1885. N°. 118.
Dinsdag 6 October.
72sle jaargang.
Bij dit nommer behoort een bijvoegsel.
Een keerpunt.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maan das, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich- voor Botterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van N1JGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COllRAIVr.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Als vervolg van het uittreksel, dat wij gaven, uit
het advies der Liberale Unie in zake kiesrecht, moeten
wij nog een enkel woord wijden aan de belangrijke
vraag, ook opgekomen in den boezem van het comité,
dat het advies heeft uitgebrachtof naast den maat
staf der huurwaarde ook nog een ander en wel een
zoogenaamd capaciteiten-stelsel moet worden geplaatst
De leden van het comité konden omtrent dit vraag
punt niet tot eenstemmigheid geraken. De voorstan
ders van den tweeden maatstaf gionden hunne mee
ning op de volgende overwegingen -.
slo. Dat de in den kiezer vereischte geschiktheid
veeleer door het bezit van zekere mate van kennis
dan door de enkele huurwaarde der woning wordt
aangetoond, omdat de eerste een minstens even sterk
vermoeden ook voor het bezit der vereischte moreele
eigenschappen inzonderheid belangstelling in de pu
blieke zaak wettigt. 2o. Dat de eenzijdigheid van
den maatstaf huurwaarde eenigermate wordt opgewo
gen door het aannemen van een tweeden maatstaf,
die in de leemten voorziet, welke de eerste openlaat.
3o. Dat daardoor velen, welke door het kenmerk van
huurwaarde uitgesloten worden, o. a. een aantal ge
gradueerden, ambtenaren, onderwijzers, industriëelen
en ontwikkelde werklieden, terecht kiesbevoegd zullen
worden. 4o. Dat wel is waar ook hier bezwaren aan
de toepassing verbonden zijn, doch dat de wetgeving
van andere staten leert, dat het geenszins onmogelijk
is, eene zoo volledig mogelijke lijst van bevoegde per
sonen samen te stellen, aan wie, onafhankelijk van
de huurwaarde hunner woning, kiesbevoegdheid behoort
te worden verleend. 5o. Dat juist het eigenaardig
kenmerk der liberale partij moet gezocht worden in
haar eerbied voor ontwikkeling en derhalve in haar
programma de toekenning van kiesbevoegdheid aan
bedoelde personen in geen geval mag worden gemist".
Tegen deze argumenten voerden anderen aan »lo.
Dat het overbodig schijnt, bij de vaststelling der
huurwaarde op een peil, dat zoowel den bekwamen
werkman, als den op kamers wonenden jongen man,
die van den arbeid zijns geestes leeft, den toegang tot
het kiesrecht opent, nog een tweeden maatstaf te
voegen, waardoor slechts enkele uitgeslotenen zouden
worden opgenomen. 2o. Dat de grootst mogelijke
klaarheid en eenvoud een kiesstelsel behoort te
kenmerken en daarom eenheid van grondslag b:j
twijfel stellig de voorkeur verdient. 3o. Dat de
beoordeeling der persoonlijke bekwaamheid met
schier onoverkomelijke bezwaren gepaard gaat, waar
door men veelal vervalt in het nadeel van een
zeer hoog peil en daardoor den schijn aanneemt van
een voorrecht toetekennen aan de hoogere standen der
maatschappij, of wel aan het tegenovergestelde euvel
bloot staat, om een zóo laag peil aantenemen, dat
nagenoeg ieder kiesbevoegd wordt. 4o. Dat het, wil
men beide uitersten vermijden, hoogst moeilijk is, zon
der groote ingewikkeldheid een rechtvaardigen maat
staf van bekwaamheid te vinden. 5o. Dat bekwaam
heid, hoe ook geconstateerd, slechts een zekeren graad
van intellectueele ontwikkeling, somtijds zelfs van zeer
eenzijdige intellectueele ontwikkeling aantoont, geens
zins echter tevens het bezit van dien burgerzin en die
zelfstandigheid, welke voor de geschiktheid van den
kiezer ten minste even onmisbaar mogen heeten."
Daar voor- en tegenstanders elkander niet van de
juistheid hunner argumenten hebben kunnen overtuigen,
bepaalt het comité zich tot de mededeeling van de
redactie, welke door de voorstanders wenschelijk wordt
geacht«Kiesbevoegdheid wordt bovendien verleend
aan allen, die aan de algemeene vereischten voldoen
en die bezitten eene zekere mate van bekwaamheid,
blijkende uit het bezit van eenigen graad, titel of
diploma, het bekleeden van eenig ambt of eenige be
trekking, of de uitoefening van eenig beroep, een en
ander te regelen bij de Wet."
Ons komen de bezwaren der tegenstanders van den
dubbelen maatstaf niet zoo overwegend voor, dat het
groote voordeel, dat er door verkregen wordt, daar
tegen niet zou opwegen.
Elke maatregel toch, die kan bijdragen om het kies
recht te verleenen aan personen, die daarop, uithoofde
van hunne algemeene kennis en hunne belangstelling
in de publieke zaak, eenig recht hebben, moet worden
toegepast wanneer daaraan geene onoverkomelijke
bezwaren verbonden zijn en welk eene groote uitbrei
ding de huurwaarde als kiesrechtmaatstat ook aan
het kiesbevoegd gedeelte der mannelijke ingezetenen
van Nederland moge geven, toch zoude nog menigeen
daarvan door toevallige omstandigheden verstoken
blijven.
Dat de klaarheid en eenvoud van het kiesstelsel
ernstig zou bedreigd worden door dezen dubbelen
maatstaf geloeven wij niet, want de beoordeeling der
persoonlijke bekwaamheid is niet zoo moeielijk, wan
neer men haar niet wil leeren kennen door een examen,
maar haar afmeet naar de betrekking of het ambt
door iemand bekleed. Wel zal daardoor eene uiterst
eenzijdige ontwikkeling eenigermate worden bevoor
recht, doch daartegenover staat, dat velen die door den
huurwaarde-maatstaf het kiesrecht verkrijgen, zeker
ook tot de eenzijdig ontwikkelden zullen behooren,
terwijl de omvang van het hedendaagsche onderwijs
ons een waarborg toeschijnt, dat die eenzijdigheid zich
hoe laDger hoe minder zal doen gevoelen.
Voorts heeft de formule, door de voorstanders van
den dubbelen maatstaf aangegeven, nog dit voordeel,
dat zij den gewonen wetgever de macht verleent om
naar gelang de tijdsomstandigheden veranderen ook
de reeks der bij de wet vastgestelde ambten en be
trekkingen uittebreiden.
Dat door een en ander eene groote uitbreiding van
het aantal kiesbevoegden zou verkregen worden is
duidelijk.
De vraag doet zich dus onmiddellijk vooris zulk
eene uitbreiding gewenscht
Wij meenen de vraag met een volmondig ja te moeten
beantwoorden, omdat wij er een keerpunt uit voorzien
in onzen politieken toestand.
Het is overbodig te zeggen, dat wij een ernstigen
tijd beleven, niet alleen op economisch, maar ook op
staatkundig gebied.
Het is nu eene eeuw geleden, dat ons zelfstandig
volksbestaan werd bedreigd door inwendige verdeeld
heid, zoodat het ten slotte den schok van staatkun
dige stormen uit het buitenland niet kon weerstaan.
Voor den opmerkzamen beschouwer van de staatkun
dige verhoudingen in binnen- en buitenland rijst de
ernstige vrees, dat ons land thans den zelfden weg zou
kunnen opgaan.
De staatkundige geschiedenis der laatste jaren leert
afdoende, dat verdragen of overleveringen niet altijd
voldoende bescherming aanbieden, en dat het bezit
van Koloniën iederen dag eene bron van moeielijkheden
met den aan ons palenden machtigen militairen nabuur
kan worden.
Bij deze omstandigheden komt nog de treurige
waarheid, dat de troonopvolging in ons vorstenhuis
aan een zijden draad hangt, waardoor ons land in
groote moeielijkheden zou kunnen geraken.
In dezen stand van zaken is er noodig eene krach
tige Regeering en eene krachtige Volksvertegenwoor
diging, die de eenheid des volks steeds trachten te
bevorderen in stede van de verdeeldheid in de hand
te werken. De kerkelijke partijschap in de volks
vertegenwoordiging moet wijken voor eene gezonde
staatkundige partijverhouding.
In dat opzicht verkeeren wij op dit oogenblik al
in eene zeer ongelukkige positie. Wij hebben eene
Regeering, welker zwakte eigenlijk hare kracht is, en
eene volksvertegenwoordiging, welker 43 tegen 43
haar feitelijk tot onmacht doemt.
Het komt ons voor, dat in deze omstandigheden
de vaderlandsliefde bij de volksvertegenwoordiging den
doorslag moet geven om uit het labyrinth te geraken,
en de aanstaande herziening der Grondwet kan daar
toe het middel zijn.
Wel is het waar, dat, als de kerkelijke partijen
volharden in haren Ierschen eisch eerst wijziging van
art. 194 der Grondwet en dan algemeene herziening,
feitelijk ook eene herziening van het kiesstelsel in
dezen geest achterwege dreigt te blijven, maar niet
onmogelijk achten wij wat de heer Van Houten in
de Kamerzitting van 29 Sept. jl. zeide dat de Kroon
zich wel eens zou kunnen scharen aan de zijde der
43 liberalen, welke grondwetsherziening verlangen
Niet uit vrees voor eenige heethoofden, maar in het
welbegrepen belang van het land behoort eene flinke
uitbreiding van het kiesrecht tot stand te komen. De
groote massa van onze werklieden is gelukkig te ver
standig om ook voor een oogenblik te gelooven, dat
het dreigen met geweld den maatschappelijken toestand
zou verbeteren. Onze natie heeft te veel gevoel van
onafhankelijkheid, te veel nationalen zin om éene lijn
te trekken met hen, die hun vaderland verloochenen.
Maar aan den anderen kant mag dan ook de liberale
partij den wensch naar een zoo ver mogelijk gaand
stemrecht niet wederstaan. Wij meenen dat dit te
vinden is in het denkbeeld van den heer Gteich-
man, die kiesrecht ook voor den gezeten werkman
voorstaat. Klaarblijkelijk is dit ook de leuze der libe
rale Unie, althans van een deel der commissie. In
haar capaciteiten-stelsel is de gezeten werkman opge
nomen.
Zou het niet mogelijk zijn, dat wij een keerpunt in
ons politiek leven tegengaan, wanneer de liberalen zich
nauw aaneensluiten onder eene dergelijke leuze? De
liberale partij zou daardoor weder kunnen worden de
krachtige vooruitstrevende partij, welke zij gedurende
eenige jaren na 1848 werkelijk was.
Er is thans sprake van het werk van 1848 te vol
tooien. Indien wij schroomden dit te doen in den zin
van groote uitbreiding van het kiesrecht, dan zouden
wij erkennen, dat het volk niet is vooruitgegaan in
vatbaarheid en politieke ontwikkeling. Maar buiten
dien, zonder eene dergelijke uitbreiding schijnt ons
geene oplossing van den tegenwoordigen, voor 's lands
welzijn en eenheid zoo noodlottigen, toestand mogelijk.
GOES, 5 October 1885.
Onze lezers zullen zich vermoedelijk nog wel
herinneren, hoe een paar jaren geleden het bestuur
der Bijzondere school alhier de kinderen dier inrich
ting niet wilde doen deelnemen aan het zomerfeest,
gegeven door het comité tot wering van schoolverzuim,
op grond dat dit feest zou worden opgeluisterd door
eene voorstelling van den goochelaar en prestidigitateur,
den heer Ockhuijzen.
Een dergelijk feit heeft zich Zaterdag te Leiden
voorgedaan, waar, ter herdenking van het ontzet dier
stad, aan de kinderen der lagere scholen een feestje
was bereid, waarbij eveneens de heer Ockhuijzen
optrad.
Ook aan dat feest, nog wel ter herdenking van een
belangrijk geschiedkundig feit, mochten de kinderen
der bijzondere christelijke scholen geen deelnemen!
Ellewoudsdijk. Tot lid van den gemeenteraad alhier,
in plaats van wijlen dhr. G. De Jager, is gekozen de
heer M. Mol met 12 van de 16 uitgebrachte geldige
stemmen. De heer J. Rotte verkreeg er 4, terwijl 4
briefjes van onwaarde waren.
Ierseke. Naar men verneemt zal hier een proef ge
nomen worden met eene nieuwe toepassing van den
stoom bij de oestercnltuur. Bij de firma De Groot en
Bolier is sedert eenige jaren een raderstoomboot in
gebruik, die eenige ondiepe groote bakken op zijde
neemt, waarin manschappen plaats nemen om oesters
te korren. Nu is voor eene andere firma bij de heeren
Smit te Kinderdijk eene schroefstoomboot in aanbouw,
die op de Schelde en het Amsteldiep oesters zal kor
ren met stoom, zoodat bedoelde bakken onnoodig
zullen zijn. Het schip zal den naam dragen van De
Mossel en inderdaad in vorm ook veel overeenkomst
met een mossel hebben. De proeftocht is voorloopig
bepaald op 16 October a. s.
Ylissingen. De afgevallen, dorre bladeren, r.u en
dan door een rukwind heen en weer geslingerd, de
dagen, die steeds korter en kouder worden, onstuimige
buien en halve stormen, door een flauwen zonneschijn
afgewisseld, alles doet ons, zelfs zonder raadplegen
van den almanak, zien, dat de zomer weer voorbij
is. En met den zomer het badseizoen van 1885. Het
badhuis, dat op een zonnigen dag nog eens door enkele
wandelaars bezocht wordt, zal weldra eenzaam en
verlaten zijn winterslaap ingaan.
In den loop van het jaar werden aan het badhuis
en in zijn omgeving groote veranderingen aangebracht,
die oorzaak waren van een den niet bijzonder zo-
merschen zomer in aanmerking genomen tamelijk
druk bezoek. Mochten ook niet al de aanhangige
plannen, met name dat van den bouw van een nieuw,
groot badhuis, om oorzaken, die we hier niet behoeven
na te gaan, verwezenlijkt worden, we kunnen met
eenigen grond de verwachting uitspreken, dat ook het
nieuwe seizoen op veranderingen en verbeteringen zal
kunnen bogen. De stoomtram, die gedurende de laatste
weken zeker meer ouder gewoonte dan tot vervoer
van talrijke reizigers den weg naar het badhuis op-
stoomde, heeft met de nieuwe dienstregeling, op 1
October in werking getreden, zijne reizen door de week
naar het badhuis gestaakt, om alleen op Zon- en
Feestdagen nog een enkele maal per dag den
ouden weg te berijden. Maar hoe de tram ook poge
de eenzaamheid aan het badhuis te verdrijven, het is
te verwachten dat zij hem weldra te sterk zal worden.
Het moge hard vallen met het bezoek aan eene geliefde
plaats te breken, met den zomer is het aantrekkelijke
van het golfgeklots verdwenen, en misschien al zeer
spoedig zullen we meer koelte hebben dan ons lief is.
De winter staat voor de deur. Misschien nijpende koude,
helaas vaak gepaard met nijpend gebrek. Een nijpend
gebrek, ongelukkig maar al te dikwijls niet alleen voor
den luien, onbekwamen, ook voor den ijverigen ge-
scliikten werkman. Met den winter, 'tis een niet te
weerspreken feit, nemen in vele beroepen, juist wan
neer de behoeften stijgen, de werkzaamheden af. 'tls
dan ook niet ongerijmd te veronderstellen, dat velen
met angst en bekommering den winter tegemoet zien.
En onder die velen misschien ook wel werklieden van
de fabriek «de Schelde." Want zoo hun de jobstijding:
«wij hebben geen werk meer voor u" in de ooren
klinkt, droevig sommigen weten het bij ondervin
ding droevig is dan het vooruitzicht. We hopen
van ganscher harte dat zoo iets niet gebeure, en met
eenigen grond, want de werken noodig ter vergrooting
van de vluchthaven zullen «de Schelde" ook wel iets
te doen geven. Wie weet, hoe spoedig we deze korte
beschouwing, die misschien door den invloed van het
weder wat pessimistisch gestemd is, met eene gun
stige tijding kunnen aanvullen.
Toen in de vorige Gemeenteraadszitting van Vlis-
singen de heer Van Uije Pieterse, wethouder, benoemd
werd tot lid en voorzitter van het algemeen armbe
stuur, verklaarde hij, op grond van zijn drukke bezig
heden, die betrekking niet te kunnen aannemen. Over
een voorstel om op het besluit terug te komen staakten
de stemmen. In de Vrijdag gehouden zitting werd dus
over dat voorstel opnieuw gestemd, thans met het ge
volg dat het verworpen werd. De heer Van Uije Pieterse
verklaarde nu opnieuw pertinent voor de benoeming
te bedanken. Wijl art. 33 van het reglement van orde
voorschrijft dat voor een dergelijke betrekking niet
kan worden bedankt, ziet men met belangstelling den
uitslag in deze zaak tegemoet. In de volgende zitting
zal door B. en W. een daarop betrekkelijk voorstel
gedaan worden.
Naar het U. D. verneemt zijn thans omtrent
het gebruik van het restauratierijtuig VlissingenVen-
loo vice versa nieuwe bepalingen geldig.
Reizigers le klasse nl. hebben steeds vrijen toegang
tot dat rijtuig, mits een vertering makende. Reizigers
2e klasse kunnen van het restauratierijtuig gebruik
maken op één der secties VlissingenBreda of Breda
Venloo; alleen moeten zij alsdan een vertering maken.
Wenschen zij echter ook voor het andere gedeelte der
reis in het rijtuig te blijven, dan kan dit tegen betaling
van een supplement van fl.80 geschieden.
Naar men verneemt, zal de heer D. C. La Porte,
te Irnsum, tot gemeente-geneesheer te Wolferdsdijk
benoemd, binnen kort zich aldaar kunnen vestigen,
nu het gelukt is, tijdelijk eene woning in huur te
erlangen, tot dat het in aanbouw zijnde huis geschikt
zal wezen om door hem betrokken te worden.
Aan de Rijks-Universiteit te Utrecht is, voor de
eerste maal, Vrijdag het doctoraal examen in de genees
kunde afgelegd door een dame en wel door mej. A.
P. C. Van Tussenbroek.
Naar aanleiding van de opgenomen en opruiende
taal, in de vergaderingen der voorstanders van alge
meen stemrecht gevoerd, schreef de Standaard:
«Nu wordt het dreigen met bloedstorting. Dreigen
met openlijk verweer en straatrevolutie.
«Ja, dreigen, dat heel het gouvernement moet op
geruimd worden.
«Wie had gedacht nu reeds deze taal in de resi
dentie te zullen hooren. Nog met een Oranjevorst op
den Troon 1
«Het is ontzettend.
«Zie, dat zijn de gevolgen van wat het liberalisme
misdreef".
De Kamper Courant is over deze taal diep veront
waardigd. Dat durft de man schrijven roept het
blad uit die al zijn kracht zoekt in het in beroering
brengen van de massa's. De demagoog en volksmenner
bij uitnemendheid. De man, die de ontwikkelde en
hooggeplaatste mannen zijner partij aan de lijn heeft
gekregen door hen voortdurend in angst te brengen
voor de ontketende hartstochten van het anti-revolu
tionaire JanhagelMen moet maar brutaal wezen.
«Het gezag schafte het (liberalisme) in eiken kring
af." Aldus de Standaard. Herinner u, hoe Kuyper
en de zijnen het zoogenaamde «Christenvolk" in be
weging hebben gezet tegen eene wet, die door de
wettige Regeering en de wettige Vertegenwoordiging
was totstandgebrachten hoe datzelfde blad het aan
zijn volkje voorstelde, als zou de Koning wel anders
willen, maar door zijn raadslieden gedwongen werd
om onrecht te doen. Dat zijn waarschijnlijk de mid
delen om het gezag hoog te houden 1
Het was dr. Kuyper, die het algemeen stemrecht
heeft binnengeleid in de kerk; het was dr. Kuyper
die het eerst sprak van een wetboek op den arbeid
het was dr. Kuyper die ook in zijn geschriften telkens
blijk gaf, dat er tusschen hem en de socialisten eene
nauwe geestverwantschap bestaat.
En deze man, die van de Gebings, de Van der
Stadt's, de Fortuyn's en de Van Raays alleen verschilt
door het godsdienstig masker, dat hij zich voorge
bonden heeft, heeft nu de onbeschaamdheid anderen
aansprakelijk te stellen voor hetgeen die lieden in het
openbaar spreken
Aan al de ellende, die wij beleven, heeft niemand
meer schuld dan dr. Kuyper. Wat is de allereerste
oorzaak van de groote ontevredenheid, die er alom in
den lande heerscht over den gang van zaken op wet
gevend gebied Het is de stremming, die er gekomen
is in de toepassing der liberale beginselen. Hadden die
beginselen zich geleidelijk kunnen ontwikkelen, er zou
niet alleen gang zijn gebleven in de staatsmachine,
maar er zouden ook op sociaal en economisch gebied
hervormingen zijn tot stand gekomen, die een beteren
toestand zouden hebben voorbereid en zeer vele grie
ven zouden hebben weggenomen.
En waardoor anders nu is die stremming gekomen,
dan door het bederf, dat dr. Kuyper in ons politieke
leven heeft gebracht?