1885. N°. 103.
Dinsdag 1 September.
72sle jaargang.
Hoofdelijken Omslag
GOESCHG
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich- voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
OPENBARE VERGADERING
van den
Raad der gemeente Goes,
op DINSDAG den 1 September 1885,
des voormiddags te 9% uren.
Goes, den 29 Augustus 1885.
De Secretaris,
HARTMAN.
Punten van behandeling:
Na beëediging der herkozen leden:
I. Mededeelingen.
II. Ingekomen stukken.
III. Benoeming van een Wethouder.
IV. Idem van een Ambtenaar van den Burg. Stand.
V. Verzoek van J. H. Goor om ontslag als
onderwijzer,
VI. Benoeming van een onderwijzer.
VII. Aanbieding der begrooting van ontvangsten en
uitgaven der gemeente voor 1886.
Het eerste suppletoir-kohier van den
voor 1884, zooals het door den gemeenteraad in zijne
vergadering van 20 Augustus jl. werd vastgesteld, is
door Gedeputeerde Staten van Zeeland, bij hun besluit
van 28 dezer no. 38 goedgekeurd, en op heden aan den
ontvanger ter invordering uitgereikt, welk kohier, in
afschritt, gedurende vijf maanden ter Becretarie voor
een ied»r ter lezing zal liggenkunnende binnen drie
maanden na de dagteekening der aanslag-biljetteD
bezwaren tegen den aanslag, op ongezegeld papier, bij
den gemeenteraad worden ingebracht.
Goes, den 31 AnguBtus 1885.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
's-Hage, 28 Augustus.
Over de ingetreden periode van bijdraaien, vrij
willig of onvrijwillig, schoorvoetend of welgemeend,
kan vooreerst het stilzwijgen in acht genomen worden.
Doch uit de bochten en kronkelingen die nu ook Het
Vaderland vertoont, is het maar al te duidelijk dat
de positie gedwongen, de ommezwaai niet hartelijk
is. Het kan ook niet anders als men te rade gaat
met de antecedenten, nog niet van zóo ouden datum,
zoowel van 't Handelsblad als van Het Vaderland.
Men moet nu echter maar wachten of ook het Mi
nisterie bijdraaien zal en of dan de kerkelijke par
tijen met de wijze van bijdraaien wel eens gediend
zijnof zij er genoeg aan hebbenof ze tevreden
zijnof de opoffering groot genoeg, de toenadering
voldoende wordt geoordeeld. Het valt te betwijfelen.
Lees slechts de 6 zoo zoetsappige mgezonden artikelen
in de Tijd van een «teleurgestelde van 1848", over
de quaestie van art. 194, en speciaal no. XI waar
o. a. gezegd wordt «Daarom (omdat dat artikel
volgens den teleurgestelde op geheel verkeerde grond
slagen berust) «daarom kan bij een eventueele grond
wetsherziening van een enkele wijziging geen spraak
zijn. Een nieuw artikel van tegenovergestelde be
ginselen uitgaande, moet daarvoor in de plaats wor
den gesteld". En om dien eisch te verduidelijken wordt
in datzelfde no. 11 verwezen naar de correcte tor-
malen door dr. Schaepman in zijn werkje over de
grondwetsherziening in '84 verschenen, aldus luidende
«Het onderwijs is vrij.
«Uit de openbare kas worden geheel of ten deele
bekostigd de scholen van lager onderwijs, die öf ge
heel voor het onderwijs van minvermogenden dienen
6f voor minvermogenden toegankelijk zijn. Bij de laat-
sten wordt het bedrag der door de openbare kas te
dragen kosten geregeld in verhouding tot het getal
minvermogende kinderen, die de school bezoeken.
«Vereenigingen, die het stichten, onderhouden en
bestieren van scholen ten doel hebben, treden zonder
erkenning door den Koning of de Wet als rechtsper
soon op en zijn en blijven van belastingen vrijgesteld."
Aanstonds voegt dr. Schaepman ter toelichting er
bij«In dit artikel is de schoolregeling der toekomst
aangeduid. Van een openbare school moet geen sprake
zijn. Niet dan in geheel toevallige omstandigheden
moet de Staat als schoolhouder optreden."
En, wat de onvermogenden betreft, wordt iu het
art. van den «teleurgestelde" eenvoudig verwezen naar
de jongste Belgische schoolwet, art. 3, van dezen
inhoud
Le conseil communal, après avoir entendu Ie bureau
de bienfaisance, dresse, chaque année, la liste des
enfants pauvres, admis a recevoir l'instruction gratuite
et détermine la rétribution par élève due, de ce chef,
aux instituteurs de ces écoleB.
Dat is ook, (voegt de schrijver er bij) zoo wij ons
niet vergissen, de zin van Schaepmans woorden: «het
bedrag der door de openbare kas te dragen kosten
wordt geregeld in verhouding tot het getal minver
mogende kinderen, die de scheol bezoeken."
Welnu, dat de heeren liefhebbers nu maar gerust
bijdraaien, hetzij tot deze redactie of tot eene nog
niet geformuleerde, maar in zin en strekking gelijk
soortige formule der antirev. partij, maar wij waren
en blijven steeds de meening toegedaan, kortelings nog
in een locaal blad met volkomen juistheid aldus uit
gedrukt
«Wij doen dan ook niet mee. Men doope het: con
sequent liberale staatsmanswijsheid of gepaste bij
draaierij, 't is ons om 't even, wij geven der crericale
machten geen kamp, en openen voor hen geen onzer
poorten. Overwinnen zij ons, 't zij zoo, dan moeten
zij weten, wat zij met de overwinning doen, en dan
blijft het afbreken en opruimen der staatsscholen voor
hun rekening. Maar zelf de sloopende hand aan ons
gebouw te slaan, en hun het omtrekken daardoor zoo
veel gemakkelijker te makenhen in de gelegenheid te
stellen zich bij hun vandalisme te verschuilen achter
hetgeen wij zeiven reeds tot vernieling van ons gebouw
gedaan hebben en zich daarop te beroepen, daaraan
doen wij niet mee."
Zoo langzamerhand nadert nu het tijdstip van de
hervatting der parlementaire werkzaamheden. Wel zijn
de antwoorden op de afdeelingsverslagen nopens de
Grondwetsherziening en de kieswetten nog niet ver
schenen, maar de beide laatste althans (Regeerings-
ontwerp kiesdistrict-wijziging en voorstel-Lohman cen-
sus-wijziging) worden, naar men zegt, spoedig verwacht.
Doch aller oog is daarop gevestigd of de Regeering bij
haar antwoord nopens de Grondwetsvoorstellen eene
wijziging van art. 194 zal voorstellen. Al de geruchten,
die omtrent 's Ministers voornemen daaromtrent zijn
verspreid, behooren tot de eenden uit den komkom
mertijd.
Zal de nieuwe zitting ditmaal door den Koning ge
opend worden Er loopen geruchten, en alleen als
zoodanig wordt er hier met een enkel woord van
gesproken, dat Z. M. dit jaar die plechtigheid niet
persoonlijk zal vervullen incar dat de opening namens
Z. M. zal plaats hebben door den Min. van Binnenl.
Zaken, en volgens sommigen wegens redenen van ge
zondheid. Het is niet te hopen dat dit werkelijk de
reden zou zijn, en de gunstige berichten die voor
eenigen tijd althans nopens Zr. Ms. gezondheid zijn
vernomen, geven dan ook geen aanleiding tot het ver
moeden. Mocht inderdaad, om welke redenen dan ook,
de opening der Kamers niet op de gebruikelijke wijze
plaatshebben, dan vervalt natuurlijk het politiek debat
anders bij het adres van antwoord gevoerd, zoodat
grondwetsherziening, schoolquaestie, kiesrecht, fman-
ciëele regeling enz. zouden verschoven worden, hetzij
tot bij de behandeling dier onderwerpen zeiven, of tot
bij de staatsbegrooting waar, gelijk men weet, alles
aan de orde is of gebracht wordt. Wellicht zou de
Haagsche burgerij dan ook verschoond blijven van de
optochten en manifestatiën, waartoe vergunning is
gevraagd op den Zondag voorafgaande aan de opening.
De ergerlijke ongeregeldheden en oploopen te Am
sterdam zijn nu, naar men mag aannemen, beëindigd.
Het is er anders niet malsch toegegaan, en of de
colporteurs van Recht voor Allen, orgaan der sociaal
democraten, niet door de wijze en de inkleeding waar
mede zij het product hunner hooge wijsheid uitventen,
er veel toe hebben bijgedragen om de ontevredenen
en kwaadwilligen op te hitsen en tot verzet tegen de
politie te drijven, is eene vraag die waarlijk niet is
opgelost door het protest, après coup van hunnentwege
daartegen ingebracht. Maar wat zonderling en betreu
renswaardig in deze zaak mag heeten is ditdat nu
de politie en de autoriteiten nog op den koop toe
aangevallen worden, omdat tot onderdrukking der on
geregeldheden en oploopen, uittartingen en eigendom
schennis, maatregelen van repressie, meerendeels ook tot
zelfverdediging en vooral tot handhaving van orde, rust
en veiligheid zijn genomen, omdat gebruik gemaakt
is van die middelen, zonder welke tien tegen een de
rnstverstoringen een veel erger karakter zouden hebben
aangenomen of veel ernstiger gevolgen hadden kunnen
teweegbrengen. Ware, niettegenstaande de waarschu
wingen en de dringende doch in den wind geslagen aan
maningen van het gemeentebestuur van Amsterdam, om
geen deel te nemen aan de oploopen en de beleediging der
politie, deze flauw te werk gegaan, welk een kreet
van verontwaardiging zou er niet zijn opgegaan, welke
aanvallen zou zij niet te verduren hebben gehadEn
nu zij door een woesten hoop getard en bespot en
met steenen geworpen, belast overigens met strenge
orders tot handhaving van orde en rust, hare pogingen
aanwendt om daartoe te geraken, en tot wering van
geweld van hare wapenen moest gebruik maken,
nu regent het ook klachten en beschuldigingennu
moet de politie zelve het ontgeldenDat er bij zulke
oploopen, waarbij de nieuwsgierigen het grootste con
tingent leveren, lichtelijk de verkeerde man wordt
getroffen, en er bij zulke opstoppingen van menschen,
die nog bovendien zóo verwijderd, in het eigen oogen-
blik weer terugkeeren en de politie-agenten als 't ware
omsingelen, misslagen of raakslagen voorvallen, wien
zal het verwonderenwie zal het op rekening der
politie willen stellen, tenzij de zoodanigen, die er on
gelukkig inliepen of hen die zich in hunne heillooze
plannen of misdadige oogmerken gefnuikt zagen
Nergens werd in de pers dat punt flinker in 't oog
genomen, en krachtiger aan de kaak gesteld dan in De
Tijd van 27 Aug. jl., die er het volgende van zeide,
dat ieder ordelievend man met graagte zal beamen
«Dat de herhaalde ongeregeldheden, welke wij thans
beleven, volstrekt niets beteekenendat daarvoor slechts
geheel toevallige oorzaken zijn aan te wijzendat er
niets is voorafgegaan, nemen wij niet aan. Nog veel
minder, dat alleen het machtsbetoon der politie en
de maatregelen van repressie de standjes hebben uit
gelokt. Dit laatste wordt wel niet openlijk gezegd,
maar niet onduidelijk tusschen de regels te lezen ge
geven door sommige bladen, die daardoor o. i. een
groote verantwoordelijkheid op zich laden".
En ten slotte, waar gezegd wordt dat de redactie
in gewone tijden bij machtsoverschrijding der politie,
dit aan de kaak zou stellen en hare verontwaardiging
er over zou uitdrukken, daar wordt er bijgevoegd
«Zoo lang echter de politie, gelijk thans, al haar
krachten heeft in te spannen, om de orde en veiligheid
en daarmede de belangen der rustige burgers te ver
dedigen, doen wij het niet. Vóór het gezag, tegen
ieder, die in het groot of in het klein de maatschap
pelijke orde tracht te verstoren", behoort de leuze te
zijn van ieder welgezind burger".
Volkomen juist, en niet enkel te Amsterdam, maar
overal elders, waar in naam van Recht voor Allen
het volk opgeruid en het openbaar gezag aangerand
wordt.
Weekblad voor Voorne en Putten van 23 Aug.,
Tweede Blad.
GOES, 31 Augastus 1885.
Gisterenmiddag arriveerden alhier met den trein
van 2,45 uur een 50 tal leden der Middelburgsche
Werkmansvereeniging met hunne vrouwen, te zamen
een gezelschap uitmakende van ruim honderd personen,
om een bezoek aan onze gemeente te brengen en tevens
om met de leden der Werkl. vereeniging «Eigen Hulp"
eenige genoegelijke uren door te brengen. Met het
ontrolde vaandel der vereeniging voorop en dat van
de in hun midden bestaande zangvereeniging «Voor
waarts streven" gevolgd, maakte men met het bestuur
van «Eigen Hulp" eene promenade door de stad naar
«'t Slot Ostende". Daar heette de voorz. van «Eigen
Hulp" de Middelburgsche vereeniging welkom en uitte
den wensch dat door dit bezoek de banden van vriend
schap tusschen de beide vereenigingen zoo kort geleden
gesloten, meer zouden worden toegehaald. Daarna
voerde de voorz. der Werkmansvereeniging 't woord,
waarin hij 't doel der vereeniging, en het doel van
deze samenkomst besprak. Hierop zong de zangver
eeniging een lied, en na een korte poos met elkaar
te hebben vertoefd, begaven de Middelburgsche vrienden
zich in de stad om des avonds te half 7 weer op
't Slot saam te komen.
Deze bijeenkomst werd geopend met 't zingen van
een nommer door de Zangvereeniging. Door verschil
lende leden der Middelburgsche en door een paar leden
der Goesche vereeniging werden luimige en koddige
voordrachten gehouden, die allen goed voldeden en
waarbij vooral uitmuntte het voorgedragen gedicht van
«Hoe Pieter Van der Ploeg ter stembus ging." Door
de Zangvereenigiog werd nu en dan een nommer gezon
gen, waarvan sommige heel goed voldeden. Recht
feestelijk werd de avond doorgebracht tot het tijd
werd om zich naar het spoor te begeven. Door den
voorzitter van «Eigen Hulp" werd nu een woord van
dank gebracht aan de Werkmansvereeniging voor 't
genoegen dat ze den leden van «Eigen Hulp" had
doen smaken en nu de tijd van scheiden daar was
riep hij hun een tot weerziens toe. Daarna dankte
de voorzitter der Werkmansvereeniging voor de gulle
gastvrijheid, waarmede zij ontvangen waren en verzeker
de dat 't de laatste maal niet zou geweest zijn terwijl hij
't bestuur van «Eigen hulp" uitnoodigde om tegenwoor
dig te zijn bij 't vieren van 't twintigjarig bestaan der
Werkmansvereeniging in December a. s. In vroolijke
stemming trok men naar het station, waar men na
wederzijdsche plichtplegingen van elkaar scheidde en
elk voldaan huiswaarts keerde.
Naar men ons meldt hebben de kinderen en
onderwijzers der Zondagsschool te 's-Heer Hendriks
kinderen aan prinses Wilhelmina het volgende tele
gram verzonden
«De zeventig kinderen en de onderwijzers der Zon
dagsschool «Samuel" te 's-Heer Hendrikskinderen
wenschen II. K. II. prinses Wilhelmina des Heeren
zegen toe op Haren vijfden jaardag".
Hierop is het volgende antwoord ontvangen
«Kinderen en onderwijzers Zondagschool «Samuel"
te 's-Heer Hendrikskinderen (Goes.) H. K. H. prinses
Wilhelmina dankt U voor de hartelijke gelukwenschen.
De Kamerheer van dienst,
(get.) De Jonge van Zwijnsbergen."
Tlissingen. Onze lezers herinneren zich misschien,
dat eenigen tijd geleden in dit blad melding gemaakt
werd van een plan, aanhangig in Brugge, om die
stad door het graven van een kanaal in verbinding
met Heijst en de zee tot een zeehaven te maken.
Tevens werd er bij opgemerkt dat de concurrentie,
die voor Vlissingen bij het welslagen van het plan
tamelijk verontrustend zou kunnen worden, hier niet
zeer gevreesd werd, daar de uitvoering op onoverko
melijke bezwaren schijnt te stuiten en de plannen, die
hierop betrekking hebben, in de laatste 10 jaar her
haalde malen gevormd en weer losgelaten waren. Voor
Brugge is natuurlijk de uitvoering van het ontwerp
een levenszaak en met alle kracht wordt door de
geheele burgerij er aan gewerkt. Onder algemeene
belangstelling der Bruggenaren heeft zich eene com
missie gevormd, die zich ten taak gesteld heeft het
gouvernement voor hare plannen te winnen, terwijl
eene Engelsche maatschappij, als de steun van het
gouvernement verkregen is, de werken zal uitvoeren.
Op den 19en Augustus heeft de Minister van openbare
werken in België, de heer De Moreau, eene audiëntie
verleend aan de Brugsche afgevaardigden, die de me
dewerking der regeering kwamen inroepen voor de
verwezenlijking van het ontwerp Brugge-zeehaven. Aan
de Etoile Beige van 28 dezer ontleenen we de con-
clusiën van het officiéél proces-verbaal der audiëntie
op voormelden 19en Augustus.
«Er wordt overeengekomen, dat het gouvernement
de aanvrage der Engelsche maatschappij binnen een
niet ver verwijderd tijdstip zal doen onderzoekende
regeering zal het geheele ontwerp niet naar eene
nieuwe commissie verwijzen, maar ten onderzoek over
geven aan de ambtenaren van het Departementmen
mag hopen dat het oordeel gunstig is. Toen de Mi
nister voorstelde de beslissing in den loop van het
jaar kenbaar te maken, hebben de Brugsche afgevaar
digden het vaststellen van een minder verwijderden
datum verzocht, hun verzoek steunende op het alles
zins gerechtvaardigde ongeduld der bevolking en de
verhouding tegenover de Engelsche maatschappij, die
al zoovele maanden op de oplossing dezer zaak wacht.
Met algemeen goedvinden is vervolgens vastgesteld,
dat uiterlijk 1 November de regeering hare beslissing
zal doen kennen, die echter alleen betrekking zal heb
ben op de aanvraag om concessie door de Engelsche
maatschappij gedaan."
Uit bovenstaande en uit verdere opmerkingen der
Etoile meenen wij te mogen aannemen, dat men te
Brugge over de verkregen resultaten niet zeer tevre
den zijn kan.
De minister nam tegenover de Brugsche afgevaar
digden eene zekere terughouding in acht, die niet
veel goeds doet verwachten. Een der afgevaardigden
maakte de opmerking dat het gevoelen der ambte
naren van «openbare werken" maar al te goed bekend
was, en zij voor Ostende waren. Hierop gaf de heer
De Moreau vrij onbepaald o. a. ten antwoorddat
de meeningen zijner ambtenaren, evenals die van ieder
ander, voor wijzigingen vatbaar zijn, en dat, welke
ook de resultaten van een hernieuwd onderzoek mo
gen zijn, het gouvernement zich eene volstrekte vrijheid
voorbehoudt.
De heeren Arie Smit, president der Kon. Maat
schappij «De Schelde", en Jos. van Raalte, directeur
dier Mij., hebben zich naar Bremen begeven, ten einde
met den «Bremer Lloyd" een contract voor het aan-
loopen van de Duitsche stoombooten op Australië en
Azië te sluiten. (D.)
Ierseke. Wegens de groote toename van het post
en telegrafisch verkeer wordt het personeel der brieven
en telegrambestellers alhier met éen vermeerderd.
Nog geen volle 9 jaren geleden werd alles door éen
brievengaarder gedaan, die de brieven zelf aan het
station Kruininge ging halen. Nu zijn er een directeur,
een telegrafist en diie bestellers.
Bij kon. besluit van 23 Augustus is benoemd,
met ingang van 15 September 1885, tot burgemeester
van Glinge, P. Vercauteren.
Naar de N. Rott. Ct. verneemt, heeft de regeering
besloten, eene wijziging van art. 194 voor te stellen.
Het ontwerp wordt dezer dagen aan den Raad van
State verzonden.
Het Vaderland geeft de geheele redactie van
art. 194, zooals het thans die wenscht: «Het onder
wijs is een voorwerp van de aanhoudende zorg der
Regeering. Voor zoover noodig, wordt het onderwijs
van overheidswege gegeven. De inrichting van dit on
derwijs wordt geregeld bij de wet.
«Het geven van onderwijs is vrij, behoudens onder
zoek naar de bekwaamheid der onderwijzers, voor zoo-