1886. N°. 69. Zaterdag 12 Juni. 73sle jaargang. jhr. J. L. C. Pompe Van Nleerdervoort, mr. L. A. Bybau, jhr. J. L. C. POMPE Van MEERDER VOORT nr. L. A. BYBAU, 33 IX "V O G S E L. Wie moeten wij kiezen? jhr. J. L. C. POMPE VAN MEERDERVOORT mr. L. A. BYBAU -<3F<S*S*C»k>GS>-- GOESGHE De uitgave dezer Conraut geschiedt Maandau, Woknsdao en Vmjdaoavohd uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f i,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons 1 and vervoege men zich- voorRotterdam aan bet Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels SO ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecbts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regeL Het is in de laatste dagen herhaaldelijk en op de meest duidelijke wijze in het licht gesteld en wij behoeven er derhalve niet uitvoerig meer op terug te komen, vooral nu wij in dit nommer nogmaals het verslag geven van de lezingen door jhr. Pompe gehouden en waarin hij de quaestie klaar en helder be handeld heeft dat de anti-revolutionairen en katholieken de Grondwetsherziening met alle macht hebben tegengehouden. Nadat zij vooruit hadden aangekondigd, dat zij op het stuk van art. 194 hun zin moesten hebben of dat zij anders niet verder tot herziening der Grond wet wilden medewerken, stelden zij hunne eischen betreffende de onderwijsquaestie zóó hoog, dat de liberale partij niet kon en mocht toegeven. Wel beproefde de laatste met hare politieke tegenstanders tot overeenstemming te geraken, door de regeling van het onder wijs aan den gewonen wetgever over te laten, maar niets mocht baten. Men wilde van de zijde der anti-revolutionairen en katholieken niet tot een vergelijk komen, men wilde de onderwijsquaestie niet beëindigen en men wees daarom af, wat men indertijd zelf had geëischt. Waarom de rechterzijde dit deed, ligt voor de hand. Zij bestaat uit twee zoo heterogene bestanddeelen, Calvinisten eu Katholieken, dat alleen de schoolquaestie hen samenhoudt. Is die tot een eind gebracht, dan valt het ver bond van zelf uiteen maar dan ook is de macht der gansche partij gebroken en zijn zij niet in staat zich langer te doen gelden. Intusschen was Kamerontbinding het eenige logische middel om het regeeren mogelijk te maken, want waar de eene helft der Kamer tot werkstaking overging, daar werd de re geering tot werkeloosheid gedoemd en waar die helft weigerde de voorstellen tot Grond wetsherziening te behandelen, die door Z. M. den Koning aan de Kamer waren voorgelegd, daar had de Koning het recht aan zijn volk te vragen hoe het over zulk eene handel wijze denkt. Die vraag, kiezers uit ons hoofdkiesdistrict, wordt ook aan U gedaan. Ook aan U wordt de vraag voorgelegd of gij medegaat en mede gaan kunt met die partij, die oorzaak is dat ons land niet kan geregeerd worden. Uw antwoord kan niet anders dan ontken nend zijn. Maar dan ook zijt ge verplicht uwe stem ditmaal eenparig uittebrengen op de liberale candidaten in dit district en twee mannen, wier beginselen, kunde en va derlandsliefde ons borg zijn, dat zij met al de kracht die in hun is, werkzaam zullen zijn ten bate van het land en van ons volk. Twee mannen bovendien, beiden zeer bekend en geacht in ons district en die naast het lands belang zeer zeker ook de belangen van ons district zullen bevorderen. Het wordt waarlijk tijd, dat het kiesdistrict Goes zich zuivere van den blaam, als zou het in zijn midden geen mannen tellen, bekwaam genoeg om in 's lands vergaderzaal optetreden. Moeten wij dan voort durend ons vertrouwen blindelings schenken aan personen, aan ons onbekend en die ook ons niet kennen? Ziet, hoe schier overal elders candidaten worden gesteld uit het kies district zelf, doch voor ons komt men van anti-revolutionaire zijde steeds aandragen met mannen van elders, die ons worden aangebo den en op wie maar blindelings de stem moet worden uitgebracht. Laten wij ook met dat stelsel breken en mannen kiezen uit onze eigen omgeving, zoo als jhr. POMPE VAN MEERDERVOORT en mr. L. A. BYBAU. Over het leven en de bekwaamheden van jhr. POMPE wordt ter andere plaatse in dit blad reeds een kort overzicht gegeven en is ook vroeger reeds door ons het voornaamste uit het N. en A. van B.-O.-Z. overgenomen. Wij bepalen ons daarom ditmaal nog tot een korte schets, in hetzelfde blad gegeven, van al wat jhr. POMPE gedaan heeft in het be lang der oestercultuur, eene tak van nijver heid, die in ons district zulk een hoogen bloei heeft verworven. In het jaar 1867 had de kunstmatige oester teelt in Frankrijk zeer de aandacht getrokken van den heer Pompe en na zich te Arcachon en eenige andere plaatsen op de kust van Frankrijk op de hoogte te hebben gesteld van deze industrie, werd bij hem het denkbeeld levendig, om te beproeven de oestercultuur ook in Nederland over te brengen. Daartoe onder zocht hij met eenige visschers van Ierseke in de eerste plaats de Oosterschelde en na een nauwgezet onderzoek van eenige dagen kwam hij tot de zekerheid, dat de Iersche oester- bank voor die cultuur zeer aangewezen was. De heer Pompe ontmoette in den aanvang onverschilligheid en tegenwerking, de bevol king van de visschersdorpen, welke tot dien tijd van de natuurlijke oester- en mossel vangst leefden, vreesden in haar bestaan be dreigd te worden, de plaatselijke besturen en niet het minst de hooge regeering wilden aanvankelijk niets van de zaak weten men beschouwde die cultuur als geen ernstige in dustrie. Toen toog jhr. Pompe aan het werk, ach tereenvolgens wist hij door duidelijke uiteen zetting van hetgeen oestercultuur was en het bekendmaken der groote voordeelen en der blijvende verdiensten daaruit aan de bevol king der visschersdorpen in de toekomst verzekerd, in de eerste plaats de belangstel ling der visschers zelf op te wekken en hun tegenstand te overwinnen; evenzoo bekeerde hij de plaatselijke besturen. Te 's-Hage in de Maatschappij van Nijverheid hield hij lezingen over de cultuur en liet vooral niets onbe proefd om het verzet bij de hooge regeering te overwinnen. Na ruim 2 jaren hardnekkigen strijd, een strijd waarin aanvankelijk bijna geen er.kel lichtpunt te zien was, wist de heer Pompe te overwinnen. En nu zien wij in 1870 den heer Pompe met zijn broeder, den helaas te vroeg ont slapen rentmeester van het kroondomein te Goes, en eenige wakkere mannen aan het werk, om de proeven te nemen met de prak tische cultuur, welke met energie en zaak kennis eenige jaren voortgezet, moesten leiden tot de zegeviering van de kunstmatige oester teelt op de Schelde. Het is hier niet de plaats noch ons doel een verhandeling te schrijven over de oester cultuur, voor ons doel is het voldoende te hebben aangetoond dat door het initiatief, door het overwinnen van alle bezwaren en door het praktisch werken van jhr. Pompe in den aanvang deze hoogst belangrijke tak van onze nationale industrie en welvaart vol komen slaagde. Al had de man in zijn leven niets anders gedaan, dan ware dit alleen vol doende om ons district gunstig voor hem te stemmen. De gevolgen van de oestercultuur zijn vooral voor het oostelijk gedeelte van Zuid-Beveland, in het bijzonder voor Ierseke, Krabbendijke en Wemeldinge, alsook voor Noord-Beveland, Bergen-op-Zoom en Tolen van onbereken baar nut, in alle die streken levert die cultuur niet alleen arbeid aan duizenden menschen, maar zij heeft in die streken een ongekende welvaart onder de bevolking gebracht de resultaten hebben de stoutste verwachtingen overtroffen. Men behoeft de dorpen Ierseke, Wemeldinge en Krabbendijke nu, slechts te vergelijken met hetgeen zij waren in 1870 en daarvoor. Om Ierseke eens tot voorbeeld te nemen, dat dorp telde in 1870 ongeveer 800 inwoners, waarvan het tneerendeel in een schraal visschersbedrijf een even schraal levens onderhoud vond en thans is het een ge meente met ruim 3000 inwoners en een der meest welvarende plaatsen van Zeeland, waar van men gerust kan zeggen dat er niet alleen welvaart maar zelfs rijkdom heerscht, waar honderden reeds eigen woning bezitten, waar telkens nieuwe straten aangelegd en volge bouwd worden en waar men dagelijks nog den toenemenden bloei kan gadeslaan. En zoo is het in meerdere of mindere mate overal waar oestercultuur wordt gedreven. Jhr Pompe heeft getoond wat men in Nederland nog tot stand kan brengen, wanneer men zijn ijver, kennis en energie ten beste wil geven voor het algemeen wel zijn en tot ontwikkeling der bronnen van welvaart. Voegt men daarbij de uitstekende politieke eigenschappen in meer algemeenen zin, die de heer Pompe getoond heeft te bezitten, dan mogen wij hem gerustelijk als een uitnemend candidaat aanbevelen. Naast hem zal mr. L. A. BYBAU eene goede figuur in de Kamer maken. Hij heeft wel is waar niet zulk een groot verleden achter zich als Jhr. Pompe en hij heeft zich als industrieel niet zulk een naam gemaakt als deze, maar daartegenover heeft hij in menige betrekking reeds blijk gegeven van groote werkkracht en helderen geest. Op betrekkelijk jeugdigen leeftijd tot meester in de rechten gepromoveerd, werd mr. BYBAU al spoedig als commies werkzaam gesteld op een der ministriëele bureaux, tot hij door Z. M. den Koning waardig gekeurd werd aan het hoofd te staan van de drie gemeenten Kolijnsplaat, Kortgene en Kats. Sedert is hij in Noord-Beveland gevestigd gebleven en heeft zich èri op landbouwgebied èn in polderzaken in Zeelaud's meest vruchtbare streken een goeden naam verworven, zoodat hij thans in verschillende polderbesturen, hetzij als dijk graaf, hetzij als ontvanger-griffier, een waar dige plaats inneemt. Doch niet alleen op administratief, landbouw- en poldergebied is mr. BYBAU als een speciali teit te beschouwen, zijn veelomvattende kennis was oorzaak, dat Z. M. ook op hem het oog liet vallen toen op Noord-Beveland en Tolen een arrondissemenls-schoolopziener moest wor den benoemd. Ook in die betrekking heeft hij zich een eervollen naam verworven en al moge zijn leven tot hiertoe kalmer daar heen zijn gevloden dan dat van jhr. Pompe, uit deze korte schets mag reeds worden ge concludeerd, dat ook hij een sieraad van onze Kamer en een warm voorstander van onze liberale beginselen zal zijn. Wij hebben hieraan verder niet veel loe- tevoegen. Alleen nog dit. Wij hebben ons vergewist, dat beide candidaten zeer sterk zijn voor uitbreiding van het kiesrecht en waar die leuze bij deze verkiezing op den voorgrond is getreden, daar moet derhalve ook te dier zake de verkiezing der beide bovengenoemde candidaten met den meesten aandrang worden bevorderd. Wij noodigen om al deze redenen de kiezers in het hoofdkiesdistrict Goes ten zeerste uit Dinsdag 15 Juni a. s. trouw ter stembus te komen en anderen aantesporen dat ook te doen en allen hunne stem uittebrengen op de heeren Oesterculteur te Bergen-op-Zoom, EN Burgemeester vau Kolijnsplaat, Kortgene en Kats. Men lette vooral op de voor letters der candidaten. Aan de Kiezers in het hoofdkiesdistrict Goes M. M. Tegen Dinsdag 15 Juni a. s. zijt ge opge roepen om twee leden voor de Tweede Kamer der Staten-Generaal te kiezen. Op dien dag moet een geheel nieuwe Kamer worden samen gesteld, tengevolge van de ontbinding van dat Staatslichaam door Z. M. onzen Koning. Het is u bekend, waarom Neêrland's vorst zich genood zaakt heeft gezien een beroep op zijn volk te doenToen de Grondwetsherziening zou worden ter hand genomen hebben de leden der rechter zijde te kennen gegeven, dat, indien bij die herziening hunne eischen betrekkelijk liet onder wijs niet werden ingewilligd, zij tot geene ver dere Grondwetswijziging wilden medewerken, hoe noodig die, ook volgens hunne eigene verklaring, zijn mocht. Zij stelden evenwel hunne eischen zoo hoog, dat noch de regeering, noch de andere helft der Kamer meenden die te kunnen toe geven zoo hoog, dat toen men hun een be middelingsvoorstel aanbood, ongeveer gelijkluidend met hetgeen in 1883 het hoofd hunner partij jhr. De Savornin Lolnnan aan Z. M. den Koning adviseerde, zij dit met verachting afwees. Kon het anders, dan dat ook hun voorstel ten slotte werd verworpen Maar het gevolg van deze houding der rechterzijde was, dat de andere voorstellen tot Grondwetsherziening niet konden worden af gedaan. Alle belangen des lands zijn opgeofferd geworden aan dat eene onderwijsbelang. Thans wordt op 15 Juni a. s. van de kiezers gevraagd of zij met die politieke dwarsdrijverij instemmen. Om op die vraag een antwoord te bekomen heeft onze Koning de Kamers ontbonden. Hoe zal een antwoord luiden Keurt gij het werkelijk goed, dat de zoo hoog noodige her ziening der Grondwet, dat de uitbreiding van het kiesrecht, dat hoogst belangrijke vraagstukken, de financiëele, sociale, staatkundige en koloniale be langen rakende, onafgedaan blijven? Immers neen. Maar dan moogt en kunt ge ditmaal uw steun liiet onthouden aan de liberale partij, aan de linkerzijde der Kamer, aan die helft, die juist zooveel mogelijk gedaan heeft om de Grondwets herziening te kunnen doen slagen, die tegenover de onverzettelijkheid der rechterzijde, bijna haar beginsel prijsgaf om toch de overige belangen des lands te kunnen behartigen. In het hoofd kiesdistrict Goes, waartoe ook uwe gemeente behoort, zijn tot candidaten voor het lidmaatschap der Tweede Kamer gesteld de heeren te Bergen-op-Zoom en te Kolijnsplaat,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina bijlage 1