Kolijnsplant. Bij de verkiezing alhier van vier nota belen in de Hervormde Kerk op Zaterdag 7 November 11. zijn herkozende heeren J. De Regt, N. Tazelaar en G. Bouman en voor de vacature van den heer J. De Looffde heer M. Van Oeveren. Voor de Vrije Universiteit is alhier gecollecteerd de som van vijf-en-twintig gulden. Ds. J. Bleeker te Wildervank en Veendam heeft het beroep als predikant bij de Ev. Luthersche gemeente te Middelburg aangenomen. Beroepen te Dedemsvaart ds. P. J. Van Melle, te Minnertsga. Tegen het besluit van het provinciaal Kerkbe stuur van Noord-Holland, waarbij aan den kerkeraad van Amsterdam gelast werd het van hem verlangde attest van goed gedrag voor eenige leerlingen van ds. Laurillard af te geven, is door den kerkeraad cassatie aangeteekend. De zaak zal nu voor de Synode komen. De voordracht voor hoofd der openbare meisjes school te Zieriksee luidt als volgt: 1. mej. T. Visser te Delft2. mej. C. S. Van Assendelft te Vlissingen 3. mej. P. Grosjean te Sliedrecht. Rechtszaken. De arr. rechtb. te Zieriksee deed Vrijdag uit spraak in de zaak van J. S., te Dreischor, beschul digd van de oorzaak te zijn geweest dat op den 5en Juli jl. onder het gehucht Looperscapelle, gem. Dui- vendijke, een tentwagen, waarin dertien personen ge zeten en toebehoorende aan den stalhouder C. D. te Zieriksee en bestuurd door den dienstknecht J. Den H., op hunne terugkomst naar Zieriksee, des avonds ter plaatse voornoemd in het water geraakte met het ongelukkig gevolg, dat de weduwe De B. onmiddellijk dood was, de weduwe van H. een dag daarna over leed en een meisje van 5 jaar, het éenige kind van J. De B., een paar dagen later bezweek, terwijl bovendien de voerman van dien wagen en meer andere personen kwetsuren bekwamen en wel zoo, dat enkelen hunner langen tijd het ziekbed moesten houden en genees kundige hulp moest worden ingeroepen. De tentwagen was bovendien verbrijzeld, terwijl de paarden geen letsel bekwamen. J. S. stond op 30 Oct. jl. daarvoor terecht. Hem werd ten laste gelegd het ongeluk ver oorzaakt te hebben doordien hij, bestuurder van een met twee paarden bespannen boerenwagen, eerst Den H. gelegenheid had gegeven hem voorbij te rijden door rechts uit te halen, doch te spoedig weder links uithaalde, zoodat de tentwagen van Den H., die toen juist naast zijn voertuig was gekomen, daardoor in den watergang ter linkerzijde van den weg is omgeslagen. Dertig getuigen, waaronder ook deskundigen, waren gedagvaard, die allen bij huDne in de instructie afge legde verklaringen bleven volharden. De beklaagde erkende den tentwagen te hebben voorbij gereden, doch ontkende de oorzaak van het ongeluk te zijn geweest. Het O. M. achtte de feiten, aan den beklaagde ten laste gelegd, wettig en overtuigend bewezen en requi- reerde diens veroordeeling tot 6 maanden celstraf. Vrijdag nu deed de rechtbank uitspraak en veroor deelde den beklaagde tot eene gevangenisstraf van drie maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan en tot 2 geldboeten van /25, bij niet-betaling te vervangen door gevangenisstraf van drie dagen voor elke boete, mede in eenzame opsluiting te ondergaan tn in de kosten van het rechtsgeding, desnoods te verhalen bij lijfsdwang. Landbouw en Veeteelt. Door het hoofdbestuur der Zeeuwsche maatschap pij van landbonw werd dezer dagen hare zilveren medaille toegezonden aan de heeren H. J. E. Gerlach te Middelburg, J. M. Kakebeeke en E. Van den Bosch te Goes, B. G. Van der Have te Ouwerkerk en J. H. Snijders te Middelburg. Bedoelde onderscheiding werd verleend, naar aanlei ding van de goede zorgen, door genoemde heeren besteed, ook in 't belang zan Zeeland's landbouw, aan de in ternationale landbouwtentoonstelling te Amsterdam, eerstgenoemde als lid van het uitvoerend comité, laatst genoemde als belast met alles, wat op de collectieve vee-inzending betrekking had, en de anderen als leden der commissie van vertegenwoordiging. De medaille, op den stempel der maatschappij geslagen, vertoont aan de eene zijde de attributen van landbouw en veeteelt, terwijl aan de andere zijde staat «Hulde", met ver melding van naam en qualiteit van den geadresseerde. In den laatsten tijd is dikwerf het vóór en tegen van turfstrooisel ook in ons blad behandeld. Daaromtrent bericht een zekere heer Albert, te Bieberig, aan de Badische Landw. Zeit. het volgende: Sedert ld jaar gebruik ik het turfstrooisel bij 8 paarden, en kan niet anders dan roemen over de volkomen reukeloosheid van den stal, en de daardoor vermeden ziekten der hoeven, spieren en gewrichten van de paarden. Herhaalde ont stekingen der gewrichten brachten mij er indertijd toe om turfstrooisel te gebruiken. Het wordt 15 tot 20 c.M. hoog over de geheele standplaats uitgespreid, en 's avonds met eene ongeveer 3 cM. hooge stroolaag overdekt, die des morgens onder de krib geborgen en, voor zooveel zij droog is, altijd weer gebruikt kan worden. Alleen het door de paardenurine bevochtigd strooisel en stroo wordt met de vaste excrementen dagelijks met de schop weggenomen en op den mest hoop gebracht; dit is een kleine kruiwagen vol of 3 tot 4 kubiek voet. Het weggehaalde wordt door even veel nieuw stroo sel vervangen. Zoodoende wordt de stal veel zuiverder gehouden dan enkel met een stroo- paljas en een uitstekende mest verkregen, die na eene korte gisting zich goed dun laat verdeelen. De heer Albert verzekert wijders, dat in tegenstelling met van andere zijde medegedeelde opmerkingen, de paarden gaarne gaan liggen, zelfs op turfstrooisel, dat tot 7 cM. groote stukken turf bevat. Sedert het ge bruik van turfstrooisel, zegt hij, zijn al de ontstekingen der hoeven en gewrichten verdwenen, die vroeger in den hardgeplaveiden stal groote bezwaren en verliezen teweegbrachten, omdat de paarden de stroopaljas onder de voeten wegstieten en door te stampen op het harde plaveisel zich verstuikten, of de hoeven in het vochtige stroo ziek, bros en zacht werden, wat dikwijls ettervorming ten gevolge had. De vele kwalen van die soort zijn thans tot een minimum terugge bracht, en de veearts, die vroeger een trouw bezoeker in den stal was, wordt er thans soms jaren lang niet gezien. (N. R. Cl.) Buitenlandsch Overzicht. Nu de conferentie bijeen is gekomen treedt de Oostersche quaestie weer meer op den voorgrond en dient nog eens wel overwogen, wat de gevolgen zullen zijn, hetzij van het herstel van den vroegeren toestand, hetzij van eene persoonlijke Unie der beide Bulgarijen. Zooals bekend is, kant Rusland zich ten sterkste tegen de vereeniging van Bulgarije en Rumelië en is de Czaar allesbehalve gunstig voor vorst Alexander gestemd. Duitschland nu schijnt op dat punt met Rusland éen lijn te trekken, althans de ofücieuse Alordd. Allg. Zeit. zegt, dat men op 18 September te Philip- popel en te Sofia niet te doen gehad heeft met een uiting van den Bulgaarschen volkswensch, maar met een door eerzuchtigen behendig voorbereid komediespel, dat aanvankelijk eenig succes had, doch dat thans reeds tot de grootste wanorde zoowel in Bulgarije als in Oost-Rumelië geleid heeft. Uit de houding van Oostenrijk is niet juist zijne gezindheid optemaken. In Servië spreekt men ervan, dat Oostenrijk in geval van oorlog koning Milan zal moeten steunen, doch het blijft de vraag of die ver plichting alleen in het brein der Serviërs bestaat, dan wel of Oostenrijk zich door eenige belofte heeft ge bonden. Uit het feit dat het geld voor de mobilisa tie van Servië's legermacht hoofdzakelijk uit Oosten rijk afkomstig is, alsook dat Graaf Kalnoky beweerd heeft, dat Servië geheel binnen de grens der bepalingen van het Berlijnsche tractaat is gebleven, zou men voorzeker eene goede gezindheid van Oostenrijk ten opzichte van Servië afleiden, doch dat werkelijk in geval van oorlog steun zou worden verleend, mag niet worden aangenomen. Engeland is zeer voor eene personeele unie van Bulgarije en Rumelië gestemd en zal zeker alles doen om een dergelijken toestand in het leven te roepen. Mocht het dit kunnen bewerken, dan zullen echter Servië en Griekenland zich onmiddellijk daartegen verzetten en zoowel Turkije als Bulgarije den oorlog verklaren. Deze beide laatsten, dan bondgenooten ge worden, zullen vereenigd wel het hoofd kunnen bieden aan dien dubbelen vijand, maar de bewering dat eene conferentie altijd door een oorlog wordt gevolgd, zou dan opnieuw bewaarheid zijn geworden. De Porte eindelijk zou zeker het liefst eene per soneele unie van Bulgarije en Rumelië zien geboren worden, omdat deze den Sultan het minst in zijne rechten verkort en toch Turkije van een lastig deel der bevolking bevrijdt. Toch laat de Porte zich niet al te vredelievend uit, eensdeels omdat zij werkelijk voor Servië, Griekenland en Bulgarije op hare hoede moet zijn, waarom zij dan ook drie groote legerkam pen op de grenzen dier drie rijken heeft ingericht, maar anderdeels ook, omdat het vooruitzicht op een oorlog voor haar een geschikt middel is om zich van geld te voorzien en hare oorlogstoebereidselen een schijn van recht te geven. De Fransche Regeering heeft bericht van generaal de Courcy, die meldt, dat de Fransche kolonnes in Tongking hare bewegingen combineeren, om het gebied te zuiveren van de rebellen, die talrijk zijn maar slecht gewapend. Deze verliezen veel manschappen. Ongelukkiglijk sterven onder de Fransche troepen dage lijks vijf of zes man aan de cholera. Wat de kolonnes verrichten is een waar gendarmerie-werk tegen de talrijke benden van de agenten van den gewezen regent Thuyot. De Minister Sadi-Carnot is het niet eens met den Minister-president Brisson over de te nemen financiëele hervormingen. De eerste zal daarom vermoedelijk de portefeuille van Financiën nederleggen en zich met die van Landbouw belasten. In de Carolinen-quaestie kan weder eene nieuwe wending komen doordien op het eiland Yap een Ameri kaan door de inboorlingen is gedood. Men verwacht nu een tusschenkomst van de Vereenigde Staten. Dit kan misschien aanleiding geven tot eene meer spoedige beslissing in deze zaak. Gemengde Berichten. Verleden Zaterdag had te Borsele het voorge nomen duikeronderzoek plpats naar de oorzaak van de onvoldoende werking der zelfregistreerende peil schaal. Daaruit bleek dat een mossel was verdwaald geraakt, waar het water den ongehinderden loop niet kan ontberen voor eene juiste registratie. Uit den aard der zaak kost het duiken veel geld, zoodat, in dien genoemd schelpdier de eenige schuldige is, van hem in dat geval kan gezegd wordenduurder dan een zalm. In Westelijk Zuid-Beveland wordt gedurende de laatste weken een bijzonder levendige handel gedreven in tamme konijnen. Kooplieden uit Belgie loopen als 't ware de deuren plat om genoemd handelsartikel machtig te worden. Meermalen zijn hunne transport middelen zoo volgepropt, dat sommige dieren het leven er bij inschieten. Zoodra de koopman dit bemerkt, maakt hij een eind aan het lijden en neemt hij ze levenloos mede naar zijn vaderland. Ylissingen. Het gezamenlijk gewicht der zendingen versche visch, gedurende de maand October jl. met de stoomschepen der maatschappij «Zeeland" van hier naar Engeland vervoerd, bedroeg niet minder dan 323,54 tons (1 ton 1000 kilogram.) Deze zendingen bestonden bijna uitsluitend uit oesters, mosselen en garnalen, afkomstig, behoudens weinige uitzonderingen, van plaatsen binnen de grenzen van Zeeland gelegen. Ierseke en Bruinisse verzonden de meeste oesters; Bruinisse en Filippine mosselenVlissingen en Veere garnalen. Scherpenisse. Een aanvallig meisje van 2% jaar had de vorige week het ongeluk in een pot met kokende babbelaars te vallen. Het kind bekwam hevige brandwonden en is twee dagen na het ongeval aan de gevolgen daarvan bezweken. Onder de munten en penningen, welke door de firma G. Theod. Bom Zn. te Amsterdam binnenkort zullen verkocht worden, komt voor de groote gouden medaille, door de Staten-Generaal toegekend aan de fapiilie van den schout-bij-nacht Bentinck, gesneuveld in den zeeslag bij den Doggersbank in 1784. Dit stuk heeft een gewicht van bijna 800 gram en eene gouds waarde van 1200, en mag bijna als een uniek stuk worden beschouwd, aangezien er slechts 2 bestaan, waarvan het eerste in het bezit is der familie Zout man, en het 2e aan den kapitein-ter-zee Van Bins- bergen is toegekend, dat in bruikleen aan het Rijk is algestaac. In den Diemerpolder begint de toestand te ver beteren. Woensdag begon de machine te malen en, geholpen door den watermolen, gaat het werk der droogmaling nu goed voorvit. Enkele achterhuizen aan Diemerbrug beginnen reeds droog te worden. De Diemerlaan is tot aan den Oosterspoorweg weer be gaanbaar. Dinsdag werden te Arnhem twee kinderen, 6 en 4 jaar oud, die aan de Rijnkade aan het spe len waren, eensklaps vermist. Nadat de ongeruste ouders een geruimen tijd hadden gezocht, vond men de kinderen ten slotte onder zakken, Waar zij al spelende moeten zijn ondergeraakt, bedolven. Genees kundige hulp werd terstond ingeroepen, doch het bleek dat de beide kinderen reeds dood waren. De kapitein Trouillart Hanssen te Bergen-op-Zoom is van zijn paard gevallen en een eindweegs medege- sleurd. Een uur daarna is hij aan de gevolgen overleden. In Augustus jl. is door H. J. Schotel, agent van politie te Zieriksee, in de bus van het postkantoor aldaar gestoken een brief, in geel couvert, met gom gesloten, in het formaat van een dienstbrief, aan het adres van den burgemeester van Oosterland, en inhou dende een brevet van een expeditiekruis, een extract uit het stamboek als O.-I. militair, en aanstelling als agent van politie te Zieriksee, eene aanstelling als onbezoldigd rijksveldwachter, benevens een verzoekschrift om in aanmerking te komen voor de vacante betrekking van veldwachter in de gemeente Oosterland. Deze brief werd niet aan het adres bezorgd. De commissaris van politie te Zieriksee verzoekt opsporing, aanhouding en bericht. Aangaande een brutale inbraak, Woensdagnacht in Zuid-Crailoo bij Naarden gepleegd, deelt het ilblad de volgende bijzonderheden mede De heer Langerhuizen was nog niet te bed, toen de dieven het huis binnendrongen. Hij zat te lezen in zijne huiskamer, gelijkvloers gelegen met het salon aan de andere zijde van de vestibule, waar de inbre kers toegang hadden gekregen, door eenvoudig met een beitel de glazen deur los te wringen, die naar den tuin leidt. Afgaande op het geritsel dat hij hoorde, opende de heer Langerhuizen de deur van het salon, en daar zag hij bij het licht van drie kaarsen waaronder dat van eene vetkaars, die de dieven hadden mee gebracht twee personen bezig met het opstapelen bij en buiten het raam van een aantal zilveren voor werpen uit de opengebroken kasten in de kamer ge nomen. De personen waren gekleed als heeren en droegen hoeden. Een hunner had een vol gezicht en een rooden baard en zou door den heer Langerhuizen zeker worden herkend. Wie der beide mannen schoot, kan door den ge kwetste niet worden gezegd. Twee sehoten werden gelost. Het eerste trof niet, de kogel is in den muur teruggevonden op het gerucht van dit schot vluchtte een der dieven het raam uit, de andere loste, terwijl de heer Langerhuizen reeds om hulp riep en naar de vestibule snelde, om een of ander voorwerp tot tegen weer te halen, het tweede schot, dat den heer L. boven den enkel trof, en door en door ging. Deze kogel is niet teruggevonden. Op het hulpgeroep van den heer Langerhuizen schoot de huisknecht toe, die met zijn gezin eene bovenver dieping bewoont, en reeds ter ruste lag. Hij wilde den gekwetste helpen, doch deze antwoordde: «laat mij maar liggen, neem een geweer en zet ze na, want ze zijn misschien in 't Museum" (de bekende kunstgalerij des heeren Langerhuizen). Inderdaad ging de huisknecht, spoedig ingehaald door den koetsier, die door eene electrische schel was opgebeld, gewapend het terrein van de woning onderzoeken, maar niemand werd ge vonden. Wel meenden zij aan de voetstappen te zien, dat nog een derde persoon in de nabijheid moet zijn geweest. Na den terugkeer der bedienden werd geneeskundige hulp uit Naarden ontboden. De heer L. is nu onder behandeling van prof. Wurfbain en zijn toestand is niet zonder gevaar. In het salon, waar de dieven deerlijk hebben huis gehouden, vond men een beitel, een sigarenpijpje en twee sigarenzakjes, een van een winkelier te Haarlem en een van een winkelier te Rotterdam. Vermoedelijk hebben de inbrekers enkele kleine voorwerpen meege nomen. Denzelfden nacht werd ten huize .van Kuhn, op den straatweg naar Naarden, ingebroken en voor werpen van waarde, benevens ongeveer 100 aan zilvergeld ontvreemd. De dieven lieten in de lade een portefeuille met bankpapier onopgemerkt. Bij den heer L. werden de dieven omstreeks middernacht ontdekt. De vorige week werd bij den burgerlijken stand te 's-Gravenhage door drie heeren Van der Zwan aan gifte gedaan van de vermeerdering hunner gezinnen, te meer opmerkelijk wijl hun echtgenooten allen ge naamd zijn Dijkhuizen. De commissaris van politie in eene gemeente, niet aan de Zuiderzee gelegen, ontving dezer dagen een brief met het adres: «Aan den heer N. N., op perste der politie te...."; ter zijde stond «De naam van den heer is onbekend aan den afzender". Het was den briefschrijver, volgens zijn brief te doen, om «politie-agent op de Zuiderzee" te worden. De man bedoelde waarschijnlijk geplaatst te worden als adsistent- opzichter over de Zuiderzeevisscherij. Terwijl dezer dagen eenige meisjes te Halfweg naar huis terugkeerden, werden zij aan 't schrikken gebracht door een paar jongens, die uit een haag te voorschijn kwamen. Een dezer meisjes, 14 jaar oud, kreeg 't hiervan geweldig op de zenuwen, bleef sprakeloos en is Don derdag aan de gevolgen overleden. Het veelbesproken eiland Yap werd in 1625 door een Nederlander, admiraal Schapenham, ontdekt. De suikerbiet, die reeds zoo zware concurrentie aan het suikerriet aandoet, is nu volgens berichten uit Britsch-Indië overtroffen door den Mahwa- of Moola-boom, thuisbehoorende in Zuid-Hindostan. Uit diens bloemen zou men suiker, sterkedrank en olie kunnen maken, en die bloemen zou men slechts voor 't oprapen hebben, terwijl men van dezelfde opper vlakte gronds 40- a 50-maal meer suiker zou oogsten dan bij beplanting met suikerriet. Fransche weervoorspellers profeteeren, dat deze winter dik aan mist zal zijn. Een Parijsch blad her innert hierbij aan een zwaren mist, die op den 24en en 25en Januari 1588 anderhalven dag boven Parijs gehangen heeft en die zoo zwart was, dat twee men- schen, die naast elkander gingen, elkaar niet zagen. Op de binnenplaatsen der huizen werden wilde een den en ander gevogelte gevonden, die tegen de muren gevlogen en dood neergevallen waren. Prof. Virchow is dezer dagen te velde getrok ken tegen de thans algemeen verbreide meening, dat het voor de gezondheid voordeelig is, ook 's winters gedurende den nacht de vensters open te houden. Omdat het uitstroomen van bedorven lucht alleen bij verschil van temperatuur plaatsheeft, en dit ophoudt als de koude buitenlucht ook de kamer vervult, kun nen er bedenkelijke ziekteverschijnselen ontstaan, en hebben vele menschen door die dwaling reeds hun leven verloren. Laatste en telegraphische berichten. Amsterdam. De demonstratie van werkeloozen bracht reeds vroeg veel volk op het Waterlooplein. Juist te tien uren werd door den commissaris van politie der derde sectie gelast uit elkander te gaan, daar anders strenge maatregelen zouden worden genomen. Te kwart over tien trok een groote ongeregelde stoet van eenige duizenden van het Waterlooplein langs de Heeren gracht, door de Gasthuismolensteeg en de Paleisstraat over den Dam en door de Hoogstraat naar het stad huis. Eenige leiders gingen binnen doch kwamen spoedig terug. Een van hen zeide: »De burgemeester is voor ons niet te sprekenop elk uur van den dag is hij voor elk afzonderlijk te spreken, maar dan geen volk voor het stadhuis. Eén der leiders heeft op zich genomen den burgemeester om éen uur te spreken". Verder spreken werd hem door een inspecteur van politie belet. Amsterdam. 2e telegram. Van H uren af bevindt zich nog altijd eene groote menschenmassa voor het stadhuis. De burgemeester heeft om half twaalf een deputatie van vijf personen ten gehoore ontvangen. Tien minuten vóór twee begonnen patrouilles agenten en inspecteurs het volk van het stadhuis terug te duwen. Er is veel volk op de been in de Damstraat en in de omgeving van het stadhuis. Bereids zijn en kelen gearresteerd, men vreest voor den avond. Nu is het erg woelig. Van andere zijde seint men ons, dat de optocht der werkeloozen te Amsterdam van het Waterlooplein naar het Stadhuis in goede orde is afgeloopen en de politie zich onzijdig hield. Alle maatregelen tegen mogelijke wanordelijkheden zijn voor hedenavond genomen. Posterijen. Staat van brieven, verzonden door het postkantoor te Goes, waarvan de geadresseerden op de plaats van bestemming onbekend zijn, over de 2e helft der maand Augustus 1885. 1. J. M. Harst, Amsterdam. 2. J. D. W. Jans, Gorinehem. 3. H. J. Schot, Utrecht. Van het Hulpkantoor K a t s 4. J. Blom, Ierseke. Kamperland: 5. Arie Van de Vile, Oostendam. Kruininge: 6. D. Zijlmans, Raamdonkveer. Ierseke: 7. J. J. R. Bornihd, Bergen-op-Zoom. Ingezonden Stukken. Mijnheer de Redacteur! Och, vergun mij voor onderstaande een plaatsje in uw courant, die hedenavond wordt uitgegeven. Ter bereiking van mijn doel weet ik heusch geen anderen weg dan uwe courant. Ik vertrouw, dat u mij dezen dienst zult willen bewijzen, waarvoor ik u dan ook ten zeerste mijn dank betuig. Aan mijne medestemgerechtigde leden der Hervormde Gemeente te Goes Met mij hebt gij zeker dezen morgen ontvangen twee aanbevelingsbriefjes voor de verkiezing op Woensdag a. s. van twee leden in de Commissie van Toezicht op het beheer der kerkelijke goederen, het eene namens de Evangelische Kiezersvereeniging, het andere namens de Gereformeerde Kiesvereeniging. Gaat het u zooals mij, dan vindt ge dien strijd akelig, beide briefjes walgelijk, want het geldt niet den strijd voor het Koninkrijk Gods, wel die voor de eene of andere partij, of voor het een of ander hoofd van die partij. Met mij weet gij wel, dat wij niet geoordeeld zullen worden naar de partij waartoe wij behoorden. Ik ken maar éene partij, namelijk Christus' partij. Moeten nu voor deze partij mannen gekozen worden, als opzieners der gemeente, als arm verzorgers, of mannen zooals het nu geldt, och 1 laat u niet leiden noch door de Evan gelische noch door de Gereformeerde partij, maar volgt de stem van uw geweten. Beide genoemde partijen staan verbitterd tegenover elkander, bij beide partijen ontbreekt

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1885 | | pagina 2