1886. N°. 49. Zaterdag 24 April. 73ste jaargang. Bij dit iionimei' behoort een bijvoegsel. GOESCHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maanda.0, Woensdaq en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich' voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen werden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Uithoofde van het PAASCHFEEST zal Maandag 26 April a. s. geen nommer van dit blad verschijnen. GOES, 23 April 1886. In de gisteravond in het koffiehuis »de Prins van Oranje" alhier gehouden vergadering van de af- deeling Goes der Centrale Liberale Kiesvereeniging in dit hoofdkiesdistrict werd na eenige mededeelingen door den voorzitter, den heer C. L. M. Lambrechtsen, overgegaan tot het stellen van candidaten voor het lidmaatschap der Provinciale Staten. De aftredende leden, de heeren 1. A. A. Fransen Van de Putte, mr. B. V. Van der Bilt en J. M. Kake- beeke, werden zonder discussie bij acclamatie opnieuw candidaat gesteld. Voor vierden candidaat werden achter eenvolgens genoemd de heeren J. J. Van Weel te Wolfertsdijk, mr. W. L. Van Voorst Vader, kanton rechter, te Kloetinge en L. A. Paardekooper Overman, notaris te 's-Gravenpolder. Na breedvoerige bespreking dezer drie candidaten en nadat vooral was op den voorgrond gesteld, dat mr. Van Voorst Vader had verklaard te zijn voorstander van het openbaar onder wijs en ook ten opzichte van de verkiezing van leden der Eerste Kamer geenszins intestemmen roet de be doelingen van de kerkelijke partijen, werd deze met groote meerderheid van stemmen tot vierden candidaat der afdeeling geproclameerd. De beide andere candi daten bekwamen ieder ééne stem. De indeeling voor de militieplichtigen van 1886 zal in de provincie Zeeland plaats hebben o. a. op 5 Mei te Tolen en op 6 Mei te Goes. Bij Kon. besluit van 22 April is, op zijn ver zoek, eervol ontslag verleend aan: J. Van Oeveren, als dijkgr. van den Soelekerkepolder, en is benoemd tot lid van het best. van het watersch. de Sluis aan de Wielingen J. F. Hennequin. Wolfertsdijk. In de eergisteren voormiddag te 9 uren gehouden raadsvergadering, waar alle raadsleden tegenwoordig waren, werd mededeeling gedaan van het antwoord van den Minister van Binnenlandsche Zaken, betreffende de weigering van den Burgemeester dezer gemeente, om uitvoering te geven aan het raads besluit van 25 Maart jl. in zake de verbetering der lijst van kiezers voor leden van den gemeenteraad. Naar aanleiding van een verzoekschrift van de heeren C. P. Lenshoek en M. Weststrate besloot de Raad op 25 Maart dezes jaars met 4 tegen 3 stemmen alsnog op gemelde kiezerslijst te plaatsen M. D. Mieras en daarvan af te voeren J. Eggebeen. De Voorzitter van den Raad achtte dat besluit te zijn genomen in strijd met de wet en droeg het ter vernietiging aan den Koning voor, omdat adressanten hunne beweringen, zooals art. 12 der kieswet uit drukkelijk vordert, niet door de noodige bewijsstukken gestaafd hebben. B. en W. hebben de kiezerslijst op gemaakt naar aanleiding van de door den ontvaifger der directe belastingen ingezonden opgave, bedoeld in art. 7 der kieswet, en daarop kwam voor J. Eggebeen met een totaal aanslag van f 17.84, terwijl M. D. Mieras daarop niet geplaatst was. Op de bloote be wering van adressanten, dat J. Eggebeen niet genoeg betaalt om kiezer te zijn en dat bij den aanslag van M. D. Mieras aan eene vergissing gedacht moet worden, nam de Raad alzoo bovengemeld besluit. De Minister van Binnenlandsche Zaken vereenigt zich met het gevoelen van heeren Gedeputeerde Staten in dit Gewest en is van meening dat de beoordeeling van de juistheid van 's Raads beslissing tot de bevoegd heid van de rechterlijke macht behoort en dat dus art. 70 der gemeentewet daarop niet van toepassing is. Aan het in deze zaak door heeren Gedeputeerde Staten van Zeeland uitgebracht verslag ontleenen wij het volgende. ïDat door den burgemeester ten onrechte art. 70 der gemeentewet op het bedoelde raadsbesluit toepas selijk wordt geacht, daar volgens art. 148 der grond wet, in verband met art. 15 en volgende der kieswet, bezwaren tegen beslissingen van den Raad, op reclames tegen kiezerslijsten genomen, ter beslissing staan van de rechterlijke macht. Dat evenwel bij Zijner Majesteits besluit van 26 April 1865 St bl. no. 30, een raadsbesluit tot wijziging van kiezerslijsten vernietigd werd, doch die vernietiging berustte op de overweging, dat de wijziging door den Raad ambtshalve was geschied, in strijd met art 14 der kieswet, 't welk inhoudt dat zoodanig raadsbesluit alleen naar aanleiding van een verzoekschrift kan ge nomen worden. De vernietiging had derhalve plaats op grond dat de vormen, die de wet voorschrijft, niet waren in acht genomen; de vraag of de Raad een juiste be slissing had genomen bleef daarbij buiten beoordeeling. De Voorzitter heeft daarna aan de vergadering te kennen gegeven, dat hij in deze beslissing moet be rusten, omdat hij de bevoegdheid van kiezer mist en hem daardoor de gelegenheid is ontnomen, bij de rechtbank in hooger beroep te komen, omdat, waar de kieswet (art. 15) van belanghebbenden spreekt, daarmede, naar zijne meening, enkel kiesbevoegde per sonen bedoeld wordendat hij evenwel niet van ziens wijze is veranderd, dat meer bedoeld raadsbesluit in strijd met de wet is genomen en art. 70 der gemeente wet toepasselijk is, omdat door adressanten de vormen ook niet zijn in acht genomen, want zij hebben de bezwaren bij hun verzoekschrift niet door de noodige bewijsstukken gestaafd, terwijl bij Z. M. besluit van 26 April 1865 ook een raadsbesluit is vernietigd waarbij de vormen niet in acht waren genomen. Zonder twijfel is het meldenswaardig dat zich thans het geval voordoet dat een persoon, die niet op de kohieren der directe belastingen is aangeslagen, voor komt op de lijst van kiezers voor leden van den ge meenteraad. Alsnu kwam de volgende zaak in behandeling Den 25 Maart jl. verwierp de Raad een voorstel van B. en W. strekkende om den gemeente-ontvanger te vergunnen, om den veldwachter, tevens bode der gemeente, voor zooveel zijn dienst dit toelaat, behulp zaam te doen ziin in zijne betrekking als ontvanger dat echter wat het halen van geld betreft, dit op de persoonlijke verantwoording van den gemeente-ont vanger zal moeten geschieden; doch de Raad besloot met 4 tegen 3 stemmen, op voorstel van den heer Philipse, tot dezelfde hulpverschaffing, met dien ver stande, dat het halen van geld moet geschieden op risico van de gemeente. Ook dit besluit was door den voorzitter ter vernie tiging aan den Koning voorgedragen als zijnde in strijd met het in art. 113 der gemeentewet vervat voor schrift: »De ontvanger is belast met de invordering nvan alle de inkomsten en ontvangsten der gemeente »en zorgt, dat die behoorlijk geschiede". Blijkens een ingekomen en aan den Raad overge- legden brief, zijn zoowel de Minister van Binnenlandsche Zaken als heeren Gedeputeerde Staten in deze provin cie de meening van den voorzitter toegedaan, dat, wil de ontvanger zich voor het ophalen van gelden van hulp voor zien, hij dit doen kan, maar hij blijft daarbij steeds de ver antwoordelijke man. Die verhouding tusschen den ont vanger en den persoon, dien hij met het innen der gelden belast, verandert niet door het feit, dat de gemeenteraad aan een gemeente-ambtenaar, den ge meente-bode, vergunt den ontvanger die materiëele hulp te verleenen. De aansprakelijkheid van den last gever voor zijn lasthebber kan daardoor niet opgeheven worden. De voorzitter, aan de uitnoodiging van den Minister van Binnenlandsche Zaken gehoor gevende, heeft namens burg. en weth. aan den Raad voorgesteld, bedoeld besluit, ten einde eene voordracht tot vernietiging te voorkomen, intetrekken. Met 4 tegen 3 stemmen is dit voorstel verworpen. Vóór hebben gestemd de heerenDe Kater, De Jager en Kallemein; tegen de heeren Philipse, Jacobs, Verschuure en Van Damme. Na de behandeling van eenige punten van minder belang werd de vergadering gesloten. Bij de posterijen is tot adsistent benoemd J. J. P o n t ekantoorknecht te Middelburg, en is de adsis tent J. P. F i e g e n te Middelburg op verzoek eervol ontslagen. Woensdag werd te Vlissingen de jaarlijksche algemeene vergadering gehouden van aandeelhouders in de koninklijke maatschappij »D e Scheld e", onder voorzitterschap van den heer A. Smit, presi dent-commissaris. Aanwezig of vertegenwoordigd waren op deze verga dering 426 aandeelhouders, uitbrengende 82 stemmen. In de vergadering werd medegedeeld, dat de door de commissie ingevolge art. 34 der statuten goedge keurde balans, de winst- en verliesrekening over 1885 was afgesloten met een winst-saldo van 5525.41, welk bedrag tot afschrijving en vermindering van het verlies in vroegere jaren werd aangewend. Vervolgens werd door den directeur over den toe stand der maatschappij in 1885 verslag uitgebracht. Hieruit bleek in hoofdzaak dat door de steeds voort durende malaise de werkzaamheden zeer waren vei- minderd. Het nieuwe jaar was men echter met betere vooruitzichten ingetreden, en er werd eene flinke ver levendiging der kwijnende werkzaamheden te gemoet gezien. Tengevolge der periodieke aftreding van een der commissarissen werd als zoodanig de heer F. H. J. Wibaut herkozen. Het belangrijkste punt van behandeling was de goedkeuring der overeenkomst met den Staat der Nederlanden omtrent voortzetting djr erfpacht, met wijziging der voorwaarden van het contract van 17 mi 1875 Staatsblad no. 151), volgens een ontwerp, met den minister van financiën overeengekomen, het welk door de wetgevende macht moet worden be krachtigd. Die overeenkomst werd met algemeene stemmen Men meldt uit Hoorn aan het Hblad, dat de heer De Jong, lid der Tweede Kamer, zich bij de volgende verkiezing om gezondheidsredenen niet her kiesbaar stellen zal. Naar de dagbladen te oordeelen, schijnt men aan de rechterzijde van het aanvaarden van het gezag niet zoo afkeerig als sommigen denken. Zoo las men gisteren in De Tijd, het orgaan van de heeren Vermeulen en Schaepman »Het spreekt van zelf, dat de beslissing der Kroon door ons in elk geval met eerbied zal ontvangen wor den. Maar indien de rechterzijde door den Koning tot de regeering mocht geroepen worden, dan gelooven wij, dat zij zich aan de haar opgediagen taak niet zou behooren te onttrekken. Het programma van een dergelijk Kabinet der rech terzijde zou o. i. behooren te zijn Kamer-ontbinding, samenvallende met de periodieke verkiezingen in Juni. Vervolgens onverwijlde indiening van wetsontwerpen tot aanvulling der Kamer met negen leden, uitbrei ding van het kiesrecht door verlaging van den census en nieuwe indeeling der districten. Zijn die wetten aangenomen, dan voor de tweede maal ontbinding. Daarna zien wij verder". Te Amsterdam bestaat het plan, dezen zomer een groot zwemfeest te doen houden. Eenige geabon- neerden en oud-geabonneerden van de Zwemschool en Badinrichting aan den Westerdoksdijk hebben zich tot eene commissie vereenigd om te trachten met een luisterrijke feestelijkheid, bestaande in waterspelen, zwemwedstrijden, muziekuitvoering enz., het 40jarig bestaan van genoemde inrichting te doen vieren. Deze Zwemschool is de oudste hier te lande, en de bedoe ling van het feest is tegelijkertijd eene hulde aan de voorgangster van zoovele in ons land verrezen inrich tingen van dien aard en een krachtige bijdrage tot bevordering van het heilzame zwemmen en baden. Deze laatste overweging heeft aan de commissie voor hare plannen den bijval en zedelijken steun ver zekerd van de geneeskundigen dr. G. A. N. Allebé, dr. Jb. Van Geuns, dr. Joh. G. Mezger, prof. dr. B. J. Stokvis en prof. dr. C. L. Wurfbain. De commissie verwacht voor hare plannen deelne ming en belangstelling van allen, die het zwemmen beoefenen en voorstaan en die waardeeren het vele goede dat de zwemkunst voor de gezondheid, voor het behoud van menschenlevens en voor het opwekken van een gezonden, reinen geest gewrocht heeft. Hoewel een programma nog slechts in vage trekken ontworpen is, staat het denkbeeld vast, een champion- prijs uit te loven in een wedstrijd voor prijswinners van de laatste jaren uit geheel ons land. Het bestuur van de regelingscommissie bestaat uit de hh. H. Chs. Boissevain, president, P. J. Appel, vice- president; J. H. Van Heteren, penningmeester, en J. G. C. Ansmink, secretaris. Bij ministeriëel besluit, ingaande 15 dezer, is bepaald, dat alle spoor wegr ij tuigen (perso nen- en goederenwagens), welke door een hier te lande gevestigde spoorwegmaatschappij ten haren ge- bruike in het buitenland zijn besteld of van eene buitenlandsche maatschappij zijn overgenomen, bij den invoer met vijf ten honderd van de waarde zullen worden belast. Totnogtoe werden spoorwegrijtuigen, bestemd voor het internationaal verkeer, steeds vrij van rechten ingevoerd. (Fad.) Kerkelijke Zaken en Onderwijs. Aangenomen het beroep naar Middelburg door ds. R. J. W. Klaarhamer, te Hilversumnaar Melis- en Mariënkerke door ds. J. Boss, te Herwijnen. Bij de herv. kerk zijn in de eerste 3 maanden dezes jaars 30 vacaturen vervuld, terwijl er 26 zijn ontstaan. Op 1 April bedroeg het getal vacaturen 279. De Gemeenteraad van Kampen heeft uit een aangeboden tweetal voor pred. te Kampereiland ge kozen ds. G. Van Kempen, pred. te Bruinisse. Als een bewijs, hoe weinig sympathie er over 't geheel genomen in de Herv. Kerk gevonden wordt voor de Amsterdamsche revolutie-partij, kan het bericht dienen, dat in de bij uitstek orthodoxe classis Heusden van de 26 gemeenten, waaruit ze bestaat, er zich slechts 5 hadden laten vertegenwoordigen op de aan gekondigde «samenkomst tot bespreking van den nood der gereformeerde kerken in ons vaderland". Bovendien waren er nog 14 belangstellenden. De predikant Groene- veld was daarover dan ook zoo boos, dat hij als 7de resolutie voorstelde: De vergadering betreurt, dat zoo weinige kerkeraadsleden zijn opgekomen, hoewel velen werden uitgenoodigd, en meent zulks vooral te moeten wijten aan zoovele Deutichemsche predikanten met hunne anti-gereformeerde leer". De vergadering was echter zoo wijs met algemeene stemmen op éen na die resolutie te verwerpen. (Hap. Wkbl.) In de Staatscourant is opgenomen een Kon. besluit van 24 Maart 1886, waarbij volgens art. 49 der wet van 17 Augustus 1878 (Stbl. no. 127), boven en behalve de vergoeding van 30 pet. bedoeld bij art. 45 der aangehaalde wet, een subsidie wordt ver leend aan de gemeente Klinge van f2400; Nisse van f750, Schore van f200 en Westdorpe van f500. De gisterenmiddag verschenen Kerkelijke Crt. bevat het besluit der Synode in zake Reitsum. De Synode verklaart dat allen, die de lijst van afscheiding hebben geteekend en die zich dus feitelijk hebben af gescheiden, hebben opgehouden lidmaten der Herv. Kerk te zijn, terwijl de predikant ds. J. A. Ploos Van Amstel, en de ouderlingen en diakenen tevens ver vallen zijn verklaard van hun betrekkingen. Verder is de predikantsplaats te Reitsum c. a. vacant verklaard en zal moeten worden voorzien in de vervulling van het dienstwerk door den ring Holwerd. Het Classicaal Bestuur van Dokkum is gelast om bij ontstentenis van een kerkeraad te Reitsum te doen wat des kerke- raads is. Van een en ander is kennis gegeven aan Z. M. den Koning en de verschillende autoriteiten en belangheb benden. Landbouw en Veeteelt. V De planten bestaan uit dezelfde elementen welke men in den bodem aantreft waarop zij groeien. Door het zich toeëigenen dezer elementen onderhouden zij haar leven niet alleen, maar bouwen er zich ook ge heel uit op. De dieren, welke zich met planten voeden, nemen deze elementen uit de tweede hand of, indien zij andere dieren tot hun onderhoud behoeven, uit de derde, zelfs uit de vierde hand. De plantenwereld zou men dus den grondslag van de dierenwereld kunnen noemen. Evenals bij de planten bestaat het lichaam der dieren voor een groot gedeelte uit water. Hoe jonger het dier is, hoe meer water het in zich bevat. Dat water zit meest in de beenderen, die naarmate het dier ouder wordt het verliezen. Verwijdert men van een plant of een dier alle water, dan houdt men de zoogenaamde droge stof over, die uit onverbrandbare (anorganische) en verbrandbare (organische) stof bestaat. De organische stoffen bestaan weder uit stikstofhoudende en stikstofvrije stoffen. De stikstofhoudende stoffen zijn bij de dieren grooter dan bij de planten. De stikstofhoudende stoffen verdeelt men in drie soorteneiwitstof, lijmstof en hoornstof. De eiwitstoffen vormen een gewichtig bestanddeel van het dierlijk lichaam. Bloed, vleesch en zenuwen zijn er hoofdzakelijk uit opgebouwd. Eiwitstoffen komen in verschillende vormen voor 1. Dierlijk eiwit of vogeleiwit (albumine). Het is het vliesje dat na de koking op de melk komt; het schuim bij vleesch. Het komt opgelost voor in het dierlijk lichaam. Bij verwarming tot 75* C. stolt het. 2. Vezelstof (fibrine). Gedurende het leven is zij in het dierlijk lichaam opgelost, maar daarna stolt zij. De bloedkoek is niets dan gestolde fibrine Zij vormt het hoofdbestanddeel der spiervezels. 3. Kaasstof (caseïne) komt voor in melk. De lijm- stoffen, die bij langdurige koking oplossen, vormen voor een groot gedeelte het bindweefsel, de pezen en banden, de huid en het kraakbeen. Hoornstof vindt men in de hoeven, nagels, klau wen enz. Tot de stikstofvrije bestanddeelen behooren a. Vetten. Zij dienen tot onderhouding van de lichaamstemperatuur, zijn overal door het lichaam ver spreid en nemen, vooral bij vetgemeste dieren, som tijds 40 pet. van het geheele lichaamsgewicht in. Men vindt ze in de melk, het merg, de zenuwen, de her senen, onder de huid, bij de nieren en langs de darmen. Bij gemis aan de noodige vetten spelen de eiwitstoffen de rol der vetten. b. Druivensuiker in het bloed voornamelijk. c. Melksuiker in de melk enz. Tot de onverbrandbare bestanddeelen behoorenkalk, phosphorzuur, magnesia enz. Zij vormen bouwstoffen voor beenderen en tanden. Waartoe dient nu deze korte ontleedkundige les der dieren? Zij staat in het nauwste verband met de leer der voeding, een kennis, die elke landbouwer zich moet trachten eigen te maken, wil hij op de goedkoopste wijze zijn vee zoodanig voeden, dat het de meeste voor- deelen afwerpt. Maar hierover later,

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina 1