1886. N°. 1.
Zaterdag 2 Januari.
73ste jaargang.
1885.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandao, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
C01IRA1MT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 40 ctei
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 48 regels a f 4,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regeL
mr. E. N. De Brauw namens geïnt. werden bestreden.
Het Hof zal op 1 Februari a. s. arrest geven.
Gisteren heeft het gerechtshof te 's-Bosch uit
spraak gedaan in zake tegen mr. P. D., oud 34 jaar,
zonder beroep, geboren te Zaandam, wonende te Nij
megen het vonnis der rechtbank te Roermond is ver
nietigd, beklaagde niet schuldig verklaard aan het
hem ten laste gelegde en vrij gesproken. (Zooals men
weet, had de heer D. hij ongeluk op de jacht een
der drijvers doodgeschoten.)
•188S1886.
n.
Wanneer wij in wat. engeren kring rondzien en ons
beperken tot provincie en gemeente, dan richten wij
in de eerste plaats het oog op Vlissingen met zijne
schoone havenwerken, voor welke stad zulk eene goede
toekomst scheen weggelegd, doch waaromtrent thans
alle lioop weder de bodem is ingeslagen.
Ieder toch, die voor Vlissingen hart heeft, verheugde
zich in de aanvankelijk gunstige beslissing, genomen
ten aanzien der Duitsche postbooten. Iedere Zeeuw
nam deel in de vreugde van Vlissingen's ingezetenen,
toen, op het ontvangen van naar het scheen zekere
tijdingen, zij zich aan eene gepaste feestviering over
gaven, want Vlissingen's welvaart hangt nauw samen
met die der geheele provincie.
't Bericht: «Antwerpen is aangewezen", onomstoo-
telijk vast, was voor velen als een donderslag bij hel
deren hemel. Niettegenstaande alles wat voor Vlis
singen pleitte, komt op 't laatste oogenblik eene be
slissing in geheel tegenovergestelden zin. Maar is 't wel
onomstootelijk vast? Och, aan kwade tijdingen behoeft
Vlissingen niet te twijfelen, wel aan goede!
Niet alleen voor Vlissingen's ingezetenen is de te
leurstelling grievend, ook voor 't volijverig gemeente
bestuur, niet minder voor 's lands regeering. We weten
weler zijn menschen, die beweren, dat door 's lands
regeering in deze zaak voor Vlissingen niets of althans
niet genoeg gedaan is, maar aan die beweringen slaan
wij niet in 't minst geloof. Integendeel: we houden
ons overtuigd, dat de regeering voor de beste haven
des lands de heer Zijlker zeide het onlangs nog in
de Tweede Kamer al bet mogelijke gedaan heeft,
en dat de ongunstige uitslag barer bemoeiingen niet
te wijten is aan haren ijver, hare voortvarendheid,
haar plichtsgevoel.
Gelukkig dat wé, naast zooveel aanleiding tot teleur
stelling, ook reden hebben ons eenigszins getroost te
gevoelen. De Maatschappij «Zeeland" verheugt zich,
getuige het steeds toenemend personen- en goederen
vervoer, in gunstige omstandigheden en alles schijnt
(we zijn huiverig geworden stellig te spreken) er op
te wijzen, dat met den aanvang van den dagdienst
de bloei dier Maatschappij nog zal vermeerderen. Moge
dit zoo zijn en in 't algemeen het nieuwe jaar Vlis
singen bewaren voor de teleurstelling, die ijdele hoop
doet ontstaan.
Nog een lichtpunt valt er voor onze provincie op-
temerken in het afgeloopen jaar, nl. de beslissing der
Kamer in zake de subsidie voor den tramweg Bres-
kensMaldeghem. 't Is waar, niet alles wat gevraagd
werd is toegestaan, maar toch zullen zij, die de zaak
ter hand namen, wel alles beproeven om haar tot een
goed einde te brengen en aldus het vierde district in
het bezit te stellen van een deugdelijk middel van
vervoer, waaraan in die stiefmoederlijk bedeelde streek
meer dan ergens anders dringend behoefte bestaat.
In onze gemeente viel niet veel belangrijks voor in
het afgeloopen jaar. Wel brachten reeds de eerste
dagen eene verkiezing met zich, waarvan de uitslag
ons weinig verraste, veel minder verblijdde, doch daar
over thans in het breede uit te weiden, zou slechts
eene herhaling zijn van wat wij daarover reeds meer
malen schreven.
Wij brengen liever nog even in herinnering, dat
ons stedeke in den afgeloopen zomer het voorrecht
gefioot de algemeene vergadering van de Vereeniging
van burgerlijke ambtenaren in zijn midden gehouden
te zienniet zoozeer omdat dit voor de gemeente of
hare ingezetenen zulk een bijzonder belangrijke ge
beurtenis is, als wel omdat daarin het bewijs is ge
legen, dat men Zeeland ook daarbuiten wat minder
negeert dan luttele jaren geleden.
Wanneer wij thans resumeeren, wat het jaar 1885
ons bracht, dan blijkt ook al weder, dat het over het
geheel genomen niet slechter was dan zijne voor
gangers, al was het ook ditmaal lang niet alles rozen
geur en maneschijn. Doch indien wij den blik maar
op de toekomst gevestigd houden, het slechte vergeten
en het goede ons dankbaar herinneren, dan bestaat
er reden genoeg om met moed het nieuwe jaar in
te treden.
Wij moffen echter dit overzicht niet eindigen zonder
hog de" Ttauien in herinnering te hebben gebracht van
enkele goede en kundige personen, die in 1885 aan
ons land ontvallen zijn, na een groot deel van hunne
werkkracht aan de belangen van staat en volk te
hebben gewijd, waarom zij dan ook ongetwijfeld in de
dankbare herinnering van Nederland zullen blijven
voortleven
Mr. J. P. Amersfoort, oud-burgem. van Haarlem
mermeer, landbouwk., ridder van verscheidene orden,
Badhoeve. C. A. Jeekel, industrieel en burgem. van
Leerdam. Prof. B. D. H. Tellegen, Groningen. Mr.
C. L. De Vos van Nederveen Cappel, pres. v/d. Hoog.
raad der Nederl. Jhr. mr. J. G. H. Van Tets van
Goudriaan, oud-min. en comm. d. kon., Zeeland. Mr.
J. Van Kuyk, comm. des Konings, Drente. N. R. II. j
Guljé, oud lid der 2e kamer, Breda. Jhr. mr. A,
Snouck Hurgronje, oud raadsheer, prov. ger. Zeeland,
Middelburg. Mr. A. E. J. Modderman, minister van
staat, 's-Gravenhage. Jongkindt Koninck, dir. der
landbouwsch., Wageningen. D. D. Veth, ingenieur,
Kala Kanga (Afrika). Mr. J. Pols, raadsheer Hooge
raad, lid v/d. raad, 's-Gravenhage. Mevrouw Kleine
Gartman, tooneelspeelster, Amsterdam. Professor A.
Heinsius, Leiden. Dr. W. J. A. Jonckbloet, prof.,
Leiden. Mr. H. H. Tels, hoofdred. der N. R. Ct.,
Rotterdam. Mr. C. Th. Graaf Van Lijnden van San-
denburg, min. v. staat, Langbroek. Mr. J. Kneppel-
hout (Klikspaan), Leiden. Jhr. mr. J. Ph. Boddaert,
rechter arr. rechtbank Middelburg, 's-Gravenhage. P.
Hoogesteeger, kapt. O. I. L., Breda.
GOES, 1 Januari 1886.
Z. M. heeft A. Bruggeman, met ingang van
1 Jan. a. s., benoemd tot burgemeester der gemeente
Baarland.
Naar het Vaderland verneemt, is een wetsont
werp tot wijziging van de wet op de Postspaar
bank in bewerking. De Regeering wil de wet in
dien geest wijzigen, dat ook bedragen boven 800
tegen rente kunnen worden ingebracht.
Over de vraag of eene verplaatsing van 's-Gra
venhage naar Scheveningen eene reis is, zijn tien mis
sives gewisseld tusschen de R e k e n k a m e r en het
dep. van Binnen 1. zaken. Het betrof de ver
evening van 2,25 aan verblijfkosten, gedeclareerd
door een opziener, die voor dienstzaken te Scheveningen
moest zijn. De strijd is niet tot eene beslissing ge
komen: de Rekenkamer beweert, dat eene reis alleen
kan zijn eene verplaatsing huiten de gemeente, de i
Minister dat er eene reis is overal waar 't spraakge
bruik spreekt van eene reis. Practisch is de zaak wel
beslist, want de opziener heeft zijn 2,25 niet ge
kregen. Vad.)
In de gemeente Wouw doet zich een merkwaardig
geval van overtreding der drankwet voor. Een
raadslid hield verkooping en bepaalde, dat de hoogste
bieder een borrel als strijkgeld zou hebben. Hiertegen
werd proces-verbaal opgemaakt, omdat de borrel hier
het gewone strijkgeld vervangt en er dus dranklevering
voor geld zonder vergunning is.
De directie van Het Nieuws van den Dag biedt
een Nederlandse!» geneeskundige, vertrouwd met bac
teriologisch onderzoek, die genegen is zich
persoonlijk te overtuigen van de resultaten der onder
zoekingen van prof. Pasteur, te Parijs, daarvoor de
gelegenheid aan. De uitzending zal geschieden onder
het toezicht van de hh.prof. B. J. Stokvis te Am
sterdam; prof, J. Forster te Amsterdam; prof. Th. II.
Mac Gillavry te Leiden; prof. C. A. Pekelharing te
Utrecht en prof. A. P. Fokker te Groningen.
Blijkens het eenigen tijd geleden door het College
voor de zeevisscherijen aan den Minister vao waterstaat
ingediend verslag van den staat der zeevissche
rijen over 1884 een stuk van omstreeks 200
bladz., 4°, dat, om de vele wetenswaardigheden, die
het, ook over andere landen, bevat en om den aange-
namen stijl, waarin het in tegenstelling met zoo menig
ander officieel verslag, is geschreven, algemeene belang
stelling verdient, was, volgens een door prof. Brown
Good te Washington, over de Amerikaansche oester
teelt uitgebracht rapport, de geheele productie van
oesters in Europa en in Amerika aldus te schatten:
Vereenigde Staten 5,550, Canada 22, geheel voor Noord-
Amerika 5,572 millioen stuks, Frankrijk 680,400,000,
Groot-Brittannië 1,600 millioen, Holland 21,800,000,
Italië 20, Duitschland 4, België 2 Spanje 1 millioen,
Portugal 800,000Denemarken 200,000Rusland
250.000, Noorwegen 250,000, geheel voor Europa
2,331,200,000 stuks.
Volgens genoemd rapport houdt de oester-industrie
in de Vereenigde Staten meer dan 52,000 personen
bezig, en levert zij jaarlijks ruim 22 millioen bushels
op, die eene waarde vertegenwoordigen van 75 millioen
gulden.
Het hoofdonderscheid tusschen de oester-industrie
in Amerika en in Europa bestaat hierin, dat in Europa
de natuurlijke banken sinds lang vernield zijn, en dat
niet meer dan 6 of 7 pet. van de op die banken
geoogste oesters rechtstreeks naar de verbruikers gaan.
Minsteös 60 en misschien 75 pet. van de beschikbare
oesters zijn producten van kunstmatige cultuur, terwijl
de overige wel aan de natuurlijke banken ontleend,
maar in putten gemest zijn, eer zij ter markt komen.
In Amerika daarentegen komt 30 a 40 pet. dadelijk
van de publieke banken, en is kunstmatige teelt uit
zondering. Intusschen, juist tengevolge van ds vrije
visscherij, worden de publieke banken op onverant
woordelijke wijze verwaarloosd, en zijn reeds ettelijke
geheel vernield, zoodat meer en meer behoefte aan
staatstusschenkomst wordt gevoeld, ten einde het ver
val van deze belangrijke nijverheid tegen te gaan.
Met dit alles is de oester in Amerika nog altijd een
van de goedkoopste levensmiddelen. (N. H. Gt.)
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Bedankt voor het beroep bij de Ned. Herv. Kerk
te Horsen, door ds. G. van Kempen, te Bruinisse.
Naar men verneemt, zullen de examens voor de
nuttige en fraai» handwerken in 1886 weder in't begin
van Maart aanvangen. Als de plaatsen, waar ze zullen
worden afgenomen, worden genoemd Breda, Den Haag,
Utrecht en Zwolle.
De vereeniging van Hoofden van bijzondere Scholen
heeft zich tot de Tweede Kamer gewend met verzoek
om gelijkstelling hunner inrichtingen met Openbare
Scholen en met bijzondere scholen van Kerkgenootschap
pen in zooverre, dat ook aan'hunne inrichtingen vrijstel
ling van grondbelasting wordt verleend.
In antwoord op hetgeen prof. Alberdingk Thijm
schreef over de examens middelbaar onderwijs, bevat
de Amst. het volgend schrijven
ln het avondblad van 28 Dec. komt een ingezonden
stuk voor onder bovenstaanden titel, geteekend Alb. Th.
In dat artikel wordt door den schrijver, onder meer
bijzonderheden betreffende die examens en de com
missie, door Zijne Exc. den Minister benoemd tot het
afnemen daarvan, een speciaal geval behandeld van
eene jonge vrouw, die pogingen deed om de akte voor
schoolonderwijs in de Engelsche taal en letterkunde
(A en B) te verkrijgen, maar daarin werd teleurgesteld.
Als lid dier commissie en bekend met eenige bijzonder
heden van dat examen, neem ik de vrijheid, het vol
gende onder de aandacht der lezers van het dagblad
te brengen.
In de eerste plaats zij vermeld, dat het mondeling
examen van bovengenoemde candidate werd afgenomen
door een lid der Commissie, een Engelschman, die
gedurende meer dan 25 jaar in ons land werkzaam
geweest is, en nog is, als leeraar in zijne moedertaal,
die volstrekt niet aan asthma lijdt, niet onverstaan
baar spreekt en geenszins hardhoorend is, een man
met de eischen voor een examen M. O. volkomen
bekend en rijk aan ondervinding op het gebied van
het onderwijs.
De uitslag van dat mondeling examen (voor de akte
A), waarbij de examinator al het mogelijke deed om
de candidate op den weg te helpen en het haar ge
makkelijk te maken, was, dat het cijfer toegekend
voor de «kennis der spraakkunst" 1 bedroeg, d. i.
slechtvoor de rubriek «mondeling taalgebruik", moest
op de specifieke lijsten het cijfer 2, d. i. onvoldoende,
worden ingevuld. Hier was dus een geval van iemand,
die, ofschoon 5 jaren in "ïork doorgebracht hebbende,
niet in staat was bewijzen te leveren, dat zij eventueel
de Engelsche grammatica aan Nederlandsche leerlingen
grondig zou kunnen onderwijzen, die pogingen deed
om eene akte voor middelbaar onderwijs te verkrijgen
en nauwelijks in staat zou geweest zijn, voor eene
akte lager onderwijs te voldoen. Voeg hierbij nog,
dat het schriftelijk werk der candidate, waaronder
vooral eene vertaling van hetNederlandsch in 'tEngelsch
moet genoemd worden, na met de meest mogelijke
toegevendheid te zijn beoordeeld, niet hooger kon
woi-den genoteerd dan 3, d. i. even voldoende, en
elk onpartijdig beoordeelaar zal moeten toegeven, dat
de Commissie eene onrechtvaardigheid zou hebben
begaan tegenover andere candidaten, door iemand met
zulke gegevens de akte A te verleenen en haar dien
tengevolge recht te geven tot het doen van examen B.
Zonder in het minst te willen afdingen op de be
kwaamheden van de candidate, voor wie de sehrijver
van het artikel zoo ridderlijk opkomt, moet ik hier
opmerken, dat mijne persoonlijke ondervinding mij
geleerd heeft, dat attesten, afgegeven in Engeland,
niet altijd vertrouwbaar zijn, en dat men zich zeer
goed in de Britsche samenleving verstaanbaar kan
maken, zonder zich nog de noodige geschiktheid te
hebben eigen gemaakt, om te voldoen aan de eischen
bij de wet gesteld voor schoolonderwijs in de Engelsche
taal in ons vaderland.
G. B. Van Kampen,
Lid der Comm. voor examen in de Engelsche taal,
gehouden te Utrecht in Nov. en Dec. 1885.
Rechtszaken.
De quaestie in zake de firma K. en den heer De
V., gisteren in hooger beroep voor het Gerechtshof,
Kamer van Burg. Zaken, te 's-IIage, bepleit, betrof
een eisch tot betaling van de mindere opbrengst van
een door den kooper geweigerde en toen publiek ver
kochte partij tarwebloem, welke eisch door den rechter
in eersten aanleg werd afgewezen.
Mr. Van Hoek, adv. te Middelbui'g, zette de grieven
van app. tegen het vonnis nader uiteen, welke door jhr.
Buitenlandsch Overzicht.
Het jaar, dat achter oas ligt, was behalve voor
Nederland ook voor de overige staten van Europa be
langrijk genoeg om een oogenblik de aandacht te wijden
aan hetgeen daar is voorgevallen.
In België grepen betrekkelijk niet zulke in het oog
loopende feiten plaats en was het in de binnenlandsche
politiek, althans in vergelijking met het jaar 1884,
tamelijk rustig. Niettemin deed zich, inzonderheid op
onderwijsgebied, de ommekeer in het staatsbestuur in
niet geringe mate gevoelen door de opheffing van tal
van openbare scholen. De Antwerpsche tentoonstelling,
hoewel niet tot de politieke gebeurtenissen behoorende,
was toch zeker van gewicht genoeg om haar hier even
aantestippen, terwijl de laatste maand des jaars voor
diezelfde stad eene hoogst belangrijke tijding bracht
met betrekking tot de Duitsche stoomvaartlijnen.
De Fransche natie had weder ruimschoots gelegen
heid om aan haar zucht tot het scheppen van woelige
politieke tafereelen bot te vieren. De koloniale staat
kunde van het vorige ministerie, de omverwerping van
dit laatste, de invoering van den scrutin de liste, de
kamerverkiezingen, de dezer dagen toegestane Tongkin-
kredieteu, de herkiezing van den heer Grévy tot pre
sident der republiek, het zijn alle gewichtige feiten in
de geschiedenis van Frankrijk over het afgeloopen jaai
die tevens alle in meerdere of- mindere mate gepaar
gingen met de agiteerende redevoeringen en handelin
gen zoowel in als buiten de Kamers, waarvan de Fran-
schen gelukkig alleen het geheim kennen.
De republikeinen waren niet zeer gelukkig in 1885
hunne onderlinge verdeeldheid in tal van fracties,
waartusschen geene samenwerking was te verkrijgen,
en de groote nederlaag, die zij bij de kamerverkie
zingen leden, zonder echter nog overwonnen te worden,
zijn teekeiien des tijds, die aanduiden, dat de wissel
valligheid bij het Fransche staatsbestuur nog steeds
een groote rol speelt, en schijnen te voorspellen, dat
ook voor de republiek geen duurzaam leven zal zijn
weggelegd. Ware het misschien aan de eene zijde
wenschelijk geweest, dat de leiding van het staatsbe
stuur aan jeugdiger, krachtiger en ook talentvoller
handen ware toevertrouwd, toch gelooven wij, dat
de herkiezing van den heer Grévy in zooverre geluk
kig is te noemen, als zij de stabiliteit in het bestuur
voorloopig bevestigtjammer echter is het, dat het
ministerieBrisson zich na zijn twijfelachtig succes
met de Tongkin-kredieten niet langer geroepen acht
de leiding der zaken op zich te nemen en derhalve
zijn ontslag heeft ingediend en daarop niet wenscht
terugtekomen.
Spanje zag in 1885 zich plotseling zijn vorst ont
rukken door den dood en, hoewel het daardoor ge
lukkig niet ten prooi werd aan onlusten of binnen
landsche oorlogen, was toch eene wisseling van mi
nisterie noodzakelijk om rust en vred» te verzekeren.
Eene ontbinding van den Cortes za' Goedig moeten
volgen, want de partij van Sagasta bezit in dat staats
lichaam geene meerderheid en zij kan en zal die door
nieuwe verkiezingen krijgen, aangezien in Spanje do
regeering daartoe altijd eigenaardige hulpmiddelen
weet te bezigen, die echter tevens een treurig getui
genis afleggen van den politieken zin der bevolking.
De vijfjarige prinses van Asturië, Maria de la3
Mercedes, aan wie voorloopig de Kroon is opgedragen
tot na de bevalling der Koningin-regentes, zal van
den druk harer waardigheid nog weinig gevoelen en
hare peisoonlijkheid is voor den Staat dan ook alleen
in zooverre van belang, als er plannen worden be
raamd om haar, ter verzekering van de rust in den
Staat, uittehuwelijken aan een der vijanden van hare
dynastie. Eei'st heette het, dat zij verbonden zou wor
den aan den zoon van Don Carlos, thans, nu eene
samenzwering ontdekt is tegen het Spaansche bestuur,
die haren oorsprong vindt in de hofkringen te Lissa
bon, wil men hare hand wegschenken aan den prins
van Portugal.
Italië hield zich vrij rustig onder het wijs en
krachtig bestuur van den minister-president Deprotis.
Wel verliest de oppositie niet in sterkte, maar toch
zal eene verwisseling van ministerie daar nog niet
zoo spoedig plaatsvinden, wanneer de koloniale poli-
I tiek, waarop ook die natie zich meer en meer gaat
I toeleggen, maar geene te groote verhoudingen gaat
aannemen.