1885. N°. 130. Dinsdag 3 November. 72ste jaargang. Het begroolingsdebat in den Raad. (Economische Spijsuildeeling, eene Slachterij Kleinhandel in Sterkedrank OOESGHG De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond uitgezonderd op feestdagen. Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75. Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct. In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren. COURANT. De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets. Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecht» tweemaal berekend. Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend. Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets. Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel. ii. Kan men zeggen, dat de heer Den Boer in 't alge meen een eenigszins gemoedelijken toon aansloeg en niet in schamperheid of in ongerijmdheden verviel, wij kunnen dit alles niet van den heer M. De Jonge Jz. ge tuigen. Deze kwam met de oude bewering, dat de minder gegoede belastingschuldigen het onderwijs van de kinderen der rijkeren betalen. Reeds herhaaldelijk werd door ons en anderen deze bewering wederlegd en het schijnt een onbegonnen werk te zijn den heer De Jonge te overtuigen, dat hij eene verkeerde mee ning is toegedaan. Wij zullen niet opnieuw eene po ging doen hem daarvan te overtuigen. De bewering is een middel tot drijven gelijk zoovele andere. Maar de heer De Jonge heeft bij de jongste begroo ting eene taktiek beproefd en eene positie ingenomen, welke wij niet met stilzwijgen mogen voorbijgaan. Door een eenzijdigen greep in de begrooting wil hij het doen voorkomen, dat de kosten van het onderwijs voor de gemeente van dien aard zijn, dat de gegoeden niet in de overige lasten bijdragenja, we hooren zelfs uit zijnen mond de woorden zoo wij geen kosten voor het onderwijs hadden, hadden we ook geen Hoofd. Omslag noodig! Fraaie woorden in den mond van een raadslid Tot staving van de eerste bewering berekent hij dat de scholen A, E en de H. B. S. een tekort opleveren van 14531, Ook dit was natuurlijk niet voetstoots naterekenen, maar uit de begrootingscijfers blijkt het volgende: Uitgaven: Jaarwedden H. B. S. ƒ15450, Verdere kosten2850, 18300,— Jaarwedden school E 5300, Vergoeding huishuur 300, Verdere kosten, waaronder aan deel in vuur, licht enz. 1037, Jaarwedden school A Verdere kosten als boven 3870,— 790,— 6637,— Totaal Ontvangsten: Subsidie Rijk H. B. S. 8500, 30 jaarw. en huishuur A en E 2908, Schoolgeld H. B. S. 3500,— E1250, A 1300, 4660,— ƒ29597,— 17458,— Rest ƒ12139,— en niet ƒ14531,gelijk de heer De Jonge beweert. Neemt men nu echter in aanmerking, dat de ge goeden, volgens den heer De Jonge zeiven, f17000 (van de f 26500) in den Hoofdelijken Omslag bijdragen, dan behoeft men slechts een even eenzijdigen greep in de begrooting te doen om genoemd raadslid met zich zeiven in tegenspraak te brengen. Immers even eenzijdig zekere uitgaven tegenover deze lasten stel lende, dan betalen de gegoeden volgens hem f2500, volgens ons f 5000 te veel voor het onderwijs hunner kinderen Hetzelfde geldt van zijne bewering omtrent de to tale kosten voor de gemeente van het onderwijs, welke hij raamt op f27459, (wij krijgen bij eene berekening slechts f 20780). Trekt men daaraf de kosten van de scholen B, C en D, waarvan de gegoeden niet profi- teeren, dan blijkt ook daaruit, dat laatstgenoemden in den H. O. veel meer betalen dan het onderwijs hunner kinderen aan de gemeente kost. Men ziet, dat het niet moeielijk is met deze schran dere wijze van berekening tot allerlei ongerijmdheden te komen; hoe gemakkelijk kan men b.v. de f17000 hoofd, omslag der gegoeden, die bovendien f 6000 schoolgeld betalen, groepeeren tegenover de f 9500 H. O. der lagere klassen en tegenover alterlei posten der begrooting om te beweren, dat de gegoeden en zij alleen verschillende takken van dienst geheel be talen. Volkomen terecht merkte dan ook de Voorzitter van den Raad op, dat het niet aangaat bij eene begrooting een bepaald deel der inkomsten voor een bepaald deel der uitgaven te bestemmen. Is er trouwens wel eene begrooting denkbaar, waarin de inkomsten der gemeente zóo geregeld zijn dat ieder betaalt naarmate van het genot dat hem verschaft, van de bescherming die hem verleend, of van het gebruik dat er door hem van gemaakt wordt Dan ware geene regeling van hoogerhand noodig, maar kon men alles wel aan de belanghebbenden zeiven overlaten. Deze finaneiëele knutselarij latende voor wat zij is, behooren o. i. meer de aandacht te trekken de woorden hadden we geen kosten voor het onderwijs, dan hadden wij geen H. O. noodig. Hoe is het mogelijk dat dit komt uit den mond van een Raadslid, van iemand die geroepen is voor de belangen en de welvaart der ingezetenen te zorgen! Wij willen aannemen, dat de heer De Jonge in zijn zucht om te spreken wel eens wat meer zegt dan hij van plan was of dan hem bij kalm nadenken oirbaar voorkomt (daaruit zijn wellicht ook de verschillende aanmerkingen op de verslagen onzer courant verklaarbaar), maar het is moeielijk van ons te vergen ook deze woorden te schrijven op rekening van louter spreekzucht of onervarenheid. En dan verdienen ze ook veroordeeld te wor den. Wie toch weet niet, dat een gemeentebestuur verplicht is voor openbaar onderwijs te zorgen naar de voorschriften der wet, en dus de uitgaven daar voor onvermijdelijk zijn I Welk bestuurder zou niet trachten, de ontwikkeling des volks voortestaan, zelfs al werd dit niet door de wet bevolen Wie weet voorts niet, dat onder de uitgaven voor het onderwijs ook een groot gedeelte dient voor de minvermogenden Voegt het dan een Raadslid die uitgaven te veroor- deelen en door eene dergelijke eenzijdige voorstelling op effect bij de minder ontwikkelden te werken? Wij hebben nog te hoog denkbeeld van het inzicht van den heer De Jonge om hem de meening toe te dichten, dat hij zijne verplichting in dezen niet zou kennenmaar wat moeten wij dan zeggen van het door hem in dien geest gesprokene, dat, gevoegd bij zijne bewering, dat de meer gegoeden profiteeren van hetgeen de minder gegoeden moeten opbrengen, doet denken aan de theoriën van de sociaal-democraten? Zeggen Domela Nieuwenhuijs, Van Raay, c. s., dat de armen de slaven zijn der rijken, welke laatste gemakkelijk leven van wat de eerste hen door hun arbeid laten verdienenwelnu, hier is geen arbeid in het spel, maar is er anders niet machtig veel overeen komst tusschen beider beweringen En zulke woorden stichten veel kwaad niet bij hen, die dadelijk zien, waar de waarheid eindigt en het sophisme of de partijschap begint, maar wel bij die min-ontwikkelden, die, zonder te oordeelen, maar al te gaarne naar zulke redeneeringen luisteren. En nu zal het toch niet de bedoeling van den heer De Jonge zijn om zoowel in als buiten den Raad den naam van volks-agitator te willen verwerven Nauwelijks toch had hij het lidmaatschap aanvaard, of hij greep de reorganisatie der meisjesschool aan om zijne beginselen te verkondigen. Toen wij ons verstoutten zijne beweringen te weer leggen, vatte hij het dadelijk op, alsof wij tegen zijn persoon te velde trokken en zonder te denken aan de beide spreekwijzen«wie kaatsen wil moet den bal verwachten" en »wie aan den openbaren weg timmert heeft veel bekijks", zond hij ons menig weerschrift ter plaatsing toe. Dit moge een der middelen zijn geweest om de aandacht op zich te vestigen en met een beginsel in verband gebracht kunnen worden, nu hij positie gaat nemen tegen de meergegoeden en daardoor den steun tracht te verwerven der minder- gegoeden om met dien steun zichzelf den lauwer van verdediger der verdrukte onschuld te bezorgen nu hij den meer en meer gebruikelijken vorm gaat bezigen om onder protest goed te keuren, nu gelooven wij zijnerzijds niet meer uitsluitend aan het verdedigen van een beginsel en binden wij mitsdien den strijd over dat beginsel ook niet verder met hem aan. En nochtans willen wij gelooven, dat de heer M. De Jonge slechts argeloos en ondanks zich zeiven in het koor der sociaal-democraten gaat meezingen. Wij hebben recht den grond der bestrijding van de onder wijskosten ergens anders te zoeken. En veel bedenkelijker dan het opwekken van eene dergelijke agitatie zijn zou, achten wij het dan ook, dat uit de redeneeringen zoowel van den heer Den Boer als van de heeren De Jonge en Quist de schijn afgeleid kan worden om de concurrentie van het bijzonder onder wijs met het openbare te vergemakkelijken. Nu is het verhooging van schoolgeld, waardoor allicht de kinderen van openbare scholen naar bijzondere zouden overgaan, dan weer verlaging van de traktementen der onder wijzers, die daartoe moeten medehelpen. Wij mogen hen daarbij herinneren, dat zij als leden van den Raad geroepen zijn de wetten en dus ook die op het lager onderwijs, naar hun beste weten, naar hunne beste krachten en met den meesten ijver uit te voeren, d. w. z. het openbaar onderwijs -zooveel mogelijk te doen bloeien en er zooveel mogelijk kin deren van te doen genieten. Doch in stede daarvan schijnen zij maar al te licht geneigd in meer of minder aangename termen de uitgaven voor het onderwijs te bestrijden en de schijnbare voordeelen van het bij zonder onderwijs in het helderste daglicht te stellen. Wij achten dit eene zaak, waarop niet genoeg kan gewezen worden en wij zullen ook niet aarzelen de aandacht hierop telkenmale weder te vestigen, wanneer het gesprokene in de Raadszitting ons daartoe aan leiding geeft. Een oogenblik dachten wij dat, nu de heer M. De Jonge Jz. het lidmaatschap van den Raad heeft ver worven, er voortaan weinig strijd meer zou zijn in deze gemeentemaar waar de heer De Jonge op 23 Oct. zeide de opbrengst der schoolgelden alleen goed te keuren, omdat hij vooralsnog geen kans ziet voor een voorstel tot verhooging eene meerderheid te ver krijgen, daar blijkt uit dat eene gecursiveerde woord genoegzaam, dat hij hoop koestert op versterking zijner partij. Wanneer dat woord niet zonder bedoeling door den heer De Jonge is gebezigd, dan achten wij het noodig, dat ook van liberale zijde van tijd tot tijd eens een hartig woord over de houding der anti revolutionairen in den Raad wordt gezegd, opdat het publiek kunne oordeelen aan welke zijde de ware behartiging der gemeentebelangen is te vinden. De commissie voor de bestaande uit de heeren J. J. A. FRANSEN VAN DE PUTTE, Voorzitter, F. S A. KNITEL, A. DEKKER, E. VAN DEN BOSCH, J KOOMAN, B. M. DEN BOER, M. STERK, J. J. RAMONDT, J. A. VAN HEEL en D. HILDERNISSE, Secretaris en Thesaurier, heeft hare werkzaamheden voor het aanstaande winterseizoen her vat en de biljetten ter inschrijving aan de ingezetenen doen uitreiken. Burgemeester en Wethouders voldoen gaarne aan het verzoek der commissie, om tot milde bijdragen aan te sporen, en hopen, dat zij in eene ruime inteekening of bijdrage het bewijs zullen zien, dat de werkkring der commissie en haar voortdurend bestaan op hoogen prijs worden gesteld. Goes, den 31 October 1885. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. J. RAMONDT, l.b. De Secretaris, H A R T MA N. Door CORNELIS SCHRIJVER te Goes is een verzoek ingediend, om in het perceel wijk E no. 1275 aan den Stationsweg alhier te mogen inrichten, welk verzoek met de bijlagen ter Secretarie voor een ieder ter inzage zal liggen, terwijl eventueele bezwaren tegen de inwilliging kunnen wor den ingebracht op Zaterdag den 14 November 1885 des namiddags te 1 uur. Goes, den 31 October 1885. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. J. RAMONDT, l.b. De Secretaris, HARTMAN. Door JOSEPHUS FRANCISCÜS WILHELM GS VAN DEN DUNDEN is vergunning gevraagd tot uitoefening van den in de beneden- en boven-voorzaal benevens op de stoep van het perceel aan de Groote Markt wijk O no. 51 gelijk nu aan Mej. de wed. J. G. BITTER was verleend. Bezwaren kunnen worden ingediend vóór den 7 November a. s. des namiddags te 1 uur. Goes, den 31 October 1885. Burgemeester en Wethouders van Goes, J. J. RAMONDT, lb. De Secretaris, HARTMAN. GOES, 2 November 1885. Hoe gemakkelijk men zich tot verkeerde rede neeringen laat leiden blijkt weer uit een ingezonden stuk in het Nieuws- en Advertentieblad voor Noord en Zuid-Beveland van Donderdag 29 Oct. jl., waarin zekere J. eenvoudig beweert, dat de Voorzitter van den Raad zou gezegd hebben voor bezuiniging te zijn mitsniet op het onderwijs. Nu weten wij niet, wie de schrijver van dat stuk is (alleen betwij felen wij of het iemand uit het publiek was, dat op dat oogenblik uit slechts 3 personen bestond), maar wel weten wij, dat mr. Hamer gezegd heeft »voor bezuiniging te zijn, mits het niet zij ten koste van de g e l ij k onderwijs. Het verschil tusschen beide lezingen springt natuurlijk dadelijk in het oog, maar intusschen is de verkeerde lezing gedrukt en verspreid en hier of daar door een lichtgeloovige voor waar heid aangenomen. Naar wij vernemen zal het den koifiehuishouders op N.-Beveland misschien moeielijk gemaakt worden op het punt van den verkoop van sigaren aan hunne bezoekers. Ten minste verzekert men ons, dat hun door den rijks-ontvanger kennis gegeven is, dat zij zich van een patent moeten voorzien om met dien verkoop te mogen voortgaan. Met belangstelling zien wij bevestiging of tegenspraak van deze zaak tegemoet. Bij kon. besluit is de heer W. K. Pické (zich schrijvende W. C. Pické) laatstelijk verificateur 3e kl. bij de in- en uitvoerrechten en accijnzen in Ned.-Indië, thans met verlof hier te lande, op zijn verzoek, met ingang van 1 November, eervol uit 's lands dienst ontslagen, met toekenning van pensioen. De liberale kiesvereeniging «Plicht en recht" te Vlissingen heeft besloten den heer Th. Van Uije Pieterse, die onlangs voor het lidmaatschap van den gemeenteraad bedankte, candidaat te stellen voor de vervulling der door zijn altreden ontstane vacature. In eene Vrijdagavond te Middelburg gehouden en druk bezochte vergadering der liberale kiesvereeniging «Eendracht maakt macht" zijn behandeld de adviezen van het bestuur der «Liberale Unie" in zake kiesrecht. De uitslag was, dat de volgende conclusiën werden aangenomengrondwetsherziening is noodzakelijk het kiesrecht behoort afhankelijk te worden gesteld van de huurwaardenevens de huurwaarde moet ook de grondslag van capaciteit worden opgenomen; de grondwet moet die bepalingen omtrent het kiesrecht bevattenbij de huurwaarde moet een maximum en geen minimum worden bepaald. De vraag of algemeen stemrecht behoort te worden ingevoerd, werd met 49 tegen 23 stemmen ontkennend beantwoord. De M. Ct. verneemt dat de belangrijke bibliotheek van den overleden pastoor den heer P. C. Groen, volgens diens uiterste wilsbeschikking, aan de pastorie der R. K. kerk te Middelburg blijft verbonden en het beheer daarover is opgedragen aan de opvolgers van den over ledene. De Uidd. Ct. verneemt, dat op de fabriek der Kon. Mij. «De Schelde" Zaterdag, nu de onder handen zijnde werken zeer ver gevorderd waren, een 20-tal werklieden van de afdeeling scheepsbouw ontslagen zijn, en dat dit binnenkort nog met eenige het geval zal wezen. Het blad kan daaraan echter de verblijdende tijding toevoegen, dat er gegrond vooruitzicht bestaat, dat hun ontslag slechts voor korten duur zal zijn, daar na de helft der volgende maand het sluiten van het contract met de regeering voor den aanbouw der nieuwe pontons aan de buitenhaven kan worden tegemoetge- zien. De vereeniging tot onderlinge verzekering tegen hagelschade te Oostburg is geconstitueerd. Reeds zijn 53 leden toegetreden. In een Woensdag aldaar ge houden vergadering is een bestuur benoemd dat uit 9 leden bestaat. Alle gekozenen, op twee na, tegenwoordig zijnde, verklaarden zich die keuze te laten welgevallen. Mochten de afwezige heeren voor de aangebodene betrekking bedanken, dan zou met de aanvulling van 't bestuur gewacht worden tot de eerstvolgende alge- meene vergadering. Het H.blad verneemt, dat het antwoord der Re geering op de voorloopige verslagen der Tweede Kamer, betreffende de voorstellen tot grondwetsherziening, waar schijnlijk binnen eenige dagen kan worden tegemoet gezien. De Minister van Binnenlandsche Zaken heeft de volgende circulaire aan Gedeputeerde Staten der pro vinciën gericht«Volgens art. 30 der gewijzigde drank wet worden alle plaatselijke verordeningen, regelende het heffen van vergunningsrecht, overeenkomstig de bepalingen dier wet, herzien vóór 1 Januari 1886. Ter verzekering van de naleving van dit voorschrift, heb ik de eer u uit te noodigen te bevorderen, dat de wijzigingsbesluiten van de Raden der gemeenten uwer provincie, voor zoover ze nog niet ter goedkeuring werden aangeboden, tot dat einde spoedig worden ingezonden." De heer mr. Binnerts heeft voor de candidatuur voor de Tweede Kamer te Sneek bedankt. De centrale vergadering te Sneek heeft nu tot voorloopige candi- daten gesteld de heeren Troelstra, te JonreHeldt, te Amsterdamv. Diggelen, te Zwolle. Zaterdag a. s. zal de centrale vergadering een definitieven candidaat stellen. De kiesvereeniging te Noordwolde en de afdeeling Gorredijk van het Werkliedenbond hebben tot candi daat gesteld den heer Heldt te Amsterdam. Het hoofdbestuur der Ned. Maatschappij ter bevordering van Nijverheid heeft aan de departementen gezonden een missive, houdende verzoek om zooveel mogelijk te helpen bevorderen, dat voorwerpen van oud-Nederlandsche houtsnijkunst verzameld worden, ten einde weder kunstzin bij het jonge geslacht op te wekken. Naar wij vernemen, heeft de heer mr. J. O. H. Ramaer wegens redenen van gezondheid bedankt als Gouvernements-secretaris in Suriname. Daardoor is eene belangrijke betrekking, aan welke eene bezoldiging van ƒ9000 verhouden is, opengevallen. (N. li. Ct.) De tot Minister van Buitenlandsche zaken be noemde voormalige minister-resident Jhr. Mr. Van Karnebeek heeft Zaterdag in handen Van Z. M. den koning, op het Loo, den ambtseed afgelegd. Heden zou ZExc. de leiding van het Departement aanvaarden».

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1885 | | pagina 1