1885. N°. 71.
Donderdag 18 Juni.
72sle jaargang.
GOESCHE
De uitgave dezer Courant geschiedt Maandag, Woensdag en Vrijdagavond
uitgezonderd op feestdagen.
Prijs per kwartaal, zoo binnen als buiten Goes, f 1,75.
Afzonderlijke nommers 5 ct., met bijblad 10 ct.
In ons land vervoege men zich: voor Rotterdam aan het Algemeen Advertentiebureau
van NIJGH VAN DITMAR, en verder bij alle Boekverkoopers en Postdirecteuren.
COURANT.
De prijs der gewone advertentiën is van 15 regels 50 ct., elke regel meer 10 ets.
Bij directe opgaaf van driemaal plaatsing derzelfde advertentie wordt de prijs slecbta
tweemaal berekend.'
Geboorte-, huwelijks- en doodberichten en de daarop betrekking hebbende
dankbetuigingen worden van 18 regels a f 1,berekend.
Dienstaanbiedingenniet meer dan 4 regels beslaande en contant betaald, 20 ets.
Aanvragen om en vermelding van liefdegaven 5 cents per regel.
GOES, 17 Juni 1885.
Het is een gewoon verschijnsel, dat alles wat
eenigszins geheimzinnig of vreemd is, in hooge mate
de aandacht van het publiek trekt en dat de publieke
opinie, deels uit nieuwsgierigheid, deels uit een instinkt-
matigen afkeer van datgene wat zij niet juist beoor-
deelen kan, een eenigszins vijandige houding aanneemt
jegens de bewerkers van dat geheimzinnige. Dit bleek
ook weder Maandag- en Dinsdagavond. Voor de woning
van den tegenwoovdig zoo de aandacht trekkenden spiri
tist, in het Ossenhooflstraatje alhier, had zich eene niet
onaanzienlijke menigte, grootenleels uit jonge lieden
bestaande, verzameld, die op allerlei wijzen hunne
mindere ingenomenheid met wat daar binnenshuis
voorviel, te kennen gaven. In zooverre men zich be
paalde tot eene soort van levend gheid en tot zekere
mate van vroolijkheid, is het wellicht beter niet zoo
heel veel notitie van dergelijke volksuitingen te nemen.
Maar afgekeurd moet het worden, dat de manilestatie
zoo ver ging, dat men op deuren en vensters der
woning en ook van de naastbij gelegen panden ging
stompen en slaan en dat de personen, welke de woning
van den spiritist verlieten, met zeker uitjouwend ge
juich werden begroet. Wanneer van de zijde des
spiritists de orde niet verstoord of op andere wijze
geen hinder wordt gedaan aan de omgeving, dan be
hoort men ieders persoonlijke vrijheid te eerbiedigen
eu past het niemand op de manier van Maandag- en
Dinsdagavond den steen tegen de zaak op te nemen.
De politie bemoeide zich op bedachtzame wijze met
den volksoploop. Tegen half elf des avonds was het
in het straatje rustig en konden de overige bezoekers
van de woning ongehinderd huiswaarts keeren.
Door een ons nog onverklaarbare omstandigheid
is het eerste gedeelte van het verslag van omen cor
respondent te Tolen over de daar gehouden Ln Ibouw-
vergadering niet in onze handen gekomen. Wij laten
daarom hieronder volgen wat de Midd. Ct. daarom
trent bevat
«De heden (Dinsdag) in het lokaal der kon. hand
boogschutterij «Non semper" gehouden en door een vrij
groot aantal leden bijgewoonde vergadering werd door
den vice-voorzitter der maatschappij, den heer J. M.
Kakebeeke uit Goes, geopend met eene toespraak,
waarin hij mededeelde, wegens ontstentenis van een
voorzitter, de leiding dier vergadering op zich genomen
te hebben. Hij heette daarop den Commissaris des
konings en den heer Bybau, lid van Ged. Staten, die
ter vergadering waren opgekomen, welkom, evenals
het dag. bestuur van Tolen en de overige leden. Na
eenige welwillende woorden van dank aan de afdeeling
Tolen voor de feestelijke ontvangst, verklaarde hij,
met den wensch dat deze bijeenkomst weder strekken
moge tot bevordering van de belangen van landbouw
en veeteelt in Zeeland, de bijeenkomst voor geopend.
Na voorlezing der notulen van de vorige vergadering,
naziening en goedkeuring der rekening 1884 enz., deelde
de president mede, dat het Hoofdbestuur tot zijnen
voorzitter had gekozen mr. I. Moolenburgh en dat het
eere-lidmaatschap was aangeboden aan den heer G. A.
Vorsterman Van Oyen te Aardenburg, als bewijs van
erkentelijkheid voor het vele, door hem in het belang
van den landbouw en de Maatschappij verrichte.
Hierop werden de namen opgegeven van de beoor
deelaars, belast met de keuring van het ter tentoon
stelling aangevoerde. Het zijn
Voor de paarden en het hoefbeslag de heeren C.
Mazure te Middelburg, J. v. d. Have te Ouwerkerk
en L. J. Mol te Steenbergen.
Voor het hoornvee de heeren E. L. Van Mervennee
te Goes, H. Knook te Nieuw-Vosmeer en C. Caboort
te Kloetinge.
Voor de schapen en varkens de heer C. Caboort te
Kloetinge.
Voor de boter de heer C. A. Van der Burght, mej. wed.
W. C. Boogaard en mej. M. P. Bierens, allen te ToleD.
Voor het pluimgedierte de heeren P. Duijvekot te
Middelburg en E Van den Bosch te Goes.
Hierna werd medegedeeld dat de algemeene ver
gadering in 1886 zal worden gehouden in de afdeeling
Zieriksee.
Daarop was aan de orde de bespreking van de vol
gende onderwerpen
lo. Het nut van het verbeteren en bemesten van
weiland. Dit werd ingeleid door den heer B. G. Van
der Have van Ouwerkerk.
2o, Is het droogleggen op lichte gronden aante-
bevelen? Inleider hiervan was de heer M. I. Stout-
jensdijk van Tolen.
3o. Kan de invoering van een, zij het ook matig
inkomend recht op buitenlandsche tarwe en meel in
het belang van den landbouw worden geacht Hierover
opende de heer G. 3. Van den Bosch van Wilhelmina-
dorp de discussie.
4o. Met het oog op de belangen van den landbouw
wordt een ruimere vergunning tot het dooden van
schadelijk gedierte dringend noodig geacht. Wat leert
de ervaring der leden hieromtrent?
Namens den heer C. Polderdijk werd dit punt door
den heer J. H. Snijders ingeleid.
De strekking van dit betoog was, dat mildere be
palingen wenschelijk zijn voor het dooden van ver
schillende vogelsoorten.
5o. Bij het nieuwe wetsontwerp wordt het verbod
van kinderarbeid ook tot veldarbeid uitgestrekt. Is
zulks wenschelijk Zou verplicht avondonderwijs, op
12- tot 17jarigen leeftijd, het doel niet beter doen
bereiken
De heer J. H. Snijders van Middelburg leidde dit
onderwerp in.
Ten slotte vroeg de heer Gerlach van Middelburg
of de zucht tot opmerken en waardeering der pogingen
tot onderzoek naar de oorzaken der natuurverschijn
selen niet zeer zou kunnen bevorderd worden door het
toekennen van premiën voor voldoende invulling der
lijsten, voorkomende in Starings almanak. Het hoofd
bestuur gaf toezegging dit te zullen overwegen."
Het gedeelte van het door ons ontvangen verslag
luidt als volgt:
Dinsdag wapperde uit bijna alle huizen de Hol-
landsehe driekleur. In den loop van den morgen kwa
men van alle zijden de verschillende muziekgezelschappen
opdagen om deel te nemen aan het festival. De poorten
om in de gemeente te komen waren smaakvol versierd.
Des middags een uur vereenigden zich de verschillende
muziekgezelschappen, voorafgegaan en gevolgd door eene
eerewacht te paard en vormden zoo een prachtig
geheel. De feestelijke optocht trok door de voornaamste
straten der gemeente, hield aan het gemeentehuis
stand, alwaar den besturen der verschillende gezelschap
pen de eere-wijn werd aangeboden; daarna begaf zij
zich naar het prachtig versierde marktplein. Het festi
val begon en ieder gezelschap voerde om benrt eenige
stukken uit. Hierna had door den burgemeester de
uitreiking der prachtig bewerkte medailles plaats.
Vervolgens werden de drie uitgeloofde prijzen aan
de muziekgezelschappen van St. Annaland, Kruininge
en Scherpenisse ter hand gesteld.
De sluiting van het festival had plaats te 7 uren
door het fanfarenkorps «Concordia" met Souvenir de
Tolen." Des avonds werd nog eene muziekuitvoering
gegeven op het marktplein, dat nu schitterend verlicht
was. Hiermede was de feestelijkheid voor Dinsdag afge-
loopen om Woensdagmorgen weder te beginnen.
's-Heer Arendskerke. Door Z. E. den Minister van
Justitie is aan den onbezoldigden rijksveldwachter
A. Van de Plasse alhier vergunning verleend tot het
dragen derzelfde wapenen als bij de bezoldigde rijks
veldwachters in gebruik zijn.
Benoemd tot lid van de Algemeene Armbesturen
van 's Heer Abtskerke c. a. in plaats van dhr. W.
L. Hirdes (vertrokken) dhr. S. Polderman.
Gisteren seinde men ons uit Amsterdam
Een groote brand woedt aan de steigers der Neder-
landsche Amerikaansche stoomvaartmaatschappij en in
de pakhuizen van den Nederlandschen Rijnspoorweg.
Een groot aantal volle en leege petroleumvaten zijn
brandende Gelukkig is geen Amerikaansche boot aan
wezig. Verscheidene spoorwagens, op dit oogenblik
reeds dertien, zijn verbrand.
Hieromtrent meldt onze correspondent ons nog het
volgende
De oorzaak van den brand aan den oostelijken Suez-
steiger, thans in gebruik bij de Ned.-Amerikaansche
stoomvaartmaatschappij, is tot nog toe onbekend. De
brand werd ontdekt door de bemanning van twee
stoombooten van de firma Rutters, die voorbij den
steiger voeren. Onmiddellijk schroefden heide booten
hare slangen aan en trachtte de bemanning den aan
den oostpunt brandenden steiger te biusschen. De zich
in de buurt bevindende personen brachten hulp aan
door een extincteur, terwijl ook een der stoombooten der
stadsreiniging haar slangen aanschroefde en water gaf.
De brandweer verleende eerst hulp met een hand
spuit en later met twee stoomspuiten en de twee drij
vende stoomspuiten »Jan Van derHeijde" en «Amstel."
Een stoomboot der havenpolitie wierp ook hare stralen
in het vuurte zamen waren dus niet minder dan acht
stoommachines bezig water in den brand te werpen.
En tochhet mocht niet baten. De brand, te ongeveer
één uur begonnen, breidde zich, aangewakkerd door
een tamelijk sterken Noord Oostenwind, snel uit. Om
20 minuten over éénen vatte de loods vuur, en bijna
oogenblikkelijk daarna stond zij in lichte laaie.
Pas den vorigen dag was de loods geteerd, de
vloer was als 't ware doortrokken met petroleum en
margarine; het hout was door de zonnehitte volko
men uitgedroogd, geen wonder dus dat het water
niets vermocht tegen de twee vereenigde elementen
vuur en wind. Op den steiger stonden ongeveer
twintig waggons van den Ned. Rijnspoorwegvier
dezer waggons waren geladen met Maryland-Tabak.
De waggons geraakten in brand. In de loods bevon
den zich kisten met Neuienberger speelgoed, een
hoeveelheid meel en een partij katoen. Gelukkig was
men er nog ingeslaagd de petroleumvaten te water
te werpen, (mijn telegram dat van brandende vaten
sp'ak was dus op dat punt onjuistdeze fout zal
men mij echter lichtelijk vergeven).
Alles is verbrand. Om drie uur ongeveer was de
brandweer het vuur meester. Zij heeft goed haar
plicht gedaan. Meermalen zag ik de mannen op
plaatsen op den steiger staan, terwijl onder den stei
ger het vuur aan de gecreosoteerde palen lekte.
Plotseling sloeg dan de vlam uit, doch even snel
draaide de brandweerman zijn slang en doofde het
vuur aan zijn voeten op sommige oogenblikken sloeg
de vlam midden in den steiger uit en was de brand
weer, die aan den punt van den steiger werkte, ge
scheiden van hen die aan den landkant werkten
dadelijk richtten zich echter 3 a 4 waterstralen op het
vuur en was de gemeenschap weer hersteld. Toen
begon een der stoombooten haar water onder den
steiger op de palen te werpen en nu was de strijd
tusschen vuur en water weldra beslecht, ten voordeele
van het water 1
Op een oogenblik liep een der stoomspuiten gevaar
te verbrandendadelijk waren honderden handen ge
reed om haar terug te trekken en zij werd dan ook
voor het gevaar behoed.
De commandant der brandweer legde beslag op een
in de buurt zijnde sleepboot, om ingeval het personeel
van de »Jan Van der Ileijde", die vlak bij de vlammen
lag, gevaar liep, dit te redden
De Burgemeester en Wethouders en eenige leden
van den Raad waren op het terrein aanwezig. Ge
lukkig lag geen stoomboot aan den steiger. De boot
was Zaterdag vertrokken, en de andere was nog niet
aan. Was de laatste wel aangeweest, dan zou er een
groote massa spek en reuzel waarschijnlijk mede ver
brand zijn.
Alleen de brandkast is gered.
Bij het overgangs-examen aan de Polytechnische
school te Delft is o. a. geslaagd volgens art. 64 de
heer A. C. Danckaerts.
Door het polderbestuur van Walcheren is de heer
M. C. Koole te Wemeldinge benoemd tot opzichter aan
de Noordwatering van den polder Walcheren, te West-
kapelle. (M. Ct.)
De op het rijkstelegraafkantoor te Ierseke tijdelijk
ingevoerde doorloopende dagdienst is opgeheven. De
normale beperkte diensturen zijn weder van kracht.
In verband daarme is de telegrafist 2e kl. F. Lij-
baart van daar verplaatst naar Rotterdam.
Op de den 15 dezer te Wissekerke gehouden
vergadering der kiesvereeniging «Algemeen Belang"
werden na ampele discussie tot candidaten voor de
a. s gemeenteraadsverkiezing gesteld de heeren W. J.
Vader, Q. J. M. Janssen en H Meulenberg, landbouwer
te Geersdijk. Bij deze laatste candidatuur werd vooral
de overweging voorop gesteld, dat wel Kamperland
vertegenwoordigd is (door 2 leden) maar niet Geers
dijk, althans niet door een daar wonend lid.
Men schrijft aan het Dagbladdat Z. M., hoogst
ingenomen met zijn verblijf te Karlsbad, in de laatste
dagen de verschillende groote etablissementen daar
ter plaatse heeft bezichtigd om zich eene woning te
kiezen voor het volgend seizoen, en dat Z. M. zijne
keus ten slotte heeft gevestigd op het prachtig gele
gen etablissement Popp, van waar men op weinige
schreden afstands dadelijk in het bosch komt. Z. M.
heeft die keus ook daarom gedaan, omdat het plan
bestaat, dat in het volgende jaar voor den geheelen
tijd van Zr. Ms. verblijf, H. M. de Koningin en prinses
Wilhelmina bij den Koning zullen blijven.
Het waren zoo schrijft men verder heerlijke
weken, gedurende welke wij het Koninklijk gezin in ons
midden hadden. Geen dag ging voorbij, zonder dat
Z. M. met de Koningin en de Prinses te midden der
kurgasten verscheen. De Koning was gedurig in de
opgewektste stemming. Hij keuvelde, lachte en bege
leidde de zijnen door het ergste gedrang. Tegenover
zijne Gemalin had de Koning steeds de meeste attenties.
Bij de bloemenverkoopsters kocht de Koning dagelijks
een frisschen bouquet voor H. M., en de Prinses kreeg
dan eene fraaie roos. Geen schoon plekje in de om
streken dat niet door het koninklijk gezin werd be
zocht. Toen de Koningin en de Prinses Karlsbad hadden
verlaten, vatte Z. M. zijne meer eeDzame levenswijze
weder op. In een lichtgrijs zomerpak, met een stroo-
hoed op het hoofd en een ilinken wandelstok in de
hand, verscheen de Koning dagelijks in de straten,
bezocht vooral de magazijnen van kunst, deed tal van
inkoopen, die voor zijn smaak getuigen, en onderhield
zich dan langen tijd met de magazijnhouders.
Het voorstel van den heer Lohman wordt door
de anti-revolutionairen zeiven bestreden. Toen de
heer Geertsema in '76 zijn voorstel tot wijziging
der kieswet indien.'.e, werden daartegen van die
zijde dezelfde bezwaren aangevoerd als nu worden
geopperd tegen het voorstel-Lohman.
Het Ilbl. brengt dit in de volgende korte trekken
in herinnering.
Da heer Teding Van Barkhout klaagde, dat er
geen behoorlijk onderzoek was ingesteld naar de
plaatselijke gesteldheid, zooals de Grondwet vordert
en dat evenmin zekerheid bestond, dat er meer ge
schikte kiezers zullen worden verkregen. Heeft de
heer Lohman dat «onderzoek" thans ingesteld en die
«zekerheid" gegeven? Het heeft er niets van.
Den heer Schimmelpenninck Van der Oye lachte
een middenterm, als in 4850 was aangenomen, meer
toe dan het stelsel van algemeene verlaging. Dat
klinkt geheel anders dan de bewering, dat het ont-
werp-Geertsema dien anti-revolutionairen afgevaardigde
niet kras genoeg was.
De heer Van Loon verlangde, evenals de heer Van
den Berch van Heemstede, grondwetsherziening voor
verbetering van het kiesrecht. Zoolang de Grondwet
niet gewijzigd is, zal men steeds blijven dobberen,
zeide de eerste. Juist hetzelfde beweren de liberalen.
De eerste, de heer Van Loon, zette uitvoerig uiteen
dat de drievoudige grondslag van den censusgrond
belasting, personeel en patent, te volstrekt onevenredig
is in zich zeiven om een juisten maatstaf voor den
census op te leveren. Hij gaf dus reeds elf jaren
vooraf een doodende critiek op het voorstel vau zijn
geestverwant Lohman
Volgens het Vaderland gaat de nota der katho
lieke Kamerleden uit van de stelling, dat het tegen
woordige artikel 194, mits juist opgevat, voldoende is,
maar dat wijziging noodig is, omdat het artikel dik
wijls verkeerd wordt toegepast. Deze nota schijnt dus
werkelijk veel gematigder te zijn dan die der anti
revolutionairen.
Met wijziging van het Kon. besl. van 9 Februari
jl. is bepaald, dat in dit jaar 36, in stede van 30 jonge
lieden als adelborst 3e kl. voor den zeedienst bij het
Kon. Instituut voor de marine te Willemsoord zullen
kunnen worden geplaatst.
Uit Berlijn wordt door Reuther gemeld, dat Prins
Frederik Karei, zoon van Prins Karei van Pruisen
(reeds overleden) Maandag op het kasteel Klein-Glieneck
bezweken is.
De overledene was geboren 20 Maait 1828 en huwde
23 November 1854 met Prinses Marie Anna van Anhalt.
Uit dit huwelijk werd o. a. geboren Prinses Marie,
eerder weduwe van Prins Hendrik der Nederlanden,
thans Gemalin van Prins Albert van Saksen-Altenburg.
De ontslapene behoorde tot de helden in de jongste
oorlogen, door Pruisen gevoerd. In 1866 en 1870
onderscheidde hij zich niet weinig. Hij bezat een ware
heldennatuur en werd als onverschrokken en uitnemend
bekwaam militair hoog geschat. Door den Keizer werd
bij zeer gewaardeerd.
De N. Iiott. Ct. van gisteren bevatte het vol
gende ingezonden stuk van «Een gemeente-ontvanger",
welks strekking ons zeer juist vooikomt.
«De kohieren van het Personeel.
De Minister van financiën heeft bepaald, dat met het
opmaken der kohieren personeele belasting 1885/86
moet worden gewacht tot na de beslissing omtrent het
wetsontwerp tot het heffen van buitengewone opcenten.
Heeft de Minister wel berekend, welk eene vertra
ging daardoor zal ontstaan in de inning dier belasting,
en hoezeer verwarring daarvan het gevolg zal zijn in
de financiën van vele gemeenten gedurende de maanden
Juli en Augustus?
Indien het lot van dat ontwerp niet zeer spoedig
bekend kan zijn, dan was eene intrekking van opge
noemde ministeriëele aanschrijving zeker zeer wen
schelijk."
De Geldersch-Overijselsche Maatsch. van Land
bouw heeft aan mr. O. J. Sickesz het lidmaatschap van
verdienste met de groote gouden medaille toegekend en
de heer A. Grevenstuk te Amsterdam heeft eene fraaie
penteekening vervaardigd, die als diploma daarbij zal
worden gevoegd. De rand, met wingerdranken in zachte
kleuren doorstrengeld, vertoont aan de bovenzqde het
Nederlandsche wapen, beneden den ingang en twee
tafereelen der Amsterdamsche landbouwtentoonstelling,
en aan weerszijden zinnebeelden van den landbouw.
Het opschrift luidt als volgt
«De Geldersch-Overijselsche Maatschappij van Land
bouw heeft in hare XLIe algemeene vergadering, ge
houden te Wageningen den 30sten Juni 1885, het
lidmaatschap van verdienste met de gioote gouden
medaille toegekend aan haren voorzitter mr. C. J.
Sickesz, als blijk van erkentelijkheid voor de uitnemende
wijze, waarop de Internationale Tentoonstelling van
Landbouw, te Amsterdam in Augustus 1884 gehouden,
door hem is voorbereid en uitgevoerd."
Volgen de handteekeningen, aan de rechtei zijde van
de bestuursleden aller afdeelingen, en aan den anderen
kant der leden van het dagelijksch bestuur.