1885. N°. 90.
Zaterdag 1 Augustus.
72ste jaargang.
BURGER-A VONDSCIJOOL
De Ambachtsschool ia Raad eu Staten.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct, met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingen, niet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regeL
Tot het aangeven van leerlingen voor de
bestaat gelegenheid ter Secretarie van de gemeente,
op Maandag den 3 Augustus a. des middags van
12 tot 1 uur.
Goes, 29 Juli 1885.
Burgemeester en Wethouders van Goes,
J. J. RAMONDT lb.
De Secretaris,
HARTMAN.
De gemeenteraadsverkiezingen zijn achter den rug
en hebben in de samenstelling van den Raad geene
verandering gebracht. Natuurlijk hadden wij zeer
gaarne gezien, dat de heeren Jonquière en Van Gorkom
waren verkozen geworden, maar de hernieuwing van
het mandaat van den heer Ochtman is voor ons toch
reden genoeg om over den uil slag der jongste verkie
zing voldaan te zijn.
De meisjesschool was bij de tegenpartij schering en
inslag en zy, niet wij, maakte haar tot de spil, waarom
de geheele verkiezing moest draaien. Vreemd genoeg
echter werd van de ambachtsschool door haar niet
gerept. Waar de meisjesschool haar een bruikbaar
middel scheen om den kiezers te doen gelooven, dat
het doel der liberalen is om scholen te stichten, waar
van de burgerij toch niet zal (zij beweert zelfs niet
kan) profiteeren, en het mitsdien de plicht der kiezers
was om te loonen, dat zij daarvan niet gediend waren,
daar zweeg zij over de discussiën in den Raad be
trekkelijk de subsidie voor de ambachtsschool, hoe
wel, zooals uit het gesprokene door de anti-revolutio
naire leden van onzen Raad in de zitting van 22 Mei
jl. is gebleken, toch ook die inrichting van ouderwijs,
volgens onze tegenstanders, geen recht op subsidiëering
mag deen gelden.
Het is echter duidelijk, waarom bij de verkiezings
agitatie van die zaak niet werd gerept. Immers, dan
zou in herinnering moeten zijn gebracht, dat het
juist de liberale raadsleden waren, die deze in de
eerste plaats voor de burgerij zoo nuttige instelling
wilden steunen en daaruit zou dus onmiddellijk ge
bleken zijn. dat bet geenszins het doel der liberalen
is om in het bijzonder scholen te stichten voor kin
deren van meergegoeden, maar ook en niet het minst
inrichtingen van onderwijs voor den toekomstigen
handwerksman, in éen woord scholen voor kinderen
uit alle klassen der maatschappij.
Het kan intusscben nuttig zijn op te merken, dat
de heeren M. De Jonge Jz., B Van Asperen Vervenne
en B. M. Den Boer tegen het verhoogd subsidie voor
de ambachtsschool hebben gestemdwel verklaarde
de eerste zeer ingenomen te zijn met die inrichting,
doch van die ingenomenheid is tot nutoe nimmer
gebleken, want de heer De Jonge komt no: steeds
niet voor op de ledenlijst der vereeniging «de Am
bachtsschool", niettegenstaande hij nog in de raads
zitting van gisteren andermaal te kennen gaf, dat
zijns inziens dergelijke inrichtingen de noodige fondsen
moeten putten uit particuliere bijdragen.
Doch niet alleen in den Raad kwam de subsidiëering
der ambachtsschool ter sprake en werd de zoo wensche-
lijke uitbreiding dier inrichting door de liberalen
mogelijk gemaakt; ook in de zomer-vergadering der
provinciale Staten kwam zij aan de orde en vond zij
almede bestrijding van de zijde der bezuinigingsmannen.
Daar was het de heer Van Waesberghe Janssens, die
zich opwierp als tolk van hen, die tegen eene ver
hoogde subsidie waren gekant. Ook hier ontbrak
echter o. i. een logische gedachtengang, waar de
heer v. W. J. zeide, dat hij de ambachtsschool wel
achtte een provinciaal belang, maar haar geene meer
dere subsidie wilde verschaffen, omdat er nog tal van
zaken waren evenzeer van provinciaal belang, waaraan
geen subsidie wordt verleend, zooalsgroote fabrieken,
scheepstimmerwerven, landbouw en veeteelt.
De spreker vergeleek hier echter eene inrichting
tot opleiding met takken van industrie, en daarom
gaat de vergelijking mank. Ware in onze provincie
eene particuliere landbouwschool, of eene inrichting
tot opleiding van scheepstimmerlieden, waaraan door
de provincie subsidie was geweigerd en kantte hij zich
op dien grond tegen het schenken van subsidie aan
ambachtsscholen, dan zou dit van consequentie blijk
geven, doch nu was zijn argument waardeloos door
het onlogische zijner redeneering.
Nog betoogde de heer J., dat, wanneer eerlang de
ambachtsschool te Goes een cursus in de koekbakkerij
wilde openen en zij daarvoor subsidie vroeg, deze
eveneens zou moeten worden geschonken. Nog daar
gelaten, dat de vrees voor de oprichting van een derge-
lijken cursus niet groot behoeft te zijn, valt hieromtrent
nog op te merken, dat het koekbakkersbedrijf minder
in eene noodzakelijke behoefte voorziet dan eene
smederij en daarom minder van algemeen nut moet
geacht worden.
Zoowel uit de discussiën in den Raad als uit die
in de vergadering der Staten blijkt duidelijk, dat men,
eenmaal zuinigheid in zijne banier schrijvende, van de
overzijde ook steeds zuinigheid zal beoefenen, zelfs
ten koste van onze meest nuttige instellingen. Wij
achten dit het meest bedenkelijke teeken van den
politieken strijd, die zich ook in de regeeringslichamen
van kleineren omvang begint te openbaren. Immers,
het algemeen belang moet uit de algemeene kas worden
gesteund en in de eerste plaats is het vormen van
bekwame ambachtslieden eene zaak van algemeen nut.
Het voordeel, dat de ambachtsschool oplevert, bepaalt
zich toch niet alleen tot hare leerlingen, maar strekt
zich mede uit tot het publiek, waarvoor kundige
ambachtslieden eene eerste behoefte is.
Wij tellen in onzen Raad thans drie afgevaardigden,
die in hunne zuinigheidswoede het algemeen belang
voorbijzienin de Staten stemden van de Goesche
afgevaardigden de heeren Lucasse en jhr. De Jonge
tegen de subsidiehet is te hopen, dat hun aantal
niet toename, want anders zullen weldra vele instel
lingen, die goed en nuttig zijn, zich uitsluitend op
particuliere giften moeten staande houden en onder
hen, die dergelijke instellingen steunen, worden zij, die
zulk een toestand wenschen, slechts zelden aangetroffen.
GOES, 81 Juli 1885.
Men verzoekt ons het volgende te melden
In het programma der feestelijkheden, bij gele
genheid der algemeene vergadering van de Nederland-
sche Vereeniging van gemeente-ambtenaren, was ook
opgenomeneen volks-concert op de Markt, te geven
Zaterdagavond, door het muziekgezelschap «Eendracht
maakt Macht" van Kruininge. De directeur van dat
gezelschap berichtte echter later, aan de uitnoodiging
van het bestuur der Bevelaudsche vereeniging niet te
kunnen voldoen. Er werden nu onderhandelingen aan
geknoopt, om het concert door de muziek van de
Middelburgsche Schutterij te doen geven. De meerdere
kosten, hieraan verbonden, brachten gezegd b stuur
op het denkbeeld eene bijdrage te verzoeken aan het
comité voor Volksvermaken.
Het concert zou toch in de voornaamste plaats
strekken ten genoege van het volk, en het comité
heeft in dit jaar nog geen feest georganiseerd. Op
het verzoek werd evenwel, zonder opgave van redenen,
afwijzend beschikt en daardoor zal dit nummer van
het programma vervallen.
Volgens de ter visie gelegde rekening van het
Calamiteuze waterschap EllewoudsdijkBorsele over
1884/5 bedragen de ontvangsten 71583.74% en de
uitgaven 80724.56%, zoodat 9140.82 meer werd
uitgegeve» dan ontvangen, in welk tekort is voorzien
door subsidiën van bet Rijk en de Provincie, te zamen
tot een bedrag van ƒ12000, weshalve eene som van
ƒ2859.18 aan den volgenden dienst ten goede komt.
Voor kosten van Zeewering en Oeververdediging werd
68533.50 uitgegeven, voor kosten van schutting
enz. ƒ1222.74 en voor renten ƒ4106.98.
Wolfertsdijk. Aan de oproeping van 3 gemeente
raadsleden, om de gemeentezaken, zooals die in de
strooibiljetten zijn aangerand, met de kiezers in het
publiek te bespreken, is gisteren avond gevolg gege
ven. De opkomst was bijzonder talrijk. Vier punten
waren ter bespreking gesteld, maar reeds over de
eerste twee is zoo uitvoerig gedebatteerd, dat in eene
tweede bijeenkomst hedenavond de overige punten
nog in behandeling moeten gebracht worden.
Tolen. Gisteren had alhier in het sociëteitsgebouw
«Non Semper" de uitreiking plaats der verschillende
prijzen en medailles, behaald op de laatst gehouden
tentoonstelling. De bekroonden waren de heeren L. J.
Dorst Cz., P. Van der Slikke, J. Rijstenbil, J. Dinge-
manse, B. G. Friderichs, M. C. Van Tilburg, H. Knook,
J. W. Wagtho, A. J. Steendijk, L. Groenewege, A. J.
De Wit Andriessen, C. H. A. Stoutjesdijk, Chr. De
Wit, A. Wagemaker, J. Streefland, W. G. Van der
Burght, J. J. De Lange, J. H. Van Veen, W. L. Ge
braad en A. De Trooije. Velen waren opgekomen om
de uitreiking der bekroningen bij te wonen.
Na afloop hiervan werd door de Maatschappij van
landbouw en veeteelt, afd. Tolen, eene medaille uit
gereikt aan het alhier bestaande fanfarengezelschap
♦Concordia". Het is de eerste medaille, welke aan
genoemd gezelschap werd geschonken. Het was een
waar feest zoowel voor de werkende leden als voor
begunstigers van genoemde vereeniging. Vervolgens
werden door «Concordia" eenige stukken uitgevoerd en
deze avond op eene alleraangenaamste wijze door
gebracht.
Kortgene. Door den gemeenteraad is gisteren benoemd
tot gemeentevroedvrouw op een jaarwedde van 300
mej. M. Bakker, te Stad aan 't Haringvliet.
Het departement Vlissingen van het Nut heeft
besloten den afgevaardigde het mandaat optedragen,
om vóór het bekende voorstel Nijmegen te stemmen.
Met ingang van 1 Augustus is bij het loodswezen
der monden van de Schelde bevoiderd tot loods-
kweekeling 2e klasse de matroos G. J. Meijnderts.
In verband met het bericht der JV. II. O., dat
het plan schijnt te bestaan de postboden van vélocipèdes
te voorzien, brengt de Z Z. N.bude in herinnering, dat
reeds vóór 8 jaar aan den postbode van Zieriksee op
Bruinisse, P. Meulblok, van rijkswege een snelwiel
werd verstrekt. Hierdoor werd zooveel tijd uitgewonnen,
dat aan al de aan die route gelegen gemeenten de ge
legenheid werd gegeven nog met de nachtpost de
correspondentie te kunnen beantwoorden, die des avonds
op die dorpen was aangekomen.
Hieruit blijkt dus, dat het principe om vélocipèdes
te verstrekken, daar waar de dienst er door gebaat
wordt, reeds lang bestaat. Natuurlijk zal het nut zich
voornamelijk bepalen op kunstwegen.
De berichten omtrent den gezondheidstoestand
van Z. M. den Koning luiden bij voortduring gunstig.
Z. M. maakt eiken dag een flinke wandeling, is op
geruimd en maakt nu en dan ook wel een rijtoer met
een der heeren van Zijn gevolg.
Ook H. M. de Koningin en de Kroonprinses genieten
een goede gezondheid en maken dagelijks rijtoertjes op
het Koninklijk landgoed.
Aanstaanden Zondag zal ter gelegenheid van den
verjaardag van H. M. de Koningin een diner gegeven
worden van 22 couverts.
Des voormiddags zal in de Kapel van het Koninklijk
verblijf een godsdienstoefening worden gehouden, waarbij
ds. Bourlierpred. bij de Waalsche gemeente te
's-Hage voorganger zal zijn. (D.)
Het Vaderl. meldt nader, dat met de verslagen
der commissiën van rapporteurs voor de grondwets
herziening groote spoed wordt gemaakt, zoodat zij
binnen enkele dagen te wachten zijn.
Het voorloopig verslag over het voorstel-Lohman
vangt aan met een zeer breedvoerige gedachtenwisseling
over de quaestie, wat moet voorgaan, kieswethervorming
of grondwetsherziening. In dit alles weinig nieuws. Wat
het ontwerp zelf betreft, betoogden vele leden, dat het
in meer dan éen opzicht strijdt met art. 76 der Grond
wet. Het scheppen van een persoonlijken c-nsus, die
van de plaats van verblijf onafhankelijk is, achtten
deze leden in strijd met het kiesrecht naar plaatselijke
gesteldheid. Ook meenden zij, dat de grondwetgever de
plaatselijke gesteldheid niet wilde opgevat hebben in
overeenstemming met belastingwetten van 1819 en
1833. Bovendien wil de Grondwet den census niet ge
regeld zien naar een belasting afzonderlijk. Een groot
aantal andere leden oordeelde deze bedenkingen onge
grond en meende, dat het ontwerp een eind maakte
aan het geknoei met de plaatselijke gesteldheid door
een vaste formule tot grondslag te nemen. De aan
gevoerde bezwaren raakten meer art. 76 der Grond
wet en onze verouderde belastingwetten dan het voor
stel-Lohman.
Sommige leden wenschten, dat het voorstel, zoo het
werd waargenomen, onmiddellijk in werking zou treden.
Naar het Dagblad verneemt, zal de minister van
buitenlandsche zaken, jhr. Van der Does de Willebois,
zich voor geruimen tijd op reis begeven, en zal zijne
portefeuille tijdelijk worden waargenomen door den
minister van justitie, baron Du Tour van Bellinchave.
De rekening van ontvangsten en uitgaven der
Maatschappij tot Nut van 't Algemeen over 18841885
bedraagt 44,842,26 Het saldo in kas der vorige
rekening was ƒ1226,64, nu 78,69%. De kosten van
bestuur hebben bedragen 7704,32, die der algemeene
vergadering enz. ƒ6845,85; de almanak heeft gekost
ƒ4984,05, het jaarboek 729,66. De viering van
het eeuwfeest heeft gevorderd 7794,81 en wel
1181,42% ter voorbereiding van de zanguitvoering
en 5862,50 voor de feestviering zelve. Aan rente
van de bezittingen is ontvangen 7242,76%, aan
contributie 27,297,60. Van het kapitaal is te gelde
gemaakt ƒ8000.
Tot 30 Juni 1885 is aan giften voor de te stichten
kweekschool ontvangen ƒ11,291,26, aan aandeelen
in de rentelooze leening 49300een gedeelte van
het aangekochte pand is verkocht voor 2500voor
de kweekschool is reeds uitgegeven 56,829,87, zoodat
nog een saldo aanwezig is van 6261,39.
De begrooting van 1885/86 sluit in on vangst en
uitgaaf op een bedrag van 43,116,69% de kweek
school voor bewaarschoolhouderessen is pro memorie
uitgetrokken.
Naar het D. v. N. thans met zekerheid verneemt,
zal in den spoorwegdienst te Rotterdam, wat betreft
het doorrijden der treinen tot het station Beurs, vóór
1 October geen verandering komen.
Naar wij met zekerheid vernemen, is het zalm-
tractaat met Duitschland door de JV. R. Ct. niet vol
komen juist weergegeven. Sommige bepalingen luiden
voor Nederland gunstiger, zooals spoedig bij de be
kendmaking van het tractaat zal blijken.
(Vaderl.)
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
Bedankt voor het beroep naar 's Heer Hendriks
kinderen door ds. J. Bolkestein te Gerkesklooster.
Te Arnhem werd Woensdag de 40ste algem.
vergad. van het Ned. Onderw, Genootschap geopend.
Daarop werd o. a met acclamatie eene motie aange
nomen, om den Minister van Binnenl. Zaken uit te
noodigen, de paedagogiek weder als examenvak in
eere te herstellen.
Vervolgens kwam in behandeling punt 7 «Verliest
de openbare school ten gevolge van de 2e alinea van
art. 33 der wet op het L. O. haar opvoedend karak
ter?" De inleider, de heer H. Hinse van Amsterdam,
ontwikkelde daarbij een viertal stellingen en weerleg
de de denkbeelden door prof. V. d. Wtjck ia zijn
bekende brochure voorgestaan.
Na eenige opmerkingen van een vier tal heeren werd
de vraag ontkennend door de vergadering beantwoord.
Daarna ging men over tot de bespreking van eenige
paedagogische onderwerpen en wel in de eerste plaats
van de stelling: «Al de ijver, die besteed wordt aan
het opmaken van statistieken van het schoolverzuim,
strekt ten nadeele van ons onderwijs."
Deze stelling werd door den heer J. Schippers uit
Den Haag ingeleid. Hij noemde het bijhouden van
statistieken enfóncer une porte ouverte, want het
schoolverzuim was in al zijn omvang ten volle bekend
en de onderwijzer kon z. i. z;jn krachten beter be
steden dan aan het opsporen van wat voor iedereen
waar te nemen is. Ontkende hij dan het nut der
statistiek Geenszins. Hij wilde die in stand houden en
bevorderen, om bijv. met juistheid na te gaan hoevele
kinderen de school te vroeg verlaten en om de aandacht
van het publiek op het kwaad van dit verschijnsel
meer en meer te vestigen. Doch verder moest men
niet gaan.
De vergadering nam geen conclusie op dit punt aan.
Na heropening der vergadering werd gisteren o. a.
als plaats voor het houden der algemeene vergadering
in 1886 Leiden gekozen en werd 400 subsidie
verleend over 1885 aan het ondersteuningsfonds.
Een aantal financieële voorstellen werden vervolgens
aangenomen, behoudens nadere behandeling in de
afdeelingen.
De heer F. Gediking van 's Gravenhage bekwam
daarop het woord voor de behandeling van de vol
gende vraag«In welke opzichten kan ons lager
onderwijs tot een vroegeren toestand teruggaan, zonder
achteruit te gaan De spreker kwam bij zijn be
schouwing tot de volgende stellingenlo. Wat de
schooltucht betreft is zonder twijfel de tegenwoordige
school de vroegere vooruit. 2o. Met de bijzondere
methoden voor de verschillende vakken van onderwijs
zullen we in vele opzichten tot het vroegere moeten
terugkeeren. Wanthet «peil van algemeene ontwik
keling", dat men door de lagere school voor 't geheele
volk bereikbaar zoekt te maken, wordt veel te hoog
gesteld en ons onderwijs is niet praetisch genoeg
het kweekt een soort van kennis, meer geschikt om
er «een goed figuur mee te maken" dan om er «macht"
uit te putten. 3o. Zelfs zonder godsdienstige «kleur"
kan het lager onderwijs een meer stelligen invloed
uitoefenen op de ontwikkeling van den wil, dan in
onzen tijd er van mag worden verwacht. 4o. Het is
zeer te betwijfelen of de tegenwoordige lagere school
over eenige jaren zal kunnen wijzen op zooveel (in
het leven) uitstekend geslaagde leerlingen als die uit
een vroeger tijdperk.
Door tal van voorbeelden bewees inleider hoe de
tegenwoordige methodes te verbeteren zouden ziin met
het goede der vroegere. Hij verdedigde het Christelijk
godsdienstig beginsel in de openbare school en acht
de opvatting van art. 23 van de wet van '57 he 1-
zaam voor de volksschool. De vergadering wei d daarna
gesloten.
Buitenlandsch Overzicht.
De verplichte deelneming van militairen aan ker
kelijke processiën in België werd dezer dagen door
den heer Thonissen, minister van binnenlandsche za
ken, verdedigd met een beroep op een Koninklijk
Besluit van 11 November 1819. Naar aanleiding hier
van werd door den heer Lippens (burgemeester van
Gent) in de Kamer de vraag gedaan, of de Regee
ring er bij volhardde, krachtens het aangehaalde Ko
ninklijk Besluit, waarvan niemand den inhoud kende
of de geldigheid kon aantoonen, de soldaten tot der
gelijke diensten te verplichten. Inderdaad heeft men,
zonderling genoeg, dit geheimzinnige en uit den Hol-
landschen tijd afkomstige document tot dusver in
geen enkele verzameling kunnen terugvinden. Het
dikwijls aangehaalde Messidordecreet van het jaar XII
heeft alleen betrekking op de processiën van den II.