1885. N°. 83.
Donderdag 16 Juli.
72ste jaargang.
Bij dil nommer behoort een bijvoegsel.
Dr. G. T. Callenfels,
J. J. Ochtman,
J. P. S. Jonquière en
W. J. Van Gorkom
SCHUTTERIJ
GOESGHG
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slechts
tweemaal berekend.
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
Voor de verkiezing van vier leden van
den gemeenteraad, op Dinsdag 21 Juli a. s.,
bevelen wij de candidatuur van de heeren
gaarne en ten dringendste aan.
De Commissie tot onderzoek der redenen van vrij
stelling of uitsluiting, die zij vermeenen te hebben,
welke dit jaar voor de
zijn ingeschreven, zal in een der zalen van het raadhuis
hare zitting houden op DONDERDAG DEN 16 JULI
aanstaande; wordende belanghebbenden opgeroepen
voor die Commissie te verschijnen, daar zij, die hierin
nalatig blijven, geacht worden geene redenen van vrij
stelling te hebben en zullen worden ingelijfd
Goëb, den 14 Juli 1885.
Burgemeester en Wethouders van Ooes,
J. G. DE WITT HAMER.
De Secretaris,
HARTMAN.
GOES, 13 Juli 1885.
Het is ons gebleken, dat sommigen in het denk
beeld verkeereu, dat de heer W. J. Van Gorkom,
districtsschoolopziener alhier, in zijne betrekking zou
zijn overgeplaatst naar Amersfoort en zulks naar aan
leiding van een bericht, dat indertijd ook in ons blad
is overgenomen.
Deze benoeming gold echter den heer W. K. Van
Gorkom, broeder van bovengenoemden, zoodat er geen
sprake van is, dat laatstgenoemde deze gemeente
eerlang metterwoon zal verlaten.
Rilland-Bath. Het aftredende gemeenteraadslid J.
Wondergem heeft, met het oog op zijn aanstaand ver
trek uit deze gemeente, in een door hem onderteekend
stuk, aan de kiezers hekend gemaakt, dat hij zich voor
de a. s. verkiezing niet beschikbaar stelt. Gedurende
eene reeks van jaren heeft hij zitting in den raad
dezer gemeente. Daar er hier nog geene kiesvereeni-
ging bestaat, is er ook geen candidaat gesteld.
De opbrengst der Rijksmiddelen over de maand
Juni jl. was 8,043,862,14 tegen 7,221,687,49
in Juni 1884.
De raming voor 12 maanden bedraagt 107,290376,—
De raming voor éen maand is 8,940,864,59.
De opbrengst over de eerste zes maanden van 1885
bedraagt 49,521,401,26% tegen 47,562,764,01
over de eerste zes maanden van 1884.
In den Prosperpolder op de Nederlandsch-Bel-
gische grenzen, waar ten vorigen jare de longziekte
vrij hevig woedde, hebben zich andermaal gevallen
dezer ziekte onder het Belgische vee voorgedaan.
In de gisteren te Middelburg gehouden verga
dering der Nederlandsche maatschappij tot bevordering
Ier geneeskunst is het eerelidmaatschap aangeboden
aan prof. Plugge te Groningen.
Bij de Maandag gehouden plechtige opening van
's Rijks Museum te Amsterdam werd eene cantate uit
gevoerd (tekst van ds. J. J. L. ten Kate, muziek van
Daniël de Lange).
Tegen 1 uur waren alle genoodigden vereenigd op de
oostelijke binnenplaats, waar een estrade was opgericht
voor een kapel van 65 muzikanten en voor een koor
van 250 zangers en zangeressen. Tegenover die estrade
waren hoefijzervormig de zetels voor de genoodigden
geschikt, iets hooger de plaatsen voor de autoriteiten.
De Prins en de PrinsesVonWied, met gevolg om 11.58
te Amsterdam aangekomen, om de feestelijkheden bij
te wonen, werden bij hun komst aan het Museum
onder de tonen van het «Wilhelmus" in de feestzaal
ontvangen, waar de 700 genoodigden bijeen waren,
waaronder de heer Kaempffen, directeur van de Aca
demie des Beaux Arts te Parijs en den beeldhouwer
Guillaume.
De plechtigheid begon met de uitvoering van het
eerste gedeelte der cantate.
Nadat de laatste tonen waren weggestorven, hield
de heer J. Heemskerk Az-, Minister van Binnenl. Zaken,
de inwijdingsrede.
Na deze werd de oorkonde onderteekend door prinses
en prins Yon Wied, alle ministers en verdere tegen
woordige autoriteiten en na de eerezaal doorgegaan te
zijn, werd in de Rembrandtzaal door den burgemeester
van Amsterdam bij het omfloerste schilderij de «Nacht
wacht" eene rede gehouden, waarin hij den konink
lijken schilder huldigde, nit wiens werken wij het Neder
land der 17e eeuw het best leeren kennen, welk t;jd-
perk nog altijd het meest navolgenswaardig is.
Spreker verzekerde aan het slot, dat deze dag te
Amsterdam steeds in herinnering zon blijven.
Het orkest en koor hieven hierna het «Rembrandt"
van Heye, muziek van Verhulst, aan. Bij den omgang
hield de heer A. W. Wertheim nog een rede tot den
heer Cuypers, den ontwerper van het gebouw, en bood
hem namens een 400-tal personen een medaille in
goud, zilver en brons aan ter herinnering aan de vol
tooiing van het Rijksmuseum. Daarna werden door alle
genoodigden de zalen bezichtigd en ververschingen
gebruikt.
De Minister van Marine brengt ter kennis van
artsen beneden den leeftijd van 36 jaren, dat er alsnog
gelegenheid bestaat om als officier van. gez. 2e kl. bij
de zeemacht in dienst te treden, voor den tijd van 8
jaren, onder genot eener premie van 8000, of wel
voor 4 jaren, tegen de premie van 4000, uittebetalen
hij indiensttreding. De bezoldiging aan die betrekking
verbonden bedraagt binnenslands 2000 of 2300,
in de koloniën ƒ3500 'sjaars.
Het tafelgeld aan booid is binnengaats 25 en
buitengaats 50 's maands.
Voor de thans indiensttredende artsen bestaat uit
zicht op bevordering tot offic. van gez. Ie kl. na vier
jaren dienst.
De intezenden stukken zijn vermeld in de Staats
courant van 15 en 16 Maart 1885, no. 63.
Ten aanzien van twaalf opengestelde plaatsen voor
studenten in de medicijnen aan de Nederlandsche Uni
versiteiten, om tot officier van gez. 2e kl. bij de zee
macht te worden opgeleid, wordt verwezen naar de
aankondiging in de Staats-courant van den 4 dezer,
no. 129.
Men verneemt, dat de nieuwe Commissaris des
Konings in Drente, ofschoon met ingang van 1 Juli
tot die betrekking benoemd, zijn ambt nog niet heeft
kunnen aanvaarden, als hebbende tot dusver den ver-
eischten eed in handen van Z. M. niet afgelegd.
De heer Pijnacker Hordijk, alsmede de benoemde
raadsheer in den Hoogen Raad, de minister van Staat
Modderman, zullen vermoedelijk door Z. M. beëedigd
worden na terugkeer des Konings in het vaderland,
in het laatst dezer maand.
Z. M. zou hebben te kennen gegeven tijdens het
ondergaan van de gezondheidskuur verhinderd te zijn
de hooge ambtenaren te ontvangen ter plaatse van
Hd. verblijf buitenslands.
Men meldt aan het Dagbladdat de heer E. J.
Attema, wegens voortdurende ongesteldheid, zoowel
voor zijn notariaat als voor het lidmaatschap der
Tweede Kamer zal bedanken.
Men schrijft aan de N. R. Ct.
Aanstaanden Vrijdag vertrekken HH. MM. van Kö-
nigswart en gaan dien dag tot Frankfort, waar zij tot
Maandagochtend zullen blijven, om dan de reis in eens
door afteleggen naar het Loo, alwaar de Koning en
de Koningin denzelfden avond, dus den 20sten dezer,
aankomen.
Naar men verneemt zou door de Pruisische re-
geering de vrije invoer van Nederlandsch fokvee uit
Nederland met ingang van 20 Juli aanstaande weder
worden toegestaan.
Prof. J. A. C. Oudemans schrijft in het U. D.:
Op de sterrewacht alhier is het telegrafisch bericht
ontvangen van de ontdekking, op den 7en dezer, van
eene komeet, door den heer Barnard te Cambridge.
Zij stond den 9en dezer te 12 u. 32 m., 9 middelb.
tijd te Cambridge op 259° 27' 6" R.O. en 6° 1' 8"
Zuidelijke declinatie. De dagelijksche schijnbare be
weging was 30' in R. Opklimming, terwijl de zui
delijke declinatie dagelijks 35' toeneemt. Zij is zwak
en heeft geen staart.
Raadpleegt men de door de Hollandsche maatschappij
der wetenschappen te Haarlem bekroonde berekeningen
van den heer G. F. Ginzel te Weenen, betreffende de
komeet van Olbers, die in 1886 terug verwacht kan
worden, dan blijkt, dat de door Barnard ontdekte
komeet niet die van Olbers zijn kan.
De komeet staat in het sterrebeeld Ophiuchns, gaat
te 10 uur door den meridiaan, en beweegt zich naar
het zuidwestenhet is dus blijkbaar eene komeet, die
nog ver weg is en zich naar de zon begeeft. Zij kan
dus wellicht zeer helder worden, maar als zij in hare
zuidelijke beweging volhardt, kan zij zich wellicht
spoedig aan ons oog onttrekken.
De Predikanten Weduwen- en Weezen-vereeni-
ging telde, blijkens het jaarverslag, in Dec. 1884161
gewone en 20 buitengewone leden. De Vereeniging
bezit thans een kapitaal groot 29,300 4 pet. W. S.,
welk kapitaal is ingeschreven op het Grootboek. In
het afgeloopen jaar werd aan 19 weduwen weder een
jaarlijksche uitkeering van 100 verleend; ook over
dit jaar zullen zij een gelijk bedrag ontvangen.
Reeds vroeger werd in de N. R. Ct. de aandacht
gevestigd op den filter-Chamberland (systeem-Pasteur).
Van wetenschappelijk bevoegde zijde ontving dat blad
de volgende mededeeling
Thans, nu wij in de gelegenheid waren, verschillende
modellen in werking te zien bij de firma D. K. T.
Van der Linden Zoon alhier (Rotterdam) wenschen
wij daarop nog nader terug te komen, om onze in
genomenheid met de verkregen resultaten te verklaren.
Vooraf eene beschrijving van den toestel.
Het water wordt door middel van eene aan de
waterleiding bevestigde kraan toegelaten in eene ge
sloten ruimte, begrensd door den buitenwand van
eene holle porseleinen bougie en den binnenwand van
eenen, deze bougie omvattenden, cilinder, zoodat al
het water dat uit de kraan komt, door den wand
van de porseleinen bougie heen moet dringen. Deze
bougie, die van porseleinaarde vervaardigd en onver-
glaasd is, laat het water slechts zeer langzaam door,
en alle zwevende organische stoffen, zelfs van micros
copisch kleine afmetingen, zullen zich aan den wand
der bougie afzetten.
Uit een microscopisch onderzoek van bevoegde weten
schappelijke personen is gebleken, dat dit werkelijk
plaats heeft. Verrassend is het ook met het bloote
oog de werking van dezen filter op ons rivierwater
in tijden van dik bovenwater gade te slaan. Kristal
helder wordt het uit den filter verkregen.
Wanneer de bougie eenige dagen gebruikt is, begint
men reeds te bespeuren, dat het doorlatend vermogen
vermindert, totdat er eindelijk in 't geheel geen water
door de bougie loopt. Deze eigenschap is van dezen
filter een groot voordeelalle andere filters blijven,
ook na het ophouden van het zuiverend vermogen,
het water doorlaten, en in plaats van gezuiverd, zal
het water dan in den filter misschien nog meer ver
ontreinigd worden.
Ter reiniging van den filter Chamberland-Pasteur
is het voldoende, de bougie uit den metalen koker te
nemen en met een harden borstel schoon te maken.
Na herhaald gebruik kunnen de bougies zeer gemak
kelijk schoon gebrand worden.
Voor een gewoon huishouden is een filter met éen
bougie voldoende, vooral als men steeds tijdig de
bougie verwisselt (men ontvangt de bougies in duplo)
en onder den filter eene doelmatige inrichting aan
brengt, waarin het gefiltreerde water kan worden
opgevangen en bewaard. De filter kan dan onafgebroken
doorwerken. Verlangt men echter voor ziekenhuizen,
scholen, hotels, industriëele inrichtingen, enz. eene
grootere hoeveelheid water, dan kan men zich bedienen
van eene batterij van meerdere bougies. Men heeft
batterijen van drie, zes, tien en meer bougies.
Eene andere soort filters van dit systeem, die kunnnen
werken zonder dat het water onder druk staat, zijn
zeer geschikt voor plaatsen waar geen waterleiding
bestaat. Wij zouden aan dit onderwerp niet zooveel
aandacht gewijd hebben, indien wij niet de overtuiging
hadden, dat deze filter vooral bij eventueels epidemieën
groote diensten kan bewijzen.
Kerkelijke Zaken en Onderwijs.
UITSLAQ
van de gehouden overgangs-exauiens aan de Hoogere
Burgerschool, cnrsus 1884/85.
Bevorderd zijn
Van de voorbereiding», tot de le klasse.
Met den 1 en graad:
C. Snijder, D. M. Prumers, M. Pieterse, M. A. Van
Noppen en M. D. Dekker.
Met den ien graad
F. H. Ramondt, J. G. Risseeuw, C. D. Vereeke,
W. Kakebeeke en A. C. Matthijsen.
Met den 3en graad
J. J. Sloover, A. J. Van der Hoek, J. H. Ochtman,
J. A. Goemans, C. Pilaar en H. De Witt Hamer.
Van do le tot de 2e klasse.
Met den Ien graad:
G. Sauer en J. K. Dominicus.
Met den 2en graad:
M. Vermet, A. L. Van Paassen, P. W. Jonquière,
J. Pilaar en G. Th, C. Callenfels.
Met den Zen graad:
W. Vis, J. A. G. Ittmann, J. Molhoek, F. M.
Augustijn, J. G. Van Dishoeck en J. E. J. Callenfels.
Van de 2e tot do 3e klasse.
Met den i en graad
A. Van Altena, J. Schippers en H. C. P. Steenhoven.
Met den 2en graad:
J. Vermet, II. Van Pienhroek en E. C. Wierts Van
Coehoorn.
De leerling voor enkele vakkenI. J. C. P. Bartelse.
Met den 3en graad:
L. J. C. Pompe Van Meerdervoort, A. Jonquière
en J. P. Dentz.
Voorwaardelijk
M. Snijder.
Van de 3e tot de 4e klasse.
Met den 2en graad:
A. E. Van Dishoeck en W. F. Van Cam pen.
De leerlingen voor enkele vakkenJ. Wessel, Ph.
J. Kettner, P. Den Boer en H. Janse.
Met den 3en graad:
J. A. Ramondt.
Van de 4e tot de 5e klasse.
Met den \en graad:
De leerling voor enkele vakken H. L. J. Sicherer.
Met den Ien graad:
H. Van Iwaarden.
Met den Zen graad:
C Oranje, W. Wolff, M. A. Ramondt en N. J. F.
Pompe Van Meerdervoort.
De leerlingen voor enkele vakkenL. M. Koge-
lenberg, S. E. Stokmans en L. Boshoff.
Voorwaardelijk
C. J. Idenburg.
Bij de overgangs-examens aan de Rijkslandbouw
school te Wageningen is o. a. bevorderd van B 2
tot B 3 J. G. J. Kakebeeke te Goes.
Aan de gemeente Graauw is ter zake eener
behoorlijke inrichting van haar lager onderwijs, boven
en behalve de vergoeding van 30 percent, een subsidie
verleend van 10,660.
Voor het le toelatingsexamen voor de Rijks
landbouwschool te Wageningen hebben zich 36 candi-
daten aangemeld.
De Min. van Binnenl. Zaken heeft dato 10 Juli
aan de districts-schoolopzieners een circulaire verzon
den, waarin hij de veelvuldige afwijzing van candidaten
voor de akte van onderwijzer en onderwijzeres toe
schrijft aan de onvolledige voorbereiding en de geringe
kennis van vele candidaten.
Door die veelvuldige afwijzingen wordt de taak der
examen-commissiën noodeloos verzwaard.
De oorzaak van dit niet-slagen der kweskelingen
van de R. N. L. schijnt te leggen in het niet vol
eindigen van den vierjarigen cursus.
Het is daarom wenschelijk, dat den kweekelingen
de verplichting worde opgelegd om tot het doen van
examen verlof van directeur en onderwijzers te vér-
zoeken, met bedreiging, dat art. 29 al. 2 van het
algemeen reglement der R. N. L. op hen zal worden
toegepast, als ze zonder dat verlof examen doen. Bij
het eerstvolgend examen zal dit voorschrift reeds in
toepassing worden gebracht.
Nadat de oproepingen, vermeld in art. 58 al. 2
der wet zijn gedaan, zal voortaan in eene vergadering
van directeurs en onderwijzers over het verleenen van
dat verlof worden beslist.
In Het Schoolblad van gisteren komt een schrij
ven van prof. Salverda voor over «het gebeurde met
den heer Frowein." Hierin geeft de schrijver het
volgende verslag van zijn gesprek met genoemden
leeraar
«Ik ried hem, zich in-afwachting van het open
vallen van voor hem geschikte plaatsen, voorloopig te
vestigen te Amsterdam en daar privaat-lessen te
zoeken, maar vooral daar het noodige te doen tot het
verwerven van den doctoralen graad, eene aange
legenheid, die, blijkbaar ook tengevolge van veelvul
dige bemoeiingen buiten de studie en het onderwijs,
bij hem op den achtergrond was geraakt.
Op de vraag van den heer F., hoe ik dacht over
zijne kansen van slagen bij het zoeken eener nieuwe
betrekking als leeraar, gat ik o. a. te kennen, dat de
door hem voorgenomen bespreking der bekende motie
mij voorkwam, met de door hem aan te wenden po
gingen minder gelukkig samen te vallen. Ik verheelde
niet, dat het ophalen van de onderwerpen, waarom
het bij die motie eigenlijk is te doen, de quaestie-
Büchler en nog een paar soortgelijke zaken in eene
vergadering der Vereeniging van Leeraren, mij zéér
weinig gewenscht voorkomt, omdat maar al te licht
indrukken naar buiten worden gegeven, die ik in strijd
acht met het wel begrepen belang van het Middelbaar
Onderwijs, en waartegen het te verkrijgen practisch
resultaat m. i. geenszins kan opwegen. Terwijl ik zeide,
dat ik mij, op dien grond, voor het Onderwijs er in
zou verheugen, indien van de behandeling der motie
werd afgezien, voegde ik daar ronduit bij, dat de heer
F. m. i. voor zichzelven verstandiger zou handelen door
in de voor hem gegeven omstandigheden liever niet
als agitator op te treden.
Ik zeide hem verder, dat een afzien van de behan
deling van het gewraakte onderwerp in een tijd, waar
in m. i. alles, wat ten opzichte van ons Middelbaar
Onderwijs aanstoot geven kan, zooveel mogelijk behoort