I - *- tot f 5,50 boete, subs. 1 dag gevangenisstraf; J. R., P. De D., J. V. E. allen te Goes, wegens het als onderhoorige bij de brandweer te Goes, niet in alles wat den dienst betreft gehoorzamen aan zijne meerderen, ieder tot ƒ2 boete subs. 1 dag gev.straf; B. d. E. v. d. B. te Krabbendijke, wegens het plaatsen van voorwerpen op den zeedijk tot 10 boete, subs. 1 dag gev.strafC. E. te Philippine, wegens het jagen zonder acte tot 20 boete subs. 4 dagen gev.straf; A. L. te Goes, wegens het in dronken schap verstoren van de orde tot 3 boete subs. 2 dagen gev.straf. Allen tevens in de kosten. Vrijgesproken werdJ. E. te Goes, beklaagd van het vervoeren van meerleneieren. Nog zijn bij verstek veroordeeld A. B. en W. H. te Kamperland, wegens openbare dronkenschap ieder tot 50 cent boete c. e. (Met zekerheid kunnen wij melden dat deze ver oordeelden in verzet zullen komen.) Bij vonnis van de arrondissements-rechtbank in Maastricht, in raadkamer gewezen, is tegen Cesar Timmermans rechtsingang verleend ter zake van moo rd •n manslag. Buitenlandsch Overzicht. De president der Fransclie republiek heeft beslist, dat het Panthéon te Parijs aan den kerkelijken dienst zou worden onttrokken. De heer De Mun heeft daarop in de Kamer eene motie van afkeuring daaromtrent voorgesteld, die echter verworpen is. Eene motie Madier De Montjeau tot goedkeuring van den maat regel werd daarop met 338 tegen 90 stemmen aan genomen. In de Belgische Kamer van Vertegenwoordigers deed de voorzitter, de heer Lantsheere, mededeeling van het overlijden van den afgevaardigde van Door nik, Charles Rogier, oud-Minister en oud-lid van het Voorloopig Bewind van '30. Van verschillende zijden werd den overledene in de Kamer hulde gebracht, waarna de zitting voor dien dag ten teeken van rouw werd opgeheven. Gisteren heeft de Kamer eene wetsvoordracht aan genomen, bepalende dat de begrafenis van Charles Rogier zal plaats hebben op kosten van den Staat, Ook heeft zij besloten en corps die begrafenis bij te wonen. Charles Rogier was in 1800 te St.-Qaentin in Frankrijk geboren. Na het uitbreken der Belgische revolutie toog hij aan het hoofd van de gewapende vrijwilligers naar Brussel, waar hij in September be hoorde tot het driemanschap, dat de Provisioneele Regeering uitmaakte. Hij was herhaaldelijk Minister en heeft als zoodanig aan België onschatbare diensten bewezen. In 1863 was hij het, die met Nederland over de afschaffing van den Schelde-tol onderhandelde. Gemengde Berichten. 's-Hcer Arendskerke. Uit de vele sollicitanten is tot onbezoldigd Rijks-veldwachter en opziener der jacht alhier benoemd Anthonie van de Plasse N.z. in plaats van Pieter Butein, die onlangs tot Rijks-veldwachter is benoemd. Bath. Het tractement van den postbode P. Dansen alhier is met ingang van 1 April met 50 'sjaars verhoogd. Bij de lichting voor de militie, die onlangs heeft plaatsgehad, heeft «het socialistisch tractaatgenoot- schap" weder een strooibiljet verspreid, waarin de lotelingen tegen andere medeburgers worden opgehitst. Uit Groningen wordt gemeld, dat op elke krib in de kazerne aldaar zulk strooibiljet door eene onbekende hand is nedergelegd. (Hbl.) Te Woerden is des nachts bij een goud- en zilversmid de afsluiting voor het raam der uitstalkast verbroken, de ruit er uitgelicht en voor een vrij aan zienlijk bedrag aan juweelen, horloges enz. ontvreemd. Terwijl Maandag eenige jonge lieden uit Rotter dam zich in een tuin aan den Bergweg met schom melen vermaakten, geraakte één hunner, doordien de schommel scheef ging, met zijn hoofd tegen een paal. Schijnbaar gezond, hoewel over hoofdpijn klagende, begaf hij zich naar huis. Daar gekomen begaf hij zich te bed. Den volgenden ochtend, toen men hem wilde wekken, vond men hem dood. Door den heer C. Van den Heuvel, machinist op het stoomgemaal aan den straatweg van Brielle op Hellevoetsluis, is een toestel uitgevonden, dat even ge makkelijk als een rijtuig te besturen is en waarmede men eene stoommachine of andere voorwerpen, van 10 tot 20,000 kilo zwaarte, zeer gemakkelijk over de wegen of landerijen, al zijn deze nog zoo ongelijk of van greppels voorzien, kan vervoeren, zonder diepe sporen achter te laten. De uitvinder heeft den minister van waterstaat enz. met zijne ontdekking in kennis gesteld. Eene nieuwe politieverordening te Amsterdam bepaalt, dat, zoomin bij dag als bij nacht, de fluiten van stoombooten zich aldaar zullen mogen doen hooren. Een navolgenswaardig voorbeeld voor Goes. Eene arme vrouw, die zich Woensdag in de Betuwe, vergezeld van een hond, door een weiland begaf om den weg wat te bekorten, werd door eenige grazende ossen, die op het zien van den hond woest waren geworden, omsingeld, waarop de dieren haar met de horens verscheiden stooten in het aangezicht, de borst en den rug toebrachten, zoodat zij in deer- niswaardigen toestand naar het ziekenhuis moest worden vervoerd. Het is dus nogmaals gebleken, hoe gevaarlijk het is, zich met honden in weilanden te begeven, waarin rundvee loopt te grazen. Te Walsoorden kwam Dinsdag de justitie uit Middelburg om een onderzoek in te stellen naar een op den Hoefkensdijk gepleegden kindermoord. De daderes, eene ongehuwde vrouw, moet bekend hebben het kind, waarvan zij den vorigen dag bevallen was, onmiddellijk na de geboorte door verworging om het leven te hebben gebracht. N11. Cl.) De minister van binnenlandsche zaken in Spanje heeft aan Dr. Ferran verboden zijne inenting tegen de cholera voort te zetten, ofschoon van de duizenden personen, die gedurende de laatste zeven weken ingeënt zijn, slechts een tiental door de ziekte aangetast werden en allen herstelden. De minister heeft den hoogen gezondheidsraad doen bijeenroepen, die met II stemmen tegen 9 stemmen besloot, dat de proeven van Dr. Ferran zouden opge schort worden tot na een medisch onderzoek. In de minderheid waren de meeste voorname doctoren, de meerderheid vormden de rijksambtenaren. Eerst was beproefd, de behandeling als gebruik van geheimmid delen strafbaar te stellen; dit kon echter niet geschieden, daar Dr. Ferran zijne proeven in het openbaar doet. Men noemt als reden der houding van de regeering tegen Dr. Ferran, dat deze geweigerd had onjuiste statistieken omtrent de epidemie te onderteekenen. De reiziger van een huis in juweelen te Parijs had in den trein te Toulon kennis gemaakt met twee heeren. Hij had een valies bij zich, bevattende voor 100.000 frs. aan waarden, en de twee heeren, die dat wisten, gingen daarmede op den loop. In Göttingen is de met de centraalverhitting der school verbonden badinrichting in volle werking. De schoolkinderen nemen gedurende den schooltijd een bad en wel zoo, dat zij na 'tbad minstens nog éen uur in de school blijven. Wegens 't groot aantal kin deren kan iedere klasse slechts eens in de 14 dagen aan de beurt komen. De vooroordeelen der ouders ver dwijnen hoe langer hoe meer. Tijdens de Pinksterdagen heeft te Londen in de tentoonstelling van de Royal Academy weer opnieuw schennis van kunstwerken plaats gehad. Een der schil derijen, die tot de vijftig bekrasten behoorde endoor den schilder gerestaureerd was, is door nieuwe krassen ontsierd, en nog eenige andere werken vertoonen de zelfde sporen van wandalisme. Het geweld heeft men nu ook uitgestrekt tot de beeldhouwwerken. Van een beeldje in de beeldengalarij is een vinger van den anderen arm geheel afgebroken en de stukken zijn nergens te vinden. Als men weet, dat op de Pink sterdagen des morgens half tien reeds over de 1000 menschen de kunstzalen vulden, dan verbaast men zich dat dergelijke feiten herhaaldelijk ongemerkt kunnen geschieden. Uit New-York wordt gemeld, dat een zwem meester, Odium, van de Brooklyn-brug aldaar te water sprong, eene hoogte van 140 voet. Tot op 50 voet boven het water bleef zijn lichaam rechtop; toen echter neigde het achterwaarts, zoodat hij gedeeltelijk op den rug te water kwam. Hij was terstond bewus teloos, werd door zijnen vriend Boyton opgevischt, herleefde nog even, doch stierf binnen een kwartier. Al de ribben waren hem gebroken, en niet alleen zijne kleeding, maar ook zijne huid en de weefselen der borstkas waren gebarsten, zoodat het bloed hem uit de longen stroomde. De val duurde 3 seconden. Te Truchtersheim (Elzas) heeft men den 21 dezer, tijdens een hevig onweder, een zeer zeldzaam natuurverschijnsel waargenomen. Zekere Strub zag zijn wijnberg plotseling op een lengte van omtrent dertig meters instorten. Een geraas, als dat van het losbranden van een stuk geschut, ging er mee gepaard. Op de plaats van den verdwenen grond bevindt zich een holte, die met kokend water is gevuld. De bodem van den put was niet te vinden. Dit natuurverschijnsel verontrust ten zeerste de inwoners van Truchtersheim, die vreezen dat op den een of anderen dag hun dorp op dezelfde manier zal verdwijnen. Eene bijdrage tot de thans meer dan ooit be sproken voedingsquaestie mag geacht worden de proeve, die men te Drammen, vanwege de Christiania Preserving Company, genomen heeft om walvisschen geheel tot menschelijk voedsel geschikt te maken. Die maat schappij heeft voor eenigen tijd op Lüi viir eene fabriek gebouwd, in welke het bewerken en in luchtdichte vaten inleggen van walvischvleesch op groote schaal geschiedt. De ladingen van dit nieuwe artikel komen te Bergen (Noorwegen) aan. Volgens opgaaf is het vleesch dezer diersoort, op behoorlijke wijze toebereid, krachtig, smakelijk en vrij van eenigen tranigen bijsmaak, zooals door een aantal kooplieden, reporters van dagbladen enz., die tot proeven genoodigd wartn, verklaard is geworden. Een dosis «hermetisch walvisch-vleesch", waaraan tien personen genoeg hebben, is voor 2% kroon, dus 3 maal goedkooper dan andere «hermetische" waren, verkrijgbaar. Gelukt het alle vooroordeelen te overwinnen, dan zal een nieuw krachtig voedingmiddel voor het volk gevonden zijn. Ingezonden Stukken. Mijnheer de Redacteur 1 Volgaarne wenschte ik aan onderstaand gekrabbel een plaatsje gegund in uw zoo veel gelezen blad. Bijna geen enkele zitting van het Kantongerecht heeft er meer plaats, of men leest in het verslag daar van in de Couranten een of meer veroordeelingen, wegens het stellen of herstellen van wildstrikken. Waaraan toch is het toeteschrijven, dat deze veroor deelingen zoo schrikbarend toenemen? Vroeger, n. 1. voor een tiental jaren, hoorde men zeer zeldzaam dat een strooper op heeterdaad werd betrapt, en wanneer men een persoon als strooper wil calangeeren, dan dient men dit toch te doen, terwijl bedoeld individu bezig is met strikken zetten, herstellen, optrekken of wild daaruit te doen. Indien ik mij niet vergis, dan luidt ook de Jachtwet in dien zinHoe komt het dan, dat er tegenwoordig tallooze personen worden veroordeeld, zonder in het minst aan wild bemachtigen te denken, veel minder om zelf strikken te zetten? Deze vraag te beantwoorden M. d. R. en een klein staaltje ter waarschuwing voor het meest in 'tveld werkende publiek, was het hoofddoel van mijn gekrabbel. Door welk soort van lui worden de tallooze besehul digingen gemaakt van jachtovertredingen Niet door accurate bezoldigde Gemeente- of Rijks-politiemannen, neen! door andere mannen, ware helden der jacht, wanneer men soms hoort, wat die lui doen om iemand te «pakken." Dag en nacht zitten, liggen, I kruipen, locpen, of springen soms die kerels de velden op en af, uit of in, om, indien iemand het waagt, in de nabijheid van een wildstrik te komen, hem toe te roepen«onthoud je dag" 1Inderdaad een schrik wekkend woord, als men weet dat daarop volgt: 3, 5, of wel, 7 dagen «de doos in." Wanneer het echter zijn mocht, zou men het eene schandelijke onrecht vaardigheid kunnen noemen, wanneer men (zooals tegen woordig bijna week aan week plaats heeft) als strooper wordt «gepakt" en later veroordeeld wordt, zonder dat men aan stroopen doet of denkt. Die zoogenaamde helden dan, die met zulken bran denden ijver hunne hazenplichten weten te vervullen, dragen den naam van onbezoldigd rijksveldwachter, jachtopziener of, in 't land, meest den glorievollen titel van koningsjager. Waarlijk, wanneer de jagers van Z. M. zoo ijverig waren, dan kon Nederland ge rust zijn. Dat niet altijd die buitengewone ijveralsook moeiten en ontberingen noodig zijn voor bovengemelde heeren om iemand in «de kast" te krijgen, kan uit het volgende blijken. Eenige dagen geleden was mijn vader met mijn jongeren broeder bezig met houtzagen. Mijn broér maakte ons opmerkzaam, dat hij nog even naar 't veld moest om wat groen eten voor veevoeder te halen. Teruggekomen zijnde en het werk hervat 'hebbende, zelfs geëindigd, komt in eens recht uit de kroeg de jachtopziener Vermast ons erf op en zegt tegen mijn broér: »G' het daor en beetje groen wisten trekken, onthouw ao dag!" wat ons natuurlijk deed ontstellen, daar geen van ons evenmin aan een wild strik dacht als aan een galgenstrik. Maar jawelde held der jacht komt eenige oogenblikken later, na alle stukken grond van ons te hebben afgeloopen, met twee wildstrikken op den arm ons voorbij. Mijn broér vroeg hem toen«ben ik er daarvoor an en hij antwoordde«ge moe maor onkennen, daor kunde goe mee zijn", en ging toen weer (evenals voor hij ons erf opkwam) de kroeg binnen. Misschien dacht hijde premie is binnen, nu kan ik ook wel weer naar binnen. Dat het lezend publiek deze kleine aan haling zal aannemen als eene waarschuwing, om toch vooral toe te zien niet in de nabijheid te komen van wildstrikken of jachtopzieners, zal mij steeds ge noegen doen. U, M. de R. dankend voor de verleende plaatsruimte, met achting Ueds. dw. dr. P. BOUDENS Az. Kwadendamme, Mei 1885. t; Mijnheer de Redacteur JACHTRECHT OF JACHTEIGENDOM. 't Is naar aanleiding van een bericht van de «Maat schappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland", voorkomende in uw nummer van 21 Mei jl., dat ik UEd. beleefd een plaatsje voor het volgende verzoek. Bovengenoemde Maatschappij dringt bij het hoofdbestuur van het Nederlandsch Landbouw-Comité aan om «pogingen aantewenden tot het erlangen van zoodanige wijzigingen in de Wet van 15 Juni 1857, Staatsblad no. 87, waardoor ieder, die eigenaar eener jacht is, het recht zou verkrijgen om daarin op eigen grond zonder jachtakte te mogen jagen, en te mogen laten jagen, ten tijde wanneer hij wil." Met alle achting voor bovengenoemde Maatschappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland, doet het mij groot genoegen dat zij «herhaalde malen te vergeefs adressen bij den betrokken Minister en bij de Tweede Kamer der Staten-Generaal heeft ingediend", om te verkrijgen hetgeen zij andermaal verlangt, met en door tusschenkomst van het Nederlandsch Land bouw-Comité. Ik spreek eerlijk mijne overtuiging uit, wanneer ik hoop dat het steeds vergeefsche moeite zal zijn, om te trachten de verplichte jachtakte voor grondeigenaars afteschaffen, en ik maak mij sterk hier mede de tolk te zijn van duizenden goedgezinde Zuid- Bevelanders. Onder verbetering wil ik mijne bescheiden meening meedeelen die, mij dunkt, meer tot bescherming van den landbouw zou zijn. Ze is dezelaat de Maat schappij tot bevordering van Landbouw en Veeteelt in Zeeland zooveel geld bij elkander zien te krijgen, dat de rechthebbende op de jacht schadeloos worde gesteld wegens het aankoopen van het jachtrecht op een anders grond. Daardoor zou eiken grondeigenaar de gelegenheid worden gegeven zelf te jagen, of te laten jagen wie hij wilde, en het tweede gevolg zou zijn, dat de landbouw in die mate beschermd werd, dat de landen niet langer kweekplaatsen waren van hazen die leven ten koste van den landbouwer. De bovengenoemde Maatschappij spreekt van: «die eigenaar eener jacht is het recht zou verkrijgen om daarin op eigen grond zonder jachtakte te mogen jagen" enz. Verbeeld u, mijnheer de Redacteur, dat dit opging. Gij zult mij dadelijk toestemmen dat het er dan voor een niet-eigenaar van gronden al zeer ongelukkig uit zou zien. Die geen grondeigenaar is, zou dus de kosten moeten dragen van een jachtakte, om te kunnen jagen? Maar neen, die zou een akte moeten betalen, om niets mede te kunnen doen, want, wat heeft men aan een akte, als men geen vergunning van den grond eigenaar kan verkrijgen? 't Ziet er nu, nu gelukkig ieder die jagen wil een akte moet hebben, in Z.-Beveland toch al treurig ge noeg uit met de vergunning om te jagen, maar dan, dan was het nog al erger. De ambachtsheer, die nu buiten zijn eigen grond jaagt, is volstrekt niet ver zekerd dat hij dit met een volgend seizoen weder zal doen, waar hij nu lustig de hazen in het zand doet bijten. Als de grondeigenaar lust heeft om zelf te jagen, of een ander dit te laten doen, dan koopt hij eenvoudig zijn grond af, waarin de ambachtsheer of jachtrecht-hebbende ten allen tijde moet berusten, en nog niet eens de macht bezit, om den prijs te bepalen, waarvoor hij het jachtrecht wil afstaan. Die prijs wordt per hectare door eene commissie, die de Recht bank benoemt, bepaald, en daarin moeten jachtrecht hebbende en grondeigenaar berusten, zonder recht op hooger beroep. Vrij algemeen meent de goede ronde Zuid-Bevelandsche boer, dat de ambachtsheer of de jachtrechthebbende, die op zijnen grond jaagt, de jacht- eigenaar is. Dit is echter eene dwaling. De jachl- eigenaar is de grondeigenaar zelf, en de jager, die op dien grond jaagt, is slechts rechthebbende van het jachtveld, gelegen in, of liever op het eigendom van den grondeigenaar. Als de ambachtsheer of de recht hebbende der jacht, die op een anders grond jaagt, eigenaar dier jacht was, dan zou niemand hem kunnen verplichten dat eigendom te verkoopen voor een prijs, door derden te bepalen. Wie kan mij dwingen (uit gezonderd bij schuld of dergelijke) mijn eigendom te verkoopen voor een prijs, dien ik zelf niet mag be palen Ja, er is eene onteigeningswet, maar die treedt slechts in werking, waar het groote algemeene belan gen geldt, b. v. bij den aanleg van spoorbanen, dijken of rivieren. De ambachtsheer of jachtrechthebbende jaagt zóólang op een anders grond, als de grond eigenaar het goedvindt, en wil hij dit niet langer zien, dan verplicht hij den jager afkoop aantenemen. Ik durf te beweren dat er niet zoovele willekeurige handelingen op een anders grond zouden voorvallen, als de grondeigenaars beter op de hoogte waren van de zwakke rechten der jachtrechthebbenden, die dik wijls met ruwen voet het kostbaar graan of zaad vertrappen. En niet alleen dit, maar ook ten opzichte van het wild ziet het er op Z.-Beveland voor den landbouwer treurig uit. Op onrustbarende wijze toch vermenigvuldigt het wild. De jachtrechthebbenden gebruiken de landerijen tot kweekplaatsen voor de hazen, die zich moeten voeden met de vruchten van den landbouwer, dikwijls van den pachtboer, die toch al op veel te hooge lasten zit. En nu zou men nog willen dat de jachtrechthebbende mag jagen zonder akte. 't Is alsof onze ledige schatkist overvloeit van Zeeuwsche rijksdaalders. 't Gaat hier op 't gebied van jagen al zeer wonderlijk toe. Volgens Art. 26 der Wet op Jacht en Visscherij kan elke Commissaris des Konings in iedere Provincie op aanvrage van grondeigenaars eene kostelooze mach tiging verleenen tot het schieten van schadelijk ge dierte. Als hier in Z.-Beveland dit voor u woi dt aan gevraagd door de grondeigenaars, wordt dit gewezen van de hand, of men moet eene vergunning hebben van den jachtrechthebbende de aanvraag en vergunning van den jachteigenaar staat dus beneden die van den jachtrechthebbende. 't Wordt, dunkt mij, meer dan tijd, dat bij de drukkende tijden voor den landbouwer, de Z.-Beve- landsche boer verlost wordt van het wild, dat hem ook al ruineert. De eenige weg daartoe is dat aan ieder betrokken persoon bekend worde, hoe zwak de rechten van jachtrechthebbenden zijn tegenover die van de jaebteigenaars, welke altijd zijn en blijven de grondeigenaars. Spoedig zal den Z.-Bevelandschen boe ren de gelegenheid worden gegeven, gezamenlijk opte- treden, om aan vele willekeurige handelingen, van vele jachtrechthebbenden paal en perk te stellen. En wordt U, Zuid-Bevelandsche boer, die gelegen heid aangeboden, dan roep ik U toe, kom getrouw op, geef gehoor aan eene uitnoodiging, die U zal geworden en denk aan het oude Hollandsche gulden spreekwoord: «Eendracht maakt Macht". U dankzeggende, mijnheer de Redacteur, voor de verleende plaatsruimte, met alle achting UE. dv. dienaar, C. N. VERMEULEN. Heinkenszand. Weerkundige Waarnemingen. GOES, Vrijdag 29 Mei 1885. VerwachtingZuid-Westelijke wind, goed weêr. 318e Staatsloterij, 5e kl. Prijzen van 100 en daarboven. Trekking van Donderdag 28 Mei. 3e lijst. No. 5601 f1000. No. 13769 f400. Nos. 982, 1256. 3802 en 10126 elk 200. Nos. 1955, 2445, 3370, 3686, 7395, 7628, 7921, 10014, 11874, 11985, 12413, 13947, 17421 en 20064 elk f100. Trekking van Vrijdag 29 Mei. 4e lijst. No. 11300 f 1000. Nos. 3995 en 4596 elk f 400. Nos. 1752, 1772, 1920 en 13196 elk f 200. Nos. 5236. 5503, 5791, 6053, 6468 en 18796 elk f 100. Laatste en teiegraphische berichten, Ierseke. OESTERBEURS. Afsteeksel eerste soort aangeboden voor 6.25, zonder handel. Pannen aan geboden, eveneens onverkocht. De Nederl. Bank heeft de rente van disconto een half percent verlaagd en dus gebracht op 3 pet. 's-Gravenliage. TWEEDE KAMER. Heden zijn aan genomen het ontwerp tot opruiming en beheer van vaartuigen en andere voorwerpen, in openbare wateren gestrand of gezonken, de onteigeningsontwerpen voor den tramweg SneekJoure, voor den aanleg eener straat te Nijmegen en tot bekrachtiging van den ver koop van het rechtsgebouw te Tiel. Op de aanbevelingslijst voor raadsheer in den Hoo gen Raad zijn gesteld lo. de oud-Minister mr. Mod derman, 2o. het kamerlid mr. Van Blom, 3o. mr. Karsten, raadsheer te Arnhem, 4o. mr. Van Hettinga Tromp, advocaat te Leeuwarden, 5o. mr. Van Emden, oud-president van Suriname. Dhr. Cremer heeft eene motie voorgesteld om met hét oog op de wenschelijkheid eener spoedige behan deling der grondwetsherziening het voorstel Lohman vooralsnog niet in de afdeelingen te onderzoeken. Maandag de discussie over die motie. Arrondissements-rechtbank te Middelburg. Heden zijn veroordeeld: E. P., 13 j., te Kolijns- plaat, wegens diefstal tot 3 dagen cel. P. B., 34 j., en D. W., 30 j., beiden te Ierseke, wegens on derlinge mishandeling ieder tot f25 boete. D. De J., 22 j., te Wemeldinge, wegens mishandeling tot 8 da gen cel. S. W., huisvr. van P. L., 44 j., te We meldinge, wegens het zonder vergunning verkoopen van sterkedrank in het klein tot 110 boete. ll

Krantenbank Zeeland

Goessche Courant | 1885 | | pagina 2