*6. N°. 5. Dinsdag 12 Januari. 73ste jaargang. HERIJK. Het schandaal te Amsterdam. GOESGHE De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. (n ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend. Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. Heeren Correspondenten van dit blad wordt verzocht hunne nota's over het afgeloopen jaar of over het laatste kwartaal daarvan zoo spoedig mogelijk te zenden aan DE ADMINISTRATIE. De verificatie van de gewichten beneden het gram (milligram-gewichten) geschiedt, uithoofde der daartoe noodige fijne balansen, UITSLUITEND AAN HET IJRKANTOOR TE MIDDELBURG, en de herijk aldaar is nog voor dit jaar bepaald van den 12 Januari tot den II Februari a. s Goes, den 9 Januari 1886 Burgemeester en Wethonders van Goes, J. G. DE WITT HAMER. De Secretarie, HARTMAN. Er wordt in de laatste dagen te Amsterdam op kerkelijk gebied een stuk ten tooneele gevoerd, dat niet onbesproken mag blijven en dat zeker niet dienen kan om den eerbied voor godsdienst en kerk te ver- hoogen. Men heeft hier niet te doen met een tot zekere hoogte te verdedigen strijd tusschen orthodoxen en modernende handeling heeft geheel plaats op eigen orthodox terrein. De oorzaak van het geschil is bekend. Nadat geweigerd was aan verschillende jongelieden, die zich elders tot lidmaat hadden laten aannemen, attesten van zedelijk gedrag uittereiken, heeft de kerke- raad, beducht voor de gevolgen dier weigering, waar tegen het classicaal bestuur opkwam, in allerijl nieuwe bepalingen gemaakt in het Reglement voor de Kerke lijke commissie, aan welke het beheer der Kerkelijke goederen is opgedragen. De zaak der attesten kon eerst aan het Hooger Bestuur, na afloop van den aan den kerkeraad gestel den termijn, 8 Jan., aanleiding geven om handelend optetreden. De kerkeraad, de meerderheid althans, had echter het vaste voornemen om in deze attesten-qnaestie de kerkbesturen en hun uitspraken te trotseeren, en was er nu op bedacht zich zooveel mogelijk te dekken. Amsterdam heeft vrij beheerde kerkelijke commissie of kerkvoogdij wordt door den kerkeraad benoemd. Nu werden er in den laatsten tijd door dezen onder scheidene besluiten genomen, die de strekking hadden om die commissie oppermachtig te maken: o. a. het beslnit, dat de commissie of kerkvoogdij den kerke raad moest blijven erkennen, al mochten nog zoovele leden door Hooger Besturen worden geschorst of afgezet. Alzoo zou, wat er ook gebeurde, de bedoelde com missie slechts den oorspronkelijken kerkeraad (dus geen, die zich eventueel naast of tegenover hem mocht stellen), als wettig hebben te erkennen, waaruit dus volgt, dat, wanneer deze kerkeraad werd geschorst of zelf uit bet kerkelijk verband trad, hij het recht heeft de kerkelijke goederen, m. a. w. de kerkelijke kas, medetenemen. Zoo had die commissie, 't beheer voerende over de groote bezittingen, de kerken, goederen, stichtingen, enz. van de Ned. Herv. Gemeente, metterdaad alles te zeggen. En commissie èn kerkeraad zouden als on afhankelijke machten gestaan hebben tegenover de geheele kerk. Ds. Hogerzeil, die in een tweetal brochures de ge heele zaak duidelijk uiteenzet, komt tot de conclu sie, dat het gevolg van dit alles zou zijn ndat zoodra de kerkeraad de begonnen revolutie doorzet en uit het kerkelijk verband treedt, dat gedeelte van de Ned. Herv. kerk en van den kerkeraad, hetwelk niet met de meerderheid van den kerkeraad medegaat, alles verliest en op eenmaal zonder kerken en ker kelijke goederen, of, zooals men het triviaal uitdrukt, naakt aan den dijk zal staan". Duidelijk is bovendien de toeleg van dr. Kuyper om de gemeenten ten bate zijner Vrije Universiteit zelfstandig te maken. Zoo ook te Amsterdam, waar zijne partij op het oogenblik de meerderheid heeft. Het classicaal bestuur, dat juist de verbreking van het kerkelijk verband, waarin de Hervormde gemeen ten van het land onderling staan, poogt te beletten, trad nu op, en paste art. 48 van het regl. Opzicht en Tucht toe. Dit art. luidt: j Indien een gerucht makend bezwaar van ergerlijken aard, dat ter kennis van het classicaal bestuur gekomen is, gegrond wordt bevonden, kan het bestuur reeds bij zijn voorloopig onderzoek een provisioneele schorsing van den bezwaar de uitspreken, zonder dat hiervan hooger beroep wordt Het geruchtmakend bezwaar van ergerlijken aard, hetwelk het classicaal bestuur deed doortasten, is der halve ditdat de kerkeraad van Amsterdam bezig was de revolutie,, die den 8 Jan. moest uitbarsten, dood leuk te reglementeeren, en de revolutionaire partij in de macht te zetten van het geld en goed der Ned. Herv. gemeente van Amsterdam. Het classicaal bestuur van Amsterdam is tusschen beide gekomen om recht en wet te handhaven. Het heeft de in de omschreven richting genomen besluiten vernietigd, de leden van den kerkeraad die er voor stemden voorloopig geschorst, en is opgetreden om te doen wat des kerkeraads is! Dat bestuur verdient den dank van allen, die prijs stellen op de handhaving van het bestaan onzer Her vormde, onzer Vadeilandsche Kerk! Te meer, omdat het den leden, op éen na, allen sommigen zelfs zeer beslist orthodox, moeilijk zal zijn gevallen op te treden tegen zoo menig geestver want, door het Kuyperiaansch clericalisme verblind en op den doolweg! Het classicaal bestuur liet nu het gebouw der Nieuwe Kerk bewaken, doch dr. Kuyper, jhr. De Savornin Lohman, onze Goesche afgevaardigde, de heer Kater, voorzitter van Patrimonium" en anderen hebben door een krijgslist de bewakers weten te ver wijderen, daarna zelf bezit genomen van de consis toriekamer en zich daarin verschanst, terwijl zij een ieder den toegang weigeren en de deuren hebben ge barricadeerd. Tot zoover de kerkelijke gebeurtenissen, die wij voor het oogenblik verder laten rusten. Zoo zijn dan dr. Kuyper en met hem onze afgevaar digde, de antirevolutionairen bij uitnemendheid, tot revo lutie overgegaan Zij, die den liberalen zoo gaarne ten laste leggen, dat zij de revolutie in de hand werken en geen eerbied koesteren voor de boven hen gestelde machten, zij hebben zeiven het zwaard aangegord en den strijd aangebonden tegen het classicaal bestuur, dat toch ook eene macht is boven hen. Zoo gewoon zijn zij om blindelings geloofd en gevolgd te worden, dat, nu zij worden tegengestreefd, zij liever verbittering en tweedracht zaaien dan gehoorzamen. Ons dunkt dat er hier gereede aanleiding is om op te merken hoe da leiders der antirevolutionairen alleen streven naar heerschappij en macht. Eerst wordt geweigerd attesten van zedelijk gedrag af te geven aan moderne lidmatenvervolgens wordt getracht zich te verzekeren van de kerkelijke goederen. Waar zoo de neiging zich openbaart om te heerschen, daar heeft men o. i. reeds een voorproefje er van hoe vrij men zich in Nederland zal gevoelen, wanneer die mannen als vertegenwoordigers eener staatkundige partij eens het roer van den Staat in handen mochten krijgen. Dan zal Nederland óf aan een despotisch gezag onderworpen öf verdeeld zijn in eigen boezem, en van zijne kracht naar buiten, die toch in de laatste jaren niet is toegenomen, zal niets meer overig zijn. Zoo er ooit een grondig bewijs is geleverd voor het gevaar, dat de persoonlijke vrijheid op staatkundig en kerkelijk gebied loopt, wanneer de anti-revolutio nairen aan de regeering komen, dan zeker is dit te vinden in de Amsterdamsche troebelen. Revolutie en onverdraagzaamheid zijn daardoor gebleken de ken merken te zijn van de leiders der anti-revolutionaire partij. In ieder geval hebben wij hier reeds een voor spel van wat het kerkelijk fanatisme, waardoor de geschiedenis leert het burgeroorlogen worden aan gekweekt, kan uitwerken. Wellicht zal ons volk wijs genoeg zijn geworden om de tijden van kerkelijke verdeeldheid niet terug te wenschenmaar dr. Kuyper, mr. De Savornin Lobman en de hunnen spelen een gevaarlijk spel met dat volk. Moge op bet laatst der 19de eeuw de geschiedenis zich op dat punt niet herbalen, maar het volk zijn aikeer van eene zoodanige revolutie toonen, door te zijner tijd de aanleggers onschadelijk te maken. GOES, 11 Januari 1886. Gedurende 1885 zijn in de gemeente-apo theek alhier gereed gemaakt 4045 recepten tegen 4524 in 1884, 4599 in 1883 en 5375 in 1882. Waaraan is die vermindering toe te schrijven? Aan een minder getal bedeelden door de armbesturen? Dan is het een verblijdend bewijs van afneming der armoede in Goes. Aan betere woningen voor de arbeidende en min-gegoede klasse? Dan mag men zich in de ondernemingen der bouwlustigen verheugen. De Scheepvaartbeweging in de haven van Goes over 1885, zooals die aan het Sas is waar genomen, was als volgt: ingevaren zijn 1041 schepen met 63473 tonnen inhoud; uitgevaren 1076 schepen met 64160 tonnen inhoud. Verder werden ingelaten 2 houtvlotten, als 1 van 1 laag en 1 van 2 lagen. De vaart was gedurende 14 dagen gestremd, eri wel 7 wegens vorst en 7 wegens herstel der havenbooi den. Naar wij vernemen zal a. s. Zaterdag 16 dezer, des avonds te half zeven te 's-Gravenpolder, in een der lokalen van het koffiehuis van den heer Zaaijer aldaar, eene voordracht worden gehouden door den heer Kroes, inspecteur der Nederl. Amerik. Stoom vaartmij. te Rotterdam, aangaande Am rika. Op last dier Mij. is onlangs door bedoelden inspec teur eene rondreis gedaan door de Vereenigde Staten van Noord-Amerika, ter. einde zich nauwkeurig op de hoogte te stellen omtrent hetgeen van belang is te weten voor diegenen welke zich ginds zouden vestigen. Het komt ons voor dat die openbare voordracht in de eerste plaats de aandacht verdient van landbouwers. De Nederl. Amerik. Stoomvaartmij., eene nationale onderneming die hier te lande en ook in 't buitenland gunstig bekend is, verdient een woord van lof voor het doel, hoofdzakelijk met die voordrachten, overal in den lande gehouden, beoogd. Het is bekend hoevelen den Oceaan oversteken, zonder bepaalde bestemming of voornemen waar zich te vestigen. Dit is te meer gewaagd voor hen, die met eenig kapitaal gaan trachten ginds een middel van bestaan op te sporen. Tal van voorbeelden zijn er dan ook dat dezulken, kort na hunne aankomst in Amerika, in banden vallen van oplichters, die hen voor veel geld iets van weinig of geen waarde verkoopen. Anderen weer trekken naar reeds dichtbevolkte streken, waar zij meenen dat nog landgenooten verblijf houdenook het gevolg daarvan is meestal, dat men bezwaarlijk daar de hulpbronnen vindt die genoegzame verbetering van positie geven en waarvoor men hier hof en erf heeft verlaten. Velen keeren dan terug, indien daartoe nog genoeg geld is overgebleven, of men is verplicht ginds te blijven en met eene opeengehoopte bevolking den strijd voor het leven aantebinden. De Nederl. Amerik. Stoomvaartmij. wenscht nu door middel van haren ervaren inspecteur wenken te ver schaften, opdat men niet lichtvaardig naar Amerika oversteke, een land dat nochtans rijke hulpbronnen genoeg bezit om voor velen hier te lande een ruim bestaan te kunnen opleveren. Wie nu omtrent een en ander iets wenscht te ver- nemeD, kan van die gelegenheid te 's-Gravenpolder, als het middelpunt ongeveer dezer streek, kosteloos gebruik maken en gaarne wekken wij dan ook tot eeue ruime opkomst bij die leziDg op. Het was jl. Vrijdagavond voor de werklieden- vereenigir.g z Eigen Hulp" alhier meer dan een ge wone driemaandeiijkscbe vergadering. Nadat de voor zitter de vergadering had geopend en den leden geluk had gewenscht met den nieuwen jaarkring, zette hij in een kort woord het ontstaan der vereeniging »E. H." uiteen. Hij deed dit naar aanleiding van een besluit, door een 30tal leden genomen, om het 5e boekjaar der vereeniging, hoewel niet feestelijk, dan toch aange naam te herdenken, en daarom vond hij het gepast, aangezien het ledental nu grooter was, het ontstaan van »E. H." aan de nieuw bijgekomen leden kenbaar te maken. Doch vóór men tot het gezellig samenzijn over ging, werd uitgebracht het verslag over de maanden October, November en December 1885, waaruit bleek dat was ontvangen aan contributie, boeten en entrée- gelden ƒ60,21, terwijl werd uitgegeven aau zieken geld, bode- en conciergeloon, het Ned. pensioenfonds voor werklieden en porto's ƒ35.71. Het 4e kwartaal van 1885 sloot alzoo met een batig saldo van ƒ24,50. Op 30 Sept. 1885 was in kas 445,78, zoodat het in kas zijnde geld op 31 Dec. 1885 ƒ470,28 bedroeg. Daarna werd bij monde van den secretaris een vijf jarig verslag over de vereeniging uitgebracht, hetwelk wij elders in dit no. opnemen. Vervolgens hadden, wegens periodieke aftreding, de verkiezingen plaats voor vier bestuursleden en drie leden voor de commissie van toezicht op het beheer der gelden. De vier bestuursleden, J. J. G. v. d. Broeke, B. C. Gesquièrre, D. C. Seller en A. M. Sampon, werden bij eerste stemming met bijna alge- meene stemmen herkozen, terwijl ook de aftredende commissieleden L. Fagel Lz., A. Schrijver en J. De Keijzer bij eerste stemming werden herkozen De voorzitter lichtte de leden in omtrent het pensi oenfonds. Hij wees voornamelijk op tarief C (uitkee- ring bij overlijden) en deelde mede, dat, mochten er leden zijn, die inlichtingen omtrent het een en ander wenschten, zij die ten allen tijde kunnen verkrijgen bij het bestuur der afdeeling en hij het bestuur van »E. H." Nadat al deze huishoudelijke zaken waren afge loopen, bracht men onderling nog een geruimen tijd gezellig door. Het ontbrak niet aan voordrachten en enkele daarvan getuigden zelfs dat er studie van ge maakt was. Nu de oesterteelt in onze provincie zulke groote afmetingen heeft aangenomen, is het niet onbelangrijk erop te wijzen, hoe reeds meer dan 250 jaar geleden in Zeeland, zooal niet de teelt dan toch het gebruik van oesters niet onbekend was en onze voorouders ze zich wel lieten smaken. In de «Cronyk van Zeelant" staat daaromtrent het volgende te lezen: »Onder de visch, die sich in harde schelpen besloten houd, zijn de oesters voor alle tijden, de delicaetste geoirdeeït: van welke wij geensins misgedeelt zijn; waer van de professer Boxhorn op de Zeeusche Cronijk van Reijgersberg, pag. 115, dit heeft aangeteekent. Het is ook der aenmerkinge waerdig, dat in den jare 1620, langs de Zuidzijde van den lande van Schou wen, haer hebben vertoont verscheide oestersbanken, de welke de burgeren van Ziericzee verscheiden malen hebben opgeraept en geproeft, als ook eenige daer van versonden, om aen andere Heeren en vrienden dese onverwachte en nieuwe vrucht ook mede te deelen, die de selve met vermaek ook hebben gesmaekt. Maer alsoo de voorsz. oesters van vele, maer insonderbeit vreemde schippers, bij nacht en ontijde, tegens wille en verbot van de Heeren, alhier met tonnen vol zijn afgehaelt, en hier en daer ter merkt gebracht, zijn deselve na den voorsz. jare verdwenen en hebben sich daar naer niet meer geopenbaert. De visch ofte spijse van dese oesters was eenderleij van smaek als de En- gelsche, maer de schelpen wat ronder, en platter, en niet zoo effen als wel de andere, maer buiten, om soo te spreken, wairakachtiger, daer van noch eenige schelpen tot Ziericzee souden konnen werden vertoont. Vermeerdering. Maer ofschoon dese oesterbanken naderhand weder wechgeschuurt zijn, soo is dit ongeval ons weder tot vernoegen vervult door d' Oesterhandeling en koopman schap, die binnen Ziericzee daer in word gedreven, terwijl inen de selvige daer geduurig met vele schepen vol uit Engeland doet halen, wanneer sij die in hare daartoe gestelde putten werpen, waer soodanige oes ters bij alle vloeden met versch zee-water bespoelt, daar in niet alleen levendig blijven, maar selfs gestaeg aanwassen, grooter en vetter wordensoo dat hier uit niet alleen geheel Zeeland, maar selfs Holland, Brabant en Vlaen leren, haren lust tot oesteren licht voldaen konnen krijgen. Sij verwekken de graegheit, en den lust om te eten, en bij te slapen, 't welk alle lekkere en lustige lieden wel aenstaet. Zij hebben een sultig sap, en maken ook daerom den buik week maer s-j voeden niet veel, en zijn de maeg, terwijl sij verteert worden, beswaerlijkja doen in eene koude maeg veel slijm vergaderen en veroirsaken lichtelijk verstoppingdierhalven moeten sij met sout, peper of andere specerijen gegeten worden. Dan sij zijn best met boter, peper, sout, en wijn, of tusschen twee schotels, of in haer eigen schelp op den rooster ge- stooft. Die in een korst, 't welk wij oesterpasteij noe men, gebakken worden, vallen soo goet niet, gelijk mede niet die gesult, en eenigen tijt in pekel bewaerd zijn. De heer H. L. F. P i s u i s s e zal eerlang zijn werkkring van redacteur-correspondent der N. Rott. Ct. te Amsterdam voor een redacteursplaats in de bureaux van dat blad te Rotterdam verwisselen. Bij beschikking van den Min. van Binnenl. Zaken is voor het jaar 1886 benoemd tot adsistent aan de Rijksuniversiteit te Utrecht, voor de schei kunde C. Welleman, candidaat in de scheikunde. Heinkenszand. Door zijne Excellentie den Minister van Justitie is aangesteld tot onbezoldigd rijksveld wachter J. V. T r o u p e e te Borsele. Heinkenszand. Ook hier hebben de landbouwers Vrijdag jl. eene vergadering gehouden, die o. a. werd bijgewoond door den heer B. Vermande, burgemees ter der gemeente, en waarop de houding werd be sproken, die tegenover de fabrikanten in zake den suikerpenenverbouw moest worden aange nomen. Daar geen bestuur werd benoemd, leidde de heer Vermande op verzoek het onderwerp in, terwijl het resultaat der vergadering was, dat met algemeene stemmen besloten werd, niet te contracteeren beneden den prijs van f 10,50 per 1000 kilo's met een voor schot van f70 per H.A. suikerpeDen (levering station 's-Heer Arendskerke) en dat het contract door den fabrikant zelf moet worden onderteekend. Wissekcrke. B;j den stormvloed van Zaterdag morgen is de westelijke kuip van den Sophiapolder geïnundeerd Aan den inlaag- thans zeedijk is daarbij geene schade ontstaan. Naar men verneemt zal met het bekrammen van den dijk spoedig een aanvang worden gemaakt. Aan den Anna Frisopolder ontstond bij dien vloed geringe schade. Men schrijft ons uit WissekerkeBij vorst wordt door de liefhebbers van schaatsenrijden alhier wel eens de wensch geuit, dat de sluizen gedicht mochten worden teneinde het wegloopen van water tegen te gaan. Misschien zijn de polderbesturen, nu ze dien wensch kennen, wel genegen daaraan gevolg te geven. De bevolking van Middelburg, die op den 31 December 1884 uit 7377 mannen en 8911 vrouwen of 16,228 peison n bestond, is in den loop

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1886 | | pagina 1