1885. N°. 135.
Zaterdag 14 November.
72ste jaargang.
Hedendaagsche martelaren.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regeL
Wanneer wij de bladen der historie, welke deze
feiten behelzen, opslaan, dan dwingt de standvastig
heid der eerste Christenen te Rome, der aanhangers
van de «nye leered in de dagen van Alva, der Huge
noten in Frankrijk ons eerbied af en wij gevoelen
sympathie voor die martelaren, die alles, zelfs het
leven, veil hadden voor de vrijheid van geloof. De
mensch heeft eenmaal de goede eigenschap om partij
te trekken voor de verdrukte» en zich te kanten tegen
den overweldiger, ook al betreft het feiten uit lang
vervlogen eeuwen.
Gelijk echter de luiaard vaak rekent op den mild
dadigheidszin der menschen en zich gebrekkig voor
doet om giften te kunnen inzamelen, gelijk de specu
lant partij trekt van het goed vertrouwen zijner mede
burgers en zich met hunne bezittingen verrijkt, zoo
hebben ook ten allen tijde zij, die met den gang van
zaken in Staat of Kerk niet waren ingenomen, zich
als martelaren geposeerd om het medegevoel en de
sympathie van een deel der menschheid te verwerven.
Twee partijen vooral zijn het tegenwoordig, die in
ons land op die wijze zich een grooten aanhang trach
ten te vormen, om, steeds in getalsterkte toenemende,
straks een krachtige, misschien wel een overheerschende
partij te vormen: de politiek-confessioneelen en de
sociaal-democraten.
Beide zoeken, de laatstgenoemden als bestrijders van
het kapitaal met meer recht dan de eersteD, hun aan
hang hoofdzakelijk bij de armen, welk begrip ook helaas
in onze dagen nog maar alteveel synoniem is met
onontwikkelden. Dezen, die bij een ommekeer op poli
tiek of sociaal gebied weinig ot niets te verliezen,
allicht echter wat te winnen hebben, zijn maar al te
geneigd om zich bij de ontevredenen aantesluiten en,
zonder zich dikwerf recht bewust te zijn van de zaak,
waarvoor gestreden wordt of van het doel, waartoe de
strijd moet leiden, voegen zij zich bij hen, die om recht
schreeuwen en die op hunne beurt niet nalaten op de
toenemende getalsterkte hunner volgelingen te wijzen
als een bewijs hoe hun rechtvaardige (1) zaak steeds
meer aanhangers telt.
Geen verzet of protest zal echter op Nederlandschen
bodem weliger tieren dan dat, waarvan, vermeend of
werkelijk, beperking van geloofsvrijheid de oorzaak is
dat zit ons eenmaal in het bloed, dat is de erfenis der
voorvaderen, die leden en streden voor de vrijheid van
denken. Toch is aan de onzalige godsdiensttwisten
voor een goed deel het bestaan ontnomen door de vol
komen vrijheid in de uitoefening van eiken godsdienst
vorm, in de afschaffing der Staatskerk. Het zou dan
ook niet gemakkelijk meer vallen in deze dagen te
beweren, dat het godsdienstgevoel, hoe ook geuit, op
eenigerlei wijze wordt aan banden gelegd.
Niettemin moet en zal naar den wil der anti-revo
lutionairen de heerschappij der Kerk in den Staat zoo
veel mogelijk worden hersteld en daartoe is hun in de
eerste plaats noodig de bijbel op de school. Zooals
echter reeds gezegd is, in dit vrije land zou de strijd
om den godsdienst buiten de Kerk niet het gansche
volk in beroering kunnen brengen en daarom is een
andere niet minder machtige factor te hulp geroepen,
namelijk het geld. De stiijd over de schoolquaestie
heeft reeds lang opgehouden zich enkel bezig te hou
den met hare hoofdaanleiding, namelijk dat de bijbel
van de school is verwijderd en het openbaar onderwijs
een neutraal karakter heeft verkregende anti-revolu
tionaire leider, dr. Kuijper, weet te goed, dat dit thema
de gemoederen niet meer genoegzaam in beweging zal
brengen. Neen, het martelaarschap moet hem te hulpe
komen om zijn strijd te kunnen strijden en hij werkt
op de volksconscientie door het argument, dat de lands
penningen, d. w. z. de gelden der belastingbetalende
ingezetenen, voor het openbaar onderwijs worden ge
bruikt, ook van hen, die van dat onderwijs geen ge
bruik maken.
Die martelaarskreet moet alom door den lande
weerklinken, moet duizenden, die nooit daarover na
gedacht hebben en ook niet van zins zijn erover na
te denken, opwekken, om, enkel gedreven door de
zucht om eene vermeende onbillijkheid te herstellen
zonder naar het werkelijk bestaan of de oorzaak dier
onbillijkheid te vorschen, een bent (dit woord bezigt
dr. Kuijper gaarne als hij van de liberalen spreekt)
te vormen, die zich vrijwillig om het door den leider
der anti-revolutionairen hooggehouden vaandel scharen
en zoodoende een willig werktuig in zijne hand worden.
Men weet niet en bedenkt niet, dat het bewuste
artikel 194 der Grondwet in 1848 door de tegen
standers der openbare school in het leven is geroepen
en dat, waar nu de liberalen op hunne beurt daaraan
vasthouden, dezen allerminst daarover moeten hard ge
vallen worden; men weet niet en bedenkt niet, dat
de openbare school niets stuitends heeft ook voor de
confe8sionee)en, wanneer men niet aanstoot wil zoeken,
wanneer men niet eischt, wat geen enkele openbare
school in een land zonder Staatskerk geven kanmen
weet niet en bedenkt niet, dat met het eindigen van den
schoolstrijd de antirevol. partij als politieke partij ha
ren dood nabij zou zijn en dat daarom en daarom alleen
die strijd ten koste van waarheid en goede trouw
moet blijven voortduren. Wanneer heden nog een ver
gelijk kon worden getroffen tusschen de liberalen en
hunne tegenstanders, dat de schoolquaestie tot een
bevredigend einde zou leiden, dan zou reeds morgen
niet alleen het verbond van Dordt en Rome zijn ver
broken, maar zou ook de antirevolutionaire partij
als staatspartij van stonden aan hare kracht verliezen.
Daarom is ook de vrees zoo groot, dat bij eenige toe
gevendheid van liberale zijde de tooverformule, die
den vrede zou in het leven roepen, zou kunnen worden
gevondendaarom roepen onze tegenstanders bij elke
poging tot bijdraaien hetzij van liberalen, hetzij van
de regeering, onveranderlijk: valles of niets"!
Met dien wapenkreet verheffen zij hunne stem luide
en onafgebroken tegen het staatsbestuur, klagen zij
over onderdrukking en achteruitzetting, ontzien zij
zich niet hunne politieke tegenstanders daden ten laste
te leggen, waaraan deze even onschuldig zijn als de
kerkelijke partijen zelve.
En de sociaal-democraten Hunne daden, hunne
woelingen liggen nog versch in het geheugen en zij
zorgeD wel, dat zij niet in het vergeetboek geraken.
Ter wille van eene andere zaak en tegen een anderen
vijand strijden zij vrijwel op dezelfde wijze. Ook zij
werken door woord en daad op de groote volksmenigte,
ook zij hebben, hoofdzakelijk ten opzichte van kies
recht, tot hunne leuze verkozenvalles of niets
ook zij poseeren als martelaren en verdrukten.
Doch het zijn geen martelaren als waarvan de ge
schiedenis gewaagt, het zijn geene martelaren door
den druk van anderen, het zijn martelaren uit eigen
vrijen wil, die door dat martelaarschap zichzelf trachten
te verheffen, niet door arbeid maar door strijd, de
een op politiek, de ander op sociaal gebied.
Het is te hopen, dat de geschiedschrijver van onzen
tijd de feiten naar waarheid zal boekstaven, opdat het
nageslacht niet bewogen worde tot overdreven sym
pathie voor deze onware hedendaagsche martelaren!"
GOES, 18 November 1885.
Blijkens achterstaande advertentie zal het bekende
Amsterdamsche tooneelgezelschap van den salon des
variétés Boas, Judels en Van Biene door de bemoei
ingen van de afdeeling Goes van het Nederlandsch
Tooneelverbond a. s. Dinsdag in de sociëteit V. O. V.
alhier eene voorstelling komen geven. Voor het gezel
schap is zeker wel de beste aanbeveling, dat het staat
onder directie van den heer Eduard Bamberg, die
dien avond de hoofdrol zal vervullen. Voor het stuk
de Sabijnsche maagdenroof zoowel als
voor de bezetting pleit zeker wel, dat het Dinsdag
voor de 56ste maal zal worden opgevoerd en dat
overal de beste recensiën werden geleverd, met name
door professor Alberdingh Thym in bet weekblad
De Amsterdammer. Wij vestigen voorts nog de aan
dacht op den verminderden prijs der plaatsen en op
het uur van plaatsbespreking, dat Dinsdag op 3 uren
is gesteld.
Ierseke. Deze week is hier andermaal een stoomboot
gearriveerd om oesters te korren. Dit korren
geschiedt evenwel niet zooals op «De Mossel" met
stoom, of in bakken zooals bij «De Oester" van de
firma De Groot en Bolier, maar de korren worden met
de hand aan boord van de stoomboot zelf behandeld.
Het is een raderboot genaamd Maatje van de Maat
schappij Nederland en heeft slechts 80 c.M. diepgang.
De proeftocht gisteren gehouden leverde zeer bevre
digende resultaten op. Er werd met 6 korren ge-
vischt, en opmerkelijk was het, dat de oesters zoo
zuiver aan boord kwamen, hetwelk wordt toegeschreven
aan de beroering van het water door de raderen,
waardoor het slik en ander vuil uit de korren gespoeld
wordt vóór deze boven water komen.
In de Staatscourant van 12 Nov. zijn opgeno
men de door den Koning goedgekeurde statuten van
de Oestermaatschappij «Het goed ver
trouwen" te Ierseke, met een kapitaal van 24,000
in 16 aandeelen a f 1500, welke allen zijn geplaatst.
Benoemd zijn: tot directeur de heer J. Marcusse, tot
commissarissen de heeren J. C. IJ. Bussingh De Vries,
L. Laban en I. Hage. Door eenige der vennooten wordt
in de vennootschap gebracht de pacht van perceelen
zaai- en pannengrond op de Ierseke-Oesterbank, sedert
1 April 11. in cultuur gebracht.
Wemeldinge. Onder geleide van het hoofd van
school A en voorafgegaan door den burgemeester met
het gemeentebestuur, alsmede de heeren burgemeesters
van Kapelle en Schore (die elk nog een gast hadden
medegebracht) vertrokken Woensdagvoormiddag ruim
90 kinderen in optocht uit school A naar de nieuwe
school B.
Op het plein droeg de heer Sauer de leerlingen
over aan den heer Bartelse, die ze daarop binnenleidde,
waarop vervolgens de burgemeester het woord nam
en in eene flink uitgewerkte rede de geschiedenis van
het ontstaan der school behandelde, 't gemeentebestuur,
de onderwijzers, de kinderen, de ouders en den bouw
meester toesprak en daarop de school voor geopend
verklaarde. De kinderen werden daarna overvloedig,
zoowel in de bewaarschool als op de beide openbare,
op melk en koekjes onthaald.
Middelburg. Benoemd tot ontvanger van den pol
der Walcheren de heer J. H. Van der Harst
met 8 van de 13 stemmen. De griffier van dat wa
terschap, deiheer J. P. Van Visvliet, vroeg eervol
ontslag aan tegen 1 Februari 1886.
Van meer dan ééne zijde wordt er bij de regee
ring aangedrongen, dat eene geheele samensmelting
van den dienst der poster ij en met dien der
telegraphie allengs zou worden voorbereid, ten
einde bezuiniging met verbetering van het lot der
ambtenaren te doen gepaard gaan. De inkrimping van
den postdienst, ter wille der Zondagsrust van het
personeel tot stand gebracht, vond bij verscheidene
leden in de afdeelingen der Tweede Kamer afkeuring.
De Regeering heeft hare memorie van beant
woording ingezonden omtrent hoofdstuk I der
Staatsbegrooting voor 1886. De Minister van
financiën wederlegt daarin de finaociëele berekeningen,
in het voorloopig verslag voorkomende. Er bestaat geen
redelijke grond om te twijfelen aan den ernstigen wil
om te bezuinigen. De hoogere uitgaven voor marine en
oorlog zijn te betreuren, maar onvermijdelijk. Volgens
den Minister zijn als oorzaken van achteruitgang te
beschouwen de kostbare Atjehoorlog, de invoering der
wet op het lager onderwijs en de vermeerdering van
bet bedrag voor rente en aflossing van schuld. Hij
wijst op de vermeerdering der middelen, reeds door
zijn toedoen tot stand gebracht, en op de voorstellen,
die in bewerking zijn nopens personeel, invoerrecht
enz. Voor stilstand op het gebied van financiëele wet
geving heeft men niet te vreezen. Van eene belasting
op roerend vermogen kan na de telkens mislukte proe
ven niet worden gevergd, dat men daarop aandringe.
Zonder onverwachte rampen zullen er voor 1886 geen
gelden behoeven te worden geleend tot dekking van
gewone uitgaven. Het geheele tekort voor 1886 wordt
op ruim 3% millioen geraamd.
In het Voorloopig Verslag der Tweede Kamer over
Hoofdstuk Justitie der Staatsbegrooting voor
1886 wordt aangedrongen op indiening van verschillende
wetten, zooals op het notariaat en de politie. Inlich
tingen worden gevraagd over den stand der werkzaam
heden van commissiën van wetgeving; over weigering
der koninklijke bewilliging voor de oprichting der
naamlooze vennootschap Walhalla"over de werking
der drankwet en der vogelenwet. Voorts wordt aange
drongen op vermindering van het aantal leden der
verschillende rechterlijke colleges en op uitbreiding
van het korps rijksveldwacht.
Zaterdag heeft Z.Exc. de Minister van Waterstaat
enz. een bezoek gebracht aan het station te Ro-
z en daal. Z.Exc. was vergezeld door een paar hoofd
ingenieurs en heeft alles haarfijn opgenomen wat be
trekking heeft op den toestand van het terrein.
De Minister heeft ruim 4 uren aldaar vertoefd.
(Grondwet.)
Benoemd tot ontvanger der directe belastingen,
invoerrechten en accijnzen te Weert C. R. J. B e n t-
f o r t, ontvanger te Aardenburgen tot ontvanger der
directe belastingen en accijnzen te Domburg T. G.
V e r s f e 11thans te Breskens.
De opbrengst van 'sRijks middelen over
de maand October 11. bedroeg ƒ11.064.722.05%, tegen
9.387.949.75% in dezelfde maand van het vorig jaar.
Over de eerste tien maanden van dit jaar was de
opbrengst 87.156.023.62% tegen 85.066.392.78%
over hetzelfde tijdvak van 1884.
Omtrent den overleden Minister Van Lynden
is het volgende aan de Parlementaire Portretten
ontleend
Als een voorbeeld van de gemakkelijkheid, waar
mede baron Van Lynden een schat van woorden aan
eenrijgen kon, moge deze Kamer-anecdote strekken.
Er was op zekeren dag een ontwerp aan de orde,
maar na de gewone namiddag-schorsing kon de be
raadslaging niet terstond hervat worden, omdat de
Minister nog wachtte op eene inlichting, hem door
zijn Departement te verschaffen. Reeds had de Voor
zitter al de klaargemaakte verslagen over verzoek
schriften doen voordreunenhet debat moest wel her
opend worden; mogelijk ook zou nog een der leden
het woord vragen. Maar neen, dit gebeurde niet: er
heerschte een pijnlijke stilte. Daar krijgt de heer
Dullert den afgevaardigde uit Tiel in het oog; hij
wenkt hem met een: «Kom Van Lynden, vraag
het woord en praat wat." «Maar ik heb niets te
zeggen, president!" «Doe het toch maar!"
«Enfin, ik zal 't probeeren." En Van Lynden verzoekt
inderdaad het woord en krijgt het onmiddellijk. Hij
ontwikkelt den stand van het debat en gaat daarmee
voort en stapelt woorden op woorden, zinnen op
zinnen, totdat eindelijk de Minister de verwachte
toelichting ontvangt. Van Lynden kon weer gaan
zitten, hetgeen hij dan ook terstond deed: intusschen
had hij kans gezien om over een stof, die op zijn
hoogst een paar minuten eischt, tien malen langer
te spreken.
Dat ook onze boekdrukkerijen in staat zijn met
een spoed te werken, welke gelijk staat met die van
buitenlandsche inrichtingen, heeft de firma H. C. A.
Thieme te Nijmegen bewezen. Zij ontving toch Donder
dag 5 November jl. des avonds te 6 uren papier om
de tallooze exemplaren der uitgaven «de Genestet"
a f0,35, voor de uitgevers-maatschappij «Elsevier" te
drukken, en Zaterdagnacht om 2 uren stonden de com
plete exemplaren (16 vel druks) en de omslagen reeds
gereed om op de boot voor Rotterdam gebracht te
worden. In ruim 2 etmalen zijn dus eenige honderd
duizenden bladen gedrukt, geplet en gepakt. Het
spreekt vanzelf dat het personeel der drukkerij met
eene toewijding en krachtsinspanning heeft moeten
werken, die allen lof verdienen. (Arnh. Ct.)
Staten-Generaal.
TWEEDE KAMER.
In de zitting van gisteren bracht de heer Van
Kerkwijk hulde aan de nagedachtenis van graaf Van
Lynden die, in moeielijke tijden, de eenige bleek te
zijn welke in staat was om te regeeren.
Het debat over de Indische begrooting werd voort
gezet. De Minister van Koloniën verklaarde volkomen
homogeen te zijn met den Gouverneur-Generaal Van
Rees, die geenszins aan zijne beginselen ontrouw is
geworden. De heer Keuchenius bestreed ook de politiek
van den heer Van Rees en wees op den treurigen
toestand in Indië.
MB—a iaa—i
Kunst, Wetenschap en Letteren.
Voor een overtalrijk publiek gaf de zangver-
eeniging «Excelsior", onder directie van den heer P.
De Jonge Jz., gisteravond haar eerste concert in dit
seizoen. Vóór de pauze werden eenige mannen- en
vrouwenkoren ten gehoore gebracht, die wij niet af
zonderlijk zullen noemen, doch waarvan enkele een zeer
aangenamen indruk maakten. Na de pauze werd das
Lied von der Glocke (comp. A. R imberg) uitgevoerd
op eene wijze, die toonde hoezeer deze vereeniging is
vooruitgegaan en over welke goede krachten zij kan
beschikken.
In niet geringe mate heeft zij gewonnen door de
toetreding van hem, die gisteravond den Meister heeft
gezongen. Een hoogst aangenaam geluid parende aan
zeer beschaafde voordracht, heeft hij voor een groot
deel het succes van den avond verzekerd. Doch ook
de overige solisten hebben hunne taak zeer goed ver
vuld en vooral de sopraan handhaafde haar bekenden
roem het A chdie Gattin isf's, die theure heeft
zij met veel gevoel gezongen. Ook de koren, waarop
anders zoo licht het «wehe, wenn sie losgelassen"
kan worden toegepast, muntten ditmaal uit door zui
verheid en gaven blijk van ernstige studie.
Het daverend applaus aan het eind gaf dan ook het
overtuigend bewijs, dat het publiek uiterst voldaan
was over het gesmaakte kunstgenot en den ijverigen
directeur zij dit het beste bewijs, dat zijne goede leiding
naar waarde wordt geschat.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
De uitslag der stemming voor twee leden der
commissie van toezicht op het beheer der kerkelijke
goederen der Hervormde gemeente alhier is, dat uit
gebracht zijn 228 stemmen, waarvan bekwamen de
heeren J. P. Magielse 137, A. Timmerman 117, D.
Kodde 110, J. P. Boshoff 86, W. Cense 1, blanco 2,
onwaarde 1, zoodat met volstrekte meerderheid van
stemmen zijn herbenoemd de heeren J. P. Magielse
en A. Timmerman.
Eikerzee. De heer ds. G. Van der Hoeven zal op
6 December a. s. alhier zijn intree doen. De bevesti
ging zal geschieden door den heer dr. Heringa van
De kerkeraad der Herv. gem. te Goes, gesteld
voor het alternatief van te collecteeren voor de Vrije
Universiteit of voor de inrichting van Van Dijk te
Doetichem, heeft aan het laatste de voorkeur gegeven.
(N. R. Ct.)
Beroepen bij de Ned. Herv. gemeente te Hoog
vliet ds. S. Sleeswijk Visser, pred. te Oostkapelle.
De bisschop te Breda heeft o. a. benoemd tot
kapelaan te Hulst den heer A. M. Woestenberg; tot
adsistent te Hulst den heer J. Pillot,