G. J. S. werd aangewezen. Den volgenden dag was hij weder zonder van iemand afscheid te nemen vertrokken en die zonderlinge houding wekte achterdocht, maar zij liet zich weldra verklaren, toen het bleek, dat de gast zich had weten meester te maken van een zakje met ongeveer f 100, dat in een gesloten kist van zijn neef was geborgen, doch die hij bad opengebroken. Met zijn buit begaf besch. zich over Middelburg naar Rotterdam, alwaar hij in het bezit van nog ruim f 60 werd aangehouden. De besch. legde eene volledige bekentenis af en de adv. gen. jhr. mr. De Savornin Lohman requireerde zijne veroordeeling tot 1 jaar celstraf. De verdediger mr. Wiercx verzocht, op grond van het vroeger gunstig verleden van zijn cliënt en het betrekkelijk gering nadeel door hem veroorzaakt, dat eene mindere straf zal worden opgelegd dan door het Openb. Min. was geëischt. Ten slotte behandelde het Hof in eene zitting met gesloten deuren de zaak van een boerenzoon uit West- kapelle, beschuldigd van oneerbare aanranding van een meisje in den avond van 26 Mei jl. in de Zuider straat aldaar. Het Hof zal in al deze zaken morgen uitspraak doen. Landbouw en Veeteelt. De veertiende algemeene vergadering der Ned. Maatschappij van tuinbouw en plantkunde zal worden gehouden op Zaterdag 5 September 1885 in het ge bouw Odeon te Zwolle. Tot de punten van beschrijving behooren o. a. de volgende onderwerpen Voorstel van het Hoofdbestuur tot het uitschrijven van de volgende prijsvraag: Wat is de oorzaak van het kankeren en wrak worden der boomen, bepaaldelijk onzer ooftboomen? Is er meer dan éen soort van kanker en, zoo ja, hoe worden deze van elkander onderscheiden? Welke middelen kunnen met vrucht tegen het kankeren worden aanbevolen? De Maatschappij verlangt eene beschrijving der ziekteverschijnselen, welke de door kanker aangetaste boomen vertoonen, van af het eerste uitbreken der ziekte tot aan het einde van het laatste tijdperk vereischte is daarbij een nauwkeurig microscopisch onderzoek van het weefsel der boomen bij het eerste uitbreken en vervolgens bij het verder voortschrijden der ziekte. Terwijl eigen onderzoek en eigen ervaringen in de eerste plaats verlangd worden, zal toch ook met de onderzoekingen en opgedane ondervindingen van anderen rekening moeten gehouden worden, en is een overzicht van de over dit onderwerp bestaande literatuur gewenscht. De Maatschappij looft hare gouden medaille en eene belooning van twee honderd gulden uit voor het beste der voldoende geachte antwoorden. Antwoorden in te zenden vóór 1 Mei 1887. De afdeeling Zeist en omstreken stelt voor, de vol gende prijsvraag uitteschrijven: Eene duidelijke beschrijving en beoordeeling, liefst toegelicht door eigen onderzoekingen, van de kunst matige kweeking der planten, zooals het stekken, afleggen, scheuren, marcotteeren enz., met uitzonde ring van het veredelen (oculeeren, enten enz.), van planten van verschillenden aard, met aanwijzing van den tijd wanneer de bewerkingen moeten geschieden, van de aardsoorten, van de warmte, van de plaats en van verdere, daarop betrekking hebbende bijzonderheden. De beschrijving dient door afbeeldingen (oorspronke lijke of goede kopieën) toegelicht te worden. Voor een, naar het oordeel eener hiervoor te benoemen commissie, voldoend antwoord looft de Maatschappij uit hare Gouden Medaille en twee honderd gulden. De antwoorden moeten in de Nederlandsche taal en niet eigenhandig door de mededingers geschreven zijn. Het schrift moet duidelijk en gemakkelijk leesbaar zijn. De antwoorden moeten ingezonden worden bij den algemeenen secretaris-penningmeester vóór of op den len Maart 4887 en vergezeld gaan van een verzegeld briefje, voorzien met hetzelfde motto, dat op de ant woorden voorkomt, en den naam, het beroep en de woonplaats van den inzender bevattende. In de jaarlijksche Algemeene "Vergadering van 1887 zal het briefje, hetwelk het bekroonde antwoord ver gezelt, geopend worden, en zullen de overige, bij de onbekroond geblevene behoorende, ongeopend vernietigd worden. Terwijl het bekroonde en de onbekroonde ant woorden later ter beschikking der inzenders blijven, verbindt zich de schrijver van het bekroonde dan, wanneer dit uitgegeven mocht worden, hiervan 25 exemplaren kosteloos aan de Maatschappij aftestaan. (!V. B. Gt.) De uienteelt schrijft men van Noord-Beveland aan het Dagblad zal ook dit jaar weder geen schitterend voordeel opleveren. Over het geheel zijn ze door de langdurige droogte klein van stuk gebleven, waardoor het beschot gering te noemen is. De prijs van f 1,25, die voor 'tmud gemaakt kan worden, is te laag om te kunnen verwachten, dat er een batig saldo zal overblijven. Het delven van de late Zeeuwsche blauwe aardap pelen is in Zuid-Beveland begonnen de uitkomst stelt de verwachting niet teleur. Behalve den uitstekend lekkeren smaak, zijn ze, de droogte in aanmerking genomen, tamelijk van stuk, terwijl de hoeveelheid over het algemeen bevredigend is. De prijs daarentegen is laag, hoewel er in de laatste dagen eenige rijzing merkbaar is. Men besteedt thans van fl,25 tot f2 voor 'tmud. Amsterdamsche Brieven. i. 't Is ongeveer 18 jaar geleden, dat de eerst onlangs overleden groote Fransche dichter Victor Hugo een bezoek aan Zeeland en wel in de eerste plaats aan Zuid-Beveland bracht. Paul de la Miltiêre, die deel uitmaakte van het gezelschap dat Hugo verge zelde, heeft in eenige nommers van het dagblad La Liberté (November 1867) een zeer geestig geschreven en alleronderhoudendst verhaal van die reis gegeven. Hij vertelt daarin o. a. hoe uw stadgenoot de heer F. v. d. P., file du Sénateur de la Zélande, onge dacht en onverwacht meteen gemakkelijk rijtuig den dichter en zijne reisgenooten te Wemeldinge opwachtte. Nadat men had plaats genomen en de eerste plicht plegingen gewisseld waren, begonnen de voorname reizigers uw schoone landstreek te bekijken en te bewonderen. Alles trok Hugo's aandachtuw land schap, uw akkers, weiland en veemaar meer dan dit alles want dit had hij ook elders in Holland reeds gezien werd zijn blik geboeid door Zuid- Beveland's bewoners. Bij het eerste gezicht van een paar acht a tienjarige kinderen ging er uit het rijtuig een algemeene kreet van voldoening en verwondering op dat die juichkreet de kleederdracht gold behoeft geen betoog, en aan haar wordt in het reisverhaal dan ook een zeer uitvoerige omschrijving gegund, welke eindigt met deze woorden«Dit costuum wordt op het land door eiken leeftijd gedragen. Kinderen, jonge lieden en grijsaards hebben geen ander. Het groeit met de taille, maar verandert niet". Onwillekeurig herinnerde ik mij dit een en ander de vorige week, toen ik een gehuwde juffrouw in Zuid-Bevelandsche kleederdracht de straten van Am sterdam doorwandelen zag Of nu het bekijks dat zij had van evenveel bewondering sprak als de kreet, die indertijd opging uit het rijtuig waarin Victor Hugo en de zijnen gezeten waren, duif ik niet beslissen maar wel kan ik de verzekering geven dat ik uit menigen mond, van oud en jong, een goedkeurend gemompel mocht opvangen. Ik meen mijne lezeressen met deze mededeeling geen ondienst te doen, niet omdat ik niet overtuigd ben dat zij zeiven, en wel het best, weten hoe los en bevallig haar kleederdracht is, maar omdat er heelwat moet gebeuren eer een Amsterdammer er toe overgaat van goedkeuring, al is het ook maar door gemompel, te doen blijken. Daarom had ik dan ook bepaald medelijden met die juffrouw in stijf Walchersch kostuum, die gelijktijdig met de Z.-Bevelandscbe hier vertoefde en tot de laatste in verhouding stond altijd wat de kleederdracht betreftals plat proza tot keurige poëzie. Dit althans was de indruk, dien ik kreeg van de verschil lende om mij heen geuite meeningen. Trouwens, de meeningen der Amsterdammers loo- pen in den regel onderling nogal uiteen maar vaak verschillen zij ook hemelsbreed met die van andere landgenooten. Zoo kan ik mij bijv. niet voor stellen, dat zij ooit zijn ingenomen geweest met het door anderen zoo hoog geschatte «Vlaggelied" van dr. J. P. Heije, want elke elders aangegrepen gelegenheid om het «rood, wit en blauw" vroolijk te doen wapperen, laten zij stelselmatig ongebruikt. Het uitsteken van vlaggen bij feestelijke gelegenheden, wat, in grooten getale vooral, aan alles zulk een pret tige tint geeft, schijnen zij beneden hun waardigheid te achten. Slechts enkele particulieren, en meestal nog hotel- en kofflehuishouders, vormen op dien regel de uitzondering. Waarlijk, als men naar het aantal vlaggen, die zijn uitgehangen op den jaardag van H. M. de Koningin en Maandag bij de viering van den geboortedag van ons Kroonprinsesje, de genegenheid en waardeeriug moest afmeten, welke de bewoners der hoofdstad ons vorstenhuis toedragen, dan zou het daarmede erg lauw gesteld zijn. We willen dien maat staf van beoordeeling evenwel liefst ongebruikt laten en veeleer met den dichter meezingen Waai uit dan, o vlagzij een tolk onzer beê Om Trouw en om Vroomheid en Moed Van «trouw", in minder gewenschten zin, ontvingen we Maandag een vernieuwd blijk 't was de trouw die men aan de Plantage schijnt gewijd te hebben voor het houden van parades. Protesten daartegen mochten tot dusver niets uitwerken, zoodat men eigenlijk een buitenmodel parade te zien krijgt, altijd voor zoover men iets er van zien kan. Eenige oud-strijders en ridders, bij de parade tegenwoordig, deden aan de dagendenken, dat «trouw" en «moed" meer en beter dan in onzen tijd uitblonken. Als ik goed gezien heb, door een kiertje mag ik wel zeggen, was ook de oude Hobein uit Vlissingen weder present. Van «vroomheid" was bij de parade niet veel te bespeuren, wat wel niemand verwonderen zal. Maar wat mij wél verwon derde, was dat een man uit den volkshoop, op al die officieren, onderofficieren en minderen in groot tenue wijzende, uitriep »Kaik, dat zijn nou den koning z'n baggerlui!" Ik heb mijn geest tevergeefs stomp gedacht om de aardigheid te snappen, maar dat het een aardigheid en wel een kolossale aardigheid was, moest ik opmaken uit het toejuichend gegrijns van de naaste omstandersVolgens een ander der toeschou wers, blijkbaar geen vriend der politie, werd het meest parade gemaakt door »die inspecteurs en brigadiers te| paard"; de man scheen het niet goed te vinden dat die heeren wat hard draafden en galoppeerden en daardoor bewijs gaven van hunne bedrevenheid in de edele rijkunst. Overigens was hier van den «prinsesjesdag", waar omtrent zoovele pennen in beweging zijn geweest, weinig te bespeuren. Alleen hebben een duizendtal schoolkinderen een gratis-voorstelling in den schouw burg op het Leidsche plein mogen bijwonen. Voor velen zal dit wel het aantrekkelijke van het nieuwe gehad hebben, verhoogd door het gebruik van een kopje slemp en twee broodjes. De zucht om schouw burgen te bezoeken behoeft anders niet aangekweekt te worden, want hier ter stede bestaat zij in vrij groote mate, getuigen vooral de Zaterdag- en Zondag avonden. Toen ik jl. Zondagavond circa 7 uren door de Amstelstraat ging en voor het schouwburglokaal van V. Lier de menschen elkaar als verdringen zag om binnen te komeD, dacht ik zoo bij mij zelfwat zal dat vreemd zijn als er eens een nieuwe Zondags wet is natuurlijk éene waaraan de hand gehouden wordt die alle publieke vermakelijkheden op Zondag verbiedtZouden er dan misschien niet-publieke ver makelijkheden voor in de plaats komen? Tegen sommiger verwachting is de teruggekeerde rust ook Maandag, markt- en prinsesjesdag, bewaard gebleven. Wel kon men een massa «trage handen" en «slappe knieën" zien, maar de aan Bacchus ge brachte offers voerden niet tot zekere razernij. Ge lukkig ook, want hoe weinig gewicht men ook aan de plaatsgehad hebbende opstootjes hechten moge en door welken bril men naar oorzaak en gevolg speure, zeker is het dat de volksgeest er niet beter door wordt. Velen hopen dan ook, en goedgezinden ver trouwen dit, dat ten aanzien van opruiende voordrachten en pers-artikelen er een heel breede weg zal blijken te bestaan tusschen theorie en praktijk. Daarom, wie in staat is bij te dragen tot het verschaffen van werk, zal goed doen als hij dit niet nalaat. Van harte hoop ik dan ook, dat verbeterde «zetmachines" en nieuw uitgevonden machines om in den kortst mogelijken tijd de grootst mogelijke hoeveelheid «sinterklaas" te bakken, vooreerst nog maar als curiositeiten, desnoods als uitnemende curiositeiten, zullen beschouwd worden, maar geen handenarbeid zullen verdringen. Het Haagsche Dagblad vroeg dezer dagen: «Waarom verbiedt men niet het venten van couranten langs de straat Ik zal er wel zalig op passen, die vraag te beantwoorden, want dan werd ik vermoedelijk aange zien voor wat ik volstrekt niet ben. Maar als men dan toch aan het verbieden gaat en men meent openbaren handel of nering te mogen en te kunnen breidelen, eilieve, dat men dan ook het recht ontneme aan de honderden, neen duizenden, die het in koor er op toe leggen om u bij dag en zelfs een gedeelte van den nacht dol te maken met hunversch uit de ton, als boter zoo malsch en volstrekt niet zoutof«je moet ze maar proeven, die sappige peren 1" en «drie centen het pond!" dit is het laatste marktbericht, speciaal van pruimen, waarmede we hier als over stroomd worden. En dan de concurrentie zich uitende in een chaos van de onmogelijkste keelgeluiden en niet zelden zich ook openbarende in een formeele wegversperringEvenals in andere opzichten, is er bepaald in dit opzicht maar éen Amsterdam. Pessimisten beweren, dat er ook maar éen Amster dam is, waar men ten koste van schatten handels inrichtingen maakt, die nog vóór ze gereed zijn ge brekkig blijken en als zoodanig door het dagelijksch bestuur der gemeente erkend worden. In hoever die zwartzalligen gelijk hebben weet ik niet, maar ik geloof dat zij zich gronden op eene door B. en W. aan den gemeenteraad gedane voordracht, om ten behoeve der Handelskade, die aan particulieren verhuurd is, het ondiep gedeelte van de scheepsligplaats beoosten het oudste gedeelte der Houthaven in te richten tot lig- en losplaats van schepen met goederen, die zonder gevaar voor waterschade bij ongunstig weder niet per zolderschuit kunnen vervoerd worden. Als men in aanmerking neemt, dat ook particulieren duizenden guldens aan die Handelskade ten koste leggen, zal men zich niet verwonderen dat er van vele zijden een storm tegen die voordracht van B. en W. opgaat. Nog een andere voordracht van B. en W. is inge diend, namelijk om hen te machtigen tot den aanleg eener petroleumhaven in den Amsterdammerpolder. Een half millioentje, meer niet, is daarmede volgens de raming gemoeid 1 Reeds voorlang heeft men op gronden van handelsbelang en gevaar-bezwering het nut en de noodzakelijkheid van zulk een haven be toogd, natuurlijk in verband met de eer van Neérland's grootste koopstad Als de eerzucht der Amsterdammers ook gevleid wordt door het aan hunne veste gebrachte drukke bezoek van gekroonde en niet gekroonde.j vorstelijke personen, dan hebben zij vooral in den laatsten tijd geen klagennu weder schijnt prins Reuss, schoon zoon van prinses Sophia der Nederlanden, in aantocht te zijn. Toch acht ik het een bedenkelijk verschijnsel, dat al die hooge dames en heeren hier komen om «gewreven en geknepen" te worden. In dit opzicht verschilt mijne zienswijze vermoedelijk van die van dr. Metzger. Op de vraag, of zij hier soms ook «gesneden" worden, moet ik het antwoord overlaten aan heeren hotelhouders, die daaromtrent meer en beter dan anderen op de hoogte kunnen zijn. Buitenlandsch Overzicht. De oproerige en opruiende houding 'van een groot deel der Spaansche bevolking duurt nog steeds voort en neemt zulke afmetingen aan, dat de Duitschers daarvoor alleen wel haast satisfactie zouden mogen vragen. Te Barcelona heeft het volk pogingen gedaan om het paleis van den gouverneur in brand te steken, omdat deze weigerde, aan eene groote anti-Duitsche demonstratie deel te nemen. Nog erger maakt het de gemeenteraad van Oviedo die in openbare zitting in zijne hoedanigheid van hoogste stedelijke autoriteit der hoofdstad van Asturie besloten heeft, eene officiëele demonstratie tegen Duitschland te doen houden. "Wel verre iiitusschen van krachtige maatregelen te nemen tegen die wijze van protesteeren, tracht het Kabinet zich populair te maken door nieuwe scherpe taal tegen Duitschland. Volgens gerucht is er sprake van eene buitengewone bijeenroeping der Cortes, ten einde deze verantwoordelijk te stellen voor verdere stappen der Regeering. De Madridsche correspondent van het Berliner Tageblatt, die sinds jaren van nabij met de Spaan sche toestanden bekend is, schrijft onder dagteekening van 31 AugustusDe anti-Duitsche beweging in Spanje neemt voortdurend toe, en wel te meer door dien zij, deels als eene zich gekrenkt gevoelende, deels als eene politieke oppositie tegen het tegenwoordige ministerie, voornamelijk dient als voorwendsel voor eene zeer populaire sociaal-revolutionaire beweging, waarbij men door eene algemeene omverwerping eene verbetering van toestand hoopt te verkrijgen. De gees telijkheid neemt aan de beweging deel, terwijl de politieke clubs, zelfs de republikeinsche, zich er aan trachten te onttrekken. De revolutionaire pers eischt omverwerping van het koningschap. Omtrent de bovenbedoelde manifestatie te Barcelona meldt diezelfde correspondent «Meer dan 100,000 personen hebben aan de anti- Duitsche demonstratie deelgenomen. De winkels waren gesloten, de straten en huizen op ruime schaal ver sierd. Aan het raadhuis en andere stadsgebouwen, evenals aan het paleis van den gouverneur, waren echter geen vlaggen geheschen. Daarom gingen er uit de manifestanten eenige deputation naar de stads gebouwen en eischten dat de Spaansche nationale vlag aldaar op de balkons zou worden uitgestoken. Aanvankelijk werd dit geweigerd, maar ten slotte werd toch toegegeven. Doch nu kwamen er ook andere deputatiën, en deze eischten dat de Fransche vlag nevens de Spaansche zou worden geheschen. Hierdoor ontstonden ernstige botsingen. Toen nu de manifes tanten tegen den avond ook naar het paleis van den gouverneur waren gegaan, weigerde deze ten stel ligste, aan hun eisch omtrent het uitsteken eener vlag te voldoen. Tevens liet hij de deuren van het paleis sluiten en uit de citadel troepen aanrukken om het gebouw te beschermen. Eer de troepen er konden zijn, begon de menigte aanstalten te maken om het paleis in brand te steken. De deuren werden met petroleum begoten en vervolgens in vlam gezet. On derwijl kwamen de militairen opdagen, en nu poogde de menigte de soldaten over te halen om met haar gemeene zaak te maken. De officieren werden om helsd, aan de manschappen werden sterkedranken en sigaren rondgedeeld; maar de militairen lieten zich daardoor niet misleiden en maakten ruim baan, zoodat het plein voor het paleis spoedig werd ont ruimd, evenwel niet zonder dat er een aantal per sonen gekwetst werden. De geheele manifestatie heeft van 's middags 3 tot 's avonds 10 uren geduurd. Er bestond nu een plan om andermaal te beginnen, het geen laatstleden Zondag had moeten plaatshebben doch tengevolge der krachtige maatregelen van de burgerlijke en militaire overheden is er niets van gekomen". De Times meldt dat bij het Engelsche Ministerie van Buitenlandsche Zaken de officiëele tijding is ont vangen, dat de Duitsche Regeering voornemens is hare geschillen met Spanje betreffende de Carolinen-eilanden aan de scheidsrechtelijke uitspraak van eene bevriende Mogendheid te onderwerpen. Woensdag is sir Henry Drummond Wolff" weder in particuliere audiëntie bij den sultan van Turkije ontvangen. Over het plan tot vorming van een bond genootschap werd daarbij niet gesprokenalleen werd de wensch te kennen gegeven om de moeielijkheden in Egypte in gemeen overleg tot een einde te brengen. Naar men verzekert, zullen Assim-pacha en Kiamil- pacha benoemd worden tot onderhandelaars met sir Henry Drummond Wolff. Niets is nog uitgelekt omtrent de inzichten van den Sultan. Het schijnt echter zeker dat hij niet zijne toe stemming zal geven tot eene expeditie naar Soedan; ook zou hij geene Engelsch-Turksche bezetting in ge heel Egypte aannemen. Hij begeert zelfs niet dat de Engelsche troepen vervangen worden, aangezien de Turksche bezetting eenmaal zal moeten eindigen, maar wel begeert hij dat de Ottomaansche commissaris toe gelaten worde als raadsman van den Khedive en dat Engeland den termijn zijner bezetting vaststelle. De Standard meent te weten, dat de Czaar van Rusland, zoodra de Transcaspische spoorweg voltooid is, naar Azië zal gaan. Z. M. zal zich dan over Tiflis, Resht (alwaar hij den Shah van Perzië hoopt te ont moeten) en Merw naar Samarkand begeven, om zich daar als Keizer van Centraal-Azië te laten proclameeren. Gemengde Berichten. St. Maartensdijk. Eene dienstbode uit deze ge meente begaf zich deze week naar de kermis in het naburige St. Annaland. Aan de zijde van haar kermis- cavalier, die een vroegere minaar van haar was, doch welke verkeering later weer afgebroken is, smaakte zij aanvankelijk veel genoegendoch later in den avond, door drank en dans eenigszins opgewonden, beging zij de onschuldige daad van met een ander jongeling een glaasje te ledigen, waardoor haar beminde zoo in toorn ontstak, dat hij haar met een mes een niet onbelangrijkewonde in de dij toebracht, tengevolge waarvan zij per rijtuig huiswaarts moest gebracht worden en geneeskundige hulp dadelijk vereischt werd. Naar wij vernemen moet de zaak in rechters handen zijn. Ierseke. Donderdagavond kwam een meisje van ongeveer 12 jaar op het gewone uur niet in de ouderlijke woning terug. Den geheelen nacht hebben eenige men schen gezocht en eerst hedenmorgen om half acht werd het meisje achter een hoop steenen gevonden. Toen zij hare moeder zag aankomen, werd ze zeker bang en sprong in eene sloot. Eene voortdurend harde behandeling van de moeder schijnt de oorzaak van die daad te zijn. Donderdagavond is hier een schoon tienjarig paard van den heer J. Van Stee, terwijl het naar de weide gebracht werd, in eene sloot gegleden met het onge lukkig gevolg, dat het onder de pogingen om het er uit te verlossen is bezweken. Men meldt uit Vlissingen aan het D. v. N. De chef-loods 1 e kl. bij het Belgisch loodswezen te Ant werpen,Van G.,stond "Woensdag tot twee malen toe bloot aan een moordaanslag. Deze ambtenaar, om zijne ge strenge en, naar beweerd wordt, bijna despotieke han delingen bij zijn onderhebbend loodspersoneel gevreesd en gehaat, had wegens eene onrechtvaardige daad de woede en verontwaardiging van een der loodsen, een gehuwd en overigens oppassend man, zoodanig opge wekt, dat deze, zich zelf niet meer meester een schot uit een revolver op hem loste. De kogel miste, maar trof ongelukkig een ander persoon in het been. Des namiddags van dienzelfden dag werd op het kantoor genoemde Van G. door een anderen loods bij de keel gegrepen en zou zeker geworgd zijn, ware een chef-loods der 2e kl. niet in tijds toegeschoten om hem te ontzetten. Te Zwolle en te Haarlem gaat het deze week des avonds nog al onrustig toe. Nadat in eerstgenoemde plaats Maandagavond bij gelegenheid van de oefeningen der schutterij en het houden van muziek ter eere der 5-jarige Prinses zich eene ontzettende bende kwaad- willigers in optocht, schreeuwende en tierende langs de straten en grachten bewoog, sloeg men ten slotte tot woeste baldadigheid over. Eenige honderden glasrui ten, groot en klein, werden vernield. Dinsdagavond herhaalde zich dit tooneel, doch in mindere mate. De politie, versterkt door rijkspolitie, infanterie en artillerie patrouilleerde met getrokken sabels door de stad, bruggen werden afgedraaid, straten afgezet, enz., waardoor het houden van oordoovende optochten eindigde. Alleen aan de krachtige maatregelen, door het Hoofd der gemeente genomen, is het te danken dat Dinsdag slechts een tiental spiegelruiten en anderen zijn vernield geworden en tegen middernacht alles weer rustig was.

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1885 | | pagina 2