Kolijnsplant. Bij de verkiezing alhier van vier nota
belen in de Hervormde Kerk op Zaterdag 7 November
11. zijn herkozende heeren J. De Regt, N. Tazelaar
en G. Bouman en voor de vacature van den heer J.
De Looffde heer M. Van Oeveren.
Voor de Vrije Universiteit is alhier gecollecteerd
de som van vijf-en-twintig gulden.
Ds. J. Bleeker te Wildervank en Veendam heeft het
beroep als predikant bij de Ev. Luthersche gemeente
te Middelburg aangenomen.
Beroepen te Dedemsvaart ds. P. J. Van Melle,
te Minnertsga.
Tegen het besluit van het provinciaal Kerkbe
stuur van Noord-Holland, waarbij aan den kerkeraad
van Amsterdam gelast werd het van hem verlangde
attest van goed gedrag voor eenige leerlingen van ds.
Laurillard af te geven, is door den kerkeraad cassatie
aangeteekend. De zaak zal nu voor de Synode komen.
De voordracht voor hoofd der openbare meisjes
school te Zieriksee luidt als volgt: 1. mej. T. Visser
te Delft2. mej. C. S. Van Assendelft te Vlissingen
3. mej. P. Grosjean te Sliedrecht.
Rechtszaken.
De arr. rechtb. te Zieriksee deed Vrijdag uit
spraak in de zaak van J. S., te Dreischor, beschul
digd van de oorzaak te zijn geweest dat op den 5en
Juli jl. onder het gehucht Looperscapelle, gem. Dui-
vendijke, een tentwagen, waarin dertien personen ge
zeten en toebehoorende aan den stalhouder C. D. te
Zieriksee en bestuurd door den dienstknecht J. Den
H., op hunne terugkomst naar Zieriksee, des avonds
ter plaatse voornoemd in het water geraakte met het
ongelukkig gevolg, dat de weduwe De B. onmiddellijk
dood was, de weduwe van H. een dag daarna over
leed en een meisje van 5 jaar, het éenige kind van
J. De B., een paar dagen later bezweek, terwijl bovendien
de voerman van dien wagen en meer andere personen
kwetsuren bekwamen en wel zoo, dat enkelen hunner
langen tijd het ziekbed moesten houden en genees
kundige hulp moest worden ingeroepen. De tentwagen
was bovendien verbrijzeld, terwijl de paarden geen
letsel bekwamen. J. S. stond op 30 Oct. jl. daarvoor
terecht. Hem werd ten laste gelegd het ongeluk ver
oorzaakt te hebben doordien hij, bestuurder van een
met twee paarden bespannen boerenwagen, eerst Den
H. gelegenheid had gegeven hem voorbij te rijden
door rechts uit te halen, doch te spoedig weder links
uithaalde, zoodat de tentwagen van Den H., die toen
juist naast zijn voertuig was gekomen, daardoor in
den watergang ter linkerzijde van den weg is omgeslagen.
Dertig getuigen, waaronder ook deskundigen, waren
gedagvaard, die allen bij huDne in de instructie afge
legde verklaringen bleven volharden.
De beklaagde erkende den tentwagen te hebben
voorbij gereden, doch ontkende de oorzaak van het
ongeluk te zijn geweest.
Het O. M. achtte de feiten, aan den beklaagde ten
laste gelegd, wettig en overtuigend bewezen en requi-
reerde diens veroordeeling tot 6 maanden celstraf.
Vrijdag nu deed de rechtbank uitspraak en veroor
deelde den beklaagde tot eene gevangenisstraf van drie
maanden, in eenzame opsluiting te ondergaan en tot
2 geldboeten van /25, bij niet-betaling te vervangen
door gevangenisstraf van drie dagen voor elke boete,
mede in eenzame opsluiting te ondergaan tn in de
kosten van het rechtsgeding, desnoods te verhalen bij
lijfsdwang.
Landbouw en Veeteelt.
Door het hoofdbestuur der Zeeuwsche maatschap
pij van landbonw werd dezer dagen hare zilveren
medaille toegezonden aan de heeren H. J. E. Gerlach te
Middelburg, J. M. Kakebeeke en E. Van den Bosch te
Goes, B. G. Van der Have te Ouwerkerk en J. H. Snijders
te Middelburg.
Bedoelde onderscheiding werd verleend, naar aanlei
ding van de goede zorgen, door genoemde heeren besteed,
ook in 't belang zan Zeeland's landbouw, aan de in
ternationale landbouwtentoonstelling te Amsterdam,
eerstgenoemde als lid van het uitvoerend comité, laatst
genoemde als belast met alles, wat op de collectieve
vee-inzending betrekking had, en de anderen als leden
der commissie van vertegenwoordiging. De medaille,
op den stempel der maatschappij geslagen, vertoont
aan de eene zijde de attributen van landbouw en veeteelt,
terwijl aan de andere zijde staat «Hulde", met ver
melding van naam en qualiteit van den geadresseerde.
In den laatsten tijd is dikwerf het vóór en tegen
van turfstrooisel ook in ons blad behandeld. Daaromtrent
bericht een zekere heer Albert, te Bieberig, aan de
Badische Landw. Zeit. het volgende: Sedert ld jaar
gebruik ik het turfstrooisel bij 8 paarden, en kan niet
anders dan roemen over de volkomen reukeloosheid van
den stal, en de daardoor vermeden ziekten der hoeven,
spieren en gewrichten van de paarden. Herhaalde ont
stekingen der gewrichten brachten mij er indertijd
toe om turfstrooisel te gebruiken. Het wordt 15 tot
20 c.M. hoog over de geheele standplaats uitgespreid,
en 's avonds met eene ongeveer 3 cM. hooge stroolaag
overdekt, die des morgens onder de krib geborgen en,
voor zooveel zij droog is, altijd weer gebruikt kan
worden. Alleen het door de paardenurine bevochtigd
strooisel en stroo wordt met de vaste excrementen
dagelijks met de schop weggenomen en op den mest
hoop gebracht; dit is een kleine kruiwagen vol of 3
tot 4 kubiek voet. Het weggehaalde wordt door even
veel nieuw stroo sel vervangen. Zoodoende wordt de
stal veel zuiverder gehouden dan enkel met een stroo-
paljas en een uitstekende mest verkregen, die na eene
korte gisting zich goed dun laat verdeelen.
De heer Albert verzekert wijders, dat in tegenstelling
met van andere zijde medegedeelde opmerkingen, de
paarden gaarne gaan liggen, zelfs op turfstrooisel, dat
tot 7 cM. groote stukken turf bevat. Sedert het ge
bruik van turfstrooisel, zegt hij, zijn al de ontstekingen
der hoeven en gewrichten verdwenen, die vroeger in
den hardgeplaveiden stal groote bezwaren en verliezen
teweegbrachten, omdat de paarden de stroopaljas
onder de voeten wegstieten en door te stampen op
het harde plaveisel zich verstuikten, of de hoeven in
het vochtige stroo ziek, bros en zacht werden, wat
dikwijls ettervorming ten gevolge had. De vele kwalen
van die soort zijn thans tot een minimum terugge
bracht, en de veearts, die vroeger een trouw bezoeker
in den stal was, wordt er thans soms jaren lang niet
gezien. (N. R. Cl.)
Buitenlandsch Overzicht.
Nu de conferentie bijeen is gekomen treedt de
Oostersche quaestie weer meer op den voorgrond en
dient nog eens wel overwogen, wat de gevolgen zullen
zijn, hetzij van het herstel van den vroegeren toestand,
hetzij van eene persoonlijke Unie der beide Bulgarijen.
Zooals bekend is, kant Rusland zich ten sterkste
tegen de vereeniging van Bulgarije en Rumelië en is
de Czaar allesbehalve gunstig voor vorst Alexander
gestemd. Duitschland nu schijnt op dat punt met
Rusland éen lijn te trekken, althans de ofücieuse Alordd.
Allg. Zeit. zegt, dat men op 18 September te Philip-
popel en te Sofia niet te doen gehad heeft met een
uiting van den Bulgaarschen volkswensch, maar met
een door eerzuchtigen behendig voorbereid komediespel,
dat aanvankelijk eenig succes had, doch dat thans
reeds tot de grootste wanorde zoowel in Bulgarije
als in Oost-Rumelië geleid heeft.
Uit de houding van Oostenrijk is niet juist zijne
gezindheid optemaken. In Servië spreekt men ervan,
dat Oostenrijk in geval van oorlog koning Milan zal
moeten steunen, doch het blijft de vraag of die ver
plichting alleen in het brein der Serviërs bestaat, dan
wel of Oostenrijk zich door eenige belofte heeft ge
bonden. Uit het feit dat het geld voor de mobilisa
tie van Servië's legermacht hoofdzakelijk uit Oosten
rijk afkomstig is, alsook dat Graaf Kalnoky beweerd
heeft, dat Servië geheel binnen de grens der bepalingen
van het Berlijnsche tractaat is gebleven, zou men
voorzeker eene goede gezindheid van Oostenrijk ten
opzichte van Servië afleiden, doch dat werkelijk in
geval van oorlog steun zou worden verleend, mag niet
worden aangenomen.
Engeland is zeer voor eene personeele unie van
Bulgarije en Rumelië gestemd en zal zeker alles doen
om een dergelijken toestand in het leven te roepen.
Mocht het dit kunnen bewerken, dan zullen echter
Servië en Griekenland zich onmiddellijk daartegen
verzetten en zoowel Turkije als Bulgarije den oorlog
verklaren. Deze beide laatsten, dan bondgenooten ge
worden, zullen vereenigd wel het hoofd kunnen bieden
aan dien dubbelen vijand, maar de bewering dat eene
conferentie altijd door een oorlog wordt gevolgd, zou
dan opnieuw bewaarheid zijn geworden.
De Porte eindelijk zou zeker het liefst eene per
soneele unie van Bulgarije en Rumelië zien geboren
worden, omdat deze den Sultan het minst in zijne
rechten verkort en toch Turkije van een lastig deel
der bevolking bevrijdt. Toch laat de Porte zich niet
al te vredelievend uit, eensdeels omdat zij werkelijk
voor Servië, Griekenland en Bulgarije op hare hoede
moet zijn, waarom zij dan ook drie groote legerkam
pen op de grenzen dier drie rijken heeft ingericht,
maar anderdeels ook, omdat het vooruitzicht op een
oorlog voor haar een geschikt middel is om zich van
geld te voorzien en hare oorlogstoebereidselen een
schijn van recht te geven.
De Fransche Regeering heeft bericht van generaal
de Courcy, die meldt, dat de Fransche kolonnes in
Tongking hare bewegingen combineeren, om het
gebied te zuiveren van de rebellen, die talrijk zijn
maar slecht gewapend. Deze verliezen veel manschappen.
Ongelukkiglijk sterven onder de Fransche troepen dage
lijks vijf of zes man aan de cholera. Wat de kolonnes
verrichten is een waar gendarmerie-werk tegen de
talrijke benden van de agenten van den gewezen regent
Thuyot.
De Minister Sadi-Carnot is het niet eens met den
Minister-president Brisson over de te nemen financiëele
hervormingen. De eerste zal daarom vermoedelijk de
portefeuille van Financiën nederleggen en zich met die
van Landbouw belasten.
In de Carolinen-quaestie kan weder eene nieuwe
wending komen doordien op het eiland Yap een Ameri
kaan door de inboorlingen is gedood. Men verwacht
nu een tusschenkomst van de Vereenigde Staten.
Dit kan misschien aanleiding geven tot eene meer
spoedige beslissing in deze zaak.
Gemengde Berichten.
Verleden Zaterdag had te Borsele het voorge
nomen duikeronderzoek plpats naar de oorzaak van
de onvoldoende werking der zelfregistreerende peil
schaal. Daaruit bleek dat een mossel was verdwaald
geraakt, waar het water den ongehinderden loop niet
kan ontberen voor eene juiste registratie. Uit den
aard der zaak kost het duiken veel geld, zoodat, in
dien genoemd schelpdier de eenige schuldige is, van
hem in dat geval kan gezegd wordenduurder dan
een zalm.
In Westelijk Zuid-Beveland wordt gedurende de
laatste weken een bijzonder levendige handel gedreven
in tamme konijnen. Kooplieden uit Belgie loopen als
't ware de deuren plat om genoemd handelsartikel
machtig te worden. Meermalen zijn hunne transport
middelen zoo volgepropt, dat sommige dieren het leven
er bij inschieten. Zoodra de koopman dit bemerkt,
maakt hij een eind aan het lijden en neemt hij ze
levenloos mede naar zijn vaderland.
Ylissingen. Het gezamenlijk gewicht der zendingen
versche visch, gedurende de maand October jl. met
de stoomschepen der maatschappij «Zeeland" van
hier naar Engeland vervoerd, bedroeg niet minder
dan 323,54 tons (1 ton 1000 kilogram.)
Deze zendingen bestonden bijna uitsluitend uit
oesters, mosselen en garnalen, afkomstig, behoudens
weinige uitzonderingen, van plaatsen binnen de grenzen
van Zeeland gelegen.
Ierseke en Bruinisse verzonden de meeste oesters;
Bruinisse en Filippine mosselenVlissingen en Veere
garnalen.
Scherpenisse. Een aanvallig meisje van 2% jaar
had de vorige week het ongeluk in een pot met
kokende babbelaars te vallen. Het kind bekwam hevige
brandwonden en is twee dagen na het ongeval aan
de gevolgen daarvan bezweken.
Onder de munten en penningen, welke door de
firma G. Theod. Bom Zn. te Amsterdam binnenkort
zullen verkocht worden, komt voor de groote gouden
medaille, door de Staten-Generaal toegekend aan de
fapiilie van den schout-bij-nacht Bentinck, gesneuveld
in den zeeslag bij den Doggersbank in 1784. Dit stuk
heeft een gewicht van bijna 800 gram en eene gouds
waarde van 1200, en mag bijna als een uniek stuk
worden beschouwd, aangezien er slechts 2 bestaan,
waarvan het eerste in het bezit is der familie Zout
man, en het 2e aan den kapitein-ter-zee Van Bins-
bergen is toegekend, dat in bruikleen aan het Rijk
is algestaac.
In den Diemerpolder begint de toestand te ver
beteren. Woensdag begon de machine te malen en,
geholpen door den watermolen, gaat het werk der
droogmaling nu goed voorvit. Enkele achterhuizen aan
Diemerbrug beginnen reeds droog te worden. De
Diemerlaan is tot aan den Oosterspoorweg weer be
gaanbaar.
Dinsdag werden te Arnhem twee kinderen,
6 en 4 jaar oud, die aan de Rijnkade aan het spe
len waren, eensklaps vermist. Nadat de ongeruste
ouders een geruimen tijd hadden gezocht, vond men
de kinderen ten slotte onder zakken, Waar zij al
spelende moeten zijn ondergeraakt, bedolven. Genees
kundige hulp werd terstond ingeroepen, doch het bleek
dat de beide kinderen reeds dood waren.
De kapitein Trouillart Hanssen te Bergen-op-Zoom
is van zijn paard gevallen en een eindweegs medege-
sleurd. Een uur daarna is hij aan de gevolgen overleden.
In Augustus jl. is door H. J. Schotel, agent van
politie te Zieriksee, in de bus van het postkantoor
aldaar gestoken een brief, in geel couvert, met gom
gesloten, in het formaat van een dienstbrief, aan het
adres van den burgemeester van Oosterland, en inhou
dende een brevet van een expeditiekruis, een extract
uit het stamboek als O.-I. militair, en aanstelling als
agent van politie te Zieriksee, eene aanstelling als
onbezoldigd rijksveldwachter, benevens een verzoekschrift
om in aanmerking te komen voor de vacante betrekking
van veldwachter in de gemeente Oosterland.
Deze brief werd niet aan het adres bezorgd.
De commissaris van politie te Zieriksee verzoekt
opsporing, aanhouding en bericht.
Aangaande een brutale inbraak, Woensdagnacht
in Zuid-Crailoo bij Naarden gepleegd, deelt het ilblad
de volgende bijzonderheden mede
De heer Langerhuizen was nog niet te bed, toen
de dieven het huis binnendrongen. Hij zat te lezen
in zijne huiskamer, gelijkvloers gelegen met het salon
aan de andere zijde van de vestibule, waar de inbre
kers toegang hadden gekregen, door eenvoudig met
een beitel de glazen deur los te wringen, die naar
den tuin leidt.
Afgaande op het geritsel dat hij hoorde, opende
de heer Langerhuizen de deur van het salon, en daar
zag hij bij het licht van drie kaarsen waaronder
dat van eene vetkaars, die de dieven hadden mee
gebracht twee personen bezig met het opstapelen
bij en buiten het raam van een aantal zilveren voor
werpen uit de opengebroken kasten in de kamer ge
nomen. De personen waren gekleed als heeren en
droegen hoeden. Een hunner had een vol gezicht en
een rooden baard en zou door den heer Langerhuizen
zeker worden herkend.
Wie der beide mannen schoot, kan door den ge
kwetste niet worden gezegd. Twee sehoten werden
gelost. Het eerste trof niet, de kogel is in den muur
teruggevonden op het gerucht van dit schot vluchtte
een der dieven het raam uit, de andere loste, terwijl
de heer Langerhuizen reeds om hulp riep en naar de
vestibule snelde, om een of ander voorwerp tot tegen
weer te halen, het tweede schot, dat den heer L.
boven den enkel trof, en door en door ging. Deze
kogel is niet teruggevonden.
Op het hulpgeroep van den heer Langerhuizen schoot
de huisknecht toe, die met zijn gezin eene bovenver
dieping bewoont, en reeds ter ruste lag. Hij wilde den
gekwetste helpen, doch deze antwoordde: «laat mij
maar liggen, neem een geweer en zet ze na, want ze
zijn misschien in 't Museum" (de bekende kunstgalerij
des heeren Langerhuizen). Inderdaad ging de huisknecht,
spoedig ingehaald door den koetsier, die door eene
electrische schel was opgebeld, gewapend het terrein
van de woning onderzoeken, maar niemand werd ge
vonden. Wel meenden zij aan de voetstappen te zien,
dat nog een derde persoon in de nabijheid moet zijn
geweest.
Na den terugkeer der bedienden werd geneeskundige
hulp uit Naarden ontboden. De heer L. is nu onder
behandeling van prof. Wurfbain en zijn toestand is
niet zonder gevaar.
In het salon, waar de dieven deerlijk hebben huis
gehouden, vond men een beitel, een sigarenpijpje en
twee sigarenzakjes, een van een winkelier te Haarlem
en een van een winkelier te Rotterdam. Vermoedelijk
hebben de inbrekers enkele kleine voorwerpen meege
nomen. Denzelfden nacht werd ten huize .van Kuhn,
op den straatweg naar Naarden, ingebroken en voor
werpen van waarde, benevens ongeveer 100 aan
zilvergeld ontvreemd. De dieven lieten in de lade een
portefeuille met bankpapier onopgemerkt. Bij den heer
L. werden de dieven omstreeks middernacht ontdekt.
De vorige week werd bij den burgerlijken stand
te 's-Gravenhage door drie heeren Van der Zwan aan
gifte gedaan van de vermeerdering hunner gezinnen,
te meer opmerkelijk wijl hun echtgenooten allen ge
naamd zijn Dijkhuizen.
De commissaris van politie in eene gemeente,
niet aan de Zuiderzee gelegen, ontving dezer dagen
een brief met het adres: «Aan den heer N. N., op
perste der politie te...."; ter zijde stond «De naam
van den heer is onbekend aan den afzender". Het
was den briefschrijver, volgens zijn brief te doen, om
«politie-agent op de Zuiderzee" te worden. De man
bedoelde waarschijnlijk geplaatst te worden als adsistent-
opzichter over de Zuiderzeevisscherij.
Terwijl dezer dagen eenige meisjes te Halfweg
naar huis terugkeerden, werden zij aan 't schrikken
gebracht door een paar jongens, die uit een haag te
voorschijn kwamen.
Een dezer meisjes, 14 jaar oud, kreeg 't hiervan
geweldig op de zenuwen, bleef sprakeloos en is Don
derdag aan de gevolgen overleden.
Het veelbesproken eiland Yap werd in 1625
door een Nederlander, admiraal Schapenham, ontdekt.
De suikerbiet, die reeds zoo zware concurrentie
aan het suikerriet aandoet, is nu volgens berichten
uit Britsch-Indië overtroffen door den Mahwa- of
Moola-boom, thuisbehoorende in Zuid-Hindostan. Uit
diens bloemen zou men suiker, sterkedrank en olie
kunnen maken, en die bloemen zou men slechts voor
't oprapen hebben, terwijl men van dezelfde opper
vlakte gronds 40- a 50-maal meer suiker zou oogsten
dan bij beplanting met suikerriet.
Fransche weervoorspellers profeteeren, dat deze
winter dik aan mist zal zijn. Een Parijsch blad her
innert hierbij aan een zwaren mist, die op den 24en
en 25en Januari 1588 anderhalven dag boven Parijs
gehangen heeft en die zoo zwart was, dat twee men-
schen, die naast elkander gingen, elkaar niet zagen.
Op de binnenplaatsen der huizen werden wilde een
den en ander gevogelte gevonden, die tegen de muren
gevlogen en dood neergevallen waren.
Prof. Virchow is dezer dagen te velde getrok
ken tegen de thans algemeen verbreide meening, dat
het voor de gezondheid voordeelig is, ook 's winters
gedurende den nacht de vensters open te houden.
Omdat het uitstroomen van bedorven lucht alleen bij
verschil van temperatuur plaatsheeft, en dit ophoudt
als de koude buitenlucht ook de kamer vervult, kun
nen er bedenkelijke ziekteverschijnselen ontstaan, en
hebben vele menschen door die dwaling reeds hun
leven verloren.
Laatste en telegraphische berichten.
Amsterdam. De demonstratie van werkeloozen bracht
reeds vroeg veel volk op het Waterlooplein. Juist te
tien uren werd door den commissaris van politie der
derde sectie gelast uit elkander te gaan, daar anders
strenge maatregelen zouden worden genomen. Te kwart
over tien trok een groote ongeregelde stoet van eenige
duizenden van het Waterlooplein langs de Heeren
gracht, door de Gasthuismolensteeg en de Paleisstraat
over den Dam en door de Hoogstraat naar het stad
huis. Eenige leiders gingen binnen doch kwamen
spoedig terug. Een van hen zeide: »De burgemeester
is voor ons niet te sprekenop elk uur van den dag
is hij voor elk afzonderlijk te spreken, maar dan geen
volk voor het stadhuis. Eén der leiders heeft op zich
genomen den burgemeester om éen uur te spreken".
Verder spreken werd hem door een inspecteur van
politie belet.
Amsterdam. 2e telegram. Van H uren af bevindt
zich nog altijd eene groote menschenmassa voor het
stadhuis. De burgemeester heeft om half twaalf een
deputatie van vijf personen ten gehoore ontvangen.
Tien minuten vóór twee begonnen patrouilles agenten
en inspecteurs het volk van het stadhuis terug te
duwen. Er is veel volk op de been in de Damstraat
en in de omgeving van het stadhuis. Bereids zijn en
kelen gearresteerd, men vreest voor den avond. Nu
is het erg woelig.
Van andere zijde seint men ons, dat de optocht
der werkeloozen te Amsterdam van het Waterlooplein
naar het Stadhuis in goede orde is afgeloopen en de
politie zich onzijdig hield. Alle maatregelen tegen
mogelijke wanordelijkheden zijn voor hedenavond
genomen.
Posterijen.
Staat van brieven, verzonden door het postkantoor
te Goes, waarvan de geadresseerden op de plaats van
bestemming onbekend zijn, over de 2e helft der maand
Augustus 1885.
1. J. M. Harst, Amsterdam.
2. J. D. W. Jans, Gorinehem.
3. H. J. Schot, Utrecht.
Van het Hulpkantoor K a t s
4. J. Blom, Ierseke.
Kamperland:
5. Arie Van de Vile, Oostendam.
Kruininge:
6. D. Zijlmans, Raamdonkveer.
Ierseke:
7. J. J. R. Bornihd, Bergen-op-Zoom.
Ingezonden Stukken.
Mijnheer de Redacteur!
Och, vergun mij voor onderstaande een plaatsje in
uw courant, die hedenavond wordt uitgegeven. Ter
bereiking van mijn doel weet ik heusch geen anderen
weg dan uwe courant. Ik vertrouw, dat u mij dezen
dienst zult willen bewijzen, waarvoor ik u dan ook ten
zeerste mijn dank betuig.
Aan mijne medestemgerechtigde leden der Hervormde
Gemeente te Goes
Met mij hebt gij zeker dezen morgen ontvangen twee
aanbevelingsbriefjes voor de verkiezing op Woensdag
a. s. van twee leden in de Commissie van Toezicht
op het beheer der kerkelijke goederen, het eene namens
de Evangelische Kiezersvereeniging, het andere namens
de Gereformeerde Kiesvereeniging. Gaat het u zooals
mij, dan vindt ge dien strijd akelig, beide briefjes
walgelijk, want het geldt niet den strijd voor het
Koninkrijk Gods, wel die voor de eene of andere partij,
of voor het een of ander hoofd van die partij. Met
mij weet gij wel, dat wij niet geoordeeld zullen worden
naar de partij waartoe wij behoorden. Ik ken maar
éene partij, namelijk Christus' partij. Moeten nu voor
deze partij mannen gekozen worden, als opzieners der
gemeente, als arm verzorgers, of mannen zooals het
nu geldt, och 1 laat u niet leiden noch door de Evan
gelische noch door de Gereformeerde partij, maar volgt
de stem van uw geweten. Beide genoemde partijen staan
verbitterd tegenover elkander, bij beide partijen ontbreekt