1885. N°. 115.
Dinsdag 29 September.
72ste jaargang.
eene droogerij van Sigaren
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct, met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
"V" ©rpa-olitiriQ-
ep Zaterdag den 10 October aanstaande des namiddags
te een ure in de groote zaal van het Raadhuis van
le. de hoveniering in de voormalige Zoutevest, thans
in pacht bij I. Wessel;
2e. het vroegere Ravelijn aan de Westzijde der Haven,
thans in. pacht bij Pieter Van Ast;
3e. de dijken van de begraafplaats, voorbij de 's-Heer
HendrikBkinderen-barrière tot bij en aan den dijk van
de Ambachtsheerlijkheid van 's-Heer Hendrikskinderen
thans in pacht bij M. Rijk
ée. de dijken buiten de Bleekveldsche-barrière, thans
in pacht bij C. Schrijver Pz.
De voorwaarden liggen ter Secretarie voor een ieder
ter inzage op eiken werkdag van des voormiddags 9
tot des nammiddags 2 uren.
Goes den 26 September 1885.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Door JOHANNES LINSE te Goes is een verzoek
ingediend, om in het perceel wijk C no. 15 in de
Lange Kerkstraat en het Kattestraatje alhier
te mogen inrichten, welk verzoek met de bijlagen ter
Secretarie voor een ieder ter inzage zal liggen, terwijl
eventueelebezwaren tegen de inwilligingkunnen worden
ingebracht op Zaterdag den 10 October 1885 des na
middags te een uur.
Goes, den 26 September 1885.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
Den Haag, 25 September.
Welk een onderscheid nit, of een paar weken ge
leden! Toen allerwege en op elk gebied gebrek aan
stof als 't ware, thans zóo vele en veelsoortige onder
werpen dat men met een reeds lang overleden hoofd
redacteur van een groot liberaal orgaan veilig zeggen
kanovervloed van plaatsgebrek. En inderdaad, als
men aan al wat in de laatste veertien dagen opvol
gend de aandacht trok, ook maar een kort woord wil
wijden, men zou kolommen kunnen vullen en nog bouw
stof overhouden. Als in een kaleidoskoop vertoonen
zich en warrelen door elkaar de jongste gebeurtenissen,
waarin de residentie het grootste aandeel had. Jeanne
Lorette, de nbetooging" op het Buitenhof en in het
gebouw voor Kunsten en Wetenschappen tot het eischen
van algemeen stemrechtde betooging" op het Bin
nenhof met de jaarlijksche sluiting en opening der
zitting van de Staten-Generaal, als aanvang der nieuwe
parlementaire campagne; de Troonrede; de installatie
en de speeches der voorzittersde adressen van ant
woord (dat der Eerste Kamer reeds afgehandeld); de
millioenen-speechde Staats- en Indische begrootingen
met aanverwante mededeelingen op financieel, kolo
niaal en économisch gebied! Weg is de komkommer
tijd. Men is veeleer verlegen met den weelderigen oogst
op journalistisch gebied.
Laat ik beproeven in een compact geheel over een
en ander iets in het midden te brengen. Over de
geruchtmakende zaak van Lorette kan, nu de uitspraak
bereids gevallen is, veilig het stilzwijgen bewaard
worden. De straf is in elk geval zeer genadig.
De betooging op het Buitenhof, bijeengeroepen door
de hoofdbesturen van den Nederlandschen bond voor
algemeen kies- en stemrechthet algemeen Ned.
werkliedenverbond en de sociaal-democratische ver-
eeniging in Nederland, had in den aanvang, vooral
in verband met de voorafgegane opstootjes en oproerige
bewegingen in de hoofdstad en in onderscheidene andere
plaatsen, bij velen vrees doen ontstaan voor botsing of
verstoring der orde en rust. Velen verheelden het zich
niet dat onze burgemeester wellicht wijzer hadde gedaan
om, in overleg met den Cemmissaris des Konings, de
optocht langs 's heeren straten, en dat nog wel op
den Zondag, niet toetestaan, bepaaldelijk ook omdat
zich bij die beweging voor algemeen stemrecht de
sociaal-democraten, Waarvan het oproerig orgaan Recht
voor allen de tolk en bazuin en de bloedvlag de ba
nier is, hadden aangesloten. Men wane ook niet
dat de ongerustheid zóo geheel ongemotiveerd was.
En wanneer nog iets noodig ware om, in verband
altoos met Amsterdam en elders, die ongerustheid te
rechtvaardigen, dan zou de taal in de bijeenkomst
zaal vooral door Domela Nieuwenhuis en Van der Stadt
en buiten de zaal in den tuin door Fortuijn gevoerd,
daartoe alleszins kunnen volstaan. De dagbladen van
verschillende kleur hebben van die vergaderingen zeer in
't breede verslag gegeven en het is niet te veel gezegd
wanneer men van die «betooging" getuigt, dat zij in aan
leg, toeleg en toelichting door en door revolutionair was
en dat het niet ontbrak aan ophitsing en misleidende
voorstellingen nopens de vruchten, die het «arme volk"
van het algemeen stemrecht zou inoogsten. Het was
bij sommige der sprekers althans een parti pris of
een manie om het zóo voortestellen, dat door de in
voering van dat algemeen stemrecht op eenmaal aan
alle ellende, aan allen werknood die den arbeider drukt,
aan alle ware of vermeende grieven en klachten een
einde zou komen en dat onze politieke en economische
toestanden eensklaps eene omwenteling zouden onder
gaan, waardoor de vierde klasse in eene goede positie
zou geraken. Dat dit eene valsche voorspiegeling is,
waarvan vele lichtgeloovigea het slachtoffer zouden
worden; dat dergelijke betooging onwaar is en in
't eind tot groote ontevredenheid en teleurstelling
moet leiden, daartoe is slechts noodig te wijzen op de
weldaden die Frankrijk genoten heeft van het suffrage
of beter gezegd souffrage universel, er op te wijzen
hoe daar de coup d'état van Napoleon en de proclamatie
van het tweede Keizerrijk door middel van het alge
meen stemrecht is mogelijk gewordenhoe daar de
onzinnige oorlog met Duitschland door dat stemrecht
is bezegeld, en hoe van die s vrucht" wederom Sédan, het
verlies van twee der kostelijkste provinciën, een vermeer
derde schuldenlast van miljardenen eene daarmede samen
hangende verhooging van belastingdruk, stilstand van
zaken, achteruitgang overal het onvermijdelijk gevolg
was-, terwijl eindelijk, na voortdurende wisseling van
allerlei Ministeriën in allerlei richting op het eigen
oogenblik dat de algemeene stemrechters in Den Haag
spreken van en wijzen op het Buitenland, zelfs op het
Frankrijk onder Napoleon III, hunne trouwe broeders
van de roode vlag te Parijs zich elkander reeds in
eene kiezersvergadering a la bourse, met revolverschoten
overtuigen dat het allemans-kiesrecht een natuur
recht is!
Heeft ook soms dat recht de actueel heerschende
malaise in het démocratische Amerika verhoed of be
dwongen Heeft het zóó zeer uitgebreid stemrecht in
Engeland de schandalen kunnen voorkomen van den
handel in blanke slavinnen, bijna allen kinderen der
arme bevolking Speelt in Duitschland Bismarck,
waarop men mede in de meeting een beroep heeft
gedaan, niet met dat stemrechtom dan eens de libe
ralen tegen de clericalen of de conservatieven tegen
de radicalen op te jagen, teneinde naar gelang zijner
politieke inzichten van het oogenblik, de minderheden
aan de meerderheden op te offeren en als 't ware
nu legaal macht boven recht te verheffen Zijn on
gunstige tijdsomstandigheden, die de ware menschen-
vriend met weemoed nagaat en met liefde lenigt,
zóó veel dat mogelijk is; zijn daling van prijzen,
misgewassen of onvoldoende oogsten, brandende con
currentie in velerlei takken van handel en bedrijf,
zijn dat de gevolgen van het gemis van algemeen
stemrecht bij onze arbeiders en mindere klassen
Wie zal het geloovenEn, nu eenmaal de heer
Heemskerk meende eene deputatie, die bem eene in
de meeting aangenomen motie overbracht, te woord
te moeten staan, zal ieder van de juistheid zijner op
merking aan die gedeputeerden overtuigd zijn, toen
hij hun te kennen gaf: dat hij niet deelde in het
gevoelen dat de tegenwoordige économische verhoudin
gen met het algemeen stemrecht in verband kunnen
gebracht worden, en dat de toestanden niet door al
gemeen stemrecht te verbeteren zijn. Ware dit het
geval, hij zelf zou er dan een voorstander van worden.
Eindelijk kan nopens deze demonstratie of manifes
tatie nog gezegd worden, dat de aanvankelijke bezorgd
heid nopens den afloop spoedig is geweken, toen het bleek
dat orde en rust geen oogenblik werden gestoord, mis
schien ook wel gedeeltelijk als gevolg van de tactvolle
houding der politie, maar vooral door de onthouding van
het publiek van elke deelneming, luidruchtigheid, bedekte
aanmoediging of uiterlijke blijken van sympathie. Ja,
in de zaal was er veel applaus bij eene of andere leuze
of pathetische ontboezeming van medegevoel voor het
werkende volk, maar op 's heeren straten was het
overal rustig en was de drukte 's avonds niet veel
grooter dan eiken Zondagavond.
Van het Buiten- naar het Binnenhof is maar een
korte overstap, doch die is ditmaal bijna overbodig. Er is
eerst gesloten en Maandag daarna zijn de Kamers
geopend, naar gewoonte met een Troonrede. Was dat
wel een Troonrede? Was het eigenlijk niet een zeer
oneerbiedig in 's Konings mond gelegd praatje over
dingen die iedereen wist, met terughouding van alles
waarover ieder juist wél iets weten wilde Het is
zeker niet beleefd van Re Sprokkelaar om het stuk
niet eens mee te deelen, als zijnde »de moeite van
het zetten niet waard", maar zeer stellig heeft geen
zijner lezers er iets bij verloren door dat niet afdrukken.
Waarlijk, de heer Heemskerk, die als hoofd van
het bewind voor dat stuk (staatsstuk te zeggen zou
te veel eer zijr.) verantwoordelijk is, heeft het comité
der zoogenaamde Nationale Vergadering (schoon hij
die benaming terecht wraakte) eigenlijk beter ont
vangen en toegesproken dan de Troonrede het woord
richt tot de vertegenwoordigers der Nederl. natie.
Die geringschatting, dat koude, rillige, hoekige van
dat officiëele document is dan ook niet onopgemerkt
gebleven, maar heeft uiting gevonden in al de organen
der pers van verschillende richting, met uitzondering
alleen van het Haagsche Dagblad, dat er wel niet
bijster mede ingenomen was, maar toch trachtte, zoo
goed en zoo kwaad als 't kon, er een mouw aan te
passen, zooals men dat noemt.
Er is hier en daar ook gezegd dat die kleurlooze,
klanklooze en hartelooze rede een noodwendig gevolg
was van onzen misselijken politieken toestand met eene
Tweede Kamer op het doode punt, onmachtig om
voor- of achterwaarts te gaan, onbekwaam zelfs tot
eenige beweging hoegenaamd.
De misselijkheid van den toestand gaaf toegegeven
en het heeft in deze brieven zeker niet ontbroken aan
beschouwingen daarover, mag toch gevraagd worden
rechtvaardigt dan die toestand eene onthouding, eene
ontwijking als 't ware van elke vertrouwelijke aanra
king met de Staten-Generaal, elke mededeeling van
plannen, wellicht met het doel om daardoor een minder
aangenaam adres-debat te voorkomen Zoo al, 't baat
toch nieter moet toch kleur bekend worden. Het
eigen voorstel tot Grondwetsherziening kan toch niet
geïgnoreerd worden, evenmin als de daarin reeds opgeno
men kiesrechtwijziging, evenmin als de schoolquaestie
Wanhoopt de Regeering dan zóo zeer aan de vader
landsliefde en handelbaarheid der drie groepen in de
Kamer (alleen in de schoolquaestie op het hoofdpunt
tot twee partijen geformeerd), dat van dit alles wordt
gezwegen en het zelfs niet eens gewaagd wordt een
beroep te doen op gemeen overleg, op samenwerking
tot heil des land Is de nacht zóo stikdonker dat
ook geen enkele lichtstraal, geen enkele opwekkende
mededeeling, niet éen bemoedigend woord of vertrouwe
lijke uiting tot de Vertegenwoordiging kon worden
gericht
Het is vreemd, maar van eene dergelijke openings
rede onder eene constitutioneele regeering is hier te
lande geen heugenis ook bij de veteranen in het poli
tieke strijdgewoel der laatste 40 jaren. Neen, de toe
spraak was koel, koud, naar. Zeer zeker mag men
de werkelijkheid niet opofferen aan de rooskleurige
inkleeding van een officieel stukmaar dat behoeft
ook niet. En het bewijs daarvan ligt in de toespraken
der Voorzitters van de beide Kamers bij de aanvaar
ding van hunne hooge betrekking, die in hoofdzaak
reeds in uw vorig nommer werden medegedeeld.
De Liberale Unie heeft dezer dagen hare eerste
vrucht afgeworpen in den vorm van een advies, uit
gebracht door vier leden van haar bestuur en vier
afgevaardigdenomtrent de grondslagen, waarop bij
eene grondwetsherziening het kiesrecht zou moeten
berusten. Dit advies is aan de verschillende liberale
kiesvereenigingen in ons land toegezonden ter bespre
king, terwijl de conclusiën en vragen, die daaruit
mochten voortvloeien, op eene aanstaande algemeene
vergadering der Unie zullen worden besproken.
Het comité heeft in zijn advies, dat te groot is om
in zijn geheel in ons blad te worden opgenomen, alleen
de vraag behandeld hoe het kiesrecht voor de Tweede
Kamer zou moeten worden geregeld en dan nog wel
alleen voor zoover dit recht in de eerste wet des Rijks
dient te zijn omschreven.
Den census als maatstaf voor kiesbevoegdheid geheel
verwerpende, op grond, dat »eene volksvertegenwoordi
ging,uitsluitend gekozen door hen,die zeker totaal bedrag
in sommige onderling niet samenhangende belastingen
betalen, eene eenzijdige en gebrekkige uitdrukking
geeft aan de staatkundige gevoelens", stelt het comité
voorop, dat de liberale partij niet censusverlaging
maar grondwetsherziening moet eischen.
De vraag moet dus beantwoord woordenwelken
grondslag moet de Grondwet aanwijzen Bij de beant
woording daarvan stelt het comité voorop, dat kiesbe
voegdheid moet worden toegekend aan allen, die daartoe
geschikt zijn en onthouden worden aan allen, welke deze
geschiktheid missen. Die geschiktheid bestaat in de
vereeniging van genoegzame ontwikkeling om beteekenis
en strekking der verkiezingen te beseffen, voldoenden
burgerzin, m. a. w. belangstelling in de publieke zaak,
om kiesbevoegdheid op den waren prijs te stellen en
daarvan geen misbruik te maken in het eigen belang
van den kiezer en genoegzame zelfstandigheid om naar
eigen inzicht zijne stem uittebrengen. Er moet echter
gezocht worden naar een uitwendigen maatstaf om die
inwendige eigenschappen daaruit afteleiden en die
maatstaf meent het comité gevonden te hebben in het
bezit van een gevestigden stand in de maatschappij,
blijkende uit de huurwaarde der woning.
Het comité verschilt echter in dezen van het bekende
regeeringsontwtrp, dat ook de huurwaarde als maat
staf neemt, dat het niet de maatstaf voor de waar
deering der plaatselijke gesteldheid meent te moeten
zoeken in de verhouding van het aantal kiezers tot
het bevolkingscijfer, met deze verhouding in de minst
welvarende streken met de laagste gemiddelde huur
waarde als uitgangspunt. Het wil juist, dat rechtstreek-
sche waardeering van alle omstandigheden, welke op
het gemiddeld bedrag der huurwaarde in de verschil
lende gemeenten betrekking hebben, plaats vinde. Langs
dien weg is het mogelijk, door vaststelling van een
ongelijk en plaatselijk minimum, eene zoo nauwkeurig
mogelijk gelijke mate van geschiktheid te waarborgen.
Deze waarborg dient echter niet door den grondwet
gever maar door den gewonen wetgever te worden
verstrekt en daarom zal in de Grondwet alleen dienen
te worden bepaald een zeker minimum en maximum.
Dit nu wenscht het comité te fixeeren respectievelijk
op 50 en 200. Binnen die grenzen kan dan de wet
gever voor iedere gemeente het minimum der huur
waarde bepalen, terwijl tevens desvereischt door de
plaatselijke huurwaarde te verminderen de kiesbevoegd
heid door den gewonen wetgever kan worden uitgebreid.
Aangezien echter voor een en ander kennis der plaat
selijke gesteldheid een eerste vereischte is, meent het
comité dat de Grondwet zelve in dezen het advies van
Gedeputeerde Staten moet eischen.
De bezwaren aan de schatting der huurwaarde ver
bonden acht het comité niet onoverkomelijk groot,
terwijl het voorts onnoodig acht bij de huurwaarde
nog eenigen anderen maatstaf voor kiesbevoegdheid aan
te nemen. Ieder, die dus aan de overige algemeene
vereischten van Nederlandschapingezetenschap en
meerderjarigheid voldoet, zal als kiezer worden erkend,
zoodra hij krachtens eenig hem toekomend recht eene
geheele woning of een gedeelte daarvan bewoont, waar
van de huurwaarde niet beneden zeker daar ter plaatse
vastgesteld bedrag is geschat, altijd met dien verstande
dat het feitelijk gebruik eener woning op eenigen titel
moet berusten.
De slotsom dezer overwegingen heeft het comité
uitgedrukt in den vorm van een Grondwetsartikel,
dat, zooals wij in ons vorig nommer reeds mededeelden,
zou moeten luiden
oDe leden van de Tweede Kamer worden rechtstreeks
gekozen door de meerderjarige mannelijke ingezetenen,
Nederlanders, die krachtens eenig hun toekomend
(persoonlijk of zakelijk) recht eene woning of een
gedeelte daarvan in gebruik hebben, waarvan de jaar
lijksche huurwaarde een voor elke gemeente vast te
stellen minimum bereikt, dat nergens lager dan f 50
of hooger dan f200 door de Wet, Gedeputeerde Staten
gehoord, wordt bepaald".
Wij gelooven, dat werkelijk het advies van het
comité een zeer juisten maatstaf voor het kiesrecht
aangeeft. De meerdere of mindere verstandelijke en
moreele ontwikkeling van een persoon moge moeiélijk
te onderzoeken zijn, haar te classificeeren is schier
onmogelijk; en moge ook het capaciteiten stelsel vele
voordeelen opleveren, de bezwaren aan het vinden
van een geschikten maatstaf verbonden zijn te groot
om daarvoor niet terug te deinzen. Alzoo eenmaal
een uiterlijk kenteeken moetende aannemen, komt ons
de maatstaf van de huurwaarde zeer geschikt voor.
Niet alleen toch, dat, zooals het comité reeds heeft
gezegd, zij vrijgoed aanwijst of iemand een gevestigden
stand in de maatschappij aanneemt, maar op den
grondslag door het comité aangegeven, ondergaat het
kiesrecht een hoogst gewenschte uitbreiding, die tevens
naar wij gelooven, van stemrecht alleen diegenen uit
sluit, aan wie door het peil van verstandelijke en
zedelijke ontwikkeling, waarop zij staan, dat recht
dient onthouden te worden, omdat zij daarvan ver
moedelijk niet het juiste gebruik zouden weten te
maken.
De vraag, of naast de huurwaarde nog een andere
maatstaf voor kiesbevoegdheid dient aangenomen te
worden, is mede door het comité ter sprake gebracht
hierover in een volgend nommer.
GOES, 28 September 1885.
In de winterdienstregeling op de Spoorwegen,
die a. s. Donderdag, 1 October, in werking treedt,
komen, wat betreft de lijn VlissingenRozendaal,
bijna geen veranderingen. De uren van vertrek der
treinen van Roosendaal naar Vlissingen blijven de
zelfde, terwijl in omgekeerde richting, van Vlissingen
naar Rozendaal, het verschil in tijd zich slechts be
paalt tot enkele minuten. Het grootste verschil is bij
den voorlaatsten treindeze vertrekt 11 minuten later
uit Vlissingen, doch komt te Rozendaal aan op het
zelfde tijdstip (7 uren 38 min.), als bij den zomer
dienst.
Benoemd tot Inspecteur der Registratie en Do
meinen te Roermond dc heer W. Wondergem, geboren
te Kolijnsplaat.
Met ingang van 10 Oct. a. is benoemd tot brieven
en telegrambesteller te Yerseke I. Huibregtse, wonende
te Wolfertsdijk, zoodat in eerstgenoemde gemeente
thans 3 bestellers zijn. (M. Ct.)
's Konings antwoord op het troonrede-adres der
Eerste Kamer luidde:
Ik verzoek u, M. H. I aan de Eerste Kamer der
Staten-Generaal mijnen dank te betuigen voor haar
adres van antwoord en gaarne deel ik haren wensch,
dat hare arbeid bevorderlijk zal zijn aan den bloei
des vaderlands.