a. van voorschreven wet, o. a. in Zeelanda. tot lid
en voorzitter, de schoolopziener in het district Mid
delburg b. tot leden, de schoolopzieners in het district
Goes en in de arrondissementen Zieriksee, Oostburg
en Tolenc. tot leden-plaatsvervangers, de schoolop
zieners in de arrondissementen Middelburg, Goes en
Aksel.
De gemeenteraad van Arnemuiden heeft met
ingang van 1 Oct. a. s. den heer J. Buijse, hoofd
der O. L. school in het dorp Kleverskerke, in die
betrekking overgeplaatst naar de school in de kom
dier gemeente. (M. Cf.)
De beschikking van den Minister van staat,
minister van binnenl. zaken, op de klacht van den
pastoor Van Asveld te Franeker over den onderwijzer
J. Holling aldaar is van den volgenden inhoud
De Minister enz.
Beschikkende op het adres van W. Van Asveld,
pastoor der roomsch-katholieke gemeente te Franeker,
dd. 5 Juni 1886, zich beklagende dat J. Holling, onder
wijzer aan eene openbare lagere school te Franeker,
gedurende den schooltijd, in tegenwoordigheid der leer
lingen, door het aan enkele van hen uitdeelen van
ronde stukjes papier, den spot heeft gedreven met de
heilige hostie, en verzoekende maatregelen te willen
nemen, dat de godsdienstige begrippen der katholieken
niet worden gekrenkt;
Gezien het bericht van Gedep. Staten van Friesland,
dd. 22 Juli 1886, no. 19, 3e afdeeling;
Gezien een nader bericht van dat college van 12
Augustus 1886, no. 45, 3e afdeeling, waaruit blijkt,
dat de adressant, gehoord op de volgende vragen:
1wanneer de handeling, waarover hij klaagt, heeft
plaats gehad;
2. wanneer en door wien hij daarvan kennis heeft
bekomen,
Heeft te kennen gegeven, dat het feit, volgens ver
klaring der betrokken kinderen, heeft plaats gehad
laat in den nazomer van 1885, dus ruim 8 maanden
geleden
3. dat het door een lid zijner gemeente, wien hij
geen vrijheid vindt te noemen, den 3 of 4 Juni II. te
zijner kennis is gebracht, waarna de kinderen door
hem zijn ondervraagd, en hij des anderen daags zijn
adres van beklag heeft ingediend;
Overwegende dat uit een onderzoek, door het school
toezicht en den burgemeester van Franeker omtrent
de aan voornoemden onderwijzer ten laste gelegde
feiten ingesteld, is gebleken:
1. dat de onderwijzer J. Holling in den zomer van
het jaar 1885 uit zijn lokaal no. 3 onder schooltijd
is gekomen in het lokaal no. 4 van de openbare school
C te Franeker, waar de onderwijzer W. Simmerman
les gaf, om aan dezen, volgens den bestaanden regel,
de presentielijst te overhandigen;
2. dat toen tusschen de beide genoemde onderwij
zers een gesprek is ontstaan over het gebruik van
chinine, waaraan W. Simmerman, ter bestrijding van
koorts, behoefte gevoelde, doch welke hij verklaarde
niet te kunnen innemen;
3. dat hem vervolgens door J. Holling een stuk
ouwelblad is vertoond, onder bijvoeging dat hij in zoo-
danigen ouwel gewoon was chinine in te nemen, en
daarvan een gedeelte ter nuttiging werd overhandigd
4. dat, volgers de verklaring van de beide onder
wijzers, daarop eenige leerlingen den wensch te kennen
gaven ook een stukje te ontvangen, waaraan voldaan
werd
5. dat de verklaringen van leerlingen, die hierbij
tegenwoordig waren, niet eenstemmig luiden omtrent
het voorgevallene
6. dat niet gebleken is, in welken vorm de ouwel
gesneden was, cn evenmin of bij het uitdeelen daar
van bevolen is, die te gebruiken
7. dat uit die verklaringen der kinderen geenszins
kan worden afgeleid, dat het uitdeelen der stukjes
ouwel aanstoot heeft kunnen geven;
Overwegende, dat bovendien de kinderen, die om
trent deze zaak meermalen zijn ondervraagd, toen dit
plaats had, 10 jaren oud waren, en toen de bewuste
handelingen met ouwels zouden zijn gebeurd slechts
9 jaren, en dat de opgaven van zoo jeugdige kinderen
ten aanzien van de preciese feiten en van de waar
deering van de strekking daarvan, en dus ten aanzien
van de schuld des onderwijzers, geen bewijs opleveren;
Overwegende mitsdien, dat de aan J. Holling, onder
wijzer bij de openbare school C te Franeker, ten laste
gelegde laakbare handelingen niet door het onderzoek
zijn bewezen.
Geeft aan den adressant te kennen, dat ten deze
voor tusschenkomst der regeering geen termen zijn.
Koloniën.
In het overzicht van het A. D. v. N. 1. leest
men het volgende:
Deze mail brengt het officiëele uitvoerige verhaal
van de expeditie naar Rigas, welke buiten de
gelegenheid om de twee gevangenen van Toekoe Oemar
of dezen zeiven mee te brengen, zich heeft moeten
tevreden stellen met het overbrengen van een aantal
Atjehsche gijzelaars uit Oemar's omgeving of familie,
mannen en vrouwen, met het weghalen van een groot
deel van het door Oemar aan boord gestolene en van
eene hoeveelheid koopwaren, hem toebehoorende, en
met het verbranden van een zijner huizen. Uit het
verhaal der Nisero-gevangenen destijds, herinnert men
zich de beschrijving der slingering tusschen hoop en
vreeselijke teleurstelling, toen de gevangenen het
schieten der expeditie steeds dichter hoorden, in allerijl
weggevoerd werden, en daarna het gevecht hoorden
verstommen en de zekerheid kregen, dat hunne verlos
sers, hoe dicht tot hen genaderd, zonder hen huiswaarts
gekeerd waren.
Diezelfde gemoedsaandoeningen moeten de arme
mevrouw Hansen en de machinist Fay doorleefd hebben
op den dag dat onze troepen het op een uur afstands
van Rigas gelegen Kotta Brandang innamen, terwijl zij
zeiven, overhaast verder weggevoerd, tot de wanhopige
zekerheid kwamen, dat, ofschoon het pas middag was,
hunne bewaarders niet verder werden achtervolgd.
Zij zullen het zich niet hebben kunnen voorstellen,
dat onze troepen niet wisten waar hen te zoeken in
het bergachtig land, dat iedere verdere vervolging
slechts zou tengevolge hebben, om hen weer verder
te doen vervoeren. Toen Oemar in tijds ontvlucht was
uit de kleine sterkte, die hij tusschen Telok Gloempang
en Rigas betrokken had, en waar wij van twee kanten
op aangingen, was de kans om hem met zijne slacht
offers te vangen verkeken. Tot nu toe is geen bericht
ontvangen, dat hij de gevangenen uitgeleverd heeft
tegen de onze. Houdt hij vol, wat moeten wij met
die gijzelaars doen 1 Zeer armelijk verblijf en voedsel
geven is het uiterste waarmede wij hun het leven
onaangenaam genoeg kunnen maken, om hun verlangen
naar bevrijding misschien nog van invloed te doen
zijn op Oemar's beslissing, en het is te hopen, dat
dit middel niet gespaard zal worden.
Landbouw en Veeteelt.
Dat een goed gebruik van land voor graanbouw
in Europa nog goede uitkomsten kan opleveren, niet
tegenstaande den grooten toevoer van Amerikaansch
en Indisch graan, heeft een Fransch landbouwer, de
heer Boutelleau, bewezen. Door toepassing van hetgeen
de wetenschap en ervaring geleerd hebben, is het hem
gelukt, de zuivere opbrengst van 43 bunders, welke
in 1874, toen zij nog ten deele voor wijnbouw werden
gebezigd, 143 fr. was, allengs op te voeren tot 360
fr. in 1884, zoodat hij 14 pCt. van zijn kapitaal maakte.
Ook in andere deelen van Frankrijk zijn door doel
matige bemesting en gebruik van de nieuwste werk
tuigen gelijksoortige uitkomsten verkregen, niettegen
staande de daling der graanprijzen.
In Drente is dit jaar de opbrengst der Sint Jans
en der Zeeuwsche rogge weer aanmerkelijk beter dan
die der andere rogge. Bedoelde roggesoorten, aldaar
niet inheemsch, maar in de laatste jaren ingevoerd,
worden er met het beste gevolg op zware binnengronden
uitgezaaid. Proeven, daarmede op de esschen genomen,
voldeden minder en gaven de verzekering, dat aldaar
de Drentsche rogge alleen tehuis behoort. Op de bin
nengronden en goorngrond heeft de Sint Jans- en
Zeeuwsche rogge de gerst en haver grootendeels ver
drongen.
Uit Kolijnsplaat ontvingen wij het volgende
bericht
Schrijft men van onderscheidene plaatsen over de
bekende ziekte der aardappelen, ook hier is men daarvan
niet verschoond geblevenechter bepaalt de ziekte
zich meerendeels tot het spoedig wegsterven van het
loof, tot heden is de knol nog vrjj gezond en doen
zich nog maar enkele zieke aardappelen voor. Omtrent
de qualiteit valt volstrekt niet te klagen, de aardappel
zal echter vaster en minder bloemig zijn dan verleden
jaar.
Het snijden der tarwe is hier nagenoeg afgeloopen,
enkele partijtjes zijn reeds in de schuur geborgen.
Ofschoon de tarwe later tot inzamelen bekwaam is,
zullen deugdzaamheid en beschot de verwachtingen
verre overtreffen. De vele donkere dagen in en na den
bloeitijd zijn zeer te stade gekomen tot vruchtzetting
en ontwikkeling van de korrel.
Suikerpeen zijn hier veel uitgezaaid geworden en
daarvan staat verreweg het meerendeel zeer prachtig.
Naar het zich laat aanzien, mag men het beschot wel
boven het middelmatige ramen.
Uien zijn hier niet zooveel uitgezaaid geworden als
het vorige jaarmaar zij zijn krachtig ontwikkeld
en beloven een bevredigend gewas. Reeds is er een enkel
partijtje verscheept, dat tegen 2 25 per Hectoliter
koopers vond.
Buitenlandsch Overzicht.
De Russische regeering schijnt minder ingenomen
te zijn met de verschillende beschouwingen in den
laatsten tijd over den politieken toestand verspreid.
Zij heeft het althans noodig geacht een communiqué
openbaar te maken, waarin gezegd wordt, dat in die
beschouwingen geheel willekeurige en onjuiste mee
ningen werden uitgesproken over de tusschen Rusland
en de overige mogendheden bestaande betrekkingen.
In den loop van dit jaar hebben die betrekkingen geen
wijziging ondergaan, en evenmin doen zich thans ver
schijnselen voor, die aanleiding zouden kunnen geven
tot de vrees dat die betrekkingen verstoord zullen
worden, of dat de keizerlijke regeering genoopt zou
worden in hare politiek verandering te brengen.
Men ziet het, de bont genoemde koe is ditmaal
zonder vlek en Europa kan rustig zijn.
Ferry's poging, om in Frankrijk eene conservatieve
partij te vormen, die het gezag der republiek erkent,
vindt bij de monarchalen, wier medewerking hij in de
eerste plaats heeft ingeroepen, nog weinig bijval. Zoo
er onder hen al velen zijn, die het herstel der mo
narchie vooreerst onbereikbaar achten en daarom wel
zouden geneigd zijn de republiek, onder meer of min
der voorbehoud, te erkennen, zij aarzelen Ferry's lei
ding te volgen.
Hij moge na zijn val conservatiever zijn geworden,
de monarchalen hebben het niet vergeten, dat hij hen
de hand zou hebben geboden, indien niet zijne mis
lukte koloniale politiek hem van een groot gedeelte
der republikeinen had vervreemd.
Doch zoo de poging van Ferry mislukt, is dit nog
geen bewijs, dat de vorming eener conservatieve partij,
waarbij zich de gematigde monarchaten kunnen aan
sluiten, onmogelijk iswenschelijk is zij zeker.
Nauwelijks was men in Frankrijk bekomen van de
opschudding, die de brieven van generaal Boulanger
hadden gemaakt, of de minister van oorlog werd op
nieuw de held van een soort schandaal. Op de Pa-
rijsche boulevards werd voor den matigen prijs van
vijf centen eene brochure verkocht, die de talenten en
deugden, de mannelijke schoonheid en den krijgshaf-
tigen aard van den minister in aandoenlijke termen
verheerlijkte, en een aantal sierlijk gekleurde afbeel
dingen bevatte, op welke de held van den dag le beau
rile vervulde. In vier dagen tijds werden 125.000
exemplaren van dit geschriftje verkocht.
Naar het schijnt, heeft Lord Salisbury reeds be
grepen, dat het niet aanging, de hongerigen uitsluitend
met steenen in plaats van brood afteschepen. In het
Engelsclie Hoogerhuis heeft hij de gapingen der troon
rede een weinig aangevuld. Daar bleek hetgelijk
trouwens uit oflicieuse mededeelingen reeds vroeger
was optemaken dat de regeering zich voorgenomen
heeft, niet dan in de uiterste noodzakelijkheid hare toe
vlucht te zullen nemen tot buitengewone maatregelen
om de orde in Ierland te handhaven. Geen dwangwet
dus. Dit is het antwoord op de werkelijk zeer be
zadigde houding, in den laatsten tijd door de lersche
nationalisten aangenomen. Terwijl in het Orangistische,
protestantsche, zoogenoemd loyale noordelijke deel van
Ierland de orde op ergerlijke en bloedige wijze is ver
stoord, is in de drie overige provinciën, waar Parnell
en de nationale liga tot nu toe oppermachtig waren,
alles volkomen rustig gebleven, niettegenstaande de
grievende teleurstelling van de verwerping van Glad
stone's ontwerp en van den uitslag der verkiezingen.
Naar luid van berichten zal Gladstone zich naar
Beijeren begeven om daar gedurende eene maand vol
komen rust te nemen.
Vorst Bismarck heeft Vrijdag een langdurig onder
houd met den keizer van Oostenrijk gehad.
Volgens een Fransch blad heeft de keizer van Ma
rokko zijn minister van buitenlandsche zaken naar
Berlijn gezonden om nauwer betrekkingen met Duitsch-
land aanteknoopen, hetgeen bij bedoeld blad geene
geringe ergernis wekt.
Gemengde Berichten.
Kapelle. Werden voor eenigen tijd alhier dooreen
of meer baldadigen op brutale wijze wanordelijkheden
gepleegd door het verbreken en verbergen van hekjes
enz. welke dienen tot afsluiting van eigendommen,
tot heden schijnen de nasporingen, dienaangaande door
de politie gedaan, niet het gewenschte resultaat te
hebben verkregen. Van daar zeker, dat in den nacht
van Zaterdag op Zondag dergelijk schandaal zich weer
heeft voorgedaan. Eenige jongelingen hebben, na afloop
van den zoogenaamden jongensavond, zich weder ge
tracht te vermaken met het slaan met stokken tegen
de deuren der inwoners, en het beschadigen van eigen
dommen, om ten slotte te eindigen in eene vechtpartij,
waarvan de uitkomsten zich bij enkelen, den volgenden
dag, door uitwendige teekenen vertoonden. Ditmaal
echter schijnt het der politie gelukt om eenige dier
belhamels te verbaliseeren. Het is te hopen dat de
uitslag hiervan van dien aard zal zijn, dat het een
afdoend middel is om voortaan van dergelijke rust
verstoringen verschoond te blijven.
Met den goedkoopen trein van Rotterdam naar
Vlissingen werden gisteren 1079 personen vervoerd.
Te Driewegen werden verleden Vrijdag bij den
landbouwer D. twee stuks rundvee gerechtelijk in be
slag genomen en in een stal van derden in verzekerde
bewaring gesteld.
Deze dieren waren, vóór den bekenden verkoop op
Donderdag onder 's-Heer Abtskerke, door of vanwege
den eigenaar uit hun arrest ontslagen en huiswaarts
gevoerd.
'tls te vreezen dat de man van nog slechter con
ditie zal zijn dan degenen, die hun eigen vee inkochten.
Het zoontje van A. B. te Kolijnsplaat, koe
wachter bij den landbouwer De Vlieger, heeft gisteren
een slag bekomen van een jong paard tegen het hoofd.
Ernstig verwond heeft men den knaap per rijtuig
huiswaarts vervoerd en geneeskundige hulp ingeroepen.
Zijn toestand schijnt echter niet gevaarlijk te zijn.
Vlissingen. Zooals kon worden verwacht, werd onze
gemeente Zondag weder door eene uit duizenden be
staande menigte vreemdelingen bezocht.
Reeds in den vroegen morgen bracht de provinciale
stoomboot van Breskens ruim een honderdtal pleizier-
reizigers aan. Te half elf arr iveerde in de buitenhaven
de raderboot «Wilford II" met 200 passagiers van
Terneuzente 10 u. 45 m. aan het locaal-station
(VlissingenStad) een goedkoope extra-trein, bestaande
uit 26 waggons, van Rotterdam, Dordrecht, Breda,
enz. met circa 1200 personen, terwijl tegen het mid
daguur nog een paar plezierbooten van Antwerpen
en Terneuzen ettelijke honderden Belgische bezoekers,
waarbij een tweetal muziekkorpsen, aanvoerden.
Vooral bij de aankomst van den goedkoopen trein
uit Holland heerschten er veel drukte en levendigheid in
den omtrek van het station, in de wachtkamers en
op het perron, (welk laatste voor het publiek toe
gankelijk was) daar eene groote menigte nieuwsgierigen
en familieleden of vrienden van verwachte bezoekers
de aankomst van dezen verbeidden.
Voor het locale vervoer der vreemdelingen was dit
maal uitstekend gezorgd. Eene extra stoombarge, de
stoomtram en eene penny-boot waren in de onmid
dellijke nabijheid van het station daarvoor in gereed
heid en de ondernemers zagen dan ook hunne poging
om van deze gelegenheid profij t te trekken met goeden
uitslag bekroond.
Na aankomst van den trein en van de verschil
lende plezierbooten begaven de meeste bezoekers zich
naar de stad en later naar het badhotel, waar des
namiddags eene matinée werd gegeven door het muziek
gezelschap «Geduld overwint" van IJzendijke, dat te
I uur met de stoomboot «Noordzee" van Breskens
was aangekomen.
Den ganschen dag was het in en om de stad en
voornamelijk op de duinen en aan het strand recht
aangenaam en gezellig, waartoe vooral het fraaie
weder veel bijdroeg
Alles liep in de beste orde af en tegen den avond
keerden de vreemde bezoekers, blijkbaar ten hoogste
voldaan over al het genotene, in opgewekte stemming
naar hunne respectieve woonplaatsen terug, door velen
tot aan boot of spoortrein uitgeleid.
De Courrier du Limb, verhaalt het volgende
dat te Roermond voorgevallen moet zijn.
Klokke één was geslagen, en het middagmaal wachtte.
Een heer wenscht zijn gelag te betalen, en bevindt
dat hij twee beurzen in zijn zak heeftde eene herkent
hij als zijn eigene, de andere, ofschoon onoogelijk, was
met een aanzienlijk bedrag gevuld. Hij weet, dat ze
niet van hem is, erkent ze ook niet als die zijner
echtgenoote. Hij vraagt wie met hem in aanraking is
geweest, wie naast hem heeft gezeten, maar niemand
kon hem inlichting geven, al wordt er menige blik
geslagen, niet op de beurs, maar op den inhoud.
Ondertusschen zit een handelaar erg in het nauw;
hij mist den sleutel van zijne brandkast. Hij meent,
neen hij weet bijna zeker, dat de sleutel zich in zijne
beurs moet bevinden, maar die beurs is weg. Niemand
kan het raadsel oplossen, en de politie wordt in den
arm genomen.
Het toeval voert den man met de twee beurzen
naar een sigarenwinkel, naar denzelfden winkel waar
hij een paar dagen geleden zijne rekening heeft voldaan.
Klant en leverancier klagen elkander hun nood niet
over de slechte tijden, maar de een dat hij twee
beurzen heelt, de ander dat hij den sleutel van zijn
brandkast mist. 't Geval helderde zich spoedig op,
en de koopman kreeg èn de beurs èn den sleutel terug.
Heel eenvoudig had zich de zaak toegedragen. De
heer had zijne rekening betaald, de leverancier zijne
beurs uitgehaald, waarin de sleutel van de brandkast
zat, en legde ze op tafel. Eene discussie ontspon zich,
en de heer neemt de beurs van den koopman en steekt
ze als de zijne, in den zak. Beiden wisten later niets
van hetgeen zij gedaan hadden.
Nu de zaak tot algemeen genoegen was opgehelderd,
gaf zij aanleiding tot een vroolijk reisje naar Nijmegen.
Uit Dordrecht wordt gemeld, dat mevr. Bulk-
ley, die aldaar hare gevangenisstraf ondergaat, vrij
ernstig ongesteld is.
Een deskundige geeft in de N. R. Ct. den vol
genden wenk. Wordt iemand door eenen hond of
eenig ander beest gebeten, dan verdiepe hij zich niet
in beschouwingen over Pasteur's methode, maar spoede
zich naar eenen apotheker, om door dezen de wond
flink te laten uitwasschen met sublimaat, een der
krachtigste ontsmettingsmiddelen. Over de verdere be
handeling kan daarna worden beslist.
In een buitengewoon Politieblad verzoekt de
officier van justitie te Dordrecht opsporing, aanhou
ding en opzending van Willem Constandse, geboren
te Brouwershaven den 30 Mei 1857, werkman, lang
en schraal van postuur, donker haar, vermoedelijk
gekleed met een bruin pak en een fantasiehoed.
Tegen hem is door de arrondissements-rechtbank te
Dordrecht, wegens bedriegelijke oplichting, rechtsin
gang met bevel van gevangenneming verleend.
Ajuin als geneesmiddel heeft zeer goede eigen
schappen. Wanneer soldaten, die groote marschen
doen, mijnwerkers en bergbeklimmers ajuin eten, dan
gevoelen zij zich sterker, kunnen meer verduren. Bo
vendien geeft de opademing van den ajuinreuk rust,
men slaapt daardoor kalm. Het is de vluchtige olie
in de ajuin, die deze kracht uitoefent.
De namen, welke gebezigd worden voor een
knot katoen, wol of sajet, blijken nog al verscheiden
te zijn. In een der voornaamste winkels in de hoofd
stad zijn in den tijd van éen maand de volgende be
namingen afgeluisterd: knot, knoo, knotsie, knotje,
knok, knotken, klit, klist, knikkel, kluw, knekkel,
klouwel, sluf, streng, ding, dog, dot, feet, wrong,
storrel, stukje, stotje, fitoir, roof, roofie, wis, schutje,
terwijl dagelijks nog veel andere benamingen worden
gebezigd. Het gebruik van Volapük zou voor een be
diende in een sajetwinkel waarlijk een uitkomst zijn.
Aan de bekroonden ter Bakkerij-tentoonstelling
is een poets gebakken. Wij hadden ons reeds ver
wonderd over de vrijgevigheid, bij het toekennen van
gouden medailles betracht; maar nu blijkt, dat zoo
wel deze, als de zilveren en zelfs de bronzen, van
papier zijn (waarom niet van chocolade?) en de ge
lukkige bekroonde het recht krijgt, zelf een metalen
medaille te laten slaan als hij wil. (D.)
Te Strijp bij Eindhoven is brand uitgebarsten
in eene boerenwoning door twee gezinnen bewoond,
welke spoedig in asch was gelegd. Een der bewoners,
een man van ruim zestigjarigen leeftijd, die nog iets
van den inboedel trachtte te redden, kwam bijna in
de vlammen om.
Met vreeselijke brandwonden overdekt werd hij naar
het R. K. Liefdehuis te Eindhoven overgebracht, doch
men vreest dat hij aan de bekomen wonden zal bezwijken.
De groote glasfabriek van den heer Eugène Bau-
doux, die tijdens de ongeregeldheden nabij Charleroi
in Maart 11. geheel vernield werd, is bijna geheel
weder opgebouwd. Dezer dagen zijn weder de vuren
ontstoken, waardoor 500 werklieden, die door de ver
nieling der fabriek broodeloos werden, weder gere
gelde bezigheid kunnen verkrijgen. De tengevolge van
de vernieling gedwongen werkstaking heeft voor de
werklieden een verlies van 600,000 fr. aan werkloon
berokkend. De fabriek leverde alleen éen negende der
geheele zeer belangrijke productie van glaswerk in
België.
Op den verjaardag van keizer Frans Jozef klom
zekere Pircher 's avonds op den toren van de Stefa-
nuskerk en bevestigde daar boven het kruis de Oosten-
rijksche vlag. De toren is ruim 450 voet hoog. Pir
cher klom naar boven langs den bliksemafleider, hij
had zijn schoenen om zijn nek gebonden. Het was een
heldere avond en men kon den waaghals dus goed
zienmatrassen waren rondom den toren neergelegd.
Na 2 uren en 30 minuten kwam Pircher behouden
weer beneden.
Het schoonste en uitgestrektste bosch van Corsica,
dat van Valdoniello, staat sedert Dinsdag in vlammen.
De gendarmerie en het garnizoen van Corte stellen
alles in het werk om het vuur te stuiten. De ramp
is, naar men zegt, ontstaan door onvoorzichtigheid
van herders.
De burgemeester van Brussel heeft, als hoofd
der stedelijke politie, van alle disciplinaire straffen,
welke aan ambtenaren der politie opgelegd zijn, kwijt
schelding verleend wegens de stipte plichtsvervulling,
den ijver en den tact, door de politie bij gelegenheid
van de werklieden-betooging van 15 dezer aan den
dag gelegd.
Op de Wolga is de stoomboot «Vera" verbrand;
in 't geheel zijn 200 personen omgekomen, waarvan
er 4 verbrand zijn de overigen zijn verdronken.
Te Union Point, Georgia, woont eene vrouw met
een schoenen baard, nagenoeg een voet lang. Zij is
welgesteld, en heeft niet noodig geld nit deze afwijking
der natuur te slaan.