1886. N°. 61. Dinsdag 25 Mei. 73ste jaargang, Personeele Belasting DE INSPECTIE VAN DE VERLOFGANGERS DER NATIONALE MILITIE PATENTRECHT GOESCHE De uitgave dexer Courant geschiedt Maandxu, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. tn ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITHAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen werden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. De kohieren no. 6 en 7 der voor deze gemeente, over het dienstjaar 188586 zijn op heden ter invordering gesteld in handen van den ontvanger dier belasting binnen deze gemeente. Goes, den 22 Mei 1886. De Burgemeester van Goes, 2. G. DE WITT HAMER. zal alhier gehouden worden op VRIJDAG den 25en JUNI aanstaande, des voormiddags te 10 uren, in de Koopmansbeurs, waartoe de verlofgangers zich moeten verzamelen voor dat gebouw. Mitsdien worden alle verlofgangers, welke zich in deze gemeente bevinden, die vóór den 1 April 11 ia het genot van onbepaald verlof zijn gesteld, onverschillig tot welkt lichting zij behooren, ten ernstigste aangemaand tot een stipte opvolging der onderstaande bepalingen I. De verlofganger meldt zich binnen 30 dagen na den dag, waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den burgemeester zijner woonplaats aan, ten einde deze zijn verlofpas voor gezien teekene (Art. 133). 5. De verlofganger, die zich in eene andere gemeente gaat vestigen, geeft daarvan kennis aan den bur gemeester zijner woonplaats. Binnen dertig dagen na den dag, waarop hij komt in de gemeente, waarin hij zich vestigt, meldt hij zich bij den burgemeester dier gemeente aan, teneinde deze zijn verlofpas voor gezien teekene (Art. 134). 3. De verlofganger van de militie te land mag zich, zonder toestemming van den Minister van Oorlog, niet langer dan gedurende vier weken buitenslands begeven. (Art. 136). 4. De verlofganger, die artt. 133,131 en 136 niet naleeft wordt in werkelijken dienst geroepen en gedu rende drie maanden gehouden. (Art. 137). i. De verlofganger van de militie te land, die bij openbare kennisgeving is opgeroepen om door den militie-commissaris te worden onderzocht, ver schijnt bij dat onderzoek in uniform gekleed en voorzien van de kleeding en uitrustingstnkken, hem bij zijn vertrek met verlof medegegeven, van zijn zakboekje en van zijn verlofpas. (Art. 138, 6. De verlofganger van de militie te land is aan de militaire rechtspleging en tucht onderworpen, onder anderen gedurende den tijd, dien het onder zoek voor den militie-commissaris duurt, en in het algemeen, wanneer hij in uniform gekleed is. (Art. 130). 7. Behoudens het bepaalde bij art. 130, kan een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij- gelegen provoost of het naastbijzijnde huis van bewaring of arrest, door den militie-commissaris worden opgelegd aan den verlofganger 1. die zonder geldige reden niet bij het onderzoek verschijnt; 2. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet voorzien is van de bij art. 140 vermelde voorwerpen 3. wiens kleeding en uitrustingstukken bij het on derzoek niet in voldoende staat worden bevonden 4. die kleeding of uitrustingstukken, aan een ander behoorende, als de zijne vertoont. (Art. 141). 8. Onverminderd de straf, in het voorgaand artikel vermeld, is de verlofganger verplicht, op den daartoe door den militie-commissaris te bepalen tijd en plaats en op de in art. 140 voorschreven wijze, voor hem te verschijnen om te worden onderzocht. (Art. 143). 9. De verlofganger, die zich bij herhaling schuldig maakt aan het feit, sub 4 art. 141 bedoeld, of niet overeenkomstig art. 143 voor den militie commissaris verschijnt, of, aldaar verschenen zijnde in het geval verkeert, sub 2 en 3 van art 141 vermeld, wordt onder de wapenen geroepen en van 36 maanden gehouden (Art. 144). 10. De verlofganger, die niet voldoet aan eene op roeping voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur behandeld (Art. 145). II. Elk, die voor de militie is ingeschreven en ieder, die daarbij is ingelijfd, kan, overeenkomstig de daaromtrent bestaande voorschriften, tot eene vrijwillige verbintenis voor den tijd van zes jaren of langer worden toegelaten bij de zeemacht, het korps mariniers hieronder begrepen, bij het leger hier te lande of bij het krijgsvolk in 's rijks orerzeesche bezittingen, plaatsvervangers echter niet bij de zeemacht of het korps mariniers ge durende het eerste jaar van hunnen diensttijd (Art. 9 en 74). 12. Aan de bij de militie te land ingelijfden, die ver langen na volbrachten oefeningstijd minstens zes maanden onder de wapenen te blijven of te komen zonder zich als vrijwilliger te verbinden, wordt zulks vergund. (Art. 126). Goes, den 22 Mei 1886. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. G. DE WITT HAMER De Secretaris, HARTMAN. Het 4e kwartaalskohier van het voor deze gemeente, voor het dienstjaar 1885—86 is op heden ter invordering gesteld in handen van den ontvanger dier belastingen binnen deze gemeente en is ieder verplicht zijnen aanslag ten gestelde tijde te voldoen. Goes, den 22 Mei 1886. De Burgemeester van Goes, J. G. DE WITT HAMER. GOES, 24 Mei 1886. Wij mogen niet nalaten de liberalen in ons hoofd-kiesdistrict nog eens opmerkzaam te maken op de vergadering, die, blijkens achterstaande adver tentie, op morgen (Dinsdag) alhier zal gehouden wor den in het koffiehuis »De Prins van Oranje", tot op richting eener liberale kiesvereeniging. Wij hopen van harte dat ieder, die der liberale zaak een goed bart toedraagt en wien het maar eenigszins mogelijk is, door bijwoning dezer vergadering van zijne belangstelling zal doen blijken, te meer daar in deze bijeenkomst ook de candidaatstelling voor de Tweede Kamer zal plaatshebben. Reeds van verschillende zijden vernamen wij van personen, die wenschen tot de nieuwe vereenigiDg toe te treden, niet enkel uit Goes, maar ook uit andere deelen van ons district. Zoo moet het ook zijn; het doel is niet eene vereeniging te stichten in Goes, maar wel eene die, haar zetel te Goes hebbende, over het gansche district hare vertakkingen heeft. Moge ook het platteland zijn steun in dezen niet onthouden! Naar wij vernemen heeft zich hier eene vereeni ging van het kader der d. d. schutter ij ge vormd, waarvan dhr. W. Temperman, sergeant-majoor, voorzitter is en die zich ten doel stelt de leden te oefenen in de verschillende exercitie-reglementen en zoo mogelijk in het schieten met kamerschietcilinders, wanneer de daartoe ingerichte Beaumont-geweren in gebruik zullen zijn gesteld. Zerseke. In de Vrijdagavond alhier gehouden Raadszitting was o. a. ingekomen een schrijven van het kerkbestuur der Ctar. Ger. Gem., houdende goedkeuring der voorwaarden waarop volgens besluit van den gemeenteraad van 3 Mei jl. een rijweg naar de Schotte aangelegd en een scheidsmuur langs dien weg zal worden gebouwd. Mede was ingekomen een request van eenige inge zetenen, die klagen over den ondragelijken stank, die verspreid wordt door een hoop levende kokaneschelpen op het steiger van de wed. Kakebeeke, en welke den raad verzoeken maatregelen te nemen om in dat be zwaar te voorzien. De Voorzitter deelde mede, dat de heer Kakebeeke die schelpen reeds heeft vermengd en gedekt met eene groote hoeveelheid ongebluschte kalk, zoodat de reden tot klagen is weggenomenmaar om in het vervolg dergelijke vergrijpen tegen de openbare gezondheid te voorkomen, stelt het Dag. Bestuur voor eene politie verordening te ontwerpen, waarbij het opstapelen van levende schelpen wordt verboden. Dit werd met een amendement van den heer Laban, om ook zeesterren in het verbod op te nemen, met algemeene stemmen goedgekeurd. De Voorzitter las vervolgens een schrijven voor van den Inspecteur van den geneeskundigen dienst, den heer Carsten, waarin deze wijst op de veiregaande verwaarloozing van een sloot in onze gemeente. Door deze verwaarloozing, de aanwezigheid van allerlei ver stoppende voorwerpen en de te hooge ligging van een heul is de waterloozing bijna geheel belemmerd. Bo vendien bevat de sloot onreinheden en faecale stoffen, die zeer nadeelig op de gezondheid werken en door haar stank besmettelijke ziekten kunnen veroorzaken. Hij hoopt dat B. en W. daarin zullen voorzien en spoedig kennisgeving van de genomen maatregelen te zullen ontvangen. De Voorzitter deelde mede, dat hij den aangrenzen- den bewoners heeft aangezegd, onmiddellijk voor de reiniging zorg te dragen en te verbieden dat voortaan onnoodige stoffen of voorwerpen zullen worden inge worpen, maar dit en het verlagen van de bedoelde heul is alles wat het Dag. Bestuur voorloopig doen kan. De heer Hartoog wilde, dat de bewoners een zink put moeten aanleggen met een verlaat naar de sloot, maar de Voorzitter meende, dat men hun dit niet kan voorschrijven. Onder een vorig bestuur hebben sommige aangrenzenden toestemming gekregen tot vernauwing of demping van gedeelten der sloot en nu kan het tegenwoordig bestuur die verkregen rechten weer niet terugnemen. De heer Sandee vroeg of die begunstigden bewijs hebben van die toestemmingen, waarop de Voorzitter antwoordde, dat het hoogst moeilijk is zich in een onderzoek te begeven, daar men daardoor BÏechts tot vele processen komen kan. De heer Van Oeveren meende dat de waterloozing naar den tegengestelden kan moet plaatshebben, doch de heer De Koeijer dat eenvoudig de heul moet ver laagd worden. Naar aanleiding van een opmerking des heeren Laban (deze kon niet begrijpen hoe de inspecteur juist die sloot had opgezocht en gevonden) zeide de Voor zitter dat ook nog op andere zaken aanmerking was gemaakt, doch in het algemeen kan slechts van eene rioleering afdoende verbeteriog gewacht worden. De héér' Laban wees ook nog op eene andere sloot, die niet in orde is. De Voorzitter deelde verder mede, dat de heer Harthoorn ongenegen is om een contract met de ge meente te sluiten, regelende het gebruik vau den welput op zijn grond. Hij zal voortgaan met iedereen water te geven, maar de hoeveelheid per hoofd zelf bepalen. Voor het stembureau voor de verkiezing van een lid van den Raad op 31 Mei werden als leden gekozen de heeren Van Oeveren en Schipper, en tot leden van de commissie voor de schutterij de heeren Laban en Sandee. Nu kwam aan de orde het antwoord van Kerkv. en Notab. der Ned. Herv. Kerk op het verzoek van den Gemeenteraad van 3 Mei om nogmaals een voorstel te willen doen omtrent het gebruik der torenklok. De Voorzitter leest dit voor. Omtrent het punt van verschil stellen Kerkv. en Notab. voor«Behoudens het bepaalde in art. 8 van de wet van 15 Sept. 1853 (St.bl. no. 102) zal de kerk het recht hebben naar aloud gebruik de klok te luiden voor hare godsdienst oefeningen, behalve wanneer de gemeente de klok zal noodig hebben voor brand, oproer, watersnood, het inluiden der kermis en het overlijden en begraven van vorstelijke personen." Andere begrafenissen worden met opzet verzwegen, omdat het Kerkbestuur meent, dat het bijzonder belang voor het algemeen moet wijken. De Voorzitter meende, dat men door de aanneming van dit voorstel weer even ver als tot nu toe van een toren af zal zijn, aangezien hij vreest dat Ged. Staten het niet zullen goedkeuren. De heer Laban meende, dat men het gerust kan aannemen. In de eerste 100 jaar behoeft men niet voor verwikkelingen te vreezen. De Voorzitter vond ook geen bezwaar in de aan neming, mits men bij «godsdienstoefeningen" de woor den «wettig erkende" weder inlasscbe. De heer Hartoog vroeg hoe dan te handelen als bijv. een zendeling komt preeken. De Voorzitter ant woordde, dat dan vergunning moet gevraagd worden tot luiden en vreest niet, dat eenig verstandig roensch dit weigeren zal. Ten slotte vroeg de Voorzitter of men zijn amen dement, dan wel het voorstel van het kerkbestuur ongewijzigd in stemming zou brengen. Met 4 tegen 2 stemmen (die der wethouders) werd tot het laatste besloten en daarna het voorstel van kerkvoogden en notabelen met dezelfde 4 tegen 2 stemmen aangenomen. Tolen. Op de algemeene vergadering van ingelanden van het waterschap «de vrije polders onder Tolen" had het volgende plaats. Rekening werd door het bestuur gedaan over het dienstjaar 1885/86 en met algemeene stemmen als volgt goedgekeurddie van het waterschap met een goed slot van 461.60%; van de vereenigde polders Schakerloo, 1500 Gemeten en Dalem 173.79%; van den polder Schakerloo 1071.02; van den polder 1500 Gemeten ƒ453.63; van den polder Dalem 65,42 van den polder Nieuw- land 50.53; van den polder Puit 0.76; van den polder Peube 2.47 en van den polder Oud-Strijen 12.01%. Ook werden voorgedragen de begrootingen van de verschillende polders over het dienstjaar 1886/87 en met algemeene stemmen goedgekeurddie van het waterschap in ontvang en uitgaaf op/3589.53; van de vereenigde polders Schakerloo, 1500 Gemeten en Dalem op 1280.09van den polder Schakerloo op 7398.11%; van den polder 1500 Gemeten op 7043.28van den polder Dalem op 369.58; van den polder Nieuwland op 418.87; van den polder Puit op 99.80%; van den polder Peube op 360.50% en van den polder Oud-Strijen op 156.54%. Daarna werden voordrachten opgemaakt voor de vaceerende betrekkingen van dijkgraaf en gezworene. De voordracht voor dijkgraaf bestaat uit de heeren M. G. Van Stapele, C. Bierens en M. Christiaanse voor gezworeneJ. Kuyper, M. J. Stoutjesdijk en G. C. M. Geluk. Ook werd eene vergadering van ingelanden van de polders Broek en Rooland gehouden. De door het bestuur gedane en door ingelanden goedgekeurde reke ning sloot met een goed slot van 281.10%. Ook werd voorgedragen en door ingelanden goedgekeurd de begrooting voor het dienstjaar 1886/87 in ontvang en uitgaaf op 1016.96. In deze vergadering werd de heer M G Van Stapele met algemeene stemmen benoemd tot dijkgraaf. Door het Departement van koloniën is aan de Kon. Maatsch. «De Scheld e" de bouw opgedragen van een stoomschip, ten behoeve van de Indische militaire marine. Kapelle. Door den heer J. Staal, directeur der zangvereeniging «Advendo" alhier, is als zoodanig ontslag genomen en is in zijn plaats benoemd dhr. L. Eversdijk. De reden tot dit ontslag schijnt den leden onbekend te zijn, doch het is te hopen dat de nieuw benoemde directeur met even veel ijver als zijn voor ganger moge werkzaam zijn. Naar de M. Ct. verneemt, beeft de Commis saris des Konings eene som ter beschikking gesteld van de commissie voor de landbouw-tentoon- stelling te Zieriksee. Kats. Door den dijkraad van den Leendert- Abrahampolder is in zijne zitting van Vrijdag 11., behoudens hoogere goedkeuring, besloten, eerlang belangrijke zinkwerken publiek aan te besteden. Een twintigtal stukken zullen dan in den loop van dit jaar, in aansluiting met de in 1884 gezette kraagstukken, gezonken worden. De grootte van dit werk kan men eenigszins afmeten naar de begrooting, die ƒ121.300 bedraagt. Door het genoemde bestuur is Vrijdag 11. ten over staan van den Notaris C. J. Huvers voor zeven jaar verpacht de nieuwe inlaagdijk van 1885, met daarbij behoorend vischrecht. Pachter werd de heer J. De Back alhier voor 280 per jaar, behalve de onkosten, 25 pet. bedragende alleen voor het eerste jaar. Aan de Universiteit van Amsterdam promoveerde tot doctor in de geneeskunde de heer H. C. M. V a n G o r k o m, arts, geboren te Amersfoort, na verdediging van een academisch proefschrift, getiteldDoor chloor- zure zouten teweeggebrachte vergiftigingsverschijnselen. In ons vorig no. werd in een bericht, aan de N. II. Ct. ontleend, gemeld, dat de heer J. H. S n ij- d e r s zich tot Ged. Staten heeft gewend met een bezwaarschrift tegen het jongste besluit van den Mid- delburgschen gemeenteraad, betreffende de met 1 Sep tember opterichten school voor meer uitgebreid lager onderwijs voor meisjes. Het raadslid verzoekt Ged. Staten de uitvoering van het bedoelde raadsbesluit te beletten, als in strijd met de wet en in strijd met het algemeen belang. Strijd met de wet ziet hij in het besluit, omdat het door onbeduidende veranderingen, meer in woorden dan in werkelijkheid, een middelbare school wringt binnen de sfeer der wet op het lager onderwijs, ten einde tegen de bedoeling van den wetgever aanspraak te krijgen op de rijksbijdragen. Strijd met het alge meen belang, omdat elke afwijking van de meest nauw gezette toepassing der wet leiden moet tot verhooging der spanning tusschen vóór- en tegenstanders van het openbaar onderwijs, waarvan ons land in toenemende mate de treurige gevolgen ondervindt. De examens voor aspirant-ge meente-secretarissen of ambtenaren ter secretarie zullen worden afgenomen den 21 Juni a. s. en volgende dagen te Leeuwarden en te Utrecht. Tot leden van de commissie te Utrecht zijn o. a. benoemd mr. L. A. Bijbau; burg. van Kolijnspiaat en J. G. Gerritsen, burg. van Breskens. De aangiften tot deelneming aan het examen moeten vóór den lOden Juni a. s. worden gericht tot den heer R. A. Verploegh Chassé, burg. van Vreeswijk. Onder nader bekend te maken voorwaarden zal aan belangstellenden toegang tot de examens worden verleend. In een artikel van de Standaard in den gewo nen geest van farizeesche zelfverheer]ijH- k i n g der rechterzijde, leest men «Als een groep van 43 mannen, d. i. het halve parlement, en daaronder tal van mannen hoog van naam en positie en van ongerept staatkundig verleden, zich derwijs beslist en met zulk een zeggingskracht op een onwrikbare politieke overtuiging beroept, zou het de andere helft toch betamen daarvoor tijdelijk de vlag te strijken". Men kan denzelfden eisch stellen van de andere zijde. Of vindt men dan bij de rechterzijde alleen de mannen «hoog van naam en positie", en is bij haar alleen dat ongerept staatkundig verleden te zoeken?. Het artikel eindigt met het volgende slot «Ook dit stembuslot wordt in den schoot geworpen, maar het beleid er van is, o Heeren Liberalisten, God zij lof, niet bij u" Dit herinnert ons aan een voorval, dat jaren ge leden in den kerkeraad van eene onzer groote ge meenten plaats had. Tusschen twee predikanten van tegenovergestelde richting was de keus. Na herhaalde stemmingen zou het lot moeten beslissen. De voorzitter, een streng kerkelijk man, riep toen met denzelfden bijbeltekst" «het lot wordt in den schoot geworpen, miar het'' beleid is bij den Heer". En zie, het lot wees den predikant aan, die niet tot de richting des voorzitters behoorde. En onmid dellijk hoorde ra3n uit denzelfden mond: «Ik pro testeer tegen dezen uitslag". Over de uitspraak van de stembus is op dit oogen- blik nog weinig te zeggen, maar dit durven wij wel voorspellen, dat wanneer die niet was ten gunste van de rechterzijde, ook de Standaard, evenals de bedoelde voorzitter van den kerkeraad, protesteeren zal tegen dien uitslag dat beleid. (j'rnh. Crt.\

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina 1