijding van koorts, behoefte gevoelde, doch welke hij verklaarde niet te kunnen innemen; 3. dat hem vervolgens door J. Holling een stuk ouwelblad is vertoond, onder bijvoeging dat hij in zoo- danigen ouwel gewoon was chinine in te nemen, en daarvan een gedeelte ter nuttiging werd overhandigd 4. dat, volgers de verklaring van de beide onder wijzers, daarop eenige leerlingen den wensch te kennen gaven ook een stukje te ontvangen, waaraan voldaan werd 5. dat de verklaringen van leerlingen, die hierbij tegenwoordig waren, niet eenstemmig luiden omtrent het voorgevallene 6. dat niet gebleken is, in welken vorm de ouwel gesneden was, cn evenmin of bij het uitdeelen daar van bevolen is, die te gebruiken 7. dat uit die verklaringen der kinderen geenszins kan worden afgeleid, dat het uitdeelen der stukjes ouwel aanstoot heeft kunnen geven; Overwegende, dat bovendien de kinderen, die om trent deze zaak meermalen zijn ondervraagd, toen dit plaats had, 10 jaren oud waren, en toen de bewuste handelingen met ouwels zouden zijn gebeurd slechts 9 jaren, en dat de opgaven van zoo jeugdige kinderen ten aanzien van de preciese feiten en van de waar deering van de strekking daarvan, en dus ten aanzien van de schuld des onderwijzers, geen bewijs opleveren; Overwegende mitsdien, dat de aan J. Holling, onder wijzer bij de openbare school C te Franeker, ten laste gelegde laakbare handelingen niet door het onderzoek zijn bewezen. Geeft aan den adressant te kennen, dat ten deze voor tusschenkomst der regeering geen termen zijn. Koloniën. In het overzicht van het A. D. v. N. 1. leest men het volgende: Deze mail brengt het officiëele uitvoerige verhaal van de expeditie naar Rigas, welke buiten de gelegenheid om de twee gevangenen van Toekoe Oemar of dezen zeiven mee te brengen, zich heeft moeten tevreden stellen met het overbrengen van een aantal Atjehsche gijzelaars uit Oemar's omgeving of familie, mannen en vrouwen, met het weghalen van een groot deel van het door Oemar aan boord gestolene en van eene hoeveelheid koopwaren, hem toebehoorende, en met het verbranden van een zijner huizen. Uit het verhaal der Nisero-gevangenen destijds, herinnert men zich de beschrijving der slingering tusschen hoop en vreeselijke teleurstelling, toen de gevangenen het schieten der expeditie steeds dichter hoorden, in allerijl weggevoerd werden, en daarna het gevecht hoorden verstommen en de zekerheid kregen, dat hunne verlos sers, hoe dicht tot hen genaderd, zonder hen huiswaarts gekeerd waren. Diezelfde gemoedsaandoeningen moeten de arme mevrouw Hansen en de machinist Fay doorleefd hebben op den dag dat onze troepen het op een uur afstands van Rigas gelegen Kotta Brandang innamen, terwijl zij zeiven, overhaast verder weggevoerd, tot de wanhopige zekerheid kwamen, dat, ofschoon het pas middag was, hunne bewaarders niet verder werden achtervolgd. Zij zullen het zich niet hebben kunnen voorstellen, dat onze troepen niet wisten waar hen te zoeken in het bergachtig land, dat iedere verdere vervolging slechts zou tengevolge hebben, om hen weer verder te doen vervoeren. Toen Oemar in tijds ontvlucht was uit de kleine sterkte, die hij tusschen Telok Gloempang en Rigas betrokken had, en waar wij van twee kanten op aangingen, was de kans om hem met zijne slacht offers te vangen verkeken. Tot nu toe is geen bericht ontvangen, dat hij de gevangenen uitgeleverd heeft tegen de onze. Houdt hij vol, wat moeten wij met die gijzelaars doen 1 Zeer armelijk verblijf en voedsel geven is het uiterste waarmede wij hun het leven onaangenaam genoeg kunnen maken, om hun verlangen naar bevrijding misschien nog van invloed te doen zijn op Oemar's beslissing, en het is te hopen, dat dit middel niet gespaard zal worden. Landbouw en Veeteelt. Dat een goed gebruik van land voor graanbouw in Europa nog goede uitkomsten kan opleveren, niet tegenstaande den grooten toevoer van Amerikaansch en Indisch graan, heeft een Fransch landbouwer, de heer Boutelleau, bewezen. Door toepassing van hetgeen de wetenschap en ervaring geleerd hebben, is het hem gelukt, de zuivere opbrengst van 43 bunders, welke in 1874, toen zij nog ten deele voor wijnbouw werden gebezigd, 143 fr. was, allengs op te voeren tot 360 fr. in 1884, zoodat hij 14 pCt. van zijn kapitaal maakte. Ook in andere deelen van Frankrijk zijn door doel matige bemesting en gebruik van de nieuwste werk tuigen gelijksoortige uitkomsten verkregen, niettegen staande de daling der graanprijzen. In Drente is dit jaar de opbrengst der Sint Jans en der Zeeuwsche rogge weer aanmerkelijk beter dan die der andere rogge. Bedoelde roggesoorten, aldaar niet inheemsch, maar in de laatste jaren ingevoerd, worden er met het beste gevolg op zware binnengronden uitgezaaid. Proeven, daarmede op de esschen genomen, voldeden minder en gaven de verzekering, dat aldaar de Drentsche rogge alleen tehuis behoort. Op de bin nengronden en goorngrond heeft de Sint Jans- en Zeeuwsche rogge de gerst en haver grootendeels ver drongen. Uit Kolijnsplaat ontvingen wij het volgende bericht Schrijft men van onderscheidene plaatsen over de bekende ziekte der aardappelen, ook hier is men daarvan niet verschoond geblevenechter bepaalt de ziekte zich meerendeels tot het spoedig wegsterven van het loof, tot heden is de knol nog vrjj gezond en doen zich nog maar enkele zieke aardappelen voor. Omtrent de qualiteit valt volstrekt niet te klagen, de aardappel zal echter vaster en minder bloemig zijn dan verleden jaar. Het snijden der tarwe is hier nagenoeg afgeloopen, enkele partijtjes zijn reeds in de schuur geborgen. Ofschoon de tarwe later tot inzamelen bekwaam is, zullen deugdzaamheid en beschot de verwachtingen verre overtreffen. De vele donkere dagen in en na den bloeitijd zijn zeer te stade gekomen tot vruchtzetting en ontwikkeling van de korrel. Suikerpeen zijn hier veel uitgezaaid geworden en daarvan staat verreweg het meerendeel zeer prachtig. Naar het zich laat aanzien, mag men het beschot wel boven het middelmatige ramen. Uien zijn hier niet zooveel uitgezaaid geworden als het vorige jaarmaar zij zijn krachtig ontwikkeld en beloven een bevredigend gewas. Reeds is er een enkel partijtje verscheept, dat tegen 2 25 per Hectoliter koopers vond. Buitenlandsch Overzicht. De Russische regeering schijnt minder ingenomen te zijn met de verschillende beschouwingen in den laatsten tijd over den politieken toestand verspreid. Zij heeft het althans noodig geacht een communiqué openbaar te maken, waarin gezegd wordt, dat in die beschouwingen geheel willekeurige en onjuiste mee ningen werden uitgesproken over de tusschen Rusland en de overige mogendheden bestaande betrekkingen. In den loop van dit jaar hebben die betrekkingen geen wijziging ondergaan, en evenmin doen zich thans ver schijnselen voor, die aanleiding zouden kunnen geven tot de vrees dat die betrekkingen verstoord zullen worden, of dat de keizerlijke regeering genoopt zou worden in hare politiek verandering te brengen. Men ziet het, de bont genoemde koe is ditmaal zonder vlek en Europa kan rustig zijn. Ferry's poging, om in Frankrijk eene conservatieve partij te vormen, die het gezag der republiek erkent, vindt bij de monarchalen, wier medewerking hij in de eerste plaats heeft ingeroepen, nog weinig bijval. Zoo er onder hen al velen zijn, die het herstel der mo narchie vooreerst onbereikbaar achten en daarom wel zouden geneigd zijn de republiek, onder meer of min der voorbehoud, te erkennen, zij aarzelen Ferry's lei ding te volgen. Hij moge na zijn val conservatiever zijn geworden, de monarchalen hebben het niet vergeten, dat hij hen de hand zou hebben geboden, indien niet zijne mis lukte koloniale politiek hem van een groot gedeelte der republikeinen had vervreemd. Doch zoo de poging van Ferry mislukt, is dit nog geen bewijs, dat de vorming eener conservatieve partij, waarbij zich de gematigde monarchaten kunnen aan sluiten, onmogelijk iswenschelijk is zij zeker. Nauwelijks was men in Frankrijk bekomen van de opschudding, die de brieven van generaal Boulanger hadden gemaakt, of de minister van oorlog werd op nieuw de held van een soort schandaal. Op de Pa- rijsche boulevards werd voor den matigen prijs van vijf centen eene brochure verkocht, die de talenten en deugden, de mannelijke schoonheid en den krijgshaf- tigen aard van den minister in aandoenlijke termen verheerlijkte, en een aantal sierlijk gekleurde afbeel dingen bevatte, op welke de held van den dag le beau rile vervulde. In vier dagen tijds werden 125.000 exemplaren van dit geschriftje verkocht. Naar het schijnt, heeft Lord Salisbury reeds be grepen, dat het niet aanging, de hongerigen uitsluitend met steenen in plaats van brood afteschepen. In het Engelsclie Hoogerhuis heeft hij de gapingen der troon rede een weinig aangevuld. Daar bleek hetgelijk trouwens uit oflicieuse mededeelingen reeds vroeger was optemaken dat de regeering zich voorgenomen heeft, niet dan in de uiterste noodzakelijkheid hare toe vlucht te zullen nemen tot buitengewone maatregelen om de orde in Ierland te handhaven. Geen dwangwet dus. Dit is het antwoord op de werkelijk zeer be zadigde houding, in den laatsten tijd door de lersche nationalisten aangenomen. Terwijl in het Orangistische, protestantsche, zoogenoemd loyale noordelijke deel van Ierland de orde op ergerlijke en bloedige wijze is ver stoord, is in de drie overige provinciën, waar Parnell en de nationale liga tot nu toe oppermachtig waren, alles volkomen rustig gebleven, niettegenstaande de grievende teleurstelling van de verwerping van Glad stone's ontwerp en van den uitslag der verkiezingen. Naar luid van berichten zal Gladstone zich naar Beijeren begeven om daar gedurende eene maand vol komen rust te nemen. Vorst Bismarck heeft Vrijdag een langdurig onder houd met den keizer van Oostenrijk gehad. Volgens een Fransch blad heeft de keizer van Ma rokko zijn minister van buitenlandsche zaken naar Berlijn gezonden om nauwer betrekkingen met Duitsch- land aanteknoopen, hetgeen bij bedoeld blad geene geringe ergernis wekt. Gemengde Berichten. Kapelle. Werden voor eenigen tijd alhier dooreen of meer baldadigen op brutale wijze wanordelijkheden gepleegd door het verbreken en verbergen van hekjes enz. welke dienen tot afsluiting van eigendommen, tot heden schijnen de nasporingen, dienaangaande door de politie gedaan, niet het gewenschte resultaat te hebben verkregen. Van daar zeker, dat in den nacht van Zaterdag op Zondag dergelijk schandaal zich weer heeft voorgedaan. Eenige jongelingen hebben, na afloop van den zoogenaamden jongensavond, zich weder ge tracht te vermaken met het slaan met stokken tegen de deuren der inwoners, en het beschadigen van eigen dommen, om ten slotte te eindigen in eene vechtpartij, waarvan de uitkomsten zich bij enkelen, den volgenden dag, door uitwendige teekenen vertoonden. Ditmaal echter schijnt het der politie gelukt om eenige dier belhamels te verbaliseeren. Het is te hopen dat de uitslag hiervan van dien aard zal zijn, dat het een afdoend middel is om voortaan van dergelijke rust verstoringen verschoond te blijven. Met den goedkoopen trein van Rotterdam naar Vlissingen werden gisteren 1079 personen vervoerd. Te Driewegen werden verleden Vrijdag bij den landbouwer D. twee stuks rundvee gerechtelijk in be slag genomen en in een stal van derden in verzekerde bewaring gesteld. Deze dieren waren, vóór den bekenden verkoop op Donderdag onder 's-Heer Abtskerke, door of vanwege den eigenaar uit hun arrest ontslagen en huiswaarts gevoerd. 'tls te vreezen dat de man van nog slechter con ditie zal zijn dan degenen, die hun eigen vee inkochten. Het zoontje van A. B. te Kolijnsplaat, koe wachter bij den landbouwer De Vlieger, heeft gisteren een slag bekomen van een jong paard tegen het hoofd. Ernstig verwond heeft men den knaap per rijtuig huiswaarts vervoerd en geneeskundige hulp ingeroepen. Zijn toestand schijnt echter niet gevaarlijk te zijn. Vlissingen. Zooals kon worden verwacht, werd onze gemeente Zondag weder door eene uit duizenden be staande menigte vreemdelingen bezocht. Reeds in den vroegen morgen bracht de provinciale stoomboot van Breskens ruim een honderdtal pleizier- reizigers aan. Te half elf arr iveerde in de buitenhaven de raderboot «Wilford II" met 200 passagiers van Terneuzente 10 u. 45 m. aan het locaal-station (VlissingenStad) een goedkoope extra-trein, bestaande uit 26 waggons, van Rotterdam, Dordrecht, Breda, enz. met circa 1200 personen, terwijl tegen het mid daguur nog een paar plezierbooten van Antwerpen en Terneuzen ettelijke honderden Belgische bezoekers, waarbij een tweetal muziekkorpsen, aanvoerden. Vooral bij de aankomst van den goedkoopen trein uit Holland heerschten er veel drukte en levendigheid in den omtrek van het station, in de wachtkamers en op het perron, (welk laatste voor het publiek toe gankelijk was) daar eene groote menigte nieuwsgierigen en familieleden of vrienden van verwachte bezoekers de aankomst van dezen verbeidden. Voor het locale vervoer der vreemdelingen was dit maal uitstekend gezorgd. Eene extra stoombarge, de stoomtram en eene penny-boot waren in de onmid dellijke nabijheid van het station daarvoor in gereed heid en de ondernemers zagen dan ook hunne poging om van deze gelegenheid profij t te trekken met goeden uitslag bekroond. Na aankomst van den trein en van de verschil lende plezierbooten begaven de meeste bezoekers zich naar de stad en later naar het badhotel, waar des namiddags eene matinée werd gegeven door het muziek gezelschap «Geduld overwint" van IJzendijke, dat te I uur met de stoomboot «Noordzee" van Breskens was aangekomen. Den ganschen dag was het in en om de stad en voornamelijk op de duinen en aan het strand recht aangenaam en gezellig, waartoe vooral het fraaie weder veel bijdroeg Alles liep in de beste orde af en tegen den avond keerden de vreemde bezoekers, blijkbaar ten hoogste voldaan over al het genotene, in opgewekte stemming naar hunne respectieve woonplaatsen terug, door velen tot aan boot of spoortrein uitgeleid. De Courrier du Limb, verhaalt het volgende dat te Roermond voorgevallen moet zijn. Klokke één was geslagen, en het middagmaal wachtte. Een heer wenscht zijn gelag te betalen, en bevindt dat hij twee beurzen in zijn zak heeftde eene herkent hij als zijn eigene, de andere, ofschoon onoogelijk, was met een aanzienlijk bedrag gevuld. Hij weet, dat ze niet van hem is, erkent ze ook niet als die zijner echtgenoote. Hij vraagt wie met hem in aanraking is geweest, wie naast hem heeft gezeten, maar niemand kon hem inlichting geven, al wordt er menige blik geslagen, niet op de beurs, maar op den inhoud. Ondertusschen zit een handelaar erg in het nauw; hij mist den sleutel van zijne brandkast. Hij meent, neen hij weet bijna zeker, dat de sleutel zich in zijne beurs moet bevinden, maar die beurs is weg. Niemand kan het raadsel oplossen, en de politie wordt in den arm genomen. Het toeval voert den man met de twee beurzen naar een sigarenwinkel, naar denzelfden winkel waar hij een paar dagen geleden zijne rekening heeft voldaan. Klant en leverancier klagen elkander hun nood niet over de slechte tijden, maar de een dat hij twee beurzen heelt, de ander dat hij den sleutel van zijn brandkast mist. 't Geval helderde zich spoedig op, en de koopman kreeg èn de beurs èn den sleutel terug. Heel eenvoudig had zich de zaak toegedragen. De heer had zijne rekening betaald, de leverancier zijne beurs uitgehaald, waarin de sleutel van de brandkast zat, en legde ze op tafel. Eene discussie ontspon zich, en de heer neemt de beurs van den koopman en steekt ze als de zijne, in den zak. Beiden wisten later niets van hetgeen zij gedaan hadden. Nu de zaak tot algemeen genoegen was opgehelderd, gaf zij aanleiding tot een vroolijk reisje naar Nijmegen. Uit Dordrecht wordt gemeld, dat mevr. Bulk- ley, die aldaar hare gevangenisstraf ondergaat, vrij ernstig ongesteld is. Een deskundige geeft in de N. R. Ct. den vol genden wenk. Wordt iemand door eenen hond of eenig ander beest gebeten, dan verdiepe hij zich niet in beschouwingen over Pasteur's methode, maar spoede zich naar eenen apotheker, om door dezen de wond flink te laten uitwasschen met sublimaat, een der krachtigste ontsmettingsmiddelen. Over de verdere be handeling kan daarna worden beslist. In een buitengewoon Politieblad verzoekt de officier van justitie te Dordrecht opsporing, aanhou ding en opzending van Willem Constandse, geboren te Brouwershaven den 30 Mei 1857, werkman, lang en schraal van postuur, donker haar, vermoedelijk gekleed met een bruin pak en een fantasiehoed. Tegen hem is door de arrondissements-rechtbank te Dordrecht, wegens bedriegelijke oplichting, rechtsin gang met bevel van gevangenneming verleend. Ajuin als geneesmiddel heeft zeer goede eigen schappen. Wanneer soldaten, die groote marschen doen, mijnwerkers en bergbeklimmers ajuin eten, dan gevoelen zij zich sterker, kunnen meer verduren. Bo vendien geeft de opademing van den ajuinreuk rust, men slaapt daardoor kalm. Het is de vluchtige olie in de ajuin, die deze kracht uitoefent. De namen, welke gebezigd worden voor een knot katoen, wol of sajet, blijken nog al verscheiden te zijn. In een der voornaamste winkels in de hoofd stad zijn in den tijd van éen maand de volgende be namingen afgeluisterd: knot, knoo, knotsie, knotje, knok, knotken, klit, klist, knikkel, kluw, knekkel, klouwel, sluf, streng, ding, dog, dot, feet, wrong, storrel, stukje, stotje, fitoir, roof, roofie, wis, schutje, terwijl dagelijks nog veel andere benamingen worden gebezigd. Het gebruik van Volapük zou voor een be diende in een sajetwinkel waarlijk een uitkomst zijn. Aan de bekroonden ter Bakkerij-tentoonstelling is een poets gebakken. Wij hadden ons reeds ver wonderd over de vrijgevigheid, bij het toekennen van gouden medailles betracht; maar nu blijkt, dat zoo wel deze, als de zilveren en zelfs de bronzen, van papier zijn (waarom niet van chocolade?) en de ge lukkige bekroonde het recht krijgt, zelf een metalen medaille te laten slaan als hij wil. (D.) Te Strijp bij Eindhoven is brand uitgebarsten in eene boerenwoning door twee gezinnen bewoond, welke spoedig in asch was gelegd. Een der bewoners, een man van ruim zestigjarigen leeftijd, die nog iets van den inboedel trachtte te redden, kwam bijna in de vlammen om. Met vreeselijke brandwonden overdekt werd hij naar het R. K. Liefdehuis te Eindhoven overgebracht, doch men vreest dat hij aan de bekomen wonden zal bezwijken. De groote glasfabriek van den heer Eugène Bau- doux, die tijdens de ongeregeldheden nabij Charleroi in Maart 11. geheel vernield werd, is bijna geheel weder opgebouwd. Dezer dagen zijn weder de vuren ontstoken, waardoor 500 werklieden, die door de ver nieling der fabriek broodeloos werden, weder gere gelde bezigheid kunnen verkrijgen. De tengevolge van de vernieling gedwongen werkstaking heeft voor de werklieden een verlies van 600,000 fr. aan werkloon berokkend. De fabriek leverde alleen éen negende der geheele zeer belangrijke productie van glaswerk in België. Op den verjaardag van keizer Frans Jozef klom zekere Pircher 's avonds op den toren van de Stefa- nuskerk en bevestigde daar boven het kruis de Oosten- rijksche vlag. De toren is ruim 450 voet hoog. Pir cher klom naar boven langs den bliksemafleider, hij had zijn schoenen om zijn nek gebonden. Het was een heldere avond en men kon den waaghals dus goed zienmatrassen waren rondom den toren neergelegd. Na 2 uren en 30 minuten kwam Pircher behouden weer beneden. Het schoonste en uitgestrektste bosch van Corsica, dat van Valdoniello, staat sedert Dinsdag in vlammen. De gendarmerie en het garnizoen van Corte stellen alles in het werk om het vuur te stuiten. De ramp is, naar men zegt, ontstaan door onvoorzichtigheid van herders. De burgemeester van Brussel heeft, als hoofd der stedelijke politie, van alle disciplinaire straffen, welke aan ambtenaren der politie opgelegd zijn, kwijt schelding verleend wegens de stipte plichtsvervulling, den ijver en den tact, door de politie bij gelegenheid van de werklieden-betooging van 15 dezer aan den dag gelegd. Op de Wolga is de stoomboot «Vera" verbrand; in 't geheel zijn 200 personen omgekomen, waarvan er 4 verbrand zijn de overigen zijn verdronken. Te Union Point, Georgia, woont eene vrouw met een schoenen baard, nagenoeg een voet lang. Zij is welgesteld, en heeft niet noodig geld nit deze afwijking der natuur te slaan.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina 2