Jhr. J. L. C. Pompe Van Meerdervoort Mr. L. A. Bybau. De ondergeteekenden, allen kiezers in het Hoofd-kiesdistrict Goes, zijn voornemens op DINSDAG 29 JUNI a. s., bij de herstemming ter verkiezing van twee leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal in het Hoofd-kies district Goes, hunne stem uit te brengen op de heeren Zij noodigen hunne mede-kiezers met den meesten aandrang uit dit voorbeeld te volgen. Bergen-op-Zoom. Driewegen. Ellewoudsdijk. Does. in 1848 uwe rechten en vrijheden hebben gewaarborgd Zijt gij vergeten dat in 1853 uwe kerk ordening volledig is erkend en dat toen vele liberalen hun zetels hebben opgeofferd, waar zij pal stonden voor u w recht Gij leeft thans in een vrij land, waar vol komen vrijheid van godsdienst is; gij hebt dit te danken niet aan de strenge Calvinisten maar aan de liberalen. Is schooner lofspraak op ons land moge lijk dan die, welke onlangs door den kardinaal Melchers werd gericht tot de Nederlandsche pelgrims in de St. Pieterskerk te Rome, toen hij zeide «Het doet mij genoegen heden op deze plaats «de gelegenheid te hebben den katholieken «van Nederland openlijk en plechtig uit mijn «eigen naam en ook uit dien van vele dui zenden Duitsche priesters en ordebroeders «dank te zeggen, dat zij ons, toen wij door «der kerk vijandige wetten niet in het Duitsche «vaderland konden leven en werken, in hun «land gastvrij hebben opgenomen en ook nu «nog aan velen gastvrijheid bewijzen. In het «bijzonder moet ik ul. bedanken, want gij «hebt het mij mogelijk gemaakt hier jaren «lang van uit den vreemde de mij door God «toevertrouwde kudde te leiden." Wat wij u, Roomsch-katholieke kiezers, thans vragen, isziet terug op de geschiede nis èn van vorige eeuwen èn na 1848, vraagt uzelven af of de liberalen dan wel de calvi nisten u recht hebben gedaan en overweegt zelfstandig wat u te doen staat, zonder u te laten leiden door invloedrijke politieke per soonlijkheden, die, hoe verdienstelijk ook in zeer vele opzichten, thans minder vertrouwen verdienen, omdat zij in den partijstrijd ver strikt zijn geraakt. Bedenkt ook, dat gij geld zult hebben op te brengen voor de Vrije Uni versiteit, waar men uwe felste bestrijders kweekt. En aan u allen, kiezers, roepen wij toe: Bedenkt wel wat gij doet, wanneer gij de beide anti-revolutionaire partijmannen stelt boven de beide liberalen, mannen van zaken zonder politieke antecedenten. In de heeren Lohman en Schimmelpenninck vindt gij twee drijvers, mannen die opgaan in de politiek; in de heeren Pompe en Bybau. kunt gij be komen twee afgevaardigden, die zaken zullen doen. Zaken voor het gansche land, maar ook zaken voor uw district. Jhr. Pompe en mr. Bybau kennen u, uwe streek, uwe nooden en behoeften. Gij behoeft niet naar 's-Hage te reizen om hen op de hoogte te brengen van de districtsbelangenzij kennen die belangen beter dan gij, en zij behoeven van u de middelen niet te leeren kennen tot op beuring in uwen nood of tot behartiging van uwe behoeften. j. Wanneer er polderzaken (denkt slechts aan de calamiteuze polders) te behartigen zijn, zal dan mr. Bybau u niet beter helpen dan de beide politieke drijvers te zamen En is het schoone verleden van jhr. Pompe u niet een waarborg, dat in zijne handen de prac- tische belangen van land en volk veilig zijn? En niet alleen polderzaken of oestercultuur komen hier in aanmerking. Wij noemen die slechts als voorbeelden om aan te toonen dat uwe materiëele belangen beter zullen behartigd worden door de twee liberale mannen van zaken dan door de beide anti revolutionaire politici. Een krachtige regeering is meer dan ooit noodzakelijk, ppdat de zoo lang hangende vraagstukken eindelijk worden afgedaan. Ver sterkt daarom de liberale partij, die thans in de meerderheid isniets is verderfelijker voor onze vaderlandsche belangen dan onmacht bij de regeering. De geschiedenis der laatste jaren leert dit ten duidelijkste. Weert dan de mannen die den strijd niet hebben willen opgeven, omdat het beweerd partijbelang zich tegen verzoening verzette, al zien zij helder in dat die strijd ons land ten verderve zou voerenkiest met ons EN Het volgende woord van den Katholieken prof. Alberdingk Thijm verdient dezer dagen wel in her innering te worden gebracht «Men ontziet zich, >het landt ten oorbaer en der stede" broederlijk samen te werken met personen van andere geloofsbelijdenis, en daarentegen werkt men meê om, op bet staatkundig gebied, in een of- en defensief verbond te treden met onze erfvijanden, met de Calvinisten, die de heilige kunstwerken in onze kerken hebben verbrijzeld, die voortgaan de H. Mis eene vervloekte afgoderij te schelden, die den Paus bij den Antechrist vergelijken, en die, al houden ze thands meestal ten onzen opzichte, hunne nagels zorgvuldig on Ier het pootfluweel verborgen, bij de eerste, de beste groote gelegenheid ons zullen weten te beduiden, wie meester is in het land van den «Godt der Vaderen". En men moet erkennen, dat de orthodox-hervormde partij, die hier bedoeld wordt, daarentegen, met groote fierheid ten onzen aanzien is opgetreden. Zij heeft bij herhaling gezegd»Wilt gij ons helpen bij de stem bus, wij zullen het u niet beletten; maar weet we), dat wij alleen in zoo ver met u met zullen gaan, als het ons nuttig dunkt. Wij vragen uw hulp niet. Al het initiatief komt van u. Van u komen de zoete broodtjens 1" En dat heeft de katholieke partij (als deze uitdruk king gebruikt kan worden) zich laten welgevallen. Zij heeft gemeend, dat, als er niet rechtstreeks, door te stemmen met de anti-revolutionairen, tegen God ge zondigd werd, men met de vraag der waardigheid geen rekening had te houden. Bij een dergelijken toestand is het geen wonder, dat, onder de Katholieken, het politieke leven sedert 1853 niet is vooruitgegaan. Uit achting voor de meening der leiders, zendt men de bestrijders van het »Mis- geloof" naar de Kamer, maar heilig vuur voor die zaak ontbreekt, en geen wonderhet zou wel eens kunnen zijn, dat men niet trachten mocht door on waardige middelen een goed doel te bereiken, en dat het versterken der leefkracht van het Calvinisme eene voor den Katholiek even onwaardige als onverstandige daad behoorde genoemd te worden. Ook onverstandigzoo lang niet zonneklaar geble ken heeft, dat de anti-revolutionairen, eenmaal in de meerderheid, ons het licht in de oogen eerder gun nen zullen dan de liberalen. En waarvoor wordt de waardigheid onzer zaak uit het oog verloren, en, naar mijne meening, de eer onzer H. Kerk in de waagschaal gesteld 1 Om een maal overal sektescholen te kunnen hebben. Op af doend antwoord wachten inmiddels nog de volgende vragen Zal de toestand van het land verbeteren, zal de zaak der waarheid er bij winnen, zal de liefde er meè gediend zijn, dat de Nederlandsche kinderen van verschillende kleur niet van der jeugd af met elkakr hebben kunnen omgaan dat op de scholen der ortho dox-gereformeerden naar hartelust tegen de H. Kerk gespookt zal worden (het verledene zij hier een spiegel) dat op de scholen der modernen niet meer door een gemengd toezicht gewaakt wordt tegen het verbreiden van stellingen onvereenigbaar met den eerbied, aan anderer overtuiging verschuldigd Jhr. J. L. C. Pompe Van Meerdervoort Mr. L. A. Bybau. A. ALDER. H. VAN ALPHEN DE VEER. P. VAN BOCHOVE. F. H. BOOGAARD. N. BOTTEMANNE. A. DE BOURBON. J. DE BRULJN. Dr. P. J. DE BRUIJN. H. J. VAN DEN BUSSCHE. Baron G. H. CLIPFORD. E. K. F. VAN DEINSE. P. VAN DIJK. C. VAN DIXHOORN. A. VAN DORT. C. VAM DEN ENDEN. J. B. ENTE. A. FRANK. P. J. GEILL. P. GöRLITZ. J. N. HARDEMAN. H. HESHUSIUS. P. H. KNEBEL. ür. W. KROL. W. J. VON LESCHEN. A. LINDEMAN. J. F. MEIJER. Dr.J. F. A. MELLINK. G. L. C. VAN OLDENBURGH. B. A. POULIE. Mr. C. H. PRINS. J. J. VAN RAAB VAN CANSTEIN. L. DE RAM. J. G. VAN RENTERGHEM. J. VAN RIEL. P. H. DE RIJKE. J. H. C. SCHüSLER. W. F. SLEGT. M. L. C. STARING. G. SWAAN. J. A. VEENHUIJZEN. J. VAN WOLFSWINKEL. L. C. BOOGAERT. A. J. VROEGOP. A. POSTMUS. Mr. J. G. DE BACKER. J. VAN DEN BERGE. A. R. BREETVELT. Dr. A. W. VAN CAMPEN. L. M. VAN CAMPEN. M. G. VAN DEN ENDE Cz. A. FOUDRAINE. J. A. BEVIER DE FOUW. Dr. J. L. GOEMANS. L. A. TINDAL HALLUNGIUS. Mr. C. DE WITT HAMER. Mr. J. G. DE WITT HAMER. D. HILDERNISSE. G. VAN DER HOEK. G. KROL VAN DER HOEK. J. P. S. JONQUIÈRE. G. H. KAKEBEEKE. J. M. KAKEBEEKE. L. G. KAKEBEEKE. W. A. DE LAAT DE KANTER. Dr. J. KOOMAN Az. C. L. M. LAMBRECHTSEN. Mr. P. LENSHOEK Van KERKWIJK. P. A. DE LIGNY. I. LUTEIJN. C. E. MASSEE. P. VAN DER MEULEN. A. S. MINK. Dr. A. ISEBREE MOENS. Mr. P. VAN DER MEER MOHR. Z. D. VAN DER BILT LA MOTTHE. J. MULDER. J. J. OCHTMAN. Dr. R. A. S. PICCARDT. M. C. J PILAAR. I. D. FRANSEN VAN DE PUTTE. J. FRANSEN VAN DE PUTTE. J. A A. FRANSEN VAN DE PUTTE. J. J. RAMONDT. Dr. A. W. VAN RENTERGHEM. C. RISSEEUW. A. SCHRIJVER. A. P. L. SPUIJBROEK. F. STURM. W. TEMPERMAN. N. A. M. VAN DEN THOORN. M. C. J. DE VISSER. J. DE VOS. P. J. DE WIJS.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina bijlage 2